Buitenland.
In het laatst van Jan. was het geen kwaad weer, met
helderen zonneschijn. De boeren lieten toen dan ook eenig
jong vee in de weide, om naar verkiezing wat gras te
plukken of rond te huppelen, terwijl de gelegenheid om
den stal te betrekken geopend bleef. Die vreugd was
echter van korten duur. De weilanden zijn niet dor en
hier en daar nog met wat oud gras bezetzij zien er beter
uit dan in menige maand Maart. Men prijst wel eens
zachte winters, als o. a. de Pyius Japonica zijn rozeroode
bloesems begint te vertooneri in Jan., en men weet hoe
weinig geneugten dan dikwijls het voorjaar aanbiedt. Maar
thans komt Galanthus nivalis, het vasten-avondzotje, met
zijn zwellende, tusschen het groen verscholen bloempjes te
voorschijn. Dat is een trouwe en zelden teleurstellende
eersteling. Eerlang zal de Helleborus, het nieskruid, wel
volgen. Ook voor de kassen en broeijerijen was de lang
durige winter ongunstig. Hoewel de zonneschijn in Jan.
veel goed deed, bleven de kweekers toch met bloeijende
planten veel achter bij anders. Aan den wensch naar
menig fraaijen bloemruiker kon daarom toch wel voldaan
woi'den. Zoodra de grond nu maar eenigszins geschikt is
om te worden bearbeid, zullen vele handen de spade reppen,
of zal de ploeg op den akker de voren snijden, terwijl de
landman niet lang met het bemesten der weilanden zal
uitblijven. De vruchtboomen beloven intusschen een goed
aantal bloesemknoppen.
De Mijn-Compagnie Nederland hield jl. Woensdag
haar laatste algemeene vergadering. Aan de aandeelhouders
werd het droevig lot bespaard van over het al of niet zijn
der Maatschappij te beslissen, daar een der voornaamste
schuldeischers, jhr. S. te 's Hage, zijn plan te kennen gaf
om de Maatschappij in staat van faillissement te stellen.
Trouwens met een kas van 150 gulden (zegge 150 gulden)
en een schuld van ruim 300.000 gulden was er aan een
voortbestaan niet meer te denken. Verschillende leden
voerden nog even het woord om inlichtingten te vragen of
om goeden raad te geven. Na een Sjarig lijden werd dan
jl. Woensdag de doodsklok geluid over de zilvermijn, waarin
zooveel Haagsch geld is bedolven. (Vad.)
Niets wordt vernomen omtrent eene vrouw die te
Leiden of in de omstreken vermist is. Men vermoedt nu,
dat de student, die haar lijk zag liggen, het slagtoffer is
geweest van gezigtsbedrog. In dit vermoeden wordt men ver
sterkt door de omstandigheid, dat ook de gemeente-veld
wachter kort voor den student de plaats was voorbijgegaan
en niets had bespeurd.
Onlangs is te Rotterdam eene geheele bruiloft,
bestaande uit 20 a 30 personen, gearresteerd. Het gezel
schap toch van dames en heeren was vrij opgewonden en
zong naar hartelust langs de straten, wat hun, aangezien
het na middernacht was, door een politie—agent werd ver
boden. In plaats van naar den man te luisteren, vonden
de bruiloftsgasten het aardiger hem in het ootje te nemen,
waarop de agent een fluitje deed klinken, dat onmiddellijk
een twintigtal agenten lokte, die een cordon trokken om
de bruiloftsgasten en deze naar het politie—bureau bragten.
De dames en heeren moesten hun naam opgeven en werden
daarop vrijgelaten, onder voorwaarde dat zij den volgenden
morgen aan den commissaris van politie rekenschap zouden
komen geven van hun gedrag, wat geschied is.
Wij geven, zegt de Amst. Crt., aan Rotterdamsche en
andere bruiloftvierenden in den lande den welmeenenden
raad om, als zij nachtelijk schandaal willen maken, in het
vervolg liever te Amsterdam te komen. Hier worden
nachtelijke straatzangers en rumoermakers, van welken
aard ook, nooit bemoeijelijkt. Onze nachtpolitie vindt het
integendeel wel gezellig, indien hare eenzame wandeling
wat wordt opgevrolijkt. Zij houdt meer van de onrustige
wakenden, dan van de rustige slapenden.
Door een aantal veehouders in de provincie Utrecht,
is het jonge vee, dat door de gevallen sneeuw en vorst op
stal moest gehaald worden, weder in de weide gebragt;
het steeds stijgen der prijzen van het stalvoer is daarvan
de oorzaak.
Aan de lezing van den heer H. M. Hartog uit
Barneveld, gehouden voor de leden der afdeeling Zuilen
van het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde,
ontleent het U. D. de volgende regelen
Spreker begon met eene verklaring van de zamenstelling
der plant, die voor een deel uit delfstoffelijke, voor een
ander deel uit bewerktuigde stoffen bestaat. De delfstoffe
lijke leert men kennen uit de zamenstelling der aschmen
vindt daarin potasch, phosphorzuur, kalk en magnesia en
eenige andere, die echter van minder belang zijn.
Van de bewerktuigde stoffen vindt men in de plant
hoofdzakelijk koolzuur en stikstof.
Die stoffen trekt de plant voornamelijk uit den grond,
voor een deel echter ook uit den dampkring; zij kan
groeijen zonder dat er b. v. koolzuur in den grond is,
maar het is er niet om te doen te beproeven hoe een plant
wel groeijen kan; zij moet veel groeijen; daarom moet er
van de genoemde stoffen zooveel mogelijk in den grond
zijn. Voor houtgewas, dat lang in den grond blijft, kan
het koolzuur van de lucht voldoende zijn, maar planten,
die slechts een jaar in den grond blijven en eene kleine
bladoppervlakte hebben, zooals bij de graangewassen, is het
wenschelijk dat zij dit in den grond vinden.
Dat te leveren is een der groote voordeelen van den
stalmest, waarin bewerktuigde stoffen in rottenden toestand
aanwezig zijn. De rotting is gelijk te stellen met eene
voortdurende productie van koolzuurstalmest verdient
daarom altijd de voorkeur, omdat hij koolzuur levert en
stikstof bevat, die de verrotting bevordert en daardoor
niet alleen het koolzuur, maar ook de verder in den grond
aanwezige stoffen bereidt, om ze tot plantenvoedsel te
doen dienen.
Niet alle planten bevatten dezelfde bestanddeelen in
gelijke hoeveelheden; wèl is dat met planten van dezelfde
soort het geval, met slechts klein verschil naar gelang van
den grond.
Spreker vertoonde eene plaat, waarop door gekleurde
strepen de verschillende zamenstelling van de hoofdvoort
brengselen van den landbouw was aangegeven. Daaruit
bleek, dat b. v. de graansoorten veel phosphorzuur, bieten
en aardappelen veel potasch, tabak en klaver veel kalk j
bevatten.
Daaruit kan men opmaken, welke bestanddeelen de grond
hoofdzakelijk moet bevatten en welke stoffen er door den j
mest dus vooral moeten worden ingebragt, om van deze of j
gene plantensoort een goeden oogst te geven.
Nu blijkt b. v., dat het koren van de graansoorten veel
phosphorzuur en het stroo veel potasch bevat; het stroo
komt weêr in den mest, het koren wordt verkochtals
men dus geen phosphorzuur aanvoert, dan verarmt men
den grond. Dit geschiedt ook door het verkoopen van vee,
dat met de producten van den grond gevoed is.
Kan men dat verlies nu aanvullen door veel stalmest
te maken, en voor het vee, dat men daarvoor houdt, raap-
en lijnkoeken aan te koopen, dan verdient dat de voorkeur.
Maar anders moet men het verlies op andere wijze
vergoeden.
Met dit vraagstuk hebben vele geleerden zich bezig
gehouden en spreker zette de resultaten uiteen, waartoe
zij gekomen zijn. Steeds was hun doel, aan den grond
terug te geven wat er door den plantengroei aan onttrok
ken werd. Meestal beantwoordden de daaromtrent gemaakte
tlieoriën in de praktijk niet aan de verwachting, vooral
omdat het niet voldoende is de vereischte stoffen in den
grond te brengen, maar omdat men ze er ook in zoodani-
gen vorm moet inbrengen, dat zij voor de plant tot voedsel
bruikbaar zijn, dat zij ze uit den grond kan opnemen.
Na op deze wijze de vereischten te hebben aangetoond,
waaraan de bemesting moet voldoen, gaf spreker na de
pauze eene beschrijving van de zamenstelling der voor
naamste hier in den handel voorkomende hulpmeststoften
van bekende zamenstelling.
De Peru-guano av;is vroeger zeer goed, bevatte veel
stikstof, 14 pCt.thans bevat zeer goede niet veel meer
dan 9 pCt. en is er bovendien veel vervalsching onder.
Het ongelijke der guano, al is ze onvervalscht, heeft de
firma Ohlendorf gebragt tot het vermengen der verschillende
soorten en met zwavelzuur behandelen; zij kon ver
leden jaar Avaarborgen 10 pCt. phosphorzuur en 9 pCt.
stikstof, na 1 Jan. 1876 Avaarborgt zij slechts 8 pCt. stik- i
stof meer.
Caro-guano schijnt kool van de suikerfabrieken te zijn, 1
wordt opgegeven 4,5 pCt. stikstof te bevatten, maar eene
scheikundige analyse heeft een minder gehalte (3,3) doen
kennen; zij bevat veel zwavelzure kalk, die voor klaver
bv. zeer goed is, maar geen Avaarde heeft.
Phospho-guano is voornamelijk phosphorzuur en kalk,
en dus wel aanbevelensAvaard \roor planten, die aan deze j
stoffen behoefte hebben.
Vleeschmest van Fray Bentos bevat, in strijd met wat I
men daarvan verwachten zou, slechts 4 pCt. stikstof, maar
veel phosphorzure kalk. i
Ammoniak superphosphaat bestaat bij eenige stikstof
uit veel phosphorzure kalk.
De Noorweegsche arisch-guano komt overeen met de
vleeschmest en geeft hier te lande goede resultatenzij
bevat 10 pCt. stikstof, weinig oplosbaar en veel onoplosbaar
phosphorzuur en Averkt dus op tijd. Deze mest kan tegen
woordig tot de beste guano-soorten gerekend Avorden.
De Georgeville-mesten bestaan uit verschillende zamen-
stellingen, die geAvijzigd worden naar gelang a-an de
bestanddeelen, die de plant, welke men verbouwen wil,
noodig heeft en de grond bevat. Deze meststoffen geven
prachtige resultaten, maar spreker is van meening, dat
deze mestsoorten als drijvende kracht zouden kunnen werken
en dus op den duur uitputtend zouden Averken. De voor
deelen er aan verbonden zijn: dat men de zamenstelling
regelt naar de behoefte; dat men niet koopt, wat men niet
noodig heeft; dat men intensieven landbouAV leert, d. i.
zich er op leert toeleggen om door het uitgeven van geld
voor goede bemesting, groote oogsten te verkrijgen van
betrekkelijk kleine oppervlakten grond, wat het meeste
voordeel geeft.
Bij 't gebruik der kunstmeststoffen moet men er echter
wel op letten, dat men in den oogst terugvinde Avat men
aan mest betaalt. Men moet ze nooit anders dan als
hulpmeststoffen beschouwen, en stalmest moet hoofdzaak
blijven; maar bij verstandig gebruik kunnen ze eene goede
hulp geven, om aan den grond terug te bezorgen, wat de
plantengroei er aan ontleent, tenzij men, wat de voorkeur
verdient, overvloedige stalmest kan maken, daaraan door
het voeren van koeken, de uit den grond verdwenen
bestanddeelen kan toevoegen.
Met belangstellende aandacht werd de spreker gevolgd,
die door het vertoonen van proeven van kunstmest en
eene afbeelding in kleuren der zamenstelling er van, het
gesprokene duidelijk maakte.
Jl. Donderdag morgen stond voor de arrondissements-
regtbank te 's Bosch teregt M. v. d. Linden, oud 16 jaren,
beschuldigd van moord, in de gemeente Beek gepleegd op
2 jeugdige kinderen. De beschuldigde, die in zijn geboorte
plaats altijd bekend had gestaan als een meisje en ook
Maria gedoopt en genoemd werd, verscheen ter teregtzit-
ting als knaap gekleed. Eerst voor een paar dagen schijnt
hij in de gevangenis in het nieuwe pak gestoken te zijn.
Het openbaar ministerie achtte de schuld des beklaagden,
wiens geestvermogens, volgens verklaring van 2 deskundigen,
in normalen toestand waren, wettig bewezen en eischte
daarom als straf 20 jaren opsluiting in een verbeterhuis.
Den 15 dezer heeft het vergelijkend examen van
dames, die op de Kweekschool voor Onderwijzeressen te
Arnhem opgeleid wenschen te worden, plaats gehad in het
schoolgebouw aldaar. Van de vele dames, die aanvrage
gedaan hadden, Avaren 31 tot het examen opgekomen,
terwijl er plaats voor 19 bestaat. Onder de 19 dames, die
met 1 Mei tot de lessen der Kweekschool zijn toegelaten,
behooren de dames Lelieveld van Alkmaar, Wolters van
Wormerveer en Jelgersma van Oudkarspel.
Dezer dagen werden des nachts negen glasruiten verbrij
zeld bij R. K., landbouwer te Rouveen. Deze sprong onmiddel
lijk uit 't bed en achtervolgde blootvoets de daders. Daar een
hunner een schot op hem loste, dat hem in de dij trof,
en hij bovendien met een mes en meerdere schoten werd
gedreigd, moest hij terugkeeren. Tegen de schuldigen,
aldaar zeer ongunstig bekend, is proces-verbaal opgemaakt.
Onlangs werd \'an Dedemsvaart gemeld, dat baron
van Dedem tot proef een 4tal jonge paarden den geheelen
winter in een stuk Aveiland heeft laten loopen, en niet
tegenstaande sneeuAv, enz., deze paarden beter in staat zijn
dan 4 anderen, van gelijken leeftijd, op stal, met puik
voeder onderhouden.
Dit berigt bragt de redactie der Landb. Crt. het artikel
«de opA-oeding van veulens in de Betuwe» (Landb. Crt.
1875, No. 34) in herinnering. De deskundige schrijver er
van verklaart zich tegen het zoogenaamde «harden.» De
redactie meent nu dat, naar de meening van fokkers, de
waarheid ook hier weêr in het midden ligt, en dat 't aan
beveling verdient om de paarden voor slecht weder een
schuilplaats te geven, Avaarin en aa'aaruit zij zich vrij op
een onmiddellijk nabijgelegen weiland kunnen bewegen.
Een 13jarige knaap te Muntendam heeft zich door
ophanging van het leven beroofd en wel, naar men zegt,
nadat hij een theekopje of iets dergelijks gebroken had.
Hij had daarvoor van zijne moeder een ligte berisping
ontvangen.
Een dienstmeid te Stadskanaal is jl. Zondag morgen,
terwijl er reeds een massa kerkgangers Avaren, op den
preekstoel geklommen en heeft onder 't geroep van: «Ik
Avil preêken!» den Statenbijbel naar beneden geworpen,
Avaarop zij met veel moeite uit het kerkgebouw is verwij
derd geworden.
Een veehouder had bij een dertigjarige merrie een
veulen, dat niet het hare was, los in een potstal loopen.
Het veulen begon de merrie te zuigen, zoodat het gier
grooter werd en eindelijk melk bevatte, waaraan het veulen
zich dagelijks vergastte. De dertigjarige merrie had echter
zelf nooit een veulen gehad, maar had toch het aangeno
men jong lief, zooals een moeder dat lief kan hebben, en
het veulen gaf bij den dood der oude merrie teekenen van
droefheid, zooals een dier dat vermag.
Benoeming-en, enz.
De heer jhr. mr. Dedel is, op zijn verzoek, met 1 April a. s.
eervol ontslagen als president der reglbank te Amsterdam en be
noemd tot kommandeur der orde van den Nederl. Leeuw.
Tot gemeente-ontvanger te Heemskerk is benoemd de heer
J. H. Kramer.
Frankrijk.
Bij gelegenheid der eerste vertooning van Dumas
«Etrangère» in het Théatre-Fran9ais te Parijs, werd in een
bij dezen schouAvburg gelegen koffijhuis, klokke zeven ure,
eene loge van vier plaatsen voor 450 fr. verhuurd, door
een huisknecht, wiens heer en vrouAV oneenigheid gekregen
en hem het toegangsbewijs in arrenmoede ter beschikking
gegeven hadden.
Aanstaande week wordt te Amiens een begin gemaakt
met oefeningen in het vervoeren van troepen bij nacht.
Regimenten kavallerie, infanterie en treinsoldaten met hun
materieel zullen in het midden van den nacht de treinen
bestijgen, alsof ze met den meesten spoed moesten worden
vervoerd. Verkenningen bij nacht zullen aan de oefeningen
voorafgaan.
Engeland,
De regering heeft de volgende dépêche uit Singapore
Aran den 18 dezer ontvangen: «Drie der moordenaars van
den heer Birch, den Engelschen agent te Perak, zijn gevat.
Een heeft alles bekend; hij verklaarde dat de moord
gepleegd werd door 9 personen en gaf hunne namen op.»
Jl. Donderdag namiddag zijn de stoomboot Francinia,
van de Hamburg-Amerikaansche Maatschappij, op reis naar
West-Indië, en de stoomboot Strathclyde, van Glasgow,
tegen elkander aangevaren. De Strathclyde is gezonken;
a'an hare passagiers zijn 5 gered en 52 verdronken. De
Francinia is zAvaar beschadigd te Dover binnengeloopen.
Duitschland.
Een zeldzame jubilaris is de vrouw van een schoen
maker te Rostock, die dezer dagen haar zilveren bruiloft
voor de tweede maal vierde. Zij had het genoegen gehad
I met haar eersten man een dergelijk jubilé te beleven.
1 Op den Brenner-spoorweg is dezer dagen een reuzen-
eijerkoek gebakken. Bij Küfstein geraakte nl. een Avaggon in
brand, die eene lading van 15,000 eijeren bevatte. Jammer
slechts, zegt de berigtgever, dat er geen boter bij was.
Stoomvaart-Berig-ten.
STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ NEDERLAND.
Prins Hendrik.
12 Jan. van Batavia vertrokken. 17Febr. KaapEspickel gepasseerd.
Prinses Amalia.
3Febr. alhier aang, vertr.lSMuart.
Prins VAN ORANJE.
25 Dec. van hier vertrokken. 4 Febr. Batavia aangekomen.
C o n r a d.
19 Febr. van hier vertrokken.
Koning der Nederlanden.
13 Febr. van Batavia vertrokken.
V oorwaarts.
22 Jan. van hier vertrokken. 10 Febr. Suez aang. en vertr.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Opgave van af Donderdag middag tot Zaturdag middag.
ONDERTROUWD: M. \yijnants, kok bij de Marine en W.
Oudsten. J. C. de Goeij, konstabelsmaat bij de Marine en J. G.
I van Duren.
GETROUWD: Geene.
BEVALLENC. M. Feekes, geb. Woudenberg, (Z.). A.
Weijcns, geb. Liedmeijer, (Z.). M. F. J. H. van der Ben, geb.Koch, (Z.).