M HELDERSOHE m
EN MEI WEIIEFER COURANT.
1876. F. 24. Vrijdag 25 Februarij. 34 Jaargang.
Binnenland.
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Diugsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
t h franc» per post - 1.65.
Klkcn Donderdag vertrekt de mail nnar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIETTWEDIEP, 24 Februarij.
Jl. Dingsdag is met de stoombarkas, bestemd voor
torpedodienst, onlangs uit Engeland alhier aangekomen,
een proeftogt gedaan, die met goed gevolg is afgeloopen.
Jl. Dingsdag avond werd door de Sociëteit Mars
eene vergadering gehouden, bestemd tot het houden eener
wetenschappelijke voordragt. De heer J. F. Berk trad als
spreker op, en had, naar aanleiding van de twee hier
bestaande vereenigingen Mars en Bellona, tot onderwerp
gekozen: «De Krijgsgoden van Oud-Europa.» Spreker begon
met er op te wijzen, dat de oudste bewoners van het
Grieksche en Italiaansche schiereiland uit denzelfden
Pelasgischen stam zijn voortgesproten; hoe hierdoor de
ineensmelting van de goden der Romeinen en Grieken
mogelijk gemaakt werd, en hoe dit geschiedde. Daarna
schetste hij de Thebaansche chtonische godheid Ares, die
later krijgsgod bij de Grieken wordt en waarin de Romein-
sche Mars zich oplost; verder de Sabijnsch-Kappadokische
Bellona (Enyo), waarna hij als tegenstelling met dien
bloedgierigen krijgsgod en die stedenverwoestende krijgs
godin, ook Pallas Athena in haar betrekking tot den
oorlog bij de Grieken deed optreden. Na de pauze ver
plaatste spreker zijne hoorders naar Noord- en Middel-
Europa. Daar vond hij in den, van Arischen hemelgod
tot krijgs- en zwaardgod afgedaalden, Noordschen Tyr,
Schwabischen Zio, Angelsaksischen Tir, Beijerschen Eor
of Er, Saksischen Sahsnot, en in den Irmin, Heru en
Hesus der andere Germaansche en Gallische volkeren
den Griekschen Ares terug, zoowel wat naam als gewijden
dag betreft. Bij de behandeling van Tyr's eenarmigheid
gaf spreker de mythe van den Fenrirwolf in haar geheel
met de verklaring. Hetzelfde deed hij bij de mythe van
Odin's geboorte (Runenlied), waarna hij ook dezen Noord
schen Ödin, Longobardischen Gwodan en Germaanschen
Wuotan, als oorlogsgod, als god der gehangen krijgsge
vangenen en als held der volkssage beschouwde. Met een
woord over mythen in het algemeen, waarin spreker wél
waarheid doch geen werkelijkheid zag, eindigde de lezing.
De opper-ceremoniemeester heeft bekend gemaakt,
dat, ingevolge de bevelen des Konings, het Hof den rouw
zal aannemen voor zes weken, waarvan drie weken halven
en drie weken ligten rouw, ingaande den 23 dezer, wegens
het overlijden van H. K. H. mevrouw de Grootvorstin
Marie Nicolaïevna van Rusland, hertogin van Leuchtenberg.
Het concert van de kapel der Alkmaarsche schutterij,
alhier te geven, is, tengevolge van familie—omstandigheden,
veertien dagen uitgesteld.
In eene particuliere correspondentie van een officier
uit Atsjin aan 't Ilbl., die overigens weinig belangrijks
oplevert, wordt gezegd, dat bij de gevechten in 't laatst
van Dec. 1875 de Hollanders en Duitschers elkander in
dapperheid niets toegaven, maar dat de Franschen laffe
en zenuwachtige kerels zijn, die, al zien ze niets, toch
maar schieten, en die men bij het stormen met het gevest
van den sabel in den rug moet zitten om hen vooruit te
krijgen.
Door Z. M. den Koning is, met ingang van 1 Mei
1876, een pensioen van f 850 's jaars verleend aan A.
Bombaar Schreuder, pred. bij de Hervormde gemeente te
Akersloot.
Naar het U. D. verneemt, komen er bij het leger
hier te lande op dit oogenblik 26 officieren van gezond
heid te kort.
Voor den Hoogen Raad is in hooger beroep behandeld
de zaak van den gewezen burgemeester van Hennaarderadeel,
die wegens een aantal valschheden, als openbaar ambtenaar
gepleegd, door het voormalig Prov. Hof in Friesland tot
zeven jaren tuchthuisstraf is veroordeeld. Het O. M. bij
den H. R. handhaafde in zijn eisch de uitgesproken
gevangenisstraf, maar eischte overigens 206 boeten van
f 50, in plaats van 380 van die boeten. De uitspraak
is bepaald op 27 Maart.
Beroepen bij de Evang. Luth. gem. te Leeuwarden
ds. F. W. Grottendieck, pred. te Alkmaar.
Aangenomen het beroep naar de Evang. Luth.
gemeente te Amersfoort door ds. Helper Sesbrugger, pred.
te Doetinchem,
Tot hoofdonderwijzer aan de Christelijke school te
Alkmaar is benoemd de heer A. C. de Zwart, godsdienst
onderwijzer te Veenendaal.
Den 25 Nov. 1875 is een trein in botsing gekomen
met een wagen, staande op een zijspoor op het station
Anna Paulowna. De verkeerde stand van den wissel was
daarvan de oorzaak. Tegen den station-arbeider is jl.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 1#S.
Prijs der Ad ver ten tien: "Van 1—4 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
■■■■■■■■■■BWbsbbob t •/iJUAiAwv* m.
Dingsdag een straf geëischt van 45 dagen eenzame
opsluiting.
Nadat reeds vroeger in den raad der gemeente
Schagen de wensch en de noodzakelijkheid werden besproken,
om de bebouwde kom der gemeente uit te breiden, dewijl
er veel huizen waren bijgebouwd en nog meer in aanbouw
zijn, die, tot nu toe buiten de bestaande kom lagen, is
aan die uitbreiding thans uitvoering gegeven; dus zijn al
die huizen, als: in de Hoep, op de Laan, de Last en op
het Noord bij de kom opgenomen. Tengevolge van voor
noemde uitbreiding der kom is ook de straatverlichting
door gas, in de bijgevoegde nieuwe gedeelten met 10
a 12 gaslantaarns vermeerderd. Aan nog eene ook
lang gewenschte verbetering in de bebouwde kom dier
gemeente zal thans uitvoering gegeven worden, daar eene
steenen hooge pijp of brug, liggende over de Vaartsloot,
in den weg op het Noord, waarover zeer drukke passage is
van en naar de gemeente de Zijpe enz., eerstdaags zal
worden weggebroken, envervangen door eene, bijna een
meter lager te leggen brug van hout en ijzer, welk werk
bij publieke aanbesteding is gegund aan den heer Klaas
Blom, timmerman en aannemer van publieke werken
aldaar, voor f 868.
Juist dat men de illuminatie jl. Zaturdag te Schagen,
bij gelegenheid van 's Konings verjaardag, voor de woning
van zekere KI. Sch. zou aansteken, zagen de overburen
den rook uit het dak slaan; zij waarschuwden hem en
maakten alarm, de klok riep de spuitgasten bijeen en
spoedig was men den brand, die op zolder plaats had,
meester.
De bewoner wordt, volgens de Schager Crt., van kwaad
willigheid verdacht.
Dienzelfden dag verloren twee menschen op noodlottige
wijze den dood in het Groot Noordhollandsch Kanaal,
nabij de Burgerbrug, in de Zijpe. De knecht van den
veerman nl. zou iemand (een werkman) overzetten, terwijl
er een stoomboot in aantogt wasde schipper beweerde
nog tijd genoeg te hebben, om den overkant te bereiken,
doch de boot overvoer het schuitje en beide mannen ver
dronken jammerlijk.
Te Oosterhuizen is een bejaarde vrouw, die geheel
alleen woonde, onder haar huisje bedolven. Hoewel zij
nog eenige teekenen van leven gaf, bezweek zij korten
tijd daarna.
De kerkelijke administratie te Grootebroek gaf dezer
dagen den predikant G. Smit een welkom blijk van waar
deering door de persoonlijke toelage reeds vroeger op
f 250 gebragt, nu met 100 gulden te verhoogen.
Te Grootebroek is de muilkorf-verordening voor de
honden toegepast, wegens een geval van dolheid teLutjebroek.
Men meldt uit Urk, dd. 20 dezer:
«Het ijs in de Zuiderzee is geheel verdwenen. De
postschipper zal morgen met zijne schuit naar Kampen
vertrekken. De Rijksvuurtoren heeft den 18 dezer weder
voor het eerst gebrand. De visschersvloot gaat heden
nacht naar zee; een gedeelte naar de Noordzee om kabel-
jaauw, schelvisch en groote schol te vangen en een ander
gedeelte blijft hier in de Zuiderzee ter haring- en spiering
vangst. Ofschoon hier geene bepaalde armoede geheerscht
heeft, zagen toch velen verlangend naar hunne verdiensten
uit. De vorst vóór Nieuwjaar heeft, naar andere jaren
gerekend, alleen voor ons eiland meer dan f 12,000 schade
veroorzaakt. Wanneer er niet enorme sommen met de
ansjovis verdiend waren, zou het er treurig voor onze
visschers uitgezien hebben. De stoomboot, die tusschen
Harlingen en Kampen vaart, is heden middag ons eiland
weder gepasseerd, zoodat ook aan die zijde het ijs opge
ruimd is.»
Men schijnt zich weder op het maken van valsche
banknoten toe te leggen. Eenige dagen geleden is op
een der handelskantoren te Amsterdam een banknoot van
f 100 ontvangen. Hoewel het billet vrij gebrekkig nage
maakt was, is het met andere in betaling aangenomen.
De bedrieger is niet bekend. Men zij op zijn hoede!
In het eerlang in den stadsschouwburg te Amsterdam op
te voeren drama: Van Toulon naar St. Helena, zullen bij een in
dat stuk voorkomenden optogt dertien paarden ten tooneele
verschijnen.
Op 't Leidscheplein te Amsterdam is jl. Zondag
namiddag een conducteur van de impériale van een omnibus
gevallen, terwijl deze in gang was. Met een gebroken
been werd de man per brancard naar 't gasthuis vervoerd.
Men begint te lagchen met den geheimzinnigen moord
te Leiden. Volgens de Tijd zijn er, die meenen, dat eenige
studenten, een «grap» willende uithalen, een pop hadden
neergelegd ter plaatse die M., van een partijtje terug-
keerende, moest passeren en waar hij beweert de zwarte
dame la dame noire- gezien te hebben; doch die
meening vindt bij het Leidsche publiek weinig geloof,
zegt de Tijd.
Door den krijgsraad van Zuidholland is een sergeant
van het 3de reg. infanterie vervallen verklaard van den
militairen stand en veroordeeld tot achttien maanden
gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan, wegens
diefstal door middel van inbraak en een valschen sleutel.
Aan een aantal werklieden, behoorende tot het per
soneel van 's Rijks werf te Hellevoetsluis, zijn met ingang
van den 27 dezer verhoogingen van daggelden toegekend.
De voorgenomen uitbreiding van het getal machinist-
leerlingen 2de kl., wier aantal men na aftrek van de leer
lingen van het oudste studiejaar (1874) tot 80 wil opvoeren,
heeft te Hellevoetsluis gebrek aan huisvesting aan boorcl
van het wachtschip doen ontstaan. Dientengevolge werd
jl. Maandag door eene commissie, bestaande uit den kapt.
ter zee II. B. Kip, de kapt.-luits. ter zee F. H. P. van
Alphen en jhr. II. O. Wichers en den luit. ter zee 1ste
kl. Hudig, allen gedetacheerd aan het departement van
Marine, de tegenwoordige inrigting geïnspecteerd. Het
voornemen zou bestaan een gedeelte van het wachtschip
te vertimmeren en tot huisvesting in te rigten.
In de afgeloopen week is te Utrecht meer dan 50.000
kilo geperst hooi en stroo naar Engeland verzonden; de
prijzen zijn zeer hoog en liepen van het hooi tot f 42 en
van het stroo tot f 30 de 500 kilo's.
Te "s Bosch is procesverbaal opgemaakt tegen een
boeriD, die boter ter markt heeft gebragt, waarin een knol
was gewerkt.
Te Vlissingen zullen, naar men aan de Standaard
berigt, pogingen worden aangewend om een onderhandsche
reederij op te rigten tot het uitoefenen der beug- en kor-
visscherij. Te dien einde is er reeds eene commissie
gevormd, bestaande uit de heeren: T. Wibaut, P. J. Sie-
gers, L. de Grooff, J. Verkuyl Quakkelaar, Jac. Dommisse,
D. Mortier, Jos. van Raalte en C. M. Domisse.
De uitmuntende gelegenheid tot transport per spoor uit
Vlissingen en de voortreffelijke inrigting der haven geven
gegronde hoop, dat deze tak van nijverheid er met goed
succes kan worden uitgeoefend.
Jl. Dingsdag morgen vertrok van Vlissingen naar
New-York het stoomschip AV. A. Scholten, kapitein J.
Janssen, van de Nederl.-Amerik. Stoomvaart-Maatschappij,
aan boord van welk stoomschip de leden der hoofdcommissie
voor de tentoonstelling te Philadelphia, de heeren L. C.
van Kerkwijk, C. J. van der Oudermeulen, de secretaris
architect C. Muysken, de twee opzigters A. A. M. Beretta
en C. J. Laarman, de vier onderofficieren der artillerie en
acht door de hoofdcommissie aangestelde werklieden zich
bevonden, benevens de geheele inzending van voorwerpen,
door de Nederlandsche industriëlen, landbouwers en schil
ders voor de tentoonstelling bestemd. De voorzitter der
hoofdcommissie, prof. E. II. von Baumhauer en de leden
de Monchy en van der Keilen, alsook de directeur der
Nederl.-Amerik. Stoomvaart-Maatschappij, de heer Plate,
hadden zich naar Vlissingen begeven, om de inscheping
der goederen teregelen en den vertrekkenden uitgeleide te doen.'
Te Vlissingen is een SOjarige vrouw op krukken uit
het gesticht, waar zij verpleegd werd, naar de drukte op
's Konings verjaardag gaan kijken. Toen men haar eeni-
gen tijd later miste en haar ging zoeken, vond men haar
in een kuil gevallen, bewusteloos. Met liefderijke zorg
werd de vaderlandslievende 80jarige verpleegd, maar men
vreest toch, dat het slecht met haar' zal afloopen.
Omtrent het sneuvelen van den majoor Mekern te
Atsjin deelt de Arnh. Crt. het volgende mede:
«Mekern was Zondag morgen (2den Kersdag) met zijn
bataillon als centrum-kolonne opgerukt naar Groot-Getjiel,
iets benoorden Ketapang Doewa. Nadat deze genomen
was en de vijand op de vlugt ging, reed Mekern met zijn
adjudant en eenigen van zijne kolonne op een heuvel aan,
waarachter nog Atsjinezen zaten, die vóór zij wegvlugtten
nog hunne geweren losten en Mekern zeer gevaarlijk
wondden, terwijl zijn adjudant Ernste een doodelijken
kogel door het hoofd kreeg. Den vorigen avond, zoo
schrijft een zijner kameraden, zat hij nog bij ons op den
grooten Ilill te praten, en daar werd hij den volgenden
dag binnengedragen (liggen kon hij niet), doodsbleek, doch
kranig als altijd voerde hij ons toe: «Fritske heeft een
kogelke door het leverke;» maar geen onzer had trek
tot lagchen.
De deelneming in het lot van den algemeen beminden
officier was groot. Eerst dacht men, dat hij den avond
niet zou halen; den tweeden dag nam de toestand een
meer gunstigen keer; zelfs zat de gewonde in een luijerstoel,
at goed, rookte zijn sigaar en was buiten verwachting wel.
Het schijnt, dat er later wondkoortsen bij zijn gekomen
en de kogel niet uit te halen was. Althans den 2 Jan.
was Mekern een lijk.»
Een loteling te Oosterzee, vrij van de militie als
eenige zoon, is een paar dagen vóór de loting aangenaam