Het Vaderland deelt omtrent den generaal-majoor J. L. J. Pel, kommandeur der Militaire Willemsorde, versierd met het eereteeken voor belangrijke krijgsver- rigtingen, met de medaille van Atsjin en het eereteeken van 25jarigen dienst als officier het volgende mede: «Hij begon zijn militaire loopbaan in het jaar 1839 en vertrok later naar Neêrlandsch-Indië, waar hij de mindere rangen doorliep en 14 Junij 1848 tot luitenant werd benoemd. Den 21 April 1853 werd hij tot eersten luitenant bevorderd, 20 Dec. !57 tot kapitein en 19 Febr. 1865 zien wij hem als majoor optreden van het 9de bataillon. Toen reeds had hij ter belooning van zijn moedig gedrag de Willemsorde 4de klasse ontvangen, en steeds herinnert men zich bij dat bataillon zijne humane gestrengheid en groote regtvaardigheid. Kort nadat hij, 3 April 1870, tot luitenant—kolonel was bevorderd, vertrok hij naar Palem- bang, waar hij het militair kommando dezer gewigtige afdeeling voerde. Ten gevolge van voortdurende onge steldheid werd hij in 1871 genoodzaakt een verlof naar Nederland aan te vragen en vertoefde hij hier een twee tal jaren. Uit Nederland teruggekeerd werd hij ingedeeld bij het 14de bataillon te Soerabaija; zijn ferme geest vond weêrklank bij de troepen. Aanvoerder en troepen leverden daarvan op liet slagveld te Atsjin menig treilend bewijs. Den 9 Dec. 1873 debarkeerde hij met zijn bataillon te Kwala-Laminga. Dit bataillon was een der eerste dat bij de tweede expeditie met de Atsjinezen in aanraking kwam. Den daaropvolgenden dag toog hij met zijn troepen, bloot gesteld aan het vijandelijk vuur, door de breede lagune, tot aan de borst badende door 't water, en veroverde de vijandelijke positie. Na dien dag was hij schier bij alle gevechten, en de berigten dienaangaande staan een ieder zeker nog levendig voor den geest. Nadat de kolonel de Roij van Zuiderwijn geblesseerd was bij den missigit, nam hij van hem het kommando der tweede brigade over. Aan het hoofd dier brigade voerde hij het belangrijke gevecht bij Ketapang-Doea. Kort daarop werd hij tot kolonel bevorderd, en toen de tweede expeditie naar Java terugkeerde, werd hem het kommando als chef van de achterblijvende troepen opgedragen. Voor 'tgeen hij in die belangrijke betrekking verrigtte, ontving bij achtereenvolgens de hooge onderscheiding van het kommandeurskruis der Militaire Willemsorde en van de buitengewone benoeming tot generaal-majoor (19 Febr. 1875). In deze betrekking was hij genoodzaakt voor her stel zijner gezondheid eenige maanden naar Java te gaan. Naauwelijks heeft hij zijne taak weder aanvaard en vol gens de laatste berigten met steeds toenemend succes, of de onverbiddelijke dood velt den dapperen en waardigen krijgsman, wiens daden zoozeer tot verhooging strekten van den roem van het Nederlandsch-Indische leger.» Gelijk men weet, worden tegenwoordig ook bij kistjes sigaren prijzen uitgeloofd. De sigarenhandelaar Hegener, te 's Hage, adverteerde in de Haarlemmer, dat een door hem beloofde prijs een anker champagne ter waarde van f 110 was ten deel gevallen aan zekeren P. van Knechte, te Middelburg. Nu blijkt echter, dat er in heel Middelburg geen van Knechte woont. Bij een veehouder te Maarseveen zijn deze week op denzelfden dag en hetzelfde uur drie koeijen verlost, ieder van twee kalveren. Men meldt uit de Langstraat, dd. 28 Febr.: «De aanvraag voor geperst hooi is sedert de heropening der vaarwaters zoo ontzettend groot, dat op de meeste plaatsen gebrek is aan personeel en voorraad, om aan alle commissiën te kunnen voldoen. De prijzen zijn dienten gevolge aanmerkelijk gestegen en wordt thans f 26 a 28 de 1000/2 kilo's voor 1 kw. besteed. Mindere soorten vinden in dergelijke oogenblikken grage koopers. Stroo wordt ook zeer gezocht en men besteedt voor dit artikel f 16 a 19 de 1000/2 kilo's. De verzendingen zijn speciaal voor Engeland, Frankrijk en Duitschland.» Te Heinkenszand heeft men in den nacht van ji. Zaturdag op Zondag een persoon, die zich voortdurend aan dronkenschap schuldig maakte, aan de deur van zijne woning aan de beenen opgehangen gevonden. Zondag ochtend vond men hem, met het hoofd naar beneden en de voeten aan de klink gebonden, gestikt. De daders van dit gruwelstuk schijnen reeds bekend te zijn. De fabrieksarbeider te Goor, die een hulponderwijzer aldaar een slag op het hoofd had toegebragt, omdat hij zijn broeder van de school had weggezonden, is door de regt- bank te Deventer veroordeeld tot een maand celstraf. Jl. Maandag werd te Deventer de zoogenaamde vastenmarkt gehouden. Aangevoerd werden 432 paarden, waaronder vele luxe-paarden. Vreemde kooplieden waren niet aanwezig, waardoor de handel gering en de omzet beperkt was. De prijzen variëerden van f 70 tot f 700 per stak. In den laatsten tijd worden in de provincie Overijssel zeer vele Hongaarsche varkens ingevoerd, waarvan het vleesch te Deventer in consumtie en tot lagere prijzen dan het inlandsche spek, hetwelk men reeds tegen 80 a 85 cents verkoop, in den handel wordt gebragt. De regtbank te Deventer veroordeelde een persoon uit Kaalte, die op een marktdag zich gehouden had als ware hij marktmeester, door van een boer, die 7 varkens aan de markt bragt, voor ieder stuk twee en een halve cent marktgeld te eischen, hetgeen in die gemeente echter niet geheven wordt, tot 2 maanden celstraf. De man zeide in de vorige week ter teregtzitting, dat alles maar een grap was geweest. Het volgende kluchtige geval heeft in de gemeente Ooststellingwerf plaats gehad. Zeker huisvader lag met zijne huisgenooten jl. Donderdag nacht rustig te bed, toen hij onverwacht veel beweging in de voorkamer hoorde, zoodat hij voor inbraak vreesde. Na de meid geroepen en de lamp aangestoken te hebben, ging hij, vergezeld van vrouw en meid, allen gewapend (de man had een bedde- plank in de hand), naar het bedoelde vertrek, en reeds stonden alle drie in slagorde geschaard, toen zij ontdekten, dat het zachtmoedigste aller dieren, namelijk een schaap, zich in de kamer bevond. Het dier was uit zijn hok gebroken en had zich naar de voorkamer begeven, waar het, door tegen de tafel en stoelen te stooten, gedruisch veroorzaakte. Dadelijk werd nu de uitbreker gearresteerd en naar zijne cel teruggebragt, waarop man, vrouw en meid zich weder naar bed begaven, allen hartelijk lagchende, dat hun zulk een poets was gespeeld door.... een schaap!! Men leest in de Gron. Crt. «Nu de grond geheel is ontdooid, blijkt het ook in geheel de Manie, dat de wintergranen weinig of niets van den anders vrij strengen en langdurigen winter hebben geleden. De sneeuw heeft daartoe zeker ook 't zijne bij gedragen. Ofschoon 't er niet zoo lang heeft gelegen, was het juist toen nog al winter met vrij wat wind. 't Ivool- zaadgewas, wintergerst, rogge, zomer- en wintertarwe en de roode zoowel als de witte klaver, alles komt tot nog toe best voor den dag. Liefhebbers van vroeg tuinieren worden reeds onrustig, te meer daar de grond, goed door gevroren als hij is, na eenige droogte meevalt. Er zijn er enkelen, die op drooge en warme plaatsen reeds aardappe len hebben gezet en vroege of Walchersche boonen, en die ook eenige groenten hebben gezaaid. Is dit in onze noordelijke streken wat vroeg en gevaarlijk, wijlen profes sor Uilkens zeide: «Neemt een sterke vorst de jonge spruitjes weg, wat nood! er komt een zaaitijd weer!» Het zesde noorder zendingsfeest zal gehouden worden op Woensdag 5 Julij a. s., naar men hoopt in het Asser bosch, indien namelijk het gemeentebestuur dit terrein daar voor beschikbaar kan stellen. (Stand.) De Duitsche Reichs—Anzeiger behelst thans het bekende besluit, houdende verbod van invoer van rundvee uit Nederland, België en Luxemburg, wegens de daar heerschende longziekte. Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de wateren van Atsjin; vervolg. Zr. Ms. stoomschip Riouw keerde den 12 Nov. 11. naar de noordkust terug, terwijl den 14 Nov. Zr. Ms. stoomschip Bromo naar de westkust vertrok, tot handhaving dei- blokkade van het noordelijk gebied en om langs de kust de vlag te vertoonen. Zr. Ms. stoomschip Sambas, van zijnen post voor Pedro- punt opgeroepen om zijne machines verder te herstellen, kwam den 15 Nov. op Atsjins reede ten anker, wordende de bewaking van de koeala's Gighen en Tjangkoel, bij ontstentenis van een ander daartoe beschikbaar oorlogs vaartuig, opgedragen aan het voor Krung-Rijah gestatio neerde stoomschip. Op den 17 Nov. keerde Zr. Ms. stoomschip Deli van de westkust terug. Den 8 Nov. van Atsjin vertrokken, ter opsporing van het vermiste zieken-transportschip Salak, van de Nederl.— Indische Stoomvaart-Maatschappij, had de Deli, na te vergeefs verscheidene eilanden en reven onderzocht te hebben, den 12 Nov., ongeveer op de hoogte van Nias, het stoomschip Koning Willem III ontmoet en kort daarop het stoomschip Vice-Admiraal Fabius. Aan boord van laatstgemelden bodem werden aangetroffen de gezagvoerder en een gedeelte der bemanning van de Salak, benevens de troepen, die daarop geëmbarkeerd waren. Volgens mededeeling van den gezagvoerder, was in den nacht van 28 op 29 Oct. de Salak op Poeloe-Sendrangan- Ketjil, een der Nakko-eilanden, gestrand, waar het wrak later door de Deli werd gezien. Na op het daartoe aan hem gerigte verzoek zijne bemiddeling verleend te hebben, om de vorengemelde troepen van de Fabius te doen overgaan aan boord van de Willem III, ten einde daarmede naar Padang terug gevoerd te worden, stoomde de koinmanderende officier van de Deli met zijn bodem naar Singkel, om den steen- kolenvoorraad aan te vullen en vandaar naar Atsjin terug te keeren. Zr. Ms. stoomschip Palembang kwam in den morgen van den 20 Nov. op Atsjins reede ten anker en keerde in den namiddag van dienzelfden dag weder naar zijn post terug, met opdragt om nu en dan eenige granaatschoten te lossen op de kampongs in de nabijheid van Koeala- Gighen, ter bestraffing van de vijandelijkheden, den vorigen avond gepleegd tegen eene op brandwacht liggende sloep van dat stoomschip, die onverwacht van den wal was beschoten geworden. In den morgen van den 21 Nov. vertrok Zr. Ms. stoom schip Deli naar de westkust, terwijl de Aart van Nes, evenals den vorigen dag, een togt heen en terug maakte naar Poeloe-Bras, tot het overbrengen van dépêches. Station der noordkust. Omtrent de verrigtingen der schepen op dat gedeelte der kust werd het navolgende gerapporteerd. Naar aanleiding van het in den nacht van 19 op 20 Oct. door den stations-kommandant ontvangen berigt, dat het Siamesche stoomschip Kalahame op de hoogte van Koeala-Pedir, zeer nabij de kust, aan den grond zat, gingen Zr. Ms. stoomschepen Citadel van Antwerpen en Riouw onmiddelijk onder stoom naar de plaats van het onheil, om assistentie te verleenen aan dat vaartuig, dat den volgenden dag met vereenigde krachten werd vlotgebragt. Tijdens liet afbrengen was eene groote menigte volk op den wal zamengeschoold, blijkbaar echter zonder vijande lijke bedoelingen, doch slechts uit nieuwsgierigheid. Terwijl Zr. Ms. stoomschip Riouw naar de reede van Gighen terugkeerde, stoomde de Citadel om de oost naar Kloempang-Doewa en Telok-Semawe. Den 23 Oct. op laatstgenoemde plaats aangekomen, vertrok het stoomschip vandaar weder den 26 Oct., en keerde den daaraanvolgenden dag ter reede van Gighen terug. Zr. Ms. stoomschip Sumatra verving gedurende eenige dagen Zr. Ms. stoomschip Riouw voor Pedir, en nam bij vertrek van de Citadel van Antwerpen de dienst over ter reede van Gighen. Dat stoomschip begaf zich den 27 Oct. naar Atsjin en ging daarna den hem aangewezen post te Telok-Semawe bezetten. Zr. Ms. stoomschip Schouwen bekruiste gedurende de maand Oct. de kust van Endjoeng af tot Tandjong-Rijah. Van tijd tot tijd des nachts met bedekte lichten zoo digt mogelijk onder de kust van Samalongan en Merdoe anke rende, gelukte het dit stoomschip om van 22 tot 28 Oct. met zijne sloepen een viertal kleine vaartuigjes te bemagtigen. Een dier vaartuigen, door de bemanning op den wal gehaald, werd met veel moeite en krachtsinspanning weder vlot gebragt, terwijl de opvarenden, die, versterkt door eenige strandbewoners, trachtten zich daartegen te verzetten, door geweervuur werden in bedwang gehouden. Zr. Ms. stoomschip Riouw, den 9 Oct. van zijne reis naar Pinang ter reede van Gighen teruggekeerd, vertrok dienzelfden dag naar zijn post voor Pedir. Door dien bodem werd gedurende het overige gedeelte der maand de kust van Pedir en Samong bekruist tot handhaving der blokkade, waartoe ook des nachts herhaal delijk gewapende sloepen onder den wal werden gezonden. Zr. Ms. stoomschip Palembang bleef ook gedurende de maand Oct. belast met de bewaking van Krung-Rijah, tot wering van handel en vischvangst. Door de sloepen van dat stoomschip werd den 25 Oct. een groot vischnet in beslag genomen, terwijl in den nacht van 25 op 26 Oct. twee kleine met rijst geladen praauwen werden buitgemaakt. Benoemingen, enz. Met ingang van 1 April a. s. zijn benoemd tot directeuren van Rijks-telegraafkantoren, de telegraphisten 2de kl. A. Meijer en J. Tkie. Tot officier in de orde der Eikenkroon is benoemd kapitein Allen Young, bevelhebber van de Pandora, waarmede de luit. ter zee Koolemans Beijnen een togt naar de Poolstreken heeft gemaakt. l)e luit. ter zee 1ste kl. E. J. Hoos en de luit. ter zee 2de kl. J. J. de Bruijne worden met den 15 dezer geplaatst aan boord van het wachtschip alhier, ten einde gedetacheerd te worden, res- pecli velijk aau boord van de kanonneerboot No. 7 en het verdedi gingsvaartuig Pro Patria. De off. v. gez. 1ste kl. W. Pannevis, behoorende tot de rol van het wachtschip alhier en belast met de waarneming der geneesk. dienst bij het Kou. lust. voor de Marine, bij het gedeelte van het korps mariniers en bij 's Rijks werf, wordt met den 5 dezer op non-activiteit gesteld en met den 6 dezer vervangen door den off. v. gez. 1ste kl. H J. Nieuwkerk. STATEN-GE\ERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 2S Februarij. De beraadslagingen over de suiker-conventie zijn voortgezet. De heeren Blussé, Mees, Insinger en Corver Hooft hebben de conventie bestredende minister van Financiën verdedigde haar uitvoerig en verklaarde niet mede te kunnen werken tot afschaffing van den suiker-accijns. In zijne rede kondigde hij de spoedige indiening der nieuwe muntwet aan. Zitting van Woensdag 1 Maart. De algemeene beraadslagingen over de suikerconventie zijn geëindigd. De voortzetting is verdaagd tot Maandag, daar heden de afdeelingen een voorstel van den heer de Bruyn Kops zullen onderzoeken tot afschaffing van den suikeraccijns. Ingekomen zijn 9 wetsontwerpen over de inrigting en het regtsgebied der arrondissements-regtbanken en kantongeregten, strekkende wat de regtbanken betreft tot opheffing van die te Leiden, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Amersfoort, Nijmegen, Deventer, Sneek, Appingadam, Eindhoven en Goes. j De heer Fransen van de Putte heeft het leedgevoel der Kamer betuigd met het smartelijk overlijden van den verdienstelijken generaal-majoor Pel, waarvan Dingsdag de verpletterende tijding kwam. Moed, zeide hij, schijnt gelukkig eene eigenschap van al onze officieren van het Indische leger te zijn, maar zeldzaam zal men, zoowel wat de leiding der krijgs- als de politieke aangele genheden betreft, een man terugvinden als Pel. Het algemeen gevoelen der Nederlandsche natie zal voorzeker zijn, dat Nederland op 25 Febr. het grootste persoonlijk verlies heeft geleden wat het kon lijden. Thans is het ontwerp-Moens met de memorie van toelichting verschenen. Paragraaf 2 der memorie luidt aldus: De voorstellen, hierbij aangeboden, bepaleu zich in wettelijk voorschrift den waarborg 1 te leggen: Dat er een voldoend aantal goed ontwikkelde onder wijzers worde gevormd. Dat het onderwijs in iedere school door een voldoend aantal onderwijzers worde gegeven. Dat de behoorlijke bezoldiging der onderwijzers hij hen, die zich aan dat ambt hebben gewijd, den lust en de geschiktheid beware en den lust om zich daaraan te wijden bij steeds meerdere en meer geschikte jongelingen verhoogc. Dat voor elke school, ook voor de kleinste, dezelfde acte van bekwaamheid zal worden geëischt van hen, die aan het hoofd daarvan worden gesteld. Dat de kosten van het ouderwijs naar eene vaste regeling voor een gedeelte door den Staat worden gedragen. Wat de kosten betreft, blijkt, dat het ontwerp wil dat het openbaar lager onderwijs door de gemeente blij ve beheerd en bestuurd, maar dat het stelsel van rijkssubsidie ruimer worde toe gepast. Het lager onderwijs blij ve vóór alles gemeentezaak. Het ontwerp wijzigt de artt. 5, 7 A, 12, 18, 19, 32, 33, 36, 69, 70, 71 en 73 en beoogt aanvulling van enkele nieuwe artikelen. De andere punten zijn reeds vermeld. B u ite n I a n d. Engeland, Het schip Harlingen, kapitein Holwey, van Londen naar Rotterdam, stootte jl. Zondag avond op de masten van de Strathclyde en zonk binnen een kwartier uur. Elf koppen der bemanning zijn te Dover geland en vijf hunner, die van alles beroofd waren, werden van bet noodige voorzien. In Engeland zijn de kaarttelegrammen door de rege ring afgeschaft, omdat het publiek er weinig gebruik van maakte. De Amerikaan Weston wekt nog altijd, zelfs in klimmende mate, de belangstelling der Londenaars. De man is zeker een wandelaar zonder voorbeeld. De Engelschman, die het tegen hem durfde opnemen, gaf bij op een afstand van 275 mijlen 50 mijlen voor, eri bet resultaat was dat deze, toen Weston aan 't eind van den togt was gekomen, 100 mijlen ten achter was. Weston had aangenomen 275 mijlen, gelijk aan een afstand van ruim 90 uren gaans, in 75 achtereenvolgende uren af te leggen. Jl. Vrijdag avond ten 11 ure moest hij zijn togt volbragt hebben. Het bleek van lieverlede, dat het winnen of verliezen zich tot minuten zou bepalen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2