M HELDERSCHE EN NIEIWEDIEPER COURANT. 1876. N°. 35. Woensdag 22 Maart. 9 34 Jaargang. WAT E R S 1M O O D. Binnenland. W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1 30. y a franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Tot stadsmuziekmeester te Purmerend is benoemd de heer J. P. Groot, van Bolsward. Dezer dagen werd medegedeeld, dat de grachten te Gouda waren leêggeloopen, waardoor o. a. de meeste fabrieken stilstonden; thans meldt men dat de stearine- kaarsenfabriek Gouda, door niet te kunnen werken, een dagelijksche schade heeft van circa f 2000. En elders is zooveel water te veel In eene overstroomde straat te 's Bosch is jl. Zaturdag eene vrouw op een zoldertje van een drieling bevallen. De commissie der op te rigten Ylissingsehe visscherij heeft besloten de groote of beug- en kolvisscherij te beginnen. Zij zal zoo spoedig mogelijk in het bezit trachten te geraken van een eerste klasse vischsloep, ten einde tegen den winter voor de kabeljaauwvisscherij gereed te zijn. De Haagsclie correspondent van de Zutph. Crt. geeft 't volgende verhaal ten beste Niet alle millionairs vatten hunne roeping zoo flink op als wijlen jhr. mr. van Loon, een weldoener in den besten zin des woords. Zoo hoorde ik dezer dagen van zoo iemand, die, een reisje naar Overijssel makende, waar hij 300 bunders land wilde koopen, eene arme vrouw voor f 25 en een kop koffij met een broodje afzette. Bij de Dedems- vaart komende (wat ik u verhaal is historisch), was de boer, die hem met zijn wagen moest komen afhalen, nog niet gearriveerd, zoodat hij een veerhuis binnenliep en een kop koffij met een broodje bestelde. Aan de deur stond aangeplakt, dat het veerhuis over eenige dagen wederom voor drie jaren zou verpacht worden. Daar was wat meê te verdienen, dacht de milliónair, en weldra was hij met de vrouw des huizes in een druk gesprek over de voor deden aan het veer verbonden, enz. enz «Maar meneer, gij zijt toch geen liefhebber?» «Ja, vrouwtje! ik zal er maar rond voor uit komen, daarom ben ik hier gekomen.» «Ach, meneer! jaag ons toch in Godsnaam de pacht niet op, want we kunnen met onze kinderen nergens anders heen en kunnen ook onmogelijk meer betalen.» «Dat spijt mij voor u, maar ik heb ook vrouw en kinderen en zit ook zwaar in de zorgen.» «Maar bedenk toch, dat gij ons ongelukkig maakt; wij wonen hier nu reeds 10 jaren en zijn dit huis langzamer hand als ons eigen gaan beschouwen.» «Nu, vrouwtje! ik heb medelijden met je; geef mij f25, dan zal ik geen bod doen.» Schreijende ging de vrouw naar hare linnenkast en nam er de penningen uit, die ze met zooveel moeite had bijeenvergaard en gaf ze aan den vrek. Deze, de f 25 in zijn zak stekende, voegde haar toe: «Die kleine vertering krijg ik toch zeker op den koop toe?!» Twee dagen later was hij eigenaar geworden van de 300 bunders land. Te Oldebroek is de eerste ooijevaar aangekomen, die zijn oude nest bij het dorp weder heeft betrokken. Een 9jarige knaap te Groot-Ammers heeft dezer dagen het ouderlijk huis in brand gestoken. Hij moet dit gedaan hebben op aansporing van zijn vader, wien het om de verzekeringsom te doen was. Den knaap was voor zijne daad eennieuwe broek beloofd. De vader is, naar men meldt, in hechtenis genomen. Op een jl. Zaturdag te Meppel gehouden groote hooiverkooping is door een Utrechtenaar alles opgekocht ten bedrage van ruim 130,000 pond, tegen ongeveer f 26 de 1000 pond (500 kilo). Men zegt, dat al dit hooi geperst en alsdan per spoor naar het buitenland verzonden zal worden, waar nog vrij wat hooger prijzen worden bedongen dan daar, niettegenstaande de duurte. De hoogste prijs van de loterij voor den Simpangschen tuin is te Samarang getrokken door iemand in de centrale gevangenis, den gewezen notaris v. L. Voor eenigen tijd ver zocht en verkreeg deze vergunning om een lotte doenkoopien; de directeur liet er tegelijkertijd één voor zich halen, gaf vervolgens een der twee loten aan den heer v. L., en deze heeft nu het grillige toeval tot bezitter der f 50,000 gemaakt. Hij heeft onmiddellijk zijn verdediger laten roepen en hem het lot ter hand gesteld, ten einde daarmede alles te voldoen, hetgeen hij aan de regering of de Javasche bank schuldig is, ter zake van acceptatiën, venduprocenten of dergelijke. Omtrent den orkaan van Zondag 12 dezer verneemt men de volgende bijzonderheden. Reeds den 9 dezer kon digde het Observatorium te Parijs aan, dat zich eene zeer groote vermindering van de luchtdrukking vertoonde op de kusten van Noorwegen en het noorden van Schotland; te Thurso, in laatstgenoemd land, was de barometer tot 714 gedaald, dat is 10 mM. lager dan hij den 12 dezer hier te lande gestaan heeft. Vanwege het Observatorium werd er bijgevoegd, dat Europa door een der hevigste orkanen werd bedreigd, die het sedert lang had beleefd, i en die voorspelling is maar al te goed uitgekomen. Eiken Donderdag vertrekt de sn&il naar Oost-Endië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. Bij de Bedactie is ingekomen: van S. f 2.50. HELDER en NIEÜWEDIEP, 21 Maart. Blijkens achterstaande annonce, heeft zich hier eene commissie gevormd, die zich belast met de inzameling van giften ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood. "Wij vernemen, dat de onlangs opgerigte vereeniging: «Eendragt ons genoegen» het voornemen heeft opgevat om eene tooneeluitvoering te geven, mede ten behoeve der noodlijdenden door de waterramp. Jl. Zondag overleed alhier in 6ljarigen ouderdom de heer P. C. de Winter, apotheker lste kl. bij de zeemagt, werkzaam aan het marine-hospitaal alhier. De overledene was algemeen bij zijne plaatsgenooten om zijn minzaam karakter geacht en bemind. Buiten zijn eigenlijken werk kring was hij ten nutte zijner medemenschen ijverig werkzaam als commissaris der Spaarbank en als lid van 't bestuur over het Ziekenhuis en de Apotheek der gemeente. Het bijna gelijktijdig overlijden van zijn veelbelovenden zoon, adelborst lste kl., stort de familie in dubbelen rouw. Het is reeds sinds lang opgemerkt, dat de thans nog vigerende patent—wet al een heel ongeschikt en hoogst onbillijk belasting-raiddel is in ons belasting-stelsel. De patent—wet is geheel en al verouderd en treft, in ongelijke verhouding tot anderen, inzonderheid handel en nijverheid. Tegen die wet, meer bepaald met het oog op de ver wijdering dier wet uit het stelsel onzer belastingen, werd dezer dagen eene beweging op touw gezet door de Haagsche Vereeniging voor Handel en Nijverheid, gesteund door den invloed en de medewerking van Multapatior (den heer L. Philippona). Van de hand van dezen laatste is bij Jan D. Brouwer, te Amsterdam, eene brochure verschenen, onder den titel: «Bijdrage voor eene grondwettige beweging ter afschaffing der patent-belasting.» Als proeve deelen we de volgende regelen er uit mede: «Onbillijk en onverdedigbaar is de vrijstelling (van patent), die de landbouwers genieten. Een landbouwer, die bij ons vóór duizenden guldens granen, vlas, lijnzaad, raapzaad, vee, boter en kaas ter markt brengt, behoeft voor zijn bedrijf geen patent-belasting te betalen. Zijn bedrijf, zijn middel van kapitaal-formatie en van rijkelijke inkomsten zijn geheel vrij. Maar de kleine winkelier, die boter en kaas in t klein verkoopt, de fabrikant die het vlas voor de kleeding der ingezetenen geschikt maakt, de koopman die met het pak op den rug langs de huizen dat linnen rontvend, die allen moeten wel aan het patentregt voldoen. De landbouwer mag, zonder patentregt te betalen, zijn vlas inzamelen, bereiden, verkoopen, enz. Maar volgens de ministeriële circulaires van 31 Jan. 1820 letter IJ en van 31 Dec. 1820 letter 3 B. zijn wel patentpligtig personen, die het vlas te velde koopen, hetzij op de gewone wijze, hetzij bij wijze van tiendpachting, hetzelve inzamelen, bereiden of verkoopen. Klaarblijkelijk is 't dus niet de landbouw, maar wél de landbouwer, dien men in ons belas tingstelsel wil bevoorregten.» Allen, die meê willen werken om deze onbillijke belasting zoo mogelijk te doen afschaffen, worden in deze brochure uitgenoodigd tot opgave van naam en adres, en als er bij bovengenoemd bestuur de noodige verklaringen zijn inge komen, zullen stappen gedaan worden bij de Hooge Regering om de afschaffing te bewerken. De Holl. IJzeren-Spoorweg maatschappij, heeft, ten einde het verzenden van verhuisboedels gemakkelijk te maken, een paar meubelwagens aangeschaft, in den trant der in België algemeen gebruikelijke tapissières. Deze meubelwagens zijn eigenlijk eene zeer groote soort van bestelwagens, geheel van hout en volkomen gesloten. Zij worden door 2 paarden getrokken en kunnen dus aan de woning van den belanghebbende geladen en van daar naar het station gereden worden, waar zij, in hun geheel en gesloten blijvende, op een spoorwagen worden geplaatst, om aan het station van aankomst daar weder te worden afgerold en met paarden vervoerd te worden naar de nieuwe woning en er te lossen. De meubels en het huisraad worden dus uitsluitend door den eigenaar of zijn personeel geladen en gelost, en daar de wagen door den eigenaar wordt gesloten, is ontvreemding of beschadiging niet mogelijk. De meubelwagens mogen met 3000 KG. beladen worden. Men schrijft ons van Texel, dd. 18 dezer: «In den nacht van Zondag 12 dezer strandde te Eijer- land, op ruim 30 minuten van de kust, het Noorsche barkschip Laurdal, bij een hevigen storm uit het noord westen. Reeds vroeg in den morgen waren de burgemeester, de leden der commissie van de Noord—en Zuidhollandsche Reddingmaatschappij en de vice-consul van Zweden en Noorwegen aanwezig en werd de reddingboot met allen spoed in gereedheid gebragt; echter liet de gelegenheid eerst omstreeks 11 ure toe in zee te gaan en de redding te beproeven. Ondanks de grootste inspanning, was men nogtans niet in staat wegens dehevige branding en gewel dige grondzeeën het schip te bereiken en moest men, na bijna drie uren gewerkt te hebben, met de reddingboot naar het strand terugkeeren. Vreeseliik was nu de toe stand der bemanning op het in nood zijnde schip, dat ieder oogenblik door de ontzettende branding kon worden verbrijzeld. Boven liet loeijen van den wind klonk de angstkreet der schipbreukelingen langs het strand en ver vulde de zamengevloeide menigte met innig medelijden. Aan de bemanning der reddingboot werd in allerijl eenige verversching toegediend toen zij, vermoeid van den door- gestanen arbeid en teleurgesteld over het mislukken harer pogingen, aan wal stapte. Eenige zeelieden van het Oude Schild, toevallig aan het strand, bieden zich aan andermaal de redding te beproeven, en nu ontstaat een edele naijver wie aan het gevaarvolle werk zal deelnemen. Daar treedt de moedige en altijd even bedaarde bootsman Jan Stark, die reeds zoo menig menschenleven heeft gered, vooruit en zegt: «Mannen! God weet het, dat wij ons best hebben gedaan, maar dat onze krachten te kort schoten. Toch wil ik nogmaals den togt ondernemen. Zie, de storm bedaart. Wie gaat met mij meê?» Als uit één mond klinkt het antwoord der beman ning: «Wij gaan meê!» Weder gaat de boot te water, om te strijden en te worstelen tegen het geweld der golven. Menig hart klopte van angst en wee! Yele vrouwen zien hunne eclitgenooten, vele kinderen hunne vaders vertrekken. Zij allen weten dat zij thans, door edelen naijver geprik keld, meer dan ooit hun leven in de waagschaal stellen, om dat van anderen te behouden. Maar 't is of de elementen, bewogen met zooveel helden moed, hunne woede bedwingen. De zee wordt kalmer, de branding is minder hevig; met moed en volharding wordt geworsteld, met overleg gehandeld en, Goddank! één uur later is de geheele equipage, te zamen 14 man, met de reddingboot behouden aan wal gebragt en van een anders wissen dood gered. Den volgenden morgen, bij liet opkomen van den vloed, was het schip verbrijzeld en in de diepte verdwenen. De namen van de bemanning der reddingboot verdienen genoemd te worden; het zijn: Jan Stark (bootsman), C. Griek, L. Griek, L. Wiegel, J. Bakker, C. Bakker, A. Boon, II. Bakker, J. Stark Fz., Jan Schrander, G. Wegman en P. Zeegel. Men schrijft ons van Callantsoog, dd. 19 dezer: «Heden had alhier in de morgen-godsdienstoefening de bevestiging plaats van den nieuwberoepen predikant, de weleerw. heer ds. A. de Joode, door den weleerw. heer ds. Th. van Berkum, naar aanleiding van Matth. IV vers 4. 's Namiddags ten half twee ure sprak de nieuwbenoemde naar aanleiding van Daniël X vers 20.» Door wijlen den heer Maarten Spoor, te Broek op Langedijk, in leven lid van het collegie van kerkvoogden en notabelen aldaar en vóór eenige maanden in lioogen ouderdom overleden, zijn bij testamentaire beschikking onderstaande legaten vermaakt: aan het algemeen armbe stuur f 2000aan de kerkvoogdij f 4000 en aan de diaconie der Herv. gemeente eenige perceelen wei- en bouwland, gezamenlijk ter waarde van ruim f 26,000, alles vrij van successieregt of andere kosten. Heden zal voor het geregtshof te Amsterdam eene zaak worden behandeld, die in menig opzigt, niet het minst voor den handel, van belang is te achten. Zekere C. P. W. E. zal alsdan teregtstaan ter zake van bedriegelijke bankbreuk, wegens het als gefailleerd koopman te voor schijn brengen van boeken, die den waren staat zijner baten en lasten niet opleveren, een misdrijf, waartegen art. 6 No. 1 der wet van 10 Mei 1837, Stbl. No. 21, in verband met art. 402 C. P. en art. 2 der wet van 29 Junij 1854, Stbl. No. 102, tuchthuisstraf bedreigt. Niet alleen zou hij volgens de acte van beschuldiging twee gefingeerde personen in zijne boeken hebben doen optreden, maar tevens eene som van f 1359, wegens verschillende koopmansgoederen, in den loop des jaars 1875 gekocht, in die boeken bedriegelijk niet hebben verantwoord. Zes getuigen zijn gedagvaard. De beschuldigde heeft tot zijn verdediger gekozen den advocaat mr. S. Katz. Als eene bijzonderheid meldt men aan de Haarl. Crt., dat in ongeveer 14 dagen te Medemblik geene aangifte hoegenaamd bij den burgerlijken stand gedaan is. Er is dus gedurende dat tijdvak niemand geboren, gestorven, onder trouwd of getrouwd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1