Voor de 121 opengestelde plaatsen als kadet aan de
Kon. Milit. Akademie hebben zich in het geheel 34
adspiranten aangemeld. Voor de artillerie in Oost-Indië
is het aantal vacatures onbepaald gesteld en buiteu de
genoemde 121.
Naar men met zekerheid verneemt, wordt bij de
nieuwe muntwet, gisteren bij de Tweede Kamer ingekomen,
de enkele gouden standaard voor Nederland aangehouden.
Ons muntstelsel zou dienovereenkomstig bestaan in: 1. gouden
standpenningen, een tienguldenstuk, een vijfguldenstuk; 2.
zilveren pasmunt: een tweeguldenstuk, een eenguldenstuk,
een 25, 10 en 5 centstuk; 3. bronzen pasmunt: 2|, 1 en
i centstukken; 4. gouden negotiepenningen zijnde ducaat,
ae dubbele ducaat.
Het gehalte der twee- en eenguldenstukken is 0.945; het
gewigt van het tegenwoordig guldenstuk wordt met 5 pCt.
verminderd.
Een ontwerp van wet omtrent het Indische muntwezen
is naar den Raad van State verzonden. Het behoudt de
munteenheid met Nederland door het goud aldaar in
te voeren.
Jl. Maandag is overleden de heer F. E. G. Gautier,
luitenant-kolonel intendant van het korps mariniers, ridder
der orde van den Nederl. Leeuw en ambachtsheer van
Zoetermeer.
Multapatior verzoekt aan belangstellenden te berigten,
dat sedert zijne tehuiskomst uit Zwitserland het voorloopig
bestuur van Multapatiors-Bond weder door hem alleen
wordt waargenomen en de afdeelingen en leden van deze
vereeniging nu weder regtstreeks met hem in correspon
dentie kunnen treden. In de volgende maand hoopt hij
verslag te kunnen uitbrengen, zoowel omtrent de verrig-
tingen van de commissie, die hem bij zijne afwezigheid
tijdelijk heeft ter zijde gestaan, als omtrent den toestand
der afdeelingen en de uitbreiding van den Bond. In de
maand Julij zal alsdan tot de keuze van een definitief
algemeen bestuur worden overgegaan.
Omtrent de door de Vereeniging voor Handel en Nijver
heid te 's Hage en hem uitgelokte grondwettige beweging
tot afschaffing der patentbelasting, berigt hij, dat de zaak
bij zeer vele Kamers van Koophandel en industriëele
vereenigingen onverdeelden bijval heeft gevonden en diens
volgens het plan bestaat om in de maanden Junij of Julij,
in eene bijeenkomst van afgevaardigden van de verschil
lende corporatiën, die aan het plan adhaesie schonken, een
collectief besluit uit te lokken ten opzigte der beste wijze
om tot het beoogde en toegejuichte doel te geraken.
Jl. Dingsdag werd te Texel de eerste lammeren-
markt gehouden. De aanvoer van schoone partijen was
flink. Het grootste gedeelte werd tegen vluggen prijs
afgezet van f 11.25 tot f 12.50. Men denkt voortaan
iedere week die markt te herhalen, daar men de onder
vinding heeft opgedaan, dat zij in het belang is van
kooper en verkooper.
In de gemeente Zijpe is voor de noodlijdenden door
den watersnood gecollecteerd de som van f 403.75.
Aan het verslag omtrent den toestand der gemeente
Alkmaar over 1875 is het volgende ontleend: Het aantal
kiezers voor de Tweede Kamer en voor de Prov. Staten
dat door den Almachtige over haar beschikt was en waaraan zij
zich dus zwijgend moest onderwerpen. De meisjes verborgen zich
in hare kamers en lieten zich nooit zien. Wij zonden haar dagelijks
iets te eten, maar de schotels kwamen bijna altijd onaangeroerd terug.
Den volgenden Vrijdag middag zou het verschrikkelijke vonnis
voltrokken worden. Het oude raadhuis met zijn hoog leien dak en
zijne spitse torentjes stond toen nog op de markt op den hoek der
Fischstraat, juist tegenover de woning van onze grootouders; misschien
kunt ge het u nog wel herinneren. En juist op den hoek bevond
zich een uitstekend torentje, waarvan de voet gelijkvloers was
met de straat. Van buiten was dat torentje voorzien van tralies,
waarachter zich een beweegbare wand bevond, waardoor de arme
geboeide misdadigers naar buiten gebracht en zoo blootgesteld
werden aan de scheldwoorden der menigte en de steenworpen van
het gepeupel. Deze afschuwelijke straf, die het menschelijk gevoel
verstompt en dierlijke hartstochten opwekt, had de vrome evange
lische regering weer ingevoerd, nadat de goddelooze Franschen
haar afgeschaft hadden. En daar zou hij nu tentoongesteld worden,
hij, die helaas tot onze familie behoorde, eene familie waarop nog
nooit een smet gekleefd had. Dien dag vergeet ik nooit, de winkels
der Joden bleven gesloten en niemand kwam op straat, ja de
kinderen werden zelfs thuis gehouden van de school, omdat men
vreesde, dat de straatjongens hen zouden mishandelen. Ik moet u
zeggen, mijn jongen, dat het mij laf en gemeen toescheen t'huis te
blijven en aan mij zelf te denken, terwijl die arme tante Guttraud
het van kommer en smart bijua bestierf. Het is een Godgevallig
werk, stervenden te bezoeken; hoe kon ik dan iemand alleen laten
wier ziel een honderdvoudigen dood stierf. Ik zeide dat tot uwen
vader. „Doe wat gij goed vindt," zeide hij, „ik zal wel voor de
kinderen zorgen. Ik deed mijn doek om en ging naar tante's huis,
ik vond de deur echter gesloten en al mijn schellen was te ver
geefs. Een buurvrouw, die kwam toeloopen, vertelde mij, dat de
meisjes de deur van binnen gesloten hadden en dat hare moeder
verdwenen was. Verdwenenwaarheen dan, vraagde ik? Ja, dat
weet ik niet, antwoordde de buurvrouw, de schouders ophalende;
dat mensch weet in hare vertwijfeling niet, wat zij doet." Ik ging
met een bezwaard hart naar huis.
Het uur van de strafoefening had geslagen en eene ontelbare volksme
nigte was op de markt verzameld. Het schaamtelooze gepeupel
verheugde zich over het schouwspel, dat hun wachtte en zong
schimpliederen op de Joden. Men had den toegang tot het raad
huis met polilie-agenten en soldaten afgezet. Een ambtenaar van
het gerecht trad voor het groote venster, dat geopend werd, las
het vonnis ten aanhoore van het publiek voor en de menigte
juichte het toe. Daar bewoog zich de noodlottige wand en de
gevangene werd zichtbaar, de borst ontbloot en het hoofd gebogen,
zijn baard, die iu de gevangenis verwilderd was, gaf hem een nog
akeliger aanzien. Het volk begon steeds luider te juichen en reeds
bukten eeuigen zich om steenen te zoeken, toen plotseling alles
wat ik u nu vertel, mijn zoon, is in de dagbladen nauwkeurig
beschreven geworden de kleine deur van het raadhuis in de
Fischstraat geopend werd en tante Guttraud in de door soldaten
omringde ruimte te voorschijn trad. In plaats van door de sol
daten heen te gaan en zich van dit schandtooneel ie verwijderen,
bedraagt 550 en 549, voor den Gemeenteraad 827. De
kosten voor het openbaar lager onderwijs beliepen
f 21,683.92^, of, na aftrek der schoolgelden ad f6854 45,
zuiver f 14,829.47|. Op de weekmarkten werden aan
gevoerd 100,561 stuks vee, op de jaarmarkten 8765, te
zamen 109,326 stuks; op de kaasmarkt 20,201 stapels,
wegende 4,363,591 kilogram; op de graanmarkt 77,502
hectoliter graan.
In de onlangs medegedeelde zaak tegen P. E. A.
Huygens en dr. H. M. Mensert, heeft de arrondissements-
regtbank te Amsterdam vonnis gewezen en Huygens ver
oordeeld tot een correctioneel e gevangenisstraf van 2 jaren
en daarna opzending naar een bedelaarsgesticht, dr. Mensert
tot een celstraf gedurende 1 jaar. De regtbank overwoog,
dat wel is waar door H. gelden ter leen gevraagd zijn in
den vorm van voorschot, maar dat dit onder zulke blijkbaar
valsche voorwendsels geschied is, dat die handeling als
bedelarij aangemerkt moet worden. Omtrent dr. M. nam
de regtbank aan, dat bewezen was, dat hij des bewust tegen
gemeld doel een met de waarheid in strijd zijnde genees
kundige verklaring afgegeven heeft en dus medepligtig is
aan bedelarij.
De Standaard berigt, dat den 30, 31 dezer en 1 Junij
te Amsterdam bijeenkomsten zullen plaats hebben «tot
opwekking van het geestelijk leven onder de leden der
Christelijke kerk,» in den geest der ten vorigen jare ge
houden vergaderingen te Neerbosch, Leiden en Brussel.
Men meldt uit Spaarndam, dd. 7 dezer:
«Wij kunnen niet nalaten van den voortreffelijken staat,
waarin al de gewassen, de tarwe, het vlas, het karweizaad,
het witte zoogenaamde vogeltjeszaad, de haver, de gerst, enz.
in de IJpolders hier in den omtrek staan, melding te
maken. Geen enkel dier zaden kan men beter wenschen,
terwijl het onkruid daarentegen zeer gering voorkomt.»
Uit 's Hage wordt gemeld, dat Jut zich in cassatie
voorzien heeft tegen het arrest door het geregtshof aldaar
tegen hein uitgesproken.
Zijne vrouw heeft in haar vonnis berust.
Dezer dagen zal te Gorinchem voor de regtbank
plaats hebben de behandeling van den diefstal van een
lampenglas (hardglas), door een Engelschman onlangs ge
pleegd in de hardgiasfabriek van de heeren Jeekel en Mijnssen,
te Leerdam.
De grootste boterhandelaars in ons land zijn de gebrs.
Verschuur te Oosterhout en de gebrs. Jurgens te Oss.
Beide firma's bereiden hunne boter met stoom. Behalve
de enorm groote massa's en y'g vaatjes, die in het noorden
in commissie voor hen worden opgekocht, is meest alles,
wat op de botermarkten in het zuiden voorkomt, voor hen
bestemd. De eerste firma verhandelt pl. m. 12,000 stuks
i vaatjes per week, alzoo voor pl. m. f 400.000. De
boterfabrieken staan met dezen verbazenden handel in ver
band en worden voor de vermengde botersoorten bijv. per
week 8000 liter melk, pl. ra. 10,000 kilo margarine of
gezuiverd rundvet, behalve Amerikaansche blanke siroop,
verwerkt. De kleur en smaak van deze boter is benijdens
waardig. Behalve aan de Engelsche markt, geschiedt de
verzending naar Amerika en Indië. Zulk eene buitengewone
cliënteel is 1. oorzaak van de tegenwoordige duurte der
boter, en 2. zijn genoemde firma's de toongevers der Neder-
landsche botermarkt.
ging zij er recht op af en plaatste zich, voor iedereen zichtbaar,
naast den man dien zij voor eeuwig trouw gezworen had. Zoo
stond zij daar uren lang, niet met een wanhopige gelaat, neen
rustig, alsof het van zelf sprak, dat zij zoo handelde. Alleen hare
lippen prevelden een zacht gebed, hare oogen waren steeds op hem
gericht en uit zijne oogen vloeiden heete tranen.
Het was alsof de menigte door den donder was getroffen. De
scheldwoorden en het gejoel hielden op. „Zijne vrouw, zijne on
gelukkige vrouw, zijne onschuldige vrouw," riep men elkander toe
en er liepen zoovelen weg, dat de soldaten, die daar geplaatst
waren om het gedrang te keeren, in eens overbodig werden. De
pastoor Mathias, die juist voor de vesper naar de „Broederkerk"
ging en het gebeurde in de Marktstraat vernam, trad voorbijgaande
naderbij en nam zijn' hoed af.
Als een loopeud vuur verspreidde deze tijding zich door de
geheele gemeente en langzamerhand stroomde alles op de markt
samen. Het gevoel van schaamte over de schande was verdwenen
en had plaats gemaakt voor een gevoel van trots. Allen bewon
derden zwijgend mijne tante, velen schudden het hoofd, knikten
haar toe, of snikten van aandoening, en de oude rabbi hief de
handen omhoog en riep uit: „God vergeef het mij, maar zoo oud
als ik ben, weet ik nog niet welken zegen ik over die vrouw zal
uitspreken!"
Ik geloof altijd nog, dat het door de tusschenkomst van burge
meester Schönburg was, dat de tijd verkort werd en dat de onge
lukkige spoedig daarna aan aller oog onttrokken werd. De menigte
wilde nu het traliewerk verbreken en zou tante Guttraud zeker op
de handen naar huis gedragen hebbeu, als ze niet weer verdwenen
was door hetzelfde poortje als waardoor zij was gekomen. Het was
ook te vergeefs, dat men haar bezocht; ze was bij hem of sloot
zich met de haren iu haar huis op. Eenmaal vond ik haar, na
lang te vergeefs gezocht te hebbenik viel voor haar op mijne
knieën, maar nauwelijks had zij dat gezien, of ze zeide op bestraf-
fendeu toon: „Betty, wat zou uw moeder er van zeggen, als zy dit
zag; ze was tienmaal beter dan ik!"
Toen de Keurpriuses ter wereld kwam, kregen vele gevangenen
kwijtschelding van straf. Toen kwam hij ook uit de gevangenis.
Maar in de vochtige kerkerholeu waren zijne ledematen jichtig
geworden en dus heeft hij het overige deel van zijn leveu zoo
doorgebragt als gij hem gekend hebt, gewikkeld in kamferkussens
en als een ziek kiud door zijne trouwe vrouw verpleegd. De
familie bracht eeu klein jaargeld bij elkaar, dat aan de meisjes,
die de kleine huishouding bestuurden, uitbetaald werd.
Kort nadat gij de stad verlaten hebt, werd hij uit zijn lijden
verlost. De levenstaak van de martelares was toen volbracht en
daar zij op aarde niets meer te doen had, riep God haar spoedig
tot zich. Do oudste dochter werd onderwijzeres aan eene naai
school, terwijl de jongste niet een onderwyzer huwde. Ziedaar de
geschiedenis van haar, die onder dezen steeu rust."
Moeder stond op; de zon ging achter het groote eikenwoud
onder eu bescheen ons met hare laatste stralen, die weerkaatsten
in de tranen, die uit de oogen mijner moeder vloeiden. „Zouden
er nog meer zulke vrouwen in Israël zijn?" vraagde zij.
Ik zag haar zwijgend aan en drukte haar de hand.
Uit Capelle meldt men aan de Amst. Crt.
«Was men bij de jongste overstrooming algemeen bevreesd
dat de weilanden dit jaar schraal van gras zouden voorzien
zijn, omdat men het water niet van dien vruchtbaarmakenden
aard achtte, als wel met het gewone vloedwater het geval
is, thans echter ziet de weiboer weder, als zoo menigmaal,
dat hij er niets van weet, en de uitkomst wat hem kwaad
toeschijut, dikwijls het tegendeel doet blijken. Allerwege
zijn de overstroomde landen, den tijd des jaars in aan
merking genomen, zeer goed met gras bezet, zoodat het
vee er ruimschoots voedsel vinden kan. Velen zien zich
dan ook met hun hooi teleurgesteld: vdór eenige weken
konden zij nog f 56 a 58 per 1000 kilogram maken en
thans zien zij geen kooplieden opdagen. En toch zijü er
nog landbouwers, die 30 h 40 duizend kilogram hooi te
koop hebben.»
De leerling der hoogere burgerschool, die te Goes
teregtstond wegens het slaan van een straatjongen, die hem
voor «smous» uitschold, is veroordeeld tot f 3 boete. De
knaap heeft op merkwaardig heldere en logische wijze zijn
eigen verdediging voorgedragen; het O. M. had f 25
boete geëischt.
Jl. Zondag had te Arnhem de algemeene vergadering
plaats van het Algemeen Nederlandsch Werklieden-verbond.
Arnhem was namelijk als eerste plaats gekozen, waar dit
Bond een onderwerp, onmiddelijk zamenhangende met het
arbeiders-vraagstuk, zou inleiden en tot een punt van
algemeene gedachtenwisseling maken.
De vergadering was zeer druk bezocht en werd in de daartoe
zeer geschikte benedenzaal van het Loge-gebouw gehouden.
De heer Held, uit Amsterdam, leidde de vergadering; de
heer van IJzendoorn, lid van het. hoofdbestuur, leidde het
onderwerp «het algemeen stemregt» in. Hij wees op de
onregtvaardigheid der bestaande kieswet, op grond vooral,
dat slechts het kapitaal, niet de verstandelijke ontwikkeling
van den staatsburger, daarin van beteekenis geacht werd.
De heer Blauw, uit Zuidbroek, hield mede eene rede
voering, om de onbillijkheid der kieswet aan te toonen,
die bijv. slechts 1 op de 28 inwoners van ons land tot
kiezer heeft gemaakt. Beide sprekers verklaarden zich ook
sterk voor de invoering van den leerpligt, als middel om
het volk geschikt te maken tot de goede uitoefening van
het kiesregt, en beiden wilden o. a. de staathuishoudkunde
zien opgenomen onder de leervakken op de lagere scholen.
De onderwerpen: algemeen stemregt, leerpligt, volksonderwijs
lokten eene vrij levendige discussie uit, die, ofschoon opper
vlakkig uit deu aard der zaak trouwens niet onbe
langrijk mogt heeten.
Het einde was, dat, met nagenoeg algemeene stemmen,
deze conclusie werd aangenomen: «De vergadering is van
oordeel, dat het bestaande kiesstelsel onbillijk is en in
strijd met het beginsel van den Staat, dat de gelijkheid
zijner burgers voorstaat; dat daardoor niet slechts het zoo
genaamde volk, maar ook zeer vele bekwame, oordeel
kundige mannen verstoken blijven van eiken regtstreekschen
invloed op het staatsbestuur; dat 's lands belangen eischen,
dat daarin voorziening komt door het herzien van het
kiesstelsel in dien geest, dat het stemregt worde verleend
aan eiken meerderjarigen Nederlander, die lezen en schrijven
kan en geacht mag worden genoeg oordeel te hebben om
over zijne stem te beschikken. De vergadering acht het
noodzakelijk, dat de arbeidersbeweging stappen doe, ten
einde dergelijke wijziging te verkrijgenzij is genegen die
pogingen te ondersteunen, welke leiden kunnen tot het
beoogde doel, d. i. tot invoering van het algemeen stemregt.»
Vroeger maakte men gewag van den «windhandel in
aardappelen,» een moderne en zeker ook minder dwaze
vorm dan de voormalige soortgelijke handel in tulpen
bollen, die in de Groninger Veenkoloniën als voorkoop
jaarlijks wordt gedreven. Thans maakt men melding van
een tweeden handel van gelijken aard aldaar, nl. dien in
stroo! Voor dat artikel, hetwelk thans reeds een buiten
gewoon belangrijk uitvoerartikel is voor Groningen, en
waarvan de opbrengst in 1876 niet groot zal zijn (volgens
de meening der speculanten), wordt thans, in voorkoop, in
genoemde koloniën geboden f 20 f 22 de 1000 kilo,
de vroegere hooiprijs!
Door den kantonregter te Zuidhorn zijn 22 personen
uit Oudekerk, Noordwijk en Opende, wegens deelneming
aan het bekende verfoeijelijke katknuppelen nu strafbaar
gesteld bij de wet op de hondsdolheid veroordeeld tot
eene boete van f 2 of twee dagen gevangenisstraf. Als
verzachtende omstandigheid nam de regter aan onbekend
heid met de strafbaarheid van het gepleegde feit.
De ex-keizerin Eugénie is jl. Vrijdag vijftig jaar ge
worden; zij lijdt tegenwoordig aan rheumatiek en slecht humeur.
Een slotenmaker had een knecht, die aan de schroefbank
zeer lui was uitgevallen; maar wanneer hij 's middags aan
tafel zat, kijk, daar at hij zoo vlug en zooveel, dat het
geheele werkend personeel er over verbaasd was. «Maar
Jochem,» zei nu eens zijn baas, dit gaat mijn verstand
te boven. Ik heb altijd gehoord dat die langzaam werkt,
ook langzaam en weinig moet eten, maar bij u is het
juist omgekeerd; ge staat daar te vijlen als een invalide
en ge eet als de sterkste voorvechter. Ge begrijpt toch
wel, dat dit zoo niet kan gaan.» «Hoe langer hoe
mooijer,» beet Jochem hem toe, «zoo jij het niet begrijpt,
baas, ik zooveel te beter. Men tafelt hier een klein
kwartiertje en moet veertien volle uren vijlen. Laten wij
nu eens goed redeneren, baas! Veronderstel, dat ik hier
veertien uren at, dan zou ik immers aan tafel even lui
zijn als ginder aan den arbeid.»
De dwaze en ergerlijke mode om opgezette vogels
als sierselen der hoeden te dragen, heeft een einde genomen.
Een der eerste Parijsche modisten deelt in de Presse meê,
dat al dergelijke versierde hoeden totaal onverkoopbaar zijn.
«Er wordt te veel tegen geschreven» zeggen de kooplustigen,
en «Ji doncde straatjongens lagchen ons uit. Wat voor
korten tijd nog coquet was, is thans afschuwelijk geworden,
dank zij de straatjongensdeden ze maar meer zulke
goede dingen.