HELttERSCHE EV MEI WEÜIEPER COURANT. 1876. N°. 63. Vrijdag 26 Mei. 34 Jaargang. Binnenland. NATIONALE MILITIE. INSPECTIE VOOR DE VERLOFGANGERS. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag. Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalƒ13 w franco por post - 1.6 Uitgever A. A. BAKKER Cz. Borean: MOLENPLEIN 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Irjik^n iDonderilag; vertrekt de initïJ naar Oost-Kndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Padang en Batariate verzenden per mailboot Holland, geschiedt voor drukwerken den 26 Mei e. k., na aankomst van trein III (Noordhollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 27 Mei, I na aankomst van trein I, ten 0.47 des morgens. BURGEMEESTER iu WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis Dal het ONDERZOEK OVER DE VERLOFGANGERS van de Militie te land, bedoeld bij art. 138 der wet op de Nationale Militie, voor deze gemeente is bepaald op Maandag den 19 Junij 1876, des voormiddugs ten tien ure, in de Rouwzaal echter het Bureuu voor Gemeentewerken naast In t Weeshuis alhier. Aan dat onderzoek moeten deelnemen de VERI.Ol'GANGERs der Militie, te land, bchooiende tot de lijdingen van 1872, 1873, 1874en 1875, voor zoo*.erre zij vóór den 1 April 1876 in het genot san onbepaald vcrlol' waren gesteld. De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen Art. 149. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek iu uniform gekleed, en voorzien van dc klecding- en uitrustingstukk-n, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in ait. 130 kan ceu arnst van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door deu militie-cotninissaiis worden opgelegd aun deu verlofganger: 1. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vtrinelde voorwerpen; 3. wiens kleeding- ol' uitrusting stukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4. die kleediug- of uitrustingstukken, aan een uiuler toebehoorcude, als de zijue vertoont. Art. 142 Is de verlofganger, uien kruchtens het voorgaand artikel arrist is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verze kerd geleide iu arrist worden gebragt. Is bij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt bij op schriftelijke aanvrage van den militie—commissaris, te rigten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlolganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar dc naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger verpligt, op den daartoe door den militie-commissaris tc bepulen tijd eu plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden ouderzocht. Art. 144. De vorlofgauger, die zich bij lierlialiug schuldig maakt aan het feit sub. 4. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of aldaar verschenen zijnde, iu het geval ver keert, sub. 2 en 3 van art. 141 vermeld, wordt onder de wapeucu geroepen cu van 3 tol G maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aau eene oproeping voor dc werkelijke dieust, wordt als deserteur behandeld. Art. 130. Het Crimineel Wetboek cn het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande ziju op de manschappen der militie tc land, die zich ouder de wapenen bevindcu, van toepassing eu met opzigt tot de verschillende gevallen van desertie op al do bij de militie te land iugelijfden. Die manschappen w orden geacht onder de wapenen te ziju 1. zoolang zij zich bij huu corps bevinden; 2. gedurcudc deu tijd, dien liet in art. 138 bedoeld oudeizoek duurt; 3. in het algemeen, wanneer zij in uuiform ziju gekleed. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder, Helder, STALMAN BOSSE, Burgemeester, den 23 Mei 1876. L. VERHEY, Secretaris. H EI H IJ K. VAN LENGTE-MATEN, INH0UDS-MATEN Y00R NATTE WAREN EN GE WIGTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der geiniente HELDER brengen ter kennis van de ingezetenen, 1. dat bij Kou. besluit van 9 December 1875 (Staatsblad No. 239', onder anderen is bepaald, dat in liet jaar 1876 de INHOUDS-MATEN VOOR DROOGE WAREN NIET aan den Herijk onder worpen zijn, en 2o. dat bij besluit van de Gedeputeerde Staten dezer provincie van 5 Januarij 1876, Nu. 10 (Prov. blad No. 3), de Herijk dei Lengte-matcu, der Inhouds-maten voor natte waren, eu der Gewigten, krachtens de wet van 7 April 1869 (Staatsblad No 57), voor de/e gemeente is bepaald van den 20 tol en met 28 Junij aanstaande, op alle werkdagen van des voormiddags 8 tot des namiddag# 3 ure, en op 29 Junij aaustaaude alléén van des voormid dags 8 tot des middags 12 ure. Tot het verrigten dier werkzaamheden is aangewezen het lokaal achter het Kautoor van den Gemeente-Bouwmeester, naast het Weeshuis, op de Kcrkgracht, wijk I, No. 307. De Herijk zal plaats hebben naar de volgende verdceling der gemeente in wijken, als: Op DINGSDAG en WOENSDAG dm 20 cn 21 JUNIJ e. k.„ voor Wijk A tol eu niet Wijk H aau het Westplein, met inbegrip van Huisduinen en het Koegras. Op DONDERDAG en VRIJDAG den 22 en 23 JUNIJ c. k., voor Wijk 1, van lal Westpl.iu lot den Viersprong, voor- cn achterom ter wederzijden van het Heldersche Kanaal en de Wijken 1' en Q. Op ZATURDAG cn MAANDAG dm 2i <n 26 JUNIJ c. k., voor Wijk K, benoorden de berasteriug vau 's Rijks Werf, voor- en achterom, Wijk L bewes'eu de bcrastering vau 's Rijks Werf, bewesten het Kanaal en Wijk M bezuiden dc bcrastering van 's Rijks Werf, voor- cn achterom. Op DINGSDAG, WOENSDAG on DONDERDAG dan 27, 28 en 29 JUNIJ e k., voor Wijk N, langs de Koopvaarders-Binnenhaven, voor- en achterom en Wijk O of de Nieuwstad (Op Donderdag den 29 Junij alleen van des voormiddogs 8 tot des middags 12 ure.) De belanghebbenden worden aangemaand stiptelijk aan hunne verpligtiug te voldoen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. den 20 Mei 1876. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 25 Mei. De heer B. G. Clement, pred. te Ellecom, vroeger alhier, zal Zondag a. s., des morgens, in de Westerkerk optreden. Door het kerkbestuur der Israëlitische gemeente alhier is benoemd tot godsdienstonderwijzer en voorlezer de heer II. Bonewit, thans als zoodanig werkzham te Delfzijl. Blijkens eene thans in omloop zijnde inteekenlijst, zal door de Sociëteit Mars alhier in den loop der volgende maand weder eene Soiree Littéraire et Mnsicale worden gegeven. Voor de eerste maal, voor zoover wij weten, poogt die Sociëteit daaraan een liefdadig doel te verbinden. Eene weduwe met vier kinderen, in behoeftige omstandig heden verkeerende, wil zij trachten door eenige geldelijke hulp in staat te stellen, voor haar en haar kroost brood te verdienen. Zulk een plar. vindt voorzeker bij onze plaats- genooten in ruime mate ondersteuning en behoeft onze aanprijzing niet. Alleen willen we de aandacht vestigen op het reeds verschenen programma, dat ons een aan afwisseling rijken, en alleszins aangenamen avond voorspelt. Aan het herhaaldelijk opvoeren van treur- en blijspelen strekt deze Soiree door losse voordragten, zang- en muziek uitvoeringen, onzes inziens, tot eene gewenschte afwisseling. De feestavonden van deze Sociëteit zijn dan ook in de laatste jaren door een talrijk publiek bezocht en als gelegenheden tot uitspanning zeer gewaardeerd. Een buitenman wandelde voor een paar dagen langs de Buitenhaven en keek met nieuwsgierige oogen naar de •massa visch, die daar verhandeld werd. Op eens viel zijn oog op een groote donkerkleurige visch, die op den kar van een vischventer was geladen. Geen vischkenner zijnde, vroeg hij den venter, wat dat voor een visch was. Deze, met een kennersoog ziende wien hij voorhad, antwoordde dat het een «zalm» was. Begeerig vroeg hij naar den prijs; waarop de vischventer f 3 vroeg. Zulk een groote zalm voor slechts drie gulden, dat scheen onzen buitenman een koopje! Dadelijk sloeg hij den koop toe en verzocht den vischventer den visch iu een mand te pakken en aan een opgegeven adres te bezorgen. Boven en behalve de koopsom en expeditie-loon schonk hij den venter nog een fooi. Iu het logement gekomen, liet hij met groote blijdschap zijn goedkoopen zalm zien, toen een der aanwezigen hem toevoegde: «Zie jij dat voor een zalm aan?'t Is maar een koolvisch (Historisch.^) Van geachte zijde ontvangt het Weekblad voor Israë lieten de mededeeling, dat van wege de permanente com missie voor de zaken der Israëlieten een adres aan den minister van Justitie wordt ingediend, houdende bezwaren tegen de ongepaste aanduiding van sommige personen, als tot de Israëlitische godsdienst behoorende, in de door den advocaat-generaal bij het geregtshof te 's Hage uitgevaar digde acte van beschuldiging in de zaak van Jut. Voor het examen in de fraaije handwerken te Haarlem zijn geslaagd de dames G. en E. Berghuijs. De derde lammerenmarkt te Texel was weder goed bezet. Alles werd tegen flinken prijs verkocht, dat is tegen f 11.50 si f 13 per stuk; zulke gunstige resultaten zullen algemeen medewerking opwekken. Aan het dames-comité voor de te Terschelling te stichten bewaar-handwerkschool is van wege H. M. de Koningin een prachtig canapé-kleed geschonken, als prijs in de eerlang te houden verloting. Voor hetzelfde doel is reeds vroeger ontvangen van Z. K. H. Prins Hendrik een keurig canapé-kussen. Mogten toch velen dit schoone voorbeeld volgen, en de oprigting bevorderen van eene zoo dringend vereischte school. Jl. Zondag herdacht ds. A. J. P. Oort, te Alkmaar, zijne 25jarige ambtsvervulling aldaar, naar aanleiding van Luc. XIX 42. De achtingswaardige jubilaris ontving treffende blijken van belangstelling. Men meldt uit Andijk, dd. 22 dezer: «Verlangt de landbouwer in deze streek dat er een einde komt aan den aanhoudenden noord-oostenwind, de reiziger niet minder. Met dezen wind toch staat er zeer weinig water voor Enkhuizen, zoodat de stoombooten van Harlingen op Amsterdam daar soms niet kunnen aanleggen, wat een groot ongerief is. Een veehandelaar, die vee uit Friesland moest ontvangen, verwachtte dan ook verleden week gedurende eenige dagen te vergeefs zijn gekocht vee.» «Gisteren geraakte de stoomboot, die van Friesland kwain, in het Krabbersgat aan den grond, zoodat zij om hulp De koolvischhoezeer een geheel anderen kop hebbende dan de zalm, heeft, wat zijn kleur betreft, wel eenige overeenkomst met den zalm. 't Is overigens een weinig begeerde visch, die door de visschers meestal wordt weggegeven. moest seinen. De stoomboot, die van Amsterdam kwam, vermeed nog intijds de ondiepte voor Enkhuizen, maar met dit gevolg, dat de passagiers voor die plaats in een visschers- schuit moesten worden aan wal gezet.» Bij de Algemeene Vereenigde Commissie voor den watersnood te Amsterdam is tot dusver ontvangen f221,049,921. 's Hage is een nieuwe vereeniging rijk geworden, de Vereeniging B. G. D., dat is: ter Bevordering van de Geschiktheid van het Dienstbodenpersoneel. De N. Rott. Crt. zegt over den heer mr. Groen van Prinsterer, na eene waardeering van den overledene als ge schiedschrijver, staatsman en christen, omtrent den mensch «Hoe zullen wij, naar eisch en waarde, den mensch Groen, waarin wij den echtgenoot, den burger, den onder daan van Oranje, den vriend, den weldoener van honderden begrijpen, beschrijven en roemen? 't Liefst gelooven wij, dat geen aanduiding noodig is, en dat alle Nederlanders, onverschillig welken vaan zij op het gebied van kerk en staat ook volgen, aan Groen als mensch, den tol der ver eering en bewondering niet zullen onthouden. Zijn huma niteit, zijn ridderlijkheid ook in den strijd met woord of pen; zijn kinderlijke zin, ook bij een geleerdheid en schranderheid, een puntigheid en fijnheid van geest, als maar zelden bij iemand wordt aangetroffen; zijn liefdadig heid, zijn innigheid, zijn getrouwheid tegenover vrienden en vereerders, zijn verdraagzaamheid, merkwaardig vooral in den strengen Calvinist; al die heerlijke eigenschappen vereerden den edelen doode, over wiens heengaan door duizenden bij duizenden de grootste smart zal worden gevoeld. Voor zulk een man behoeft niet met angstigen spoed een standbeeld te worden opgerigt. Hij heeft er zich, door zijn geschriften, door zijn geloof, bovenal door zijn voorbeeldig werkzaam christelijk leven, al reeds een gesticht in het gemoed van allen, die den christen in hem liefhadden en die van zijn politiek stelsel alleen dit begrepen en daarmede volkomen instemden, dat ook op het gebied van het staats- en volksleven de Zon der Geregtigheid haar gezegend licht moest laten vallen, daar er anders een sombere en gevaarlijke nacht op zou dalen. De assche van dien godvruchtigen getuige voor de Hoogste Waarheid, ruste in vrede! Groen's beminnelijke gade stond haar genialen echtvriend tot het laatste oogenblik liefderijk bij. Wij nemen daarom, als ons slotwoord, gaarne over, wat dr. Beynen schreef aan het eind der levensschets van Groen, door hem in het Januarij-nummer van «Eigen Haard" geleverd. «Mevr. Groen van Prinsterer,» zoo besloot hij, «heeft in 't levenslot, maar vooral ook in den levenslast van haar echtgenoot getrouw gedeeld, en hem daardoor verligt. Toch had ook zij haar bijzonderen werkkring. Vele scholen en stichtingen voor meer of minder behoeftigen kwamen er in de residentie door haar tot stand en als Groen verdiept was in zijn studiën of als volksver tegenwoordiger in de Kamer streed, bewoog zij zich vaak op 't nederig, maar toch zoo verheven gebied der christelijke liefde op hare scholen, of in de achterbuurten bij armen en kranken. Ook hare werken zullen haar volgen, en als Maria de Wolf niet vergeten mag worden, wanneer VondeLs naam in 't arduin gegriffeld wordt, als Amalia Berens op het graf van Niebuhr met dezen staat uitge beiteld zoo zal geen biograaf immer van Groen van Prinsterer mogen gewagen, zonder ook aan Elisabeth Maria Magdalena van der Hoop te gedenken, en beider namen vereenigd te bewaren voor 't nageslacht, zooals ze 't zoo innig in 't leven waren geweest.»» De begrafenis van het stoffelijk overschot van den heer Groen van Prinsterer heeft jl. Dingsdag morgen op de bijzondere begraafplaats «Ter Navolging» te Scheveningen op plegtige wijze plaats gehad. Op de lijkkoets waren een drietal lauwerkransen gelegd, waaronder een van H. M. de Koningin. Bij het graf voerden verscheidene personen het woord. Ten 1 ure eindigde de plegtigheid onder psalmgezang. Z. K. H. de Kroonprins van Duitschland heeft voor eene zomermaand, met een gevolg van dertien personen, de eerste verdieping van het Oranje-hotel te Scheveningen afgehuurd. Uit het Westland schrijft men aan het Vaderland: «Eindelijk is de wind omgekeerd. De koude noordoosten winden zijn vervangen door een zoelen westzuid westen wind. Gelukkig! De landerijen en aardappelenvelden hebben 't zwaar te verantwoorden gehad. Op den dag helder, koud, schraal weder en 's nachts meer of min vriezen. Toch zijn de aardappelen er tamelijk goed afgekomen, ofschoon ze verleden week een paar stevige nachtvorsten hebben moeten doorstaan. Wel is hierdoor nogal schade veroorzaakt, maar, naar 't zich laat aanzien, zal er niet later om gewroet worden, wijl het grootste gedeelte niets te lijden had. Evenwel, regen en warmte is hard noodig; daarop is des tuinders hoop gevestigd. Komt de natuur hierin te hulp, dan gaat 't Westland geen slechten oogst tegemoet.»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1