HELDERSCHE
Ei\ NIEIIWEDIEPER COURAXT.
1876. N°. 78.
Vrijdag 30 Junij.
34 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binnenland.
„Wjj huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag;, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal180.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
ÏEIkon ïïïonderdng vertrekt de mail naar
Oost-tndJë. Laatste ïigling 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUTVEDIEP, -29 Junij.
De uitslag der herstemming voor een lid van den ge
meenteraad, jl. Dingsdag gehouden, is als volgt: Uit.gebragt
245 geldige stemmen. De heer II. Bitter bekwam 145 en
de heer A. Vos Ilz. 100 stemmen. Alzoo is eerstgenoemde
Gisteren avond werd in 't lokaal Tivoli alhier eene
vergadering gehouden door het departement Helder der
Evangelische Maatschappij. Behalve de afdoening van
verschillende huishoudelijke aangelegenheden, kwamen in
behandeling de vragen, door het hoofdbestuur gesteld, met
het oog op de te houden algemeene vergadering der Maat
schappij, welke zal plaats hebben te Alkmaar den 13
Sept. e. k. Tot afgevaardigde vanwege dit departement
werd gekozen de heer J. F. Berk, en tot plaatsvervangers
de heeren dr. J. C. Pool en C. H. Kindermann. Vanwege
dit departement werd voorgesteld op die vergadering in
behandeling te brengen een voorstel tot zaraenstelling van
een geschrift of bijdrage, waarin voor het volk verklaard
wordt het verschil tusschen Roomsch-Catholieken, Ultra-
montanen en Oud-Catholieken. Aan het einde der
vergadering bragt de president, de beer Kindermann, dank
aan de leden voor de zeer talrijke opkomst.
Aan de loting voor de schutterij alhier, te houden
op morgen, Vrijdag den 30 dezer, zullen, volgens de
alphabetische naamlijst der ingeschrevenen, 110 personen
moeten deelnemen.
De persoon, lijdende aan watervrees, waarvan wij in
ons vorig nummer melding maakten, is Dingsdag middag
overleden. Zijn onze inlichtingen juist, dan was deze man
in het Koegras door een dollen hond gebeten: zoodat de
bewoners in den omtrek voorzigtigheidslialve een waakzaam
oog dienen te houden op hunne honden.
Een tweejarig knaapje viel gisteren in het Heldersch
kanaaltoen men het er had uitgehaald bleek, dat de
kunst niet vermogt de levensgeesten weder op te wekken.
In den afgeloopen nacht heerschte hier een ernstig
onweder, gepaard gaande met flinke regenbuijen. Van
onheilen, door den bliksem veroorzaakt, vernemen wij tot
op heden gelukkig niets.
Gisteren werd op de begraafplaats der Israëlieten alhier
een sierlijke steenen paal van wit marmer geplaatst op het
graf van den heer P. II. Polak. De Israëlitische corpora-
tiën ter dezer plaatse, die aan de kunde en den ijver van
den overledene zoo grooten dank zijn verschuldigd, hebben
uit erkentelijkheid en hoogachting dit kostbaar grafteeken
doen oprigten. Door de hoofden der verschillende veree-
nigingen werden in korte toespraken de groote verdiensten
van den overledene herinnerd.
Jl. Maandag is de soldaat A. J. H., van het 3de
batt. 7de reg. infanterie, alhier in garnizoen, met een
briefje van ontslag, wegens aanhoudende dronkenschap,
weggezonden.
Men verwacht eerstdaags de invoering van telegram-
zegels tot liet frankeren van telegrammen.
De Tijd verneemt, dat de bisschop van Haarlem,
tot verder herstel zijner gezondheid, eenigen tijd afwezig
zal zijn.
Men schrijft ons van Texel, dd. 27 Junij:
«Het is heden de tweede dag der kennis: veel bezoek j
wordt niet verwacht. De visschers zijn aan hun voor- i
deeligen arbeid: de landman aan het hooijen; uitmuntende
kwaliteit wordt geoogst. Het zeer nadeelig afgeloopen jaar, j
toen alles verdroogde en verschroeide, heeft voor velen
niets dan groot nadeel opgeleverd, zoodat men nog onder
dien druk verkeert en de kermis voor ditmaal op zij zet.»
Het vaartuig van Pieter Bos, een Terschellinger visscher,
is overzeild en terstond gezonken; de opvarenden zijn gered;
doch overigens is alles verloren.
Men schrijft ons uit Schagen, dd. 27 dezer:
«Speelde, gedurende de vorige week het vermaak hier
de eerste viool, als zou er geen einde komen aan de pret,
Mmi reeds zijn de laatste zigtbare teekenen van ons kermis
feest weggevaagd, en wordt bier in vollen ernst, het hoogste
woord gevoerd door den arbeid. Onze schoone groene boomen-
'rijen langs Hooge- en Lagezijde, verdwijnen als met een
Brieven uit Kennemerland.
Alkmaar, 26 Juni '76.
Men kan dezer dagen letterlijk geen nieuwsblad in handen nemen,
waarin geen gewag gemaakt wordt van feestvieringen van allexlei
aard. Ook Alkmaar heeft zijn driedaagseh feost gehad, waarvan
echter een deel aan het naburig bergen ten deel viel. Dit gaf tal
van stadgenootcn gereed e aanleiding om zich voor een dag naar
dat schoon gelegen dorp te veij hutsen, en vermeerderde alzoo de
pret. 't Is er altijd heerlijk onder de hooge benken aan den voet
van het duin, en de tegenwoordigheid van vele menschen is voor
waar niet noodig om de waarde van zoo lommerlijke plek op prijs
te stellen. Maar het gewoel eener feestelijk gestemde menigte, op
het schilderachtig boschplein geschaard, om een goed orchest en in
de nabijheid van buffetten, waarop voorhanden is wat tot verheuging
des harten strekken kan, ook dat levert een aanlokkelijk gezicht op.
Denk u ouder de goed gekleede dames en heeren, een aantal
militaire uniformen, sommigen met deeoratiën overdekt, en het
geheel beschenen door een helderen Junizon, en gij zult moeten
toestemmen, dat het op 21 dezer recht levendig en genoegelijk aan
het duin was. Ladders, daartegen gelegd, leidden langs gespannen
koorden gemakkelijk omhoog, om liet gezicht op de in een 'duin-kom
gelegen schietbanen te vergunnen; maar de hitte deed de nieuws
gierigen lspoedig: besluiten weder onder het geboomte te wijken en
daar den uitslag van den wedstrijd af te wachten. 'Er waren voor
het schuttersfeest minder officieren opgekomen dan men gehoopt had
slechts 50 van elders kwamen zich met de 15 hier gevestigde ver
eenigen; maar die 50 zijn genoeg om weder een nieuwen roep te
doen uitgaan over de goede ontvangst, welke Alkmaar weet te
bereiden, en over de schoonheid der wandelingen, zooWeb dézer
stad als van Bergen en Heijloo.
Gedenk ik onze wandelingen, dan moet ik alle hulde brengen
aan de pogingen, sints enkele jaren aangewend, om die met sierlijke
bloemperken te tooien; maar dan moet ik tevens ten strengste de
wijze laken, wnarop ons opgaand geboomte wordt mishandeld en
bedorven. Gij hebt zeker wel eens eene afbeelding van eene palmen-
allée gezien; welnu zulk een laan schijnt het ideaal vau onzen
plantage-opzichter te zijn. In zuidelijke landen, waar de zonne
stralen meer loodrecht neervallen, kunnen op palmen gelijkende
boomen schaduw aanbiedenmaar hier. waar de zonnestralen
schuins vallen, is ook zijdelingsche schaduw uuodig en zijn de
hoornen er op iugevicht die te verschaffenmits de inensch niet
onverstandig tusschenbeide komt en de zijdelingsche takken ver
wijdert, waardoor men geen laan van boomen maar van palen
bekomt, die alleen aan den top in een mager kroontje eenige
gelijkenis van boomen vertoouen. Het deukbceld van palen dringt
zich nog meer aan ons op, doordat genoemde opzichter schijnt te
meenen, dat elk takje, elk uitspfnitseltje, elk blaadje een stam
ontsiert. Houtzaagmolenaars zullen zijn smaak misschien bewon
deren, wandelaars en uatuur-bemiunaars zeker niet. Wil uw
gemeentebestuur, dat toont op het bezit van boomen prijs te stellen,
leèren hoe men ze moet snoeien, het kan het hier leeren; bedorven
exemplaren, caricaturen zijn in overvloed te vinden. Ik kan u trouwens
wel melden hoe men te werk gaat, zie hier het voorschrifthak
neen, zaag van een boom van jongs af eiken zjjdeliugschen tak
af en laat er bovenaan twee, hoogstens 3 overblijven, totdat gij
een kleine V op een lange kale stok verkregen hebt; hierdoor zal
de boom spoediger opschieten dan met de dikte van zijn stam
overeenkomt, uit zijn kracht en door te groote hoogte allicht
scheef groeienwordt hij op die wijs gevaarlijk dan zaagt gij den
top er af, men noemt zulk eene operatie „bollen." Zoo krijgt
gij na verloop van tijd eeue collectie boomen, die deels op menschen
zonder hoofd, deels op magere slungels zonder armen gelijken,
dij zult gewis meenen, dat de meusch het recht niet heeft
om levende wezens, als de boomen toch zijn, tegen hunne
natuur en tegen hunue behoeften dus te misvormen; en tevens,
dat Alkmaar te veel prijs moet stellen op zijne vermaarde,
wandelingen om dergelijk wandalisme te dulden. Wat zal ik
zeggeu? Men heeft gedacht genoeg gedaan te hebben, als men
zoo kostelijke bezittiug als onze Hout en plantsoenen toevertrouwt
aan de kennis, den smaak en de zorg van iemand, die met f 500
's jaars tevreden is; cu men heeft in die overtuiging alvast hou
derden vau 'epe-, cssche- en laatstelijk, helaas, ook eikeboomeu
laten bederven. Nog hebben wij hier en daar enkele prachtige
iepen uit vrocgeren tijd, die nog ongerept zijn gebleven, nog
fraaie beuken, linden en kastanjes; maar ziende wat jaar op jaar
ongestraft geschiedt, beeft men voor hetgeen nog Volgen zal. Ik
ben wat uitvoerig op dit punt, ook daarom, dewijl het euvel,
waartegen ik strijd, niet alleen te Alkmaar maar op vele plaatsen
moèr in onze provincie gevonden wordt, en omdat het toch zoo
eenvoudig en gemakkelijk is fraai geboomte te verkrijgen. Wilt ge
ook weten hoe? Verbeeldt u dan niet wijzer te zijn dan de natuur,
en bevalliger vormen te kunnen scheppen dan deze. Zoo min gij
uw hond fraaier kunt maken door hem van ooren en staart te
berooven, kunt gij het een boom doen door hem zijne takken Ie
ontnemen. Groeit een boom door den wind scheef en bevindt
zich aan de hellende zijde een zware tak, dan zult gij goed doen
dien, tot herstel van het evenwicht, te verwijderen; maar daar
nioet het bij blijven. Ik erken het, waar boomen in lauen en
langs wegen geplant zijn, kan het. noodig wezen, de onderste takken,
die den voetgangers of rijtuigen hinderlijk zijn, maar nimmer de
hoogere, te verwijderen. Dit hangt geheel af van het gebruik, dat
van het pad of van den weg gemaakt wordt, waarbij echter nog
de meerdere of mindere breedte van pad of weg in aanmerking
moet genomen worden.
Nu ik eenmaal aan 't afkeuren ben geraakt, moet er mij nog
wat van het hart, ten einde met te opgeruimder geest mijne cor
respondentie te kunnen voortzetten. Ik erger mij nl. gedurig aan
de naamlooze aanbevelingen van candidalen voor uwen gemeenteraad.
Wie zijn toch die „eenige kiezers," die of den heer Bitter of den
heer Vos recommandeeren? Zijn het personen bevoegd tot oor-
deelen, het vertrouwen hunner medekiezers waardig? Komen de
advertentiën van enkele in plaats van eenige personen, of komen,'
wat nog erger zou zijn, verschillende advertentiën ten gunste van
deuzelfden candidaat, van één persoon De in het verborgeu
ijverende inzenders rechtigen mij tot deze vragen en veronder
stellingen. Zijn er, mag ik verder vragen, iudien het in uwe
tooverslag, diep betreurd door de aldaar wonende ingeze
tenen, om het gemis van hun, vooral in deze dagen, zoo
gewaardeerd lommer; straten en wallen langs de gracht
worden opgebroken en gesloopt; de muziek die wij thans
hooren bestaat in zagengeknars, geaccompagneerd door de
doffe slagen van moker en breekijzer. Een vreemdeling in
ons Jeruzalem, dezen arbeid ziende, zou deriken aan een
werk der vernieling; wij echter wéten dat hét de voor
bereiding is tot de reeds vroeger vermelde demping onzer
gracht, waardoor Schagen een plëin erlangt 'twelk het 'tot
een der schoonste marktplaatsen onzer provincie zal maken,
en vooral op onzen jaar lij kschën feestdag en kermis door
zijne rnimte uitstekend van dienst belooft té fcijn.
Vergun mij naar aanleiding van die kermis nog een,paar
regels plaatsruimte. Eerstens voor een woord van lof aan
uwe schutterij-kapel, welke hier, gelet op de jeugd dier
vereeniging, uitstekend heeft voldaan. Tweedens voor eene
eervolle vermelding van liet tooneelgezelschap der heeren
Judels en Bouwmeester, 'twelk het sieraad der kermis was,
en waarvan vooral de heeren Bouwmeester als Phileas Fogg
en Paspartout, ons lang in het geheugen zullen blijven.
Eindelijk eëne beleefde kleine opmèrking voor den geachten
inzender, in uw voorlaatste nominer, van nadére bijzonderheden
omtrent Schagens paardenmarkt en bevolking. Volgens
den geachten schrijver zou onze gemeente in een der jongste
aardrijkskundige werken voorkómen met eerié .bevolking
van 16175 zielen. Deze opgave is ten eenenmale onjuist;
Schagen telde op 31 Dec. jl. 3022 inwoners, tegenover 1202
in 1796. Een vermeerdëring alzoo in 80 jaren met
p. m. 15Q7-.»
Mén schrijft ons uit Alk-maar, dd. 28 dezer:
«Van wege Je Vereeniging tot bevordering van.getrouw
schoolbezoek alhier beeft hedeu eeri schoolfeest .plaats, dat
de Alkmaarsche jeugd in de allerprettigste stemming hqpft
gebragt. De kinderen, worden onthaald op koek en limo
nade en prijzenvforclen ujtgerèikt aan c}je scholieren, w^ke
het géheelé jaar door de school in 't'geheel.met (tóbbfin.
verzuimd. Bestuurderen der Christelijke school hebbpp, dit
maal vóór 't eerst, geen bezwaar gemaakt om de leeipjngen
dier inrigtipg 'aan het feest te doen deelnenien; die der
gemeente met kiezersvereenigingen niet vlotten wil, niet eenige
mannen te viuden, die belang genoeg stellen in de publieke zónk
en bet beetje moed bezitteu om, of afzonderlijk,of met elkander
vereenigd, met open vizier op te treden en met hupne nanoen de
candidaten 'te steunen, die zij waardig achten in de vroedsohap
plaats te nemen? De kiezers zouden hun dankbaar voor hunne
voorlichting zijn, wetende aan wie zij 'zich houden kunnen.
Voor onzen gemeenteraad znllen wij eerlang mede -te kiezen
hebben, daar een der leden onlangs plotseling overleden is tin leen
ander de stad metterwoon gaat verlaten. Onze raad heeft den
laatsten tijd niet druk vergaderd en geene zaken van groot belang
behandeld. Een zeer bescheiden voorstel tot het tekeergaan van
mishandeling van dieren mocht, hoezeer het niet aan krachtjgp
verdediging ontbrak, geene meerderheid verwerven. Dat meu eenmaal
tot strafbepalingen tegen bet bedoelde kwaad zal moeten komen,
betwijfel ik niet; zoo de meer beschaafden de minder beschaafden
niet kunnen bvërrëdén hunne ruwheid te beteugelen, dan is het
zaak de laatsten door bedreiging van straf tot onderdrukking hnnnër
ruwheid te noodzaken. Maar daartoe is allereerst noodig, dat de
beschaafden den omvang van het euvel kennen en er zelf diepen
afkeer van hebben.
Onze honden ondervinden sedert geruimen tijd de zorg van het
gemeentebestuur voor hunne tweebeenige, vleugello,oze medeschep
selen, genoodzaakt als. zij 'zijn in muilkorven hunne dagelijkscjie
wandelingen tè doen. Van gevallen van hondsdolheid is geen
spraak geweest, maar enkele lastige honden hadden dezen'en geilen
wat leelijk aangekeken. Of die boosdoeners nu vriendelijker zullen
kijken, nadat hun wrevel gedurende eenige maanden door muil
korven is verhoogd, mogen „de heeren" uitmaken.
Men mag van honden en katten houden of niet houden naar
verkiezing, 't lust mij niet hierover te twisten. Maar in elk geval
een beest blijft een beest en het is voorzeker geen blijk van hoffe
lijkheid, veeleer van lage vrouwenhaat als men, zooals sommigen
zich hiér vermeten hebben, eene fancy-fair met den naam van
„katjeskermis" bestempelt. Dat verdienen de dames, die zich liet
j lot onzer algemeene bewaarschool aangetrokken hebben, niét, en
1 de lieve dametjes, die met zoo in- ja ook uitnemenden tact en
j succes de rol 'van winkelmeisjes vervulden, evenmin, 's Weeks
vóór het schutterfeest moest ieder uit de stad en den omtrek de
1 fancy-fair bezoeken, eu daar voor een of ander nuttig of nutteloos
voorwerp een veer laten, 't Was inderdaad recht chique, zoo voor
i heeren als dames, om met één of meer pakjes laugs 's heeren
wegen te loopen, en daarmede getuigenis te geven van eeq gebracht
J offer uit belangstelling, uit beleefdheid, of ter wille van een vrien
delijk woord door een schoon mondje gesproken. Ileeds den eersten
dag waren meerdere uitstallingen genoegzaam uitverkocht, maar de
j verkoopsters wisten wel te zorgen, dat het den bezoekers op de
I beide volgende dagen niet aan de gelegenheid om hun geld kwijt
te raken ontbrak, 't Was inderdaad aardig, en eene herhaling zou
't wellicht weder zijn, mits vooral niet eerder dan over een tien-
tal jaren.
i Mijne aanteekeningen zijn nog niet uitgeput, maar ik mag geen
grooter ruimte van u vergen. Houdt over weinige dagen s. v. ,p.
weder een plekje voor mij open.