Binnenland. bosch den voet des wandelaars terughoudt met telkens wisselende bekooringen. En buiten het land liggen ze bij duizenden aan den grooten weg, die jaarlijks honderden bereizen, aan de groen-blaauwe meeren van Zwitserland, langs Rijn en Donau en aan de glooijende hellingen der Italiaansche Alpen; liggen ze, waar gij ze zoeken wilt, overal, aan binnenwegen, langs schaarsch bezochte paden, overal, waar de aarde vruchtbaar is en de levenwekkende kracht van de zon de schatten uit den bodem roept, die daarin schuilen. Ver van huis, en nabij uwe woning, waar gij slechts uwe oogen opslaat, terwijl uw hart verlangt naar de natuur, vergunt zij u te genieten en strooit zij over u den rijken hoorn uit, waarin zij haren overvloed van vreugden zonder naberouw bewaart. Maar de meesten zoeken haar elders, zoeken haar waar mode en fatsoen, waar gewoonte en smaak de menigte bijeenbrengen, waar de natuur haar schoon ontleent aan de kunst van den tuinman, waar achter schaduwrijke boschjes pistoolschoten knallen van den «tir de salon,» waar witte vesten de geele zandpaden gebruiken om met deftige buigingen zijden japonnen te begroeten, waar men- schen komen om elkander te zien en gezien te worden, waar men zich vrijwillig in banden slaat van gemaakt fatsoen, op badplaatsen, en daar waar in overvolle hótels de slagtoffers van Baedeker zich verdringen op de trappen en aanzitten aan diezelfde Cosmopolitische tables d'höte, die men aantreft de geheele bereisde wereld door, van Hammerfest in 't Noorden tot onder de palmentuinen van Alexandrië. Een badplaats kan zeer aardig zijn, en men kan aange name dagen beleven onder de hoede van de gekapte kellners, de veelkleurige portiers en de fooijen verwachtende huisknechten, die elkander de reizigers toewerpen als uit te persen citroenen langs de toeristen-wegen van Europa. Maar het is eene vreemde illusie, dan te spreken van natuurgenot, van zomer-uitspanning, van verfrisschende rust, te meenen, dat de natuur hare weldadige kracht, hare zielverheffende en ligchaamsterkende gaven uitdeelt door tusschenkomst van boekhoudende kasteleins en gejaagde bedienden, eene illusie te meenen, dat de levenswekkende adem der natuur waait door stoffige omnibussen, op over volle stoombooten, zich hecht aan de voeten van gidsen en afgematte paarden, eene illusie, de grootste, te meenen, dat men te gelijkertijd het fatsoen kan dienen en kennissen maken, de mode kan gehoorzamen in eerlijk betaalde lokkenpracht en eng aansluitende japonnen, en tevens de natuur gehoorzamen, eene illusie, de grootste, te meenen, dat de natnur, wat zij 't schoonst heeft en het heiligst, veil heeft voor hen, die 's avonds ronddrentelen om de verlichte muziektenten van eene Duitsche badplaats, hunne dagen indeelen naar het aantal glazen water van betwist bare geneeskracht, dat zij meenen te moeten drinken, die met een nieuwen roman, hun toilet en een lang, maar daarom nog niet een goed en gezond, middagmaal, den tijd zoek brengen. Neen, werkelijk niet, dat alles is voor sommigen aange naam, voor anderen bekoorlijk, ja voor enkelen onweer staanbaar, maar de ware vrienden der natuur zoeken daar hun genot niet. En ware het anders, voor hoevelen bleef dan de natuur een gesloten boek, die de middelen missen om zich de dienstvaardigheid der zwartgerokte bedienden, den toegang tot de verlichte muziektent en het onwel riekende water te koopenDan ware natuurgenot alleen bereikbaar voor de meervermogenden, en ging voor de meesten onzer de beschavende invloed verloren, die de vrije natuur uitoefent op hem, wiens krachten door den strijd des levens tot vermoeid wordens toe zijn ingespannen. Zoo gij gespaard hebt, en wij hopen dat al onze lezers dit gedaan hebben, om eene maand of eene week, een dag of zelfs enkele uren te kunnen genieten in den warmen tijd des jaars, dan, weest wijs en voegt u niet bij de groote schare dergenen, die hun niet altijd gemakkelijk bespaarde penningen verkwisten uit onverstand. Hebt gij weinig om te offeren aan de schoonheid van lucht en water, van bosch en veld, laat u dan niet verluiden door de roode, blaauwe en groene aanplakbilletten, die u een goedkoopen pleiziertrein beloven, waar men u met zooveel lotgenooten mogelijk in een wagen gepakt uren lang zal voortslepen in stof en hitte, in uwe eigene geuren en die uwer even onverstandige vrienden, hunner vrouwen en kinderen, en men u eindelijk los zal laten ergens in de een of andere stad, in 't een of ander plantsoen, waar gij elkander in den weg loopt en, even als thuis, struikelt over dezelfde kinderen en aanloopt tegen uwe eigene buren. En zoo uw beurs wat verder strekt, gaat niet den Rijn langs, of naar badplaatsjes van den tweeden rang; niet langs den Rijn, waar gij niet veel anders zijt, dan een hötelnummer en een pak «zomerreisgoed,» zooals iedere boot en iedere trein er vervoert, gisteren vervoerd heeft en morgen vervoeren zal, met last om te bewonderen dezelfde plekjes, dezelfde toertjes te maken en op dezelfde manier te eten en te drinken, als iedereen; niet naar badplaatsjes van den tweeden rang, waar gij alle dwaasheden, alle vormen en alle maatschappelijke conventiën vindt der grootere, zonder de weelde en de kostbare uitspanningen, de schitterende muziek, het spel, de dramatische uitvoe ringen en de rijke verlichting, die den reiziger boeijen. Maar als gij werkelijk overtuigd zijt, dat de natuur zelve, onvervalscht, niet omhangen met de bonte lappen eener badplaatsweelde, niet vergald door 't gedrang van honderde reizigers, de bron is van hoog en heilig genot, van de edelste zomervreugde, dan kunt ge met weinig tevreden zijn; want dat weinige is zeer veel, is het meeste; dan ligt het gezochte genot binnen het bereik van iedere beurs, dan is er niets voor noodig, dan wat met weelderige hand de natuur niemand ontzegt, die haar zoekt, een oog om het licht te zien, dat in de bossclien speelt, een oor om de geluiden te hooren, die ruischen in het graan en trillen over het woud, een hart om het schoone te begrijpen en een mond om te danken voor alles, wat den mensch gegeven is. IIELDEK en NIEUWEDIEP, 25 Julij. Met de mailboot Celebes zijn alhier aangebragt: een ourang outang, uiterst mak en goed geconserveerd; twee wilde sappies, een aantal wilde duiven, een groot aantal kroonduiven, uitmuntend geconserveerd; een pelikaan, een groote boa-slang, een paar steenarenden en verschillende kleine vogels, meest allen voor de Diergaarde te Amsterdam. Jl. Zaturdag namiddag is een jongmensch, werkzaam aan de nieuwe bovenlokalen der gemeente—school No. 3, van de stelling naar beneden gestort. Hij had zich min of meer ernstig aan het hoofd bezeerd en ontving de eerste heelkundige hulp in de garnizoens-infirmerie alhier. Uit Bern wordt aan de Köln. Zeitung geschreven, dat Z. M. de Koning der Nederlanden aan liet Zwitsersch Scherpschuttersbond, ter gelegenheid van den grooten wed strijd te Lausanne, eene zilveren drinkschaal ten geschenke heeft gezonden, ter zwaarte van 56 pond en ter hoogte van 80 centimeter. Aan de eene zijde is voorgesteld de slag bij Murten, aan de andere die bij Sempach. Op het deksel prijkt het beeld van Willem Teil; de handvatsels bestaan uit zinnebeelden der overwinning. Volgens het berigt is dit kunstwerk niet bestemd om te worden uitge loofd als prijs bij het schijfschieten, maar om voortaan de Bondsvaan van den eenen wedstrijd naar den anderen te volgen. Op 's Rijks werf te Amsterdam staan nog 2 gepantserde torenschepen op stapel, namelijk de Tromp en de Atjeh, die nog iets grooter zijn dan de Koning der Nederlanden. De minister van Oorlog, ontvangen hebbende een aantal verzoeken van of ten behoeve van milicien-verlof gangers, om vrijstelling of om uitstel van opkomst in werkelijke dienst voor de te houden herhalings-oefeuingen, brenct ter kennis van de adressanten, dat de belangen van de dienst niet toelaten in hun verzoek te bewilligen. Aan de betrokken miliciens wordt herinnerd, dat zij, die wegens ziekte niet op den bepaalden dag onder de wapenen opkomen, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voor schriften, zich na hunne herstelling bij hun korps moeten vervoegen, ten einde gedurende zes weken in den wapen handel te worden geoefend. Aangenomen het beroep naar Middelburg door ds. D. Rijnders, pred. te Alkmaar. Bedankt voor het beroep naar de Chr. Geref. gem. te Hazerswoude door ds. W. Sieders, te Enkhuizen. De door de Provinciale Staten van Noordholland in hunne zitting van 13 Julij jl. vastgestelde begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor het jaar 1877 bedraagt aan beiden f224,129.39|. De raming bedroeg f 222,693.72. Onder de posten van inkomsten, die sedert de raming wijziging hebben ondergaan, komen in aanmerking de opcenten, welke thans zijn vastgesteld als volgtzeven opcenten van de hoofdsom der belasting op de ongebouwde eigendommen, acht op die der belasting op de ongebouwde eigendommen, vier op die der belasting op het personeel en twee op dezelfde belasting over de eerste vier maanden van 1877, te zamen een bedrag uitmakende van f 194,927.201. Geraamd op f 193,461.53. Onder de uitgaven komt voor een post van f 6666,67 voor het uit oefenen eener, dienst tot vervoer over het IJ tusschen Amsterdam en het Buiksloter Tolhuis, die op de geraamde begrooting pro—memorie was uitgetrokken. Men schrijft ons van Texel, dd. 25 Junij: «De handel in verschillende producten is slap, misschien door de droogte. Voor paarden werd geboden f 500; schapen verkocht tegen f 17 a 22; ossen a f 150. Wol, prijs als vroeger, gewasschen f 1.45, ongewasschen f 1. Schulpen geen voorraad, prijs hoog. Zeegras vliegende concurrentie, inkoop en verkoop laag, resultaat nadeelig.» De typhus, die in den laatsten tijd te Edam nog al slagtoffers maakte, kan als geweken worden beschouwd. In de laatste weken toonden de officiële opgaven eene langzame vermindering aan van aangetasten en overledenen en jl. Zaturdag kon worden geconstateerd, dat in de thans verloopen week geen enkel geval van typhus zich had voorgedaan. Het ziekenhuis is ontruimd en de gezondheids commissie, die geruimen tijd zoo krachtig werkzaam was tot bestrijding der ziekte, heeft nu, wij hopen voor langen tijd, de handen ruimer. Die commissie heeft voor hare vele bemoeijingen in dezen den dank verdiend van Edams burgerij. De chef van eene firma, die in plaatsvervangers en nummerverwisselaars doet, is uit Zaandam ontvlugt, zonder een plaatsvervanger te stellen, die de verpligtingen nakomt, welke hij tegenover een aantal personen heeft op zich genomen. De bloemententoonstelling, die Zaturdag a. s. aan het Buiksloter Tolhuis geopend zal worden, belooft prachtig te zijn. Het programma bestond uit 102 noratners, doch daar op 15 hiervan niet ingeschreven is, bedraagt hun getal thans 87. Hierop is ingeschreven door 70 personen, met te zamen ruim 300 inzendingen. Voor Pelargoniums alleen waren 28 verschillende nommers bepaald; hierop werden ruim 5000 stuks gezonden. De afdeeling boeketten en tafel-middenstukken belooft ook zeer veel, zoodat de dames, uitgenoodigd om deze inzendingen te beoordeelen, geen zeer gemakkelijke taak zullen hebben. Alles te zamen genomen, zal deze tentoonstelling voor ons land bijzonder merkwaardig, zoo niet eenig zijn. Nabij de Daniël Stalpertstraat te Amsterdam is een in de weide loopend paard gruwelijk mishandeld. Men heeft het dier, dat zijn laatste levensdagen slijt door een met steenen geladen kar voort te trekken, gedeeltelijk met een brandbare stof ingewreven en die daarna aangestoken, zoodat het dier bijna half verbrand is. De dader is, onge lukkig genoeg, niet bekend. Zie laatste berigten. De vervaardiging van 't monument, te plaatsen van wege de Nederlandsche jeugd op 't graf van den kinder en volksdichter, dr. Heije, te Abbenes in Haarlemmermeer, is opgedragen aan den heer W. P. G. Molenboer, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool en beeldhouwer te Leeuwarden. Het monument zal waarschijnlijk in den nazomer gereed komen en ter bestemder plaatse worden aangebragt. Het Dagblad brengt een walgelijk vergrijp uit de dienstbodenwereld aan het licht. Te 's Hage schijnen er dienstboden te zijn, die na haar toilet gemaakt te hebben op hare zolderkamertjes, potten en kommen in de goot ledigen. Voor familiën, die regenwater gebruiken, zal deze bijdrage tot de kennis der dienstbodengewoonte even onaan genaam zijn als de bijdrage zelve tot den voorraad van haar regenwater. Gisteren was het voor de Duitsch-keizerlijke familie, te Scheveningen logeerende, een feestdag. De oudste dochter van het vorstelijk echtpaar, Prinses Charlotte, geb. 24 Julij 1860, vierde haar 16den geboortedag. In den kring van het vorstelijk gezin werd dit feest op hartelijke wijze gevierd. Van verschillende zijden mogt de jeugdige Prinses blijken van belangstelling ondervinden. De leden van onze koninklijke familie lieten reeds vroegtijdig hunne gelukwenschen overbrengen, vergezeld van keurige bouquet- ten. II. K. H. Prinses Marianne overhandigde de Prinses persoonlijk een bloemruiker. Ook de leden van de keizer lijke hofhouding, de mindere hofbeambten en eenige in het Oranje-hotel vertoevende badgasten gaven van hunne belangstelling blijk, even als de portier van 't hotel, die de goede gedachte had, de Prinses een bouquet aan te bieden met evenveel geurige rozen als zij thans jaren telt. De Nederlandsche nachtwacht wordt beroemd. Nu weder verhaalt de Delfsche Crt., dat onlangs te Delft 2 spoorloos verdwenen nachtwakers na lang zoeken werden gevonden aan 't station in een spoorwegwaggon 1ste klasse, waar de hceren in zoete rust waakten» over de slapende stad. Toen zij door den hoofdagent van politie, die met hunne opsporing belast was, in hunne schuilplaats werden ontdekt, werd hun met een «welkom, heeren, in Delft!» verzocht uit te stappen. Op de jongste algemeene vergadering der Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, gehouden te Utrecht den 8 Junij jl., werd de behoefte gevoeld om iets te doen om de gedachtenis van den heer Groen van Prinsterer onder ons volk levendig en in eere te houden. Er werd besloten pogingen aan te wenden tot het oprigten van een «Groen van Prinsterer-fonds,» ten einde daarmede de opleiding van hulponderwijzers voor de christelijke scholen te bevorderen. Aan de hoofdcommissie werd opgedragen eene commissie te benoemen om de stichting van zoodanig fonds te beproeven. Ingevolge deze opdragt werden door de hoofdcommissie tot leden dier commissie benoemdde heeren J. van Eik, als eere-voorzitter, mr. P. J. Teding van Berkhout, dr. G. J. Vos Az., ds. L. J. van Rhijn, jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, mr. B. J. Gratama, dr. F. W. Merens, mr. .ZE. baron Mackay, C. J. de Bordes, jhr. mr. M. A. de Savornin Lohman en jhr. J. L. de Jonge, die allen zich de keuze hebben laten welgevallen. Binnenkort zal de commissie hare werkzaamheden aanvangen. De algemeene Noordbrabantsche watersnoodcommissie heeft een moeijelijken arbeid ten einde gebragt, de raming namelijk der schade, die geleden is en nu nog vergoed moet worden. Volgens de ingekomen opgaven bedroeg die f 630,000. Na ernstig onderzoek is de commissie tot de uitkomst geraakt, dat het werkelijk bedrag op f270,000 moet worden gesteld. Voor het geregtshof te 's Bosch werd jl. Vrijdag behandeld de zaak contra Sjabco Abelius, oud 32 jaar, geboren en laatst wonende te Groningen, thans te 's Bosch gedetineerd, beschuldigd van poging tot moord met voor bedachten rade, gepleegd op de wed. Hendriks, thans echtgenoote van E. de Jong, leeraar in de gymnastiek, te 's Bosch, op den 5 April jl. door het lossen van vijf revolverschoten op bovengenoemde vrouw. Zeventien ge tuigen werden in deze zaak gehoordhet openbaar ministerie, bij monde van den advocaat-generaal jhr. mr. van Meeuwen, rekwireerde schuldigverklaring van den verdachte aan boven genoemd feit, en veroordeeling tot een tuchthuisstraf van acht jaren, terwijl jhr. mr. van Rijckevorsel van Kessel, die als verdediger optrad, concludeerde tot verzachting van straf op, grond o. a. van vroegere bestaande relatiën tus schen verdachte en de echtgenoote van de Jong. Het hof zal Vrijdag a. s. uitspraak doen. Een talrijk publiek woonde deze teregtzitting bij. Jl. Vrijdag keerden van Lith naar het Loo terug de Koninklijke bedienden, in Maart jl. bij gelegenheid van den watersnood derwaarts overgekomen met tenten van Z. M. den Koning. Die tenten, van vloeren, kooktoestellen, enz. voorzien, zijn onafgebroken in gebruik geweest en hebben de beste diensten bewezen. Menig gezin, van dak beroofd, vond daarin eene doelmatige verblijfplaats. Toen zoovelen hunne woningen hadden moeten ontruimen en de bevolking, op verschillende plaatsen, opgehoopt zat, werd het geen gering voorregt geacht, eene tent des Konings te mogen betrekken. De bedienden van Z. M., met de zorg voor de tenten belast, hebben vier maanden aldaar vertoefd. Zij waren ten allen tijde bereid de tenten, naar de veran derde omstandigheden en behoeften, overeenkomstig den wensch van het burgerlijk bestuur, te verplaatsen. Om hunne trouw, hun ijver, hunne voorkomendheid ver wierven zij zich aller achting. De tenten worden per vaartuig overgebragt naar Apeldoorn. De aanzienlijke kosten, zoo van transport als van het verblijf der bedienden, worden geheel door den Koning gedragen. De luchtreiziger de Pauw is jl. Vrijdag middag, vergezeld van twee reizigers, te Arnhem opgestegen en op de Mookerheide neergekomen. Alles liep uitstekend af en het gezigt, dat de reizigers boven de omstreken van Arnhem i en Nijmegen genoten, was ongekend prachtig. De prijzen der aardappelen zijn te Arnhem dalende. I Voor goede soorten besteedt men thans f3,50 a4,25 per heet. Met veel lof wordt melding gemaakt van de expositie der Arnhemsche Eau-de-cologne-fabriek, ter tentoonstelling te Philadelphia. Van het heerlijke reukwater wordt, dank zij zijn kwaliteit en de heerschende hitte, veel verkocht. Z. M. de Keizer van Brazilië nam een kristallen flacon,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2