HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 91.
Zondag 30 Julij.
34 Jaargang.
Brieven uit de Hoofdstad.
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. B A-K KER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Hïken donderdag vertrekt de mnil naar
Oost-Itidië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver
zenden per mailboot Conrad, geschiedt voor drukwerken
den 4 Aug. a. s., na aankomst van trein III (Noord—
Hollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven
5 Aug., na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA
PAULOWNA, op MAANDAG den 31 JULIJ 1876, des namid
dags ten 7 ure.
Anna Paulowna, den 28 Julij 1876.
De Burgemeester,
C. E. PER K!
Onderwerpen ter behandeling:
1. Aanbieding gemeente-rekening over 1875.
2. Voordragt Leden Collegie van Zetters.
3. Benoeming Wethouder.
4. i, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
5. Mededeeling ingekomen stukken.
Binnenland.
HELDEK en NIEUWEDIEP, 29 Julij.
Op het Raadhuis alhier is gisteren aanbesteed: het maken
van den onderbouw eener ijzeren draaibrug over het Heldersch
kanaal bij de Postbrug. Ingekomen 14 billettèn, als van
de heeren: Peeters cn Steijaart ad f 12;075; W. Hippens
f 11,800; P. Verhey f 11,600; van der Kamp f 11,490;
A. van der Plas f 11,400; J. S. van der Woude f11,300;
P. Spruit f 11,175; Gebr. Janzen f 10,780; Gebr. Klein
f 10,572; W. de Jong Jr. f 10,500; Gebr. Moorman
f 10,400; Gebr. Korff f 10,290; P. Duinker f 10,145;
D. de Vries f 9860.
Naar wij vernemen bestaat het plan om in het
gebouw der bewaarschool op de Vischmarkt alhier eene
handwerk school voor meisjes op te rigten.
VI.
27 Juli.
Amice/
Al9 gc mij boos aanziet; als ge geweldig tegen mij uitvaart, als
ge me een leugenprofeet scheldt en nooit weer een woord uit mijn
mond of een letter uit mijn pen voor waarheid aanneemt, dan heb
ik schijnbaar dat alles volkomen verdiend.
Neen, niet schijnbaar, hoor ik u repliceeren; in een vorigen
brief werd met een air van gezag verzekerd, dat den 25steu Juli
het geduchte ramtorenschip de Koning der Nederlanden door het
nog veel geduchter Noordzeekanaal zou trekken, of liever: zou
worden getrokken, en thans, nu we reeds drie dagen verder zijn,
ligt liet. ramscbip nog altijd rustig en wel aan 's Rijks Marinewerf
te Arasterdam
Maar cilieve! wie durft er, als het Noordzeckanaal iu 't spel is,
nog op datums, op beloften, op berekeningen vertrouwenHoeveel
dagen zijn er al niet reeds officieel en bij geruchte vastgesteld voor
den langverbeiden proeftocht.? Eu ik kan u ten stelligste verzekeren,
dut nog tot jl. Vrijdag avond, zoowel aan het Departement van
Binnenlandsche Zaken te 's Hage als in de bureaux der Marine te
Amsterdam, gerekend werd op den 25sten Juli als de dag der
proefneming, hetgeen later, op grond van gunstige rapporten, nog
een dag vervroegd werd. Ik meende jl. Zaterdag dan ook juist
ten dienste der Held. en Nieutoedieper Ct. u langs telegrafisehen
weg met die kleine wijziging van mijn bericht bekend te maken,
toen er eensklaps op nieuw verandering kwam. Herhaalde en zorg
vuldige peilingen hadden Vrijdags aan het licht gebracht, dat het
gedeelte Kanaal tusschen Zaandam en Amsterdam nog door tal van
ondiepten onveilig gemaakt werd en volstrekt niet te vertrouwen
was. Derhalve moest weder van den 24stcn Juli worden afgezien
en werden er nieuwe conferentiën gehouden. Over den uitslag dezer
beraadslagingen kan ik u thans, onder de noodige reserve, die in
de onderhavige kweslie al zeer noodi'g blijkt te zijn, met zeker
heid mededeelen, dat tot op dit oogenblik Donderdag 3 Augustus
voor den beslissenden tocht is vastgesteld, op welken dag het
reuzenschip 's morgens zeer vroegtijdig de reis zal aanvaarden. Ik
behoef u niet te zeggen hoe die dag der proefneming, op welken
datum zij dan ook plaats vinde, met een niet geringe spanning
wordt verbeid. Hoop en vreeswat zal het zijn? Gisteren is men
in het Kanaal begonnen met een voorloopigon proeftocht door
middel van een oud vaartuig, dat door eenige bijtimmering op de
breedte van de Koning en door de noodige ballast op de diepte
van het ramscbip gebracht was. De wijze waarop men daarbij te
werk gaat, kunt gc u niet beter voorstellen dan door de herinne
ring aan een herstellende zieke, die voetje voor voetje een weinig
in zijn tuin mag rondwandelen, waarbij hij 0111 de twintig tellen
rusten moet, terwijl zijn vrienden en verzorgers hem van alle kanten
met de noodige zorgvuldigheid omringen, om hem voor struikelen
en vallen te bewaren. Ik hoor echter, dat de uitslag der proef
neming niet is meegevallen: men vorderde zeer langzaam, moest
De mal van Zr. Ms. ramtorenschip Koning der
Nederlanden is eergisteren tot in de haven van het Noord
zeekanaal gebragt. Wegens de deining van het water werd
de togt in zee niet voortgezet, en is die gisteren gedaan.
De proef is dus volkomen gelukt.
Z. K. H. Prins Frederik heeft een prachtig aandenken
ontvangen aan zijn 60jarig feest als chef van het West-
phaalsche regement te Minden. Het is een monumentaal
stuk van massief zilver, waarop een vaandeldrager te velde.
Voorop het Nederlandsche wapen en daaronder: «Aan
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, bij liet 60jarig
jubileum als chef, eerbiedig aangeboden door de officieren
van HDs. regement.» De drie andere velden van het piëde
stal bevatten de voornaamste data uit de geschiedenis van
het regement.
Morgen ochtend ten half acht ure zal de Duitsche
Kroonprins met zijne gemalin en twee oudste zonen de
badplaats Scheveniugen definitief verlaten en de reis naar
Zwitserland aannemen.
Aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken is
jl. Donderdag aanbesteed: het maken van den onderbouw
voor eene draaibrug over de Nieuwe Vaart met bijkomende
werken en een vaste brug met 3 openingen over het
bezuiden die vaart te maken kanaal te Amsterdam, ten
behoeve van den spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam.
De minste inschrijver was de heer D. R. van Dartelen te
Amsterdam, voor f 107,684.
Beroepen te Akersloot de heer P. Th. Wielandt,
pred. te Wieringerwaard.
Door liet provinciaal bestuur van Noordholland is
jl. Donderdag aanbesteed: het herstellen en verbeteren van
Rijks-zeewerken op het eiland Marken. Daarvoor was
de minste inschrijver de heer B. Beukenkamp, te Wieringen,
voor f 8296.
De eerste regtstreeksche verbinding tusschen Frieslands
westhoek en Noordhollands oosthoek is thans tot stand
gekomen door een stoombootdienst StavorenEnkhuizen,
als onderdeel van de dienst HarlingenKampen. De pas
sagiers naar- en van Amsterdam stappen te Enkhuizen over
op of uit de booten der Zuiderzee- of Harlinger-Maat-
dikwijls stoppen en de vaart vertragen en ontdekte al voortsukke
lende veel meer ondiepten in den Kanaalbodem, dan men verwacht
had, vooral in den aanvang. Eerst ten 6 ure had men gisteren
middag de Noordzeesluizen bereikt, alwaar het vaartuig geschut
werd en rusten bleef tot heden ochtend, ter voortzetting van den
tocht tot in volle zee. De uitslag van het onderzoek was.... de
hoop dat de verschillende ondiepten iu de geul, die de doorvaart
nog bemoeielijken, wel bij tijds zullen uitgebaggerd wezen.
Maar zal daarom met het. reusachtige, ongewoon lange stoom
schip gelukken, wat gelukt is met één enkelen groot spant, met
een mal? Malligheid!
Aan belangstelling ontbreekt het ondertusschen de Kanaalmaat
schappij cn haar werken niet. Zoo deelt men mij nu weder mede,
dat Zijne Keizerlijk-Koninklijke Hoogheid de Kroonprins van
Pruisen met gevolg (schoon incognito) morgen namiddag ten 1 ure
van het VVesterlioofd alhier zal vertrekken om een tochtje te doen
door het Kana.il en den aanleg te bezichtigen, que 1'on voit, zon
der de verzwolgen millioeneu, que 1'on ne voit pasEu dat on
danks de enorme opbrengst der talrijke veilingen van ingepolderde
grondenEen spotvogel wist dezer dagen te vertellen, dat als de
Maatschappij ditmaal weder echec leed, men er toe zou overgaan
om het geheelc Kanaal maar weer aan te plempen en dan daarvan,
een laatste, „onherroepelijk laatste" veiling van ingedijkte gronden
te houden!.... Laat ik u zeggen, dat deze snaak echter geen
aandeelhouder was; niet. eens een achterneefje van zoo'n gelukkige!
Ik steek er een speldje bij.
Dc afgeloopeu weken zijn niet in gebreke gebleven om mijne
kleine onthullingen op het stuk onzer naclitpolitie pardononzer
nachtwachts met tal van verrassende en sterk sprekende inci
denten te illustreeren. Het meest zult ge u voorzeker verwonderd
hebben, mijn vriend, over den dienaar des gerechts, die midden
in den nacht maar eenvoudig naar huis was gegaan en onder de
dekens gekropen, omdat gerechte goden! omdat hij zoo'n
slaap had. 't Is waar, daar konden treuriger motieven voor het
verzuim bestaan en onze vriend was ten minste nog een halven
nacht in dienst geweest. Maar hoevelen zijn er die eenvoudig in
liet geheel niet opkomen, omdat zij te uitgeput zijn of op een
andere manier een paar stuivers meer kunnen verdienen? Economie
politique, mijn waarde; de oude kwestie van vraag en aanbod.
De Amsterdamsche bladen gaan dan ook trouw voort met iederen
avond een laconische maar veelzeggende statistiek mede te deelen
van het aantal wachts, die in den afgeloopeu nacht niet op het
appèl zijn geweest en hoeveel kwartieren dien ten gevolge uren
lang onbewaakt zijn geblevenDoch men schijnt ook hiervan te
moeten zeggen: hoe erger het wordt, hoe beter het gaan zal. Het
is mij althans een genoegen te kunnen constateeren, dat nu wel
haast met ernst en krachtige hand doortastende maatregelen ter
verbetering zullen genomen worden, vooral met het oog op den
naderenden winter. Het cardinale punt, dat bij die verbetering tot
dusver in den weg stond, was een gerezen verschil van opinie
tusschen twee hooge autoriteiten (den Burgemeester en den Hoofd
commissaris van politie) over de meer of mindere voortreffelijkheid
van het reorganisatie-stelsel, waaraan ieder op zich zelf de voorkeur
schappijen. Reeds dadelijk wordt van deze nieuwe dienst
een gretig gebruik gemaaktde veehandel profiteert er het
meest van.
Een jong Duitscher, wonende in de Kal verstraat te
Amsterdam, kwam jl. Donderdag avond van een pleizier-
reisje terug en toonde aan een vriend een door hem medè-
gebragten revolver. Deze manoeuvreerde eenige malen met
het w-apen, met het gevolg, dat het schot afging en de
kogel zijn vriend het hart doorboorde.
De Amst. Crt. verneemt, dat nu reeds voor de inter
nationale bloemen-tentoonstelling, in 1877 te Amsterdam
in liet Paleis voor Volksvlijt te houden, inzendingen uit
Australië bij de commissie zijn ingekomen.
Jl. Woensdag is te Amsterdam door de politie een
ware gruweldaad ontdekt. Op een vlieringkamertje in de
Haarlemmerstraat nl. vond zij in een vunzig hok, waarin
het daglicht nooit doorbreekt, een meisje, ongeveer 14
jaren oud, dat, geheel uitgeteerd, bijna niet ineer op een
menschelijk wezen geleek en naauwelijks eenig verstaan
baar geluid, tenzij gekreun, kon uitbrengen. Op de vragen
der politie, waarom dat kind aldaar opgesloten was, schijnt
de ontaarde stiefmoeder geen bevredigende antwoorden te
hebben gegeven, tengevolge waarvan tegen de ouders
proces-verbaal is opgemaakt. Bij het verhoor verklaarde
de vrouw, dat zij het kind daar had opgesloten, omdat het
teringachtig was, en zij besmetting van de andere kinderen
gevreesd had. De geneesheeren van het Binnengasthuis,
waarheen het meisje is overgebragt, hebben echter de ver
klaring afgelegd, dat het kind noch aan klier-, noch aan
longtering lijdende is, maar dat alleen onthouding van licht,
lucht en het noodige voedsel liet in dien treurige» toestand
hebben gebragt, waarin het helaas thans verkeert.
Volgens geruchten moet het kind reeds twee jaren zijn
opgesloten geweest. Het is te verwonderen, dat zulks
door de voormalige buren niet is ontdekt. Men vermoedt,
dat de mede-bewoners van het perceel in de Haarlemmer
straat, waar dit ongelukkig huisgezin nog slechts twee
maanden woont, deze gruweldaad aan 't licht hebben gebragt.
Men verzekert nog, dat de ouders gisteren morgen in
verzekerde bewaring zijn gesteld;
geeft. In den laatstcu tijd, en zeker aangespoord door de menig
vuldige klachten, die allerwege rijzen, begint er echter tusschen
beide invloedrijke personages eenige meerdere toenadering te komen
over de vraag: of men het plan van onzen Burgervader zal volgen
en het thans fungeerende nachtwacht-corps door loonsverhooging-
en andere maatregelen zal trachten te verbeteren; of dut het denk
beeld van den Hoofdcommissaris zal ten uitvoer gebracht worden,
die al de wachts eenvoudig ontslaan wil en een geheel nieuwen
nachtwakersdienst organiseeren, in den trant van den Ilaagschen.
't Is te hopen, dat men, vóór November daagt, tot een beslissing
komt, want wee ons als we de winternachten weder ingaan onder
de hoede van mannen als Hein Jochems en consorten!
Maar November! De winternachten! Wie denkt eraan? Wij;
rustige burgers, die ons niet het hoofd hebben te breken met.
reorganisatie-plannen, althans niet van der klepperlieden bent, wij
smaken nog volop en met lange teugen de genietingen van den
heerlijken zomer. In de voorste rij van deze genoegens mag ik
met volle vrijmoedigheid de bloemententoonstelling plaatsen, die
29 dezer aan het Buiksloter Tolhuis geopend en den 2den der
volgende maand gesloten wordt! Kent gij den keurigen, goed
aangelegden tuin van het Buiksloter Tolhuis? Wel, het is een
verrukkelijk plekje, aan de overzijde van het IJ, slechts vijf minuten
varen van Amsterdam; een aardig bootje brengt er u ongemerkt'
heen, terwijl ge uw sigaar opsteekt of een blik slaat op de nieuwe
spoorwegwerken in het IJ. Wat heb ik menigmaal, na uren langen
afmattenden arbeid tusschen vier muren, met vrouw en kroost
I verademinggezocht en gevonden ouder dat weelderig geboomte,
waar Goddank nooit een kurzaal of eeu speelbank zal verrijzen en
waar alweer Goddank slechts nu en dan een „mopje muziek"
j geblazen en gestreken wordt. Dingsdagmiddag ben ik eens een
1 kijkje gaan nemen hoe men er de zaken voor de expositie had
aangepakt, en ik kan niet anders getuigen dan dat alles er toen
reeds uitnemend en flink uitzag. Wat men reeds ontving, was
keurig en smaakvol gerangschikt en beloofde iets goeds voor het
geheel. Ik geloof dan ook, amice, dat ge, bij gelegenheid hier
toevend, u een tochtje over het IJ niet zult beklagen; mij dunkt:
1 straks stroomen de bezoekers van heinde en ver er heen. Met
een andere tentoonstelling, binnen de stad, die van Amsterdamsche
Oudheden, is dat evenwel lang niet het geval; er zijn dagen,
vooral des Donderdags als de entree f l bedraagt, dat de kijkers
bij tientallen kunnen geteld worden. Voorzeker hebben de warme
dagen en de meer landelijke genoegens hieraan grootelijks schuld;
maar de algemecne klacht is toch dat er te veel te zien is en het
onmogelijk is, zelfs op een geheelen dag, aan alles ook maar een
vluchtigen blik te wijden. Hopen we intusschen dat deze belangrijke
expositie, dit tastbare geschiedverhaal van drie eeuwen her, het
hare zal toebrengen om de gebruikelijke uitspan- of -spattingen
te vervangen, die iu de aanstaande „kermisweck" zonder kermis
voor de eerste maal hier gemist zullen worden. Beter ekwivalent
verwacht ik intusschen van de in dien tijd te houden feesten bij
gelegenheid van het 25jarig bestaan onzer liedertafel Amstels
Mannenkoor, welke feesten zoo aangelegd zullen worden dat zij
aan allen, zoowel aan den fijn beschaafde als aan den minder