De Staatscourant bevat een staat van afkoop van tienden, waarvan de acten zijn overgeschreven in de open bare registers gedurende 1875. Sommige der daarin ver melde kadastrale perceelen waren slechts voor een gedeelte tiendbaar. De gezamenlijke oppervlakte, volgens de acte of wel volgens het kadaster, bedraagt voor de vermelde perceelen (want van velen is de grootte oningevuld) 9839 hectaren 84 aren 20 centiaren. De afkoopprijzen, in de acte vermeld, beliepen een gezamenlijk bedrag van f 1,375,525.82|. De Staatscourant van gisteren bevat het koninklijk besluit betrekkelijk het gebruik van telegramzegels. De invoering dezer telegramzegels, die dienen moeten ter fran kering van binnenlandsche telegrammen en voor buiten- landsche binnen Europa, heeft plaats op 1 Jan. 1877. Zij zullen bij alle telegraafkantoren of, zoo dit noodig wordt geacht, ook op andere plaatsen verkrijgbaar zijn in ver schillende prijzen, als van 121, I5s 20, 30, 50 en 60 cent, benevens van een en twee gulden. De telegramzegels voor de verschillende geldswaarden zijn zeshoekig, worden afge drukt in één kleur en zijn dus alleen onderscheiden door het waardecijfer. De guldens worden in rood, de centen in zwart gedrukt. Voor de borgstellingen worden zij echter niet in betaling aangenomen. Een maatregel, die vooral in groote gemeenten zeer zal voldoen, is dat of telegram bussen zullen geplaatst worden, óf dat de gefrankeerde telegrammen in de brievenbussen mogen geworpen worden, terwijl men ze ook kan medegeven aan de telegrambestellers, die zich in de uitoefening van hunne functiën op den weg bevinden. Het [publiek lette echter wel op dat frankering van telegrammen met postzegels niet is geoorloofd. De onweêrsbuijen, die in het begin dezer week op verschillende plaatsen in ons land een verkwikkenden regen bragten, hebben echter ook schade aangerigt. Zoo is de bliksem ingeslagen o. a. te Nieuw-Stadskanaal in den kerk toren der Herv. gemeente, evenwel zonder brand te ver oorzaken; te Winterswijk in eene boerenwoning, waar de brand gelukkig door den regen gebluscht werd. Uit goede bron verneemt de Standaard, dat het Christelijk publiek welhaast in de gelegenheid gesteld zal worden om de nagedachtenis van den heer Groen van Prinsterer in zegenend aandenken te doen houden. Immers, is dat blad goed onderrigt, waaraan het niet twijfelt, dan zal binnen kort door de commissie, waarvan in dat blad reeds de namen der leden bekend gemaakt werden, als benoemd door de hoofdcommissie der Vereeniging van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, ter voldoening aan het mandaat, op de algemeene vergadering van 8 Junijjl. haar verstrekt, om een «fonds te stichten tot opleiding van onderwijzers voor onze Christelijke scholen,» de betreffende circulaire aan belanghebbenden verzonden worden. In de jl. Donderdag te Texel gehouden zitting van den gemeenteraad waren afwezig de heeren Westenberg, K. Dz. Bakker, S. Keijser Sz., P. Langeveld, D. Bruijn, J. Tijs Zijm, P. R. Mentz en Jb. Vlaming, de twee eersten met kennisgeving. De voorzitter verklaarde dat, aangezien slechts vijf leden tegenwoordig waren, volgens art. 48 der gemeentewet, geene vergadering kon gehouden worden, en verdaagde de zitting tot Dingsdag den 29 dezer, des morgens 10 ure. Gisteren morgen is te Texel een treurig ongeval gebeurd. Bij de oefening namelijk met de reddingboot aan de Koog, die bemand was met tien personen en Pieter de Waard van het Oude Schild als bootsman, sloeg de boot, door een hevige grondzee overvallen, omver, en vielen allen in zee. Gelukkig hadden al de opvarenden, behalve P. de Waard, een scaphander aan en werden zij, zij het dan ook met moeite, gered. P. de W., die niet van zulk een voortreffelijk reddingsmiddel was voorzien, verdronk; hij was een algemeen bemind persoon en huisvader. Aan de op den 22 dezer te Schagerbrug gehouden harddraverij werd deelgenomen door 16 paarden. De prijs werd behaald door het paard «Teba» van den heer Am. de Wit, en de premie door het paard «de Goes» van den heer St. de Wit. De bom van den heer J. Conijn, te Egmond aan Zee, is eergisteren in den vroegen ochtend in de branding omgeslagen. Drie der schepelingen zijn daarbij omgekomen. De schipper J. Zwart is als door een wonder behouden gebleven; hij werd door de golven heen en weder geworpen, doch had het geluk een der gaten van de bom te grijpen. De reddingsboot was spoedig ter plaatse, maar naauwelijks was zij in zee, of zij sloeg vol water. De redders moesten elke verdere poging staken en naar wal terugkeeren. Later sloeg de bom over de bank en terstond werden nu met levensgevaar pogingen aangewend den schipper te redden. Tot aan de lippen stonden de mannen in het water, worstelende tegen de golveneindelijk hadden zij het geluk den man te grijpen en aan wal te brengen. Men schrijft uit Sloten, dd. 24 dezer: «De oogst is binnen en over de opbrengst is men tevreden. Men rekent dien van het winterkoren gemiddeld op 30 hectoliter de hectare. Het stroo is duur en wordt verkocht tegen f 32 a 34 per 1000 KG. Het gebrande land wacht op water. Minder gunstig is het met de gras gewassen; verscheidene landbouwers hebben het vee in de weiden moeten jagen, die bestemd waren om nahooi te winnen. Yan de late snede zal, indien niet spoedig regen valt, niets teregt komen.» De helmbrand in de duinen bij Zandvoort heeft eene uitgestrektheid van ruim 20 bunders helm vernield. Overigens is geen schade veroorzaakt. Uit Velsen wordt van jl. Donderdag aan de N. Rott. Crt. gemeld: «Heden ochtend ten 7 u. 30 m. derailleerden, juist op de kruispunten van den Hollandschen spoorweg en den spoorweg van de havenwerken twee wagens, beladen met 20tons betonblokken, door het breken van de as. Hierdoor ontstond een oponthoud voor den Hollandschen trein van ruim een uur, zoodat de latere treinen thans van het zijspoor gebruik maken.» Op de veetentoonstelling, jl. Woensdag te Woerden gehouden, heeft de heer G. de Wit, te Zijpe, den lsten en 2den prijs bekomen voor het vetste en beste kalf. Aan de acte van beschuldiging tegen Hendex*ikus Snijders, van Nieuw-Dordrecht, gem. Emmen, ontleent het D. v. Zh. het volgende: «Den 28 April 11. trok het des morgens de aandacht van eenige buren, dat de blinden der woning van de wed. Beuker niet werden geopend. Men klopte eens aan het raam, nog eens, riep Geesje! maar kreeg geen antwoord. Daarentegen hoorde men van binnenshuis wel een steunend geluid, waarom men wilde onderzoeken, wat er aan scheelde. De gewone buitendeur was gesloten, maar, tegen de ge woonte der weduwe in, was de deur van het schapenhok niet op den haak; zoo kon men binnenkomen en vandaar over den deel in de woonkamer. Daar zagen zij de weduwe op de regterzijde op den grond liggen, gekleed in een zwarten rok, de hals en beeuen bloot en het hoofd onge dekt. Zij lag bij de tafel tusschen de beide ramen en hield haar handen krampachtig om een der pooten van de tafel geklemd. Op den grond lagen verspreid een bonte muts, waarin een witte muts, twee doeken, die naar jenever riekten en een paar kousen. Eene flesch met nog een weinig jenever er in stond op den grond en twee glaasjes op de tafel. Alles was in wanorde; de eene tafel stond scheef en het scheen wel, te oordeelen naar de indruksels in het zand op den vloer, dat de weduwe langs den grond was gesleurd. Het bed lag opgeslagen, zoodat dit vermoeden deed, dat de weduwe eerst te bed gelegen had en later opgestaan was. Men legde haar te bed en eerst toen zag men, dat haar eene oog blaauw en gezwollen was, dat beide wangen er ook blaauw uitzagen en onder den mond en aan de lippen zich bloed bevond. Spoedig kwamen hare zusters, twee zoons, twee schoondochters, enz. Zij herkende allen, beurde zich wat op en reikte haar eenen zoon nog de hand, maar kon niet spreken. Later op den dag kwam de spraak langzamerhand terug en zeide zij«Riekes Snijders, smoo-, smooren,» daarbij haar hand aan de keel brengende. Op een nadere vraag, of zij had kunnen zien dat het Snijders was, gaf de weduwe nog te kennen, dat zij hem aan de stem herkend had. Door hare betrekkingen was inmiddels het kabinet na gezocht, maar nergens werd eenig geld gevondenhet geldzakje, dat ze gewoonlijk gebruikte en waaruit zij nog den 27 April aan iemand f 21.50 had betaald, was ver dwenen, slechts 6 of 7 centen lagen in de tapkast. Uit hare verdere mededeelingen in den loop van den dag aan hare betrekkingen en aan den burgemeester, die 's avonds circa 7 ure bij haar kwam, bleek, dat besch. 's avonds nog bij haar geweest was en verteld had, dat een zijner kinderen ziek was. Hij was daarop 's nachts circa 12 ure teruggekomen en had aan het raam geklopt, roepende: «Geesjesnevi, Geesjesnevi! ik wou graag dat gij opstondt,» op welk geroep de weduwe zich in haar bed had opgerigt. Spoedig daarna kwam besch. aan de binnendeur en zeide, dat zijn kind slimmer werd, waarom hij gaarne wat jene ver wilde hebben. Zij stond toen op en deed hem de deur open, waarop hij haar bij den hals gegrepen, op den grond geworpen en geschopt had, waarna zij bewusteloos was geworden en niet wist hoe het verder gegaan was. Tegen een ander heeft zij nog gezegd, dat Snijders, op haar liggende, haar had geworgd. Het bezoek van den burgemeester en het spreken met dezen schijnt haar zeer vermoeid te hebben, want toen daarna, circa 8 ure 's avonds, de doctor kwam, vond deze haar in bewusteloozen toestand, met een kleine zwakke pols. Later is zij weder bijgekomen en heeft nog het een en ander gesproken, maar een paar uren voor haar overlijden werd zij vreeselijk benaauwd. Daarna is zij langzamerhand en zachtkens uitgegaan. Uit de uitwendige en inwendige schouwing door de geneesheeren blijkt, dat zij onderscheidene meer of min ernstige kneuzingen en verwondingen had, welke laatste echter niet veroorzaakt zijn door een scherp of snijdend werktuig. Ook waren de inwendige gewrichtsbanden van de regterheup in minder of meerder mate verbroken, terwijl het nekgewricht tusschen den eersten en tweeden nekwervel zoodanig ontwricht en uit zijne verbinding losgerukt was, dat de inwendige gemeenschap verbroken was. Hunne oordeelkundige conclusie was, dat de oorzaak van den dood is: uitwendig geweld, vermoedelijk hierin bestaan hebbende, dat de dader de verslagene een slag tegen het hoofd heeft gegeven, vervolgens op haar is gaan liggen, haar met duim en vingers den hals toegedraaid en daarbij het hoofd achterover of gedraaid heeft. De indruksels der nagels van duim en vinger zijn op het lijk aanwezig gevonden. Henderikus Snijders werd den 28 April dadelijk aangehouden en naar Assen overgebragt, waar hij op bevel van den regter—commissaris gevangen gezet werd. Aanvankelijk ontkende hij alles; maar toen hem later de geheele toedragt der zaak, gelijk die uit de wed. Beuker bekend was geworden, voorgehouden en het zakje met geld, dat door den regter-commissaris ontdekt was in een hoop kaf in een hoek van den zolder boven het woonvertrek van besch., vertoond was, toen kwam hij tot bekentenis. Hij was bijna een half uur met de wed. aan het Avorstelen geweest, en toen hij meende, dat zij niet meer bij zou komen, had hij de lamp opgestoken en de diefstal gepleegd. Hij was reeds een veertien dagen te voren op diefstal bedacht geweest, omdat hij eenig geld noodig had tot betaling van schulden, waarom hij gemaand werd, en meende f 60 bij de weduwe te zullen vinden.» Omtrent den toast van jhr. Mock, bevat het U. D. de volgende regelen van prof. Vreede: «Ik heb mij gehaast, mijne instemming met die edele vaderlandsche taal, aan den spreker schriftelijk te betuigen. En, niet gewoon onder vier oogen of in brieven anders dan in het openbaar te handelen, verklaar ik nu van deze en gene zijde den waarheidslievenden grijsaard naamloos onaangenaamheden worden toegevoegd, zijne hartelijke en hartige woorden alleszins te beamen. Mogt zijne waar schuwing onverhoopt in den wind worden geslagen, zoo zou ten laatste in plaats van aan den gullen disch van kame raden in 's lands vertegenwoordiging een veel beden kelijker toespraak tot den Prins gerigt moeten worden.» Ten einde in de behoefte aan voeder van het melkvee te voorzien, worden te Utrecht evenals dit des winters ge schiedt aardappelschillen gegeven; de klagt is algemeen, dat het inelkgeven tengevolge van de slechte voeding zeer weinig en de melk zeer schraal is. Door de afdeeling «de Hoeksche Waard» der Holl. Maatschappij van Landbouw is een getuigschrift, vergezeld van een geldelijke gratificatie, uitgereikt voor trouw, eer lijkheid en bekwaamheid aan de arbeiders: A. Nieuwschepen, te Heinenoord, K. Bijl, te Goudswaard en D. de Koning, te Oud-Beijerland, die respectivelijk 56, 50 en 40 jaren achtereen op een boerderij zijn werkzaam geweest. Jl. Donderdag morgen is gevankelijk van Tilburg naar 's Bosch getransporteerd de persoon van N. van den Berg (te 's Bosch woonachtig), als vermoedelijke stichter van vier branden, in den nacht van den 23 dezer te Til burg ontstaan. Naar het schijnt breiden de zoogenaamde loterijen, die ten doel hebben de mingegoeden van huisraad te voorzien tegen een geringen wekelijkschen inleg, hunnen werkkring uit. De politie te Asten heeft ten minste aan leiding gevonden een onderzoek in te stellen naar de faits ct gestes in die streken van een te Rotterdam gevestigde zoogenaamde loterij-firma. Sedert de laatste acht dagen is de prijs van het handelshooi te Oapelle (Langstraatf 3 a 4 per 1000 KG. gestegen, zoodat het verkochte f 44 opbragt. Die afleve ringen geschieden echter nog steeds aan het Oude Maasje, want uit de schuren kan men tot dien prijs niet koopen. Het kalfvee is ook iets williger; de Belgische kooplieden vertoonen zich meer en nemen de beste kwaliteit tot ver hoogde prijzen weg. Wegens den geringen voorraad van gras, zijn de veehouders zeer geneigd tot verkoopen, indien de prijs hun maar eenigszins lijkt. Te Haren is door den veearts de Jong de proef genomen om zieke varkens te enten. Men had zoodoende in 48 uren herstelling. Mogt die bijzondere en eenvoudige wijze van genezing meer gelukken, dan zou dit van groot belang zijn. Jl. Dingsdag avond keerde een blinde man, verge zeld van zijn zoon, van de kermis te Empel, waar hij voor de dansende jeugd op de viool gespeeld had, huis waarts. Even voor 's Bosch glijdt de zoon van den dijk; de vader, aan de hand meegetrokken, viel over zijn zoon en brak den nek. In de jl. Donderdag te Middelburg gehouden ver gadering van de Juristen-Vereeniging is, na langdurige discussie, beslist, dat regenten en regentessen van gestichten, ook die welke kinderverpleging buitenshuis bedoelen, voogdij- regten moeten hebben. Verworpen werd het voorstel om de ouderlijke magt te doen ophouden bij ontbinding van het huwelijk. Uit Vlissingen meldt men dd. 25 dezer: «Aan boord van het Belgische stoomschip C. F. Funch, van New-York met stukgoed naar Antwerpen, alhier binnen, is gisteren avond ten 10 ure brand ontstaan, met het gevolg dat genoemden bodem bijna geheel is uitgebrand. De Kamer van Koophandel te Vlissingen is niet bereid mede te werken tot het buiten omloop brengen van Belgische centimes, zoolang de regering niet zorgt voor een genoegzaam aantal centen. Het is nog niet lang geleden, dat de justitie zich van Arnhem naar het naburige Zevenaar begaf om het lijk van de vóór omstreeks 2 jaar aldaar overleden echtgenoote van den kastelein Thuis op te graven wegens vermoeden van vergiftiging, tengevolge waarvan gemelde Thuis, als verdacht van die misdaad, in hechtenis werd genomen. De groote hoeveelheid arsenicum, uit de chemisch onderzochte deelen van het lijk der vrouw te voorschijn gebragt, heeft het gepleegde misdrijf onwederlegbaar aangetoond en dienten gevolge zal de echtgenoot, ondanks zijn halsstarrig ontkennen, binnenkort voor den strafregter verschijnen. De groote jaarlijksche veemarkt te Steenwijk (Bouw markt genaamd), bij gelegenheid der kermis (een der be langrijkste markten uit den omtrek), was jl. Dingsdag ruim voorzien van runderen; ofschoon de handel niet geanimeerd kon heeten, wegens het groot gebrek in die streken aan weide. De prijzen van het verhandelde waren als volgt: vette koeijen 63 d 64 c. per KG.; kalfkoeijen f70 a 205; melkkoeijen f 60 a 180; gustekoeijen f 50 a 225; vaarzen f 40 a 280; pinken f 25 a 90; kalveren f 15 a 35; stieren f 50 a 65; vette varkens 60 a 68 c. per KG.; magere varkens f 31 a 58; biggen f 10 a 17; Friesche schapen f 12 a 18; Drentsche schapen f7 a 11; geiten f 5 a 8. Men meldt uit Arum dd. 23 dezer: «Op jammerlijke wijze kwamen hier gisteren avond laat een jongeling van 19 en een knaapje van 11 jaren om het leven. Met den wagen naar de kermis te Bolsward geweest zijnde, waren zij bijna weer te huis, toen de wagen in 't water geraakte en zij verdronken. De moeder van den eerstgenoemde had het rijtuig even te voren verlaten, om een hek te openen; de vader wist zich uit het water te redden.» Een paar maanden geleden werd door den heer Blaauw te Zuidbroek in de Gron. Crt. een middel aan de hand gedaan om de aardvloo van de jonge kool- en klaverplantjes te weren, bestaande in het bestrooijen van den grond met zaagsel van greenen hout. Aangezien nu, schrijft Practicus in de Landb. Crt., de houtzaagmolens, alwaar men wel is waar over 't algemeen zaagsel van greenen hout in vol doende hoeveelheik zal kunnen bekomen, niet in ieders bereik zijn, en sommigen zich groote onkosten zouden moeten getroosten om zulks te verkrijgen, geef ik hierbij een middel, hetwelk zeer zeker door een ieder om niet te verkrijgen is, en mij proefondervindelijk gebleken is een zeer doel treffend middel te zijn, ik bedoel de eendenkroos.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2