Brieven uit de Hoofdstad. Door de bemoeijingen van den districts-sclioolopziener zijn in de gemeenten Sehagen, Wieringerwaard en Winkel opleidingsklassen opgerigt en de directie daarvan toevertrouwd aan de hoofdonderwijzers Slangen, Visscher en Bergman. Bij het gemeentebestuur van Zaandam is het officiële berigt ingekomen, dat door den minister het plan is goed gekeurd voor de spoorlijn Purmerend—Zaandam-Amsterdam; de aansluiting zal plaats hebben te Zaandam, waar dan ook de Zaan zal worden overbrugd, en niet te Wormerveer, zooals men vroeger wel eens vermoed had. (Vad.) Te Zaandam is het ook kermis geweest en heeft men regt veel genot gehad. Een der kermisgangers, die verklaard had eens wat vroeger naar bed te willen gaan om uit te rusten van het feestvieren in de vorige dagen, had, om toch niet van de flesch te scheiden, deze medegenomen naar zijn bed. Den volgenden morgen werd de doctor geroepen, maar hij vond slechts een lijk, dat in den eenen arm nog de bijna geheel ledige flesch omklemd hield. Ons is een aardige bijzonderheid betreffende het bezoek, jl. Vrijdag door den Scheik uit Algiers aan Natura Artis Magistra gebragt, ter oore gekomen. Toen namelijk de vorstelijke Arabier aan den ingang werd ontvangen door twee heeren commissarissen, rolde hij tusschen zijn vingers een cigarette, stak ze aan, deed een trek, en over handigde ze daarna aan een aer gastheeren, die, niet wetende wat die gift beduidde, den tolk om opheldering vroeg. Dat is de grootste eer, dis u door den Scheik kan worden bewezen, antwoordde de tolk, gij moet die cigarette oprooken. De uitdrukking op het gelaat van den vereerden commissaris moet bij die mededeeling hoogst dubbelzinnig zijn geweest. (Amst. Crt.) - Te Zand voort is jl. Vrijdag feestelijk het 25jarig pastoorschap van den heer Z. L. TAma gevierd; de burge meester met den Raad bood hem zijne felicitatie aanvele stoffelijke bewijzen van belangstelling mogt hij ontvangen. Naar de N. R. Crt. verneemt, is aan de firma Christie, Nolet en de Kuvper, te Delfshaven, de vervaardiging opge dragen van 3 stoomkanonneerbooten groot model, genaamd "Wodan, Thor en Freya, bestemd tot het voeren van achter- laadgeschut a 28 centimeter en ten dienste der Kon. Ned. Marine. De arrondissements-regtbank te Rotterdam veroordeelde indertijd zekeren W. S. de B., directeur van een dier beruchte vereenigingen tot uitdeeling van meubelen, enz., tot eene boete van f 300. In hooger beroep heeft het hof te 's Hage de straf verminderd tot f 100. De N. R. Crt. herdacht in een hoofdartikel de invoe ring van de eerste regtstreeksche verkiezingen op Dingsdag den 9 September 1851, waarmede de nieuwe gemeentewet feitelijk werd in werking gesteld. De herinnering aan deze gewigtige gebeurtenis is niet overbodig. «Het is, zegt dit blad, een menschelijk zwak, dat het goede, dat wij hebben, ons zoo eenvoudig en natuurlijk schijnt, alsof wij het nooit anders gekend hadden en alsof wij het nooit weder verliezen konden. En van niets is dit meer waar dan van het goede, dat wij te danken hebben aan de gemeentewet. Wat zij ons gaf was zoo volkomen in over eenstemming met hetgeen wij wenschten en noodig hadden, dat wij aan den nieuwen toestand, dien zij schiep, in korten X. De Reis naar de Maan. 10 September. Amice Zooals ik u reeds in mijn vorigen brief met een enkel woord heb medegedeeld, zou gisteren avond in het Theater Frascali van de heeren Prot en Kisteraaker de eerste opvoering plaats hebben van het toover-zangspel De Reis naar de Maan. een stuk dat te Parijs in het Theatre de la Gaieté en te Londen in liet Alhambra met den grootsten bijval door het publiek is ontvangen. Ik heb de voorstelling gisteren avond van liet begin tot het einde bijgewoond en voldoe thans aan mijn belofte om er u liet een en ander van te vertellen. Evenals De Reis om de Wereld in 80 dagen is ook deze Reis naar de Maan ontleend aan een der geestige romans van den Pranschen schrijver Jules Venie, die er zoo uitmuntend slag van heeft om op een alleraangenaamste, prettige wijze zijn lezers bezig te houden over allerlei wetenschappelijke dingen. Nooit zijn geographie en physica in boeijeuder vorm gedoceerd dan Verne dat weet te doen. In het tooneelstuk De Reis om de Wereld, met den wel bekenden olifant, viudt men dan ook wetenschappelijke tendenz uit Verne's boeken nog meermalen terug, doch in De Reis naar de Maan, zooals die thans in Frascali wordt opgevoerd, is daarvan bijna geheel afgeweken en heeft men alleen den titel en de hoofd gedachte de reis door het luchtruim per kanonskogel behouden. Het eerste tafereel, dat al dadelijk door de keurige decoratiën, en de rijke, schitterende costumes de aandacht trekt, verplaatst den toeschouwer in het Itijk van zekeren Koniug Vlan, een vorst die zijn taak al bijster gemakkelijk opvat. In een paar aardige cou pletten vertelt hij eeu keer of wat dat hij Koning Vlan heet, dat iedereen bang voor hem is, maar dat hij in een vroolijke stemming verkeert door de verwachte terugkomst van zijn zoon Caprice, die een reis heeft gedaan door alle bekende en onbekende deelen van de wereld, om wat levenswijsheid en menschenkennis op te doen. Koning Vlan, dansend en springend en omringd door zijn onder danen, die telkens verschrikt terugdeinzen voor het rammelen van zijn sabel en het kletteren van zijne göfreldige sporen, maakt zich gereed zijn zoon te verwelkomen, doch deelt vooraf aan zijn Hof- geleerde en Eersten Minister Microscoop mede, dat hij het Konings baantje moê is en besloten heeft om aan Caprice, die nu oud eu wijs genoeg is, de teugels van het bewind over te geven. Zoodra deze jonge heer onder gejuich van het volk in het vaderland terug keert, wordt hem dan ook het besluit van papa Vlan officieel medegedeeld, doch Prins Caprice wil er volstrekt niet vau hooren, wijst de kroon van de hand en wil weer op reis. Maar waarheen Hij is letterlijk overal geweest; doch eensklaps ziet hij in een naburige vijver de maan in het water schijnen eu dit wekt nu onmiddelijk de vurige begeerte bij hem op om eens een tochtje //naar de Maan" te doen, een denkbeeld dat natuurlijk meteen aanleiding geeft tot allerlei grappige toespelingen op de hnancieele rampen van onzen tijdook bij Koning Vlans mededeeling omtrent zijn abdicatie ontbreekt het niet aan opmerkingen omtrent onze politieke toestanden. Ondertusschcn beraadslagen de Koning eu zijn Minister hoe Caprice op de Maan zal komen, doch geen van tijd gewend zijn geworden, en thans, na vijf—en-twintig jaren, naauwelijks meer weten, dat hetvroegerzoo geheel anders was.» De in aanbouw zijnde ram-monitor Luipaard, op de werf der Nederl. stoombootmaatschappij te Fijenoord, zal den 14 Sept. a. s. te water gelaten worden. Het zendingsfeest der Evang. Broedergemeente te Zeist, heeft a.s. Woensdag plaats. De bijeenkomst wordt geopend des morg. om 10 uur; feestredenaar (Duitsch) de heer F.W. Kühn uit Bertelsdorf, president der zending in Zuid-Afrika, en verder mededeeling van brieven uit Suriname en Zuid- Afrika; ten 31 ure is er liefdemaal met psalmgezang en toespraken van verscheidene feestgenootendes avonds om 7 uur slotrede (Hollandsch) door professor Yaleton uit Groningen. Jl. Vrijdag is te Zwolle voor rekening van den Staat aanbesteed: het bouwen eener nieuwe schutsluis met bijbe- hoorende werken te Zwartsluis. Minste inschrijver de firma Jansen, Hollander en den Boester, te Utrecht, ad f265,000. De verschillende ijsvereenigingen in het noorden des lands hebben in een te Leeuwarden gehouden bijeenkomst een Noorder-IJsvereenigingbond gesticht, en daarvoor een voorloopig reglement vastgesteld. Tot voorzitter is gekozen de heer de Ruiter Wz., te Sneek, en tot penningmeester de heer de Blocq van Scheltinga, te Heerenveen. In het rapport aan president Burgers betreffende de inneming van Mathebiskop komt o. a. het volgende voor: Op Dingsdag den 4 Julij jl. was het kommando: op reis naar den KopToen de dag aanbrak, stonden de komman danten Leurier en Nell op de aangewezen plaatsen en be gonnen de kanonnen hun gebulder op de westelijke zijden van de vesting. Tegen 9 ure hadden wij reeds een derde deel van den Kop en tegen den avond nog een weinig meer. De dappere Lewies, met Roos en Henning Pretorius, bleef die punten den ganschen nacht behouden, niettegen staande zij blootstonden aan een onophoudelijk vuur. Den volgenden morgen was de helft genomen. Maar toen werd de zaak hagchelijk, en ware het niet om den heldenmoed van genoemde officieren en hun manschappen, kon ik op geen goed einde rekenen. Voor zulke standvastigheid en moei bleek de vijand niet bestand te zijn. Langzaam, doch zeker werd de vlag telkens verder op de rotsen ge plaatst, totdat men eindelijk den morgen van den derden dag alles had ingenomen, na een roemvollen strijd van 48 uren. Er waren lafaards gelijk bij elk leger; maar over het geheel hebben onze burgers gevochten met een heldenmoed, die niet te overtreffen is. Spreekt men van de groote sterke vestingen in Europa, zij zijn er niets bij. Een Engelsche kolonel, die dc plaats onmiddellijk na den slag heeft bezien, verklaarde nooit zulk een sterke plaats gezien te hebben. Van alle kanten, ter zijde, van beneden, staat men bloot aan het vuur. liet is nu zeker, dat Secocoeni op deze vesting heeft gerekend. Verscheidene nieuwe schansen waren er bijgebouwd. Zooveel is echter zeker, dat wij het Gibraltar van den vijand hebben overmeesterd. De plaats is nu ook zoo gedoopt. Ik heb geen woorden genoeg om de dapper heid van onze burgers te beschrijven. Ik vrees nu geen vesting van den vijand meer. Plet leger is in uitmuntende stemming. Wij hebben in het kamp 1100 blanke strijders beiden weten ze er raad op, evenmin als de geleerden op //liet sterrekundig observatorium" die de zaak voor onmogelijk houden. Gelukkig herinnert Minister Microscoop zich, dat hij een kanon heeft laten gieten voor de tentoonstelling te Philadelphia, dat precies een kogel tot op de Maan kan schieten. Daarmee besluit men de reis te doenKoning "Vlan, Caprice en Microscoop. De verschijning van dat reuzen-kanon werd door het publiek met luid gejuich begroet, het maakte furore. Onze drie reizigers stappen er in, het valluik gaat dicht, één schot.. en de verbijsterde onderdanen van Koning Ylan wijzen elkander een oogenblik later reeds den kogel aan, die het luchtruim doorklieft. Het tweede bedrijf opent met de maanschijf een keurig proefje van optische verlichting die langzaam verdwijnt en door een Maanlandschap vervangen wordt. De bewoners, allen in het wit, zien met angst de nadering van den vrceselijken kogel, die eindelijk met donderend geraas door het dak van eeu huis heen op de Maan valt. De drie aardbewoners worden dadelijk als booswichten gepakt en voor den Maankoning Kosmos en zijn Minister Cactus gebracht, die zeer vertoornd zijn over dit binnen dringen van het Rijk en hen ter dood veroordeelen. Gelukkig slagen de gemalin van Koning Kosmos en de Prinses Fantasia door hare smeekingen er in, de gevangenen in vrijheid te doen stellen, die thans verhalen welke aanzienlijke personages zij zijn en bij den Maan-koning ten eten worden gevraagd. Men zal maar dadelijk naar het paleis en aan tafel gaan. Koning Kosmos gelast dat zijn /equipage" zal voorkomen, en.... de drommedaris, de wezenlijke //levendige" drommedaris maakte zijn entree op de planken. De tooneelen op de Maan waren smaakvol en rijk gemonteerd, wat de toeschouwers zeer bleken te waardeeren, doch toen het dubbel gebochelde dier, voor het voetlicht verscheen, ging er één lange, geweldige juichkreet door de zaal. De kolossale viervoeter kende zijn rol uitmuntend, knielde op bevel van zijn geleider gedwee op den grond, zoodat Koning Kosmos op zijn rug kon stijgen, en marcheerde eenige malen met den optogt het tooneel rond. Het gordijn viel, doch de drommedaris werd teruggeroepen. Nog cén omgang en het tweede bedrijf was afgeloopen en volkomen naar weusch geslaagd. Ondertusschcn is Prins Caprice smoorlijk verliefd geworden op Prinses Fantasia, wat hij haar dan ook in dc vurigste bewoordingen aan het verstand brengt, maar zonder dat zij hem begrijpt, daar zij niet weet wat liefde is. Koning Vlan vraagt echter aan Kosmos de hand van diens dochter voor zijn zoon, doch verneemt toen, dat liefde op de maan met den dood gestraft wordt. Caprice weet evenwel Fantasia een appel te doen eten, die haar een geheel ander wezen maakt: zij beantwoordt zijne liefde en de gelieven zweren elkander eeuwige trouw. Zoodra Kosmos dit hoort, wordt hij woe dend op de aardbewoners, laat Fantasia opsluiten en later, omdat hare kwaal van „verliefdheid" door de doctoren voor ongeneeslijk wordt verklaard, op de openbare markt bij opbod verkoopen. Het tooneel van de Vrouwenmarkt behoort onder de schilder- achtigsten van het geheele stuk en werd met groot entrain gespeeld. Allerlei grappige incidenten hebben daarbij plaats; Caprice heeft Microscoop commissie gegeven op Fantasia, doch de aardsche Minister blijft te lang in de herberg, zoodat de schoone dochter van Koning Kosmos gekocht wordt voor ik geloof 10,000 maan koppen door zekeren „PriDS-die-passeert", een Don Juan van hel eerste water. Terwijl deze met haar op weg is, ontmoet zij Caprice en 5 i 600 Kaffers, behalve nog 500 bedienden, bij de 300 wagens en 4 a 500 ossen en paarden. Volgens berigten uit Nieuw-Caledonië is de marine- infanterie-kapitein Mairet door de inboorlingen gevangen genomen, gedood enbij een feestmaaltijd opgegeten geworden. Als middel tegen wratten wordt in de Huisvr. het volgende aanbevolen, 's Avonds voor het naar bed gaan een week lang zich de wratten met een stukje wit krijt behoorlijk in te wrijven; na korten tijd zullen zij allen verdwenen zijn. Berigten uit Atsjin. Aan een particulier schrijven uit Kotta Radja, van den 2 Julij, ontleent de Zutph. Courant het volgende: «We zijn hier nu in den regentijd. De operatiën zullen eerst na 't einde daarvan, dus tegen December, hervat kunnen worden. !t Is nu zaak te zorgen dat de troepen in onze hoofdvesting Kotta Radja op permanente wijze gelo geerd worden, en dat wel zoo spoedig mogelijk. Wat er staat is bijna geheel van bamboe en deze begint zeer slecht te worden. Zoo spoedig de werkkrachten dit toelaten, wor den houten gebouwen gezet. De woning van den generaal is gereed en eenige hoofdofficierswoningen zijn weldra af gewerkt. Een blok voor 10 luitenants, waarvan ieder ééne kamer en verder telkens vier heeren één gemeenschappelijk vertrek hebben, is mede in gereedheid. Morgen zal met den bouw van een blok kapiteinswoningen een begin worden gemaakt, en daarmede hoopt men in een paar maanden gereed te zijn. In de nabijheid van Oleh-leh moet eene spoorwegbrug gebouwd worden over eene lagune. Is deze in gereedheid, dan moet nog een eind spoorweg van ongeveer twee KM. tot aan 't zeehoofd worden vervaardigd. Voorloopig is aan de overzijde der lagune een hulpstation gebouwd, vanwaar men in ongeveer tien minuten tot op eenige honderden meter afstand van den Kraton stoomt. Wanneer men deze later zal bereikt hebben, wordt de weg in zuidelijke rigting, naar Longbattah en verder naar Paggar Ajer verlengd. De gezondheidstoestand is voor 't tegenwoordige vrij vol doende, 't is trouwens de gezonde tijd; de warmte variëert van 87 tot 90 graden Fahrenheit; in den droogen tijd is 't veel warmer. Op de posten hoort men bij dag en nacht herhaaldelijk vuren. Ernstige aanvallen daarop durft de vijand echter niet te ondernemen. Waar de posten wat ver van elkander liggen, blijft de gemeenschap voor kleine patrouilles gevaarlijk, 't Is dan ook in den laatsten tijd nog al eens gebeurd, dat er eene geheel of gedeeltelijk werd afgemaakt. Aan eene betere aaneensluiting der linie valt in dit jaar getijde niet te denken, 't terrein is overal te drassig om te ageeren.» Nopens Atsjin en onderhoorigheden wordt in het kolo niaal verslag betreffende Oost-Indië gezegd, dat in het door onze troepen bezette gedeelte van Groot-Atsjin van lieverlede een staat van zaken zich begon te ontwikkelen, overeenkomende met den toestand op andere plaatsen van den Indischen Archipel waar het Nederl. gezag is gevestigd. en kiest met hem het hazenpad, doch later vallen beiden, evenals Vlan en Microscoop, die zich op de potsierlijkste wijs als „dik buiken" verkleed hebben, in handen van Kosmos. Inmiddels be gint het koud te worden; een der dikkerts opent een kastje in zijn buik en haalt er een regenmantel uit, dien hij omslaat; het gaat sneeuwen. Het tooneel verbeeldt een winterlandschap op de Maan, met zeer fraaie mise-en-sccnehet sneeuwballet in dit 12de tafereel is met zorg gemonteerd en werd door het publiek herhaal delijk met grooten bijval toegejuicht. Het slechte voorbeeld der twee gelieven Caprice en Fantasia begint allengs de geheele Maan-bevolking aan te steken: allen planten appelboomen, allen eten er van en allen worden verliefd. Kosmos, ten einde raad, daagt Vlan, Caprice en Microscoop voor zijn regtbank, die hen tot „levenslange vulkaanstraf" veroordeelt. Het tooneel stelt nu het inwendige van den vuurspuwenden berg voor, en dadelijk verschijnt Fantasia, die besloten heeft Caprice te redden eu de zijne te worden; zij verbergt zich bij de nadering van Kosmos, die zijn drie slachtoffers hun strafplaats aanwijst, doch op het oogenblik dat de Maan-koning weder naar boven wil stijgen in de mand, waarmee hij in den krater is afgedaald, snijdt zijne gemalin, die gecharmeerd is op den ouden Microscoop, het touw door, zoodat ook hij gevangen man is. In zijn woede wil hij iedereen te lijf, doch laat zich door de plotseling verschijnende Fantasie verbidden, en bewilligt in haar huwelijk met Caprice, als ze samen maar voor goed naar de aarde verhuizen. De lichteffecten in den vulkaan, vergezeld vau een uitbarsting, een vuur- en asch- regen enz. enz. voldeden zeer. Te midden van al deze oogver blindende en oorverdovende natuurverschijnselenkoraeu degevangenen boven op den berg, waar zij langzamerhand de aarde zien verdwijnen. Een apothéose tot slot. Het stuk is over het geheel goed van stapel geloopen. Mejuffr. Belinfanti als Prins Caprice en Mevr. Spoor als Prinses Fantasia kweten zich op zeer verdienstelijke wijze van hare taakbeiden zongen hare coupletten met veel bijval. Doch bij tooneel-creatic als deze Reis naar de Maan komen echter de eischen van het oog in de eerste plaats in aanmerking, en aan deze is ruimschoots en op allerlei wijze voldaan. Tafereelen als „het sterrekundig obser vatorium," de „kanongieterij" met werkende blaasbalgen en smedende stoomhamers, het „winterlandschap op de Maan" met het fraaie ballet, en eindelijk de stortvloed vau vuur en licht in den vulkaan boeien het oog van het groote publiek niet weinig. Als gewoonlijk bij éérste voorstellingen, die eigenlijk niet anders dan generale repetities zijn, werd het zeer, zeer Iaat. Het was vijf minuten voor half één toen we, met de geredde gevangenen uit den vulkaan, de aarde weder zagen verschijnen en huiswaarts konden keeren. Het laatste bedrijf heeft men zelfs moeten bekorten; daardoor was het publiek ook niet in de gelegenheid den heer Kistemaker te begroeten in de rol van advokaat der aardbewoners voor de regtbank van Kosmos. Misschien zou men de gewenschte bekorting kunnen vinden door eenige minder beteekenende sccnes tusschen Vlan en Microscoop eenvoudig te schrappen. Doch in elk geval zullen volgende opvoeringen allengs vroeger afloopen. En nu, mijn waarde, heb ik u nauwkeurig verteld hoe ge het reisje naar de Maan zoudt kunnen ondernemen en wat ge daar alzoo kunt ervaren. Voor uw gemoedsrust raad ik u echter aan stillekens hier te blijven. Inmiddels steeds de uwe, AMSTELAAR.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2