HELDERSCHE KV VIEIIWEDIEPER COURANT. 1876. N°. 112. Zondag 17 September. 34 Jaargang. BEKENDMAKING. KENNISGEVING. B i n n e n I a n d. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingadag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.80. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. lüllteii Donderdag: vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN j op DINGSDAG den 19 SEPTEMBER aanstaande, des AVONDS ten ZEVEN ure. Helder, De Voorzitter voornoemd, den 16 September 1876. STAKMAN BOSSE. PUNTEN TER BEHANDELING: 1. Aanbieding der begrootiug van de Gemeente voor 1877. het Weeshuis het Burg. Armbesl. de Schutterij 2. Voordragt van Hulponderwijzers. 3. Suppletoir kohier van den Iloofdelijken Omslag. 4. Mededeeling van stukken. De Burgemeester der gemeente Helder brengt ter openbare kennis, dat in November of December dezes jaars voor de laatste maal gelegenheid gegeven zal worden tot het afleggen van het examen, bedoeld in art. 16 der wet van 8 Julij 1874 (Staatsblad No. 98), tot regeling van de uitoefening der Veeartsenijkunst, gewijzigd bij de wet van 4 April 1875 (Staatsblad No. 37), met vermelding waar en binnen welken termijn de belanghebbenden zich moeten aanmelden en welk bewijs daarbij moet worden overgelegd. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 16 September 1876. STAKMAN BOSSE. HELDER en NIEUWEDIEP, 16 September. Blijkens een bij het departement van Marine ontvangen berigt is Zr. Ms. schroefstoomschip Kijkduin, onder bevel van den luit. ter zee 1ste klasse jhr. J. A. Roëll, den 21 Aug. jl. te Cura9ao aangekomen. Aan boord was alles wel. 2.) Emigratie naar de Transvaalsche of Zuid-Afrikaansclie Republiek, door ds. B. de Jongh van Arkel. Door die boeren nu wordt aan den landbouw niet meer gedaan dan zij dit voor eigen gebruik noodig achten. De boer teelt wat haver voor zijne paarden, wat koorn of maïs voor huishoudelijke consumptie en laat de bewerking en het oogsten er van aan zijne Kaffers over. De boer of zijne zonen werken niet; dat wil zeggen zij doen niet wat een boer in Holland werken noemt. Wanneer b. v. zijue Kaffers door drukten verhinderd of door onverschilligheid nalatig zijn geweest* den oogst op den vereischten tijd in te zamelen, dan zal de boer zijne schade daardoor berokkend betreuren, maar hij zou u verwonderd, zoo niet verontwaardigd aanzien, indien door u tot hem de vraag tverd gerigt: „Waarom niet zelf met uwe jongens de handen aan 't Averk geslagen?" Ik heb, in gesprek met boeren, gewezen op het nut en het voordeel van gras te maaijen en zich zoo een voedend hooi voor den winter te verzamelen. De boer gaf gereedelijk toe, dat dit wel een goed Averk zou zijn, maar het Avas te veel moeite! Nu steekt hij eenvoudig den brand in het gras, en laat zijne honderde bunders, die door het vee niet zijn afgegeten en daarom met lang verdord en verstorven gras zijn bedekt, eenvoudig afbranden Boter en kaas zijn artikelen, die men in de Transvaalsche republiek voor het dubbele van den prijs, die men daarvoor in Holland betaalt, slechts met moeite kan verkrijgen. Wanneer men nu met een boer spreekt over het maken van boter en kaas, hem vertelt hoe dat in Holland verrigt Avordt, en hem zegt dat de behandeling of beAverking daarvan niet moeijelijk is aan te lecreu, dan zal hij i u te gemoet voeren, dat hij wel gelooft dat dit een goed werk zou zijn, maar te veel moeite! In den regel ziet men op eene boerenplaats weinig hout. Wanneer men eenige vruchtboomen (lemoen-, perzik- en andere boomen) uitzondert, dan gaat doorgaans het boomental, dat eene boeren woning gezelschap houdt, een paar dozijn niet te boven. Verder ziét men op een geheele boerenplaats geen boom meer, tenzij hier of daar een doornboom, die, van zelf opgeschoten, een eenzaam leven slijt. En toch getuigen juist de uitzonderingen op dien regel, dat de meeste soorten van boomgewas op Transvaalscben bodem uitnemend gedijen. Schrijver dezes heeft boomen gezien (gomboomen noemt men ze) en zij hebben in gedaante en blad vorming veel overeenkomst met onze opgaande wilgenboomen, Avaarvan men hem mededeelde dat ze voor 8 jaren Avaren geplant. Die boomen hadden de voor dien leeftijd enorme hoogte van p. m. 40 voet bereikt, bij eene, aan hunne hoogte geëvenredigde dikte. Het liout van den gomboom wordt daarbij, om zijne deugd zaamheid geprezen. Spreekt men nu met een boer over houtcultuur, dan zal hij toe geven dat het aanleggen van lanen en bosschen een goed en nuttig werk is, door den tijd veel voordeel kan afwerpen en daarbij eene boerenplaats zeer in fraaiheid doet Avinnen, maar het refrein blijft altijd: te veel moeite! In den Oranje-Vrijstaat heeft de regering een premie uitgeloofd met het doel de cultuur van hout te bevorderen. Elke boer, die minstens 300 boomen in één jaar (geen vruchtboomen zijn daar- De Scheik van Algiers, Ali-Bey, het Arabische Stamhoofd, heeft jl. Donderdag, vergezeld van den Fran- schen militairen tolk, den heer Gabeau, de residentie ver laten, zich begevende naar Brussel. Zijn gastheer, Prins Alexander, deed den voornamen Arabier tot het spoorweg station uitgeleide. De groote najaars-manoeuvres in Overijssel hebben, naar men aan het Utr. D. meldt, aan transport f 25,000 Het jaarverslag van de algemeene vergadering der Maatschappij van Weldadigheid is verschenen. Het bevat vele bijzonderheden omtrent deze nuttige instelling, waar van de kennisneming zeer aan te bevelen is. De voor naamste zijn de volgende: Op 1 Jan. 1875 telde de Maatschappij, met inbegrip van de ambtenaars-gezinnen, eene bevolking van 1956 zielen, tegen 1887 op uit. Dec. Ter vervanging van vertrokken gezinnen werden 9 ge plaatst, waaronder 2 door de afdeeling 's Hage. Niet minder dan 110 zonen en dochters van arbeiders en vrijboeren, benevens 20 bestedelingen, verlieten in ver schillende betrekkingen de Maatschappij, terwijl 19 jongens uit militaire dienst en 12 meisjes wegens ongesteldheid of andere oorzaken tijdelijk terugkwamen; in den loop van het jaar werden 18 bestedelingen opgenomen. Op 1 Jan. 1875 was de waarde van alle bezittingen f 943,384.13 en bedroegen de schulden f 147,606.17; op uit. Dec. van dat jaar waren die sommen respectivelijk f 935,293.42 en f 134,837.77|, zoodat in 1875 op het kapitaal een winst werd behaald van f 4677.68|. De balans over 1875, opleverende een verlies van f 18.4-52.31|, sluit in ontvang en uitgaaf met f 953,745.73|. Bij herhaling wekt de directie het publiek op tot het betoonen van belangstelling in hare instelling, die, naar zij meent, nog steeds door zoovelen verkeerdelijk voor een bedelaarsgesticht wordt gehouden en welligt daarom niet altijd zooveel .'sympathie vindt als zij verdient. In No. 55 van het Provinciaal blad van Noordholland is mededeeling gedaan van het door de Provinciale Staten onder begrepen) zal geplant hebben, ontvangt eene premie van 20 p. st. (f 240) en zoo, bij opklimming, wordt die premie verhoogd tot eeu bedrag van 50 p. st. (f 600) uit te keeren aan eiken boer die minstens 1000 boomen zal hebben geplant. Ik heb niet ver nomen of die maatregel reeds van gunstig gevolg is geweest. Éénmaal misschieu Avanneer boeren uit Europa zich in de Transvaalsche republiek zullen gevestigd hebben, zal bet voorbeeld meer kracht uitoefenen dan alle redeneering of bet uitloven van premiën. Ik heb in gezelschap van een kundigen Hollandscben boer, die met mij de reis naar de Trans\'aalsche republiek heeft medegemaakt, tal van boerenplaatsen bezocht, en wij hebben met boeren van allerlei gehalte en ontwikkeling over hun vale gesproken, en de couclusie, zooAvel van mijn reisgenoot als van mij, kwam altijd in dit opzigt op hetzelfde neer, nl. tot de overtuiging dat voor een kundigen boer, die uit Europa naar de Transvaalsche republiek emigreert, vooral wanneer bij een paar rappe zonen of getrouwde knechts kan medeneinen, uitnemende uitzigten bestaan met betrekking tot den landbouw en de veeteelt. De Afrikaanschc Avijze van bandelen zal bij leeren apprecicercn, Avaar ze hem blijkt goed te zijti; en zoo zal hij, gedeeltelijk op Afrikaanschc, gedeeltelijk op Hollandsche wijze, zijne boerderij inrigten en het boerenbedrijf uitoefenen. De prijzen van koorn, haver en maïs dalen zelden beneden den prijs dien men doorgaans in Holland bedingen kan; in den regel zijn ze hooger, soms kan men meer dan het dubbele bedingen Avanneer vraag en aanbod in al te ongelijke verhouding zijn. Yoor een half mud aardappelen wordt soms 1 a 1£ p. st. besteed. Haver wordt niet gedorscht, maar afgesneden en in bossen gebon den van ongeveer 2-£ voet lengte. In dien vorm Avordt de haver als paardenvoedcr verkocht. Wanneer men in een hotel zijn paarden laat voeren, Avordt zulk een bos ongedorscht haverstroo, waarvan de korrels wel niet door den dorschvlcgel, maar toch door ver sjouwen eu behandelen gedeeltelijk zijn verloren gegaan, kort gesneden en aan bet paard gegeven. Zulk een bos haverstroo beeft een gewigt van KG. en men betaalt daarvoor 1 schill. (60 et.) Gedorschtc haver Avordt alleen gebruikt als zaadkoorn, is moeijelijk te bekomen en kost in den regel de enorme som van 40 tot 50 schill. het mud (f 24 tot 30). Natuurlijk! De boer heeft voor dit zaadkoorn bijzQndere zorg moeten dragen en staat dat koorn niet af dan voor een prijs die hem loont voor „zijne moeite Ook zijn bet klimaat en de bodem in sommige districten van de Transvaal zeer geschikt voor de cultuur van suiker, koflij, rijst, en tabak, maar de ruimte, Avaarover ik mag beschikken, laat mij niet toe hierover uit te Avijden. Wij zijn bereid, aan ieder die dit verlangt, meerdere inlichtingen te geven. Op bet gebied van industrie belooft de Transvaal zeer veel, Het is van genoegzame bekendheid, dat de bodem een schat van allerlei metalen in zijnen schoot verborgen houdt, benevens de onontbeerlijke steenkool (1). (1) Schrijver dezes beeft op een farm steenkool gezien, die de eigenaar bijua aan de oppervlakte van den bodem bad gedolven, en Avaarvan, volgens zijne getuigenis, de deugdzaamheid vrij goed was. Waarschijnlijk zal de kwaliteit dier steenkool bij diepere uitdelving in deugdzaamheid toenemen. vastgestelde nieuwe reglement op de uitoefening der jagt en visscherij in die provincie. Het Victoria-beeld, door prof. Strackc voor Alkmaar gebeiteld, is thans gereed ter verzending. Den 9 Oct. heeft de onthulling plaats. Op het drie meter hooge voetstuk, dat een beliagelijken vorm heeft, prijkt aan de voorzijde het stadswapen met het onderschrift: ALCMARIA VICTRIX. Op den achterkant staat: INVICTIS ATA VIS. die xviii Septembris cioiCLxxni Alchariam urbem ter violen tius oppugnatam ab atrocissimo milite hlspano strenue defendentibus perfidumque hostem hoc primum loco propulsantibus Guilielmus III Rex Augustissimus Gens Regia ac Neerlandiae cives beati viii octobris cioioccclxxiii. Aan de regterzijde: De eerste steen gelegd door Z. M. Koning Willem den Derde 8 October 1873. Onthuld 9 October 1876. Aan den linkerkant: Hier werd de storm der Spaansche krijgers driemaal afgeslagen en hield de genius der vrijheid stand. 18 September 1573. Het voetstuk is van een steensoort, die uit eene groeve in de omstreken van Met,z afkomstig is en de eigenaardig heid bezit, dat zij door inwerking der lucht steeds harder wordt. Het geheele gevaarte weegt, naar schatting, 6000 kilogram, zoodat we met belangstelling het berigt van den behouden overtogt tegemoet zien. Aan het hoofdbureau van politie te Amsterdam is jl. Dingsdag avond opgebragt een jonge Duitscher, oud ongeveer 14 jaren, die vertelde, dat hij uit Berlijn afkomstig was en de ouderlijke woning heimelijk had verlaten. Hij Wanneer eenmaal bet eigenaardige geluid van de locomotief in de nabijheid van Pretoria zal worden vernomen, zullen ook onder nemende (1) kapitalisten niet verzuimen dien rijken bodem te exploiteeren, en waar de rook uit den boogen schoorsteen zal opstijgen, daar zal ook welvaart op materieel gebied zich ver spreiden door de Transvaalsche republiek. Ook vooral daarom spreken wij den wensch uit: „Moge de president Burgers nog jaren lang in staat zijn aan liot welzijn der republiek zijne krachten te wijdenMoge daarbij de sympathie en de steun der Transvaalsche burgers meer en meer zijn deel worden En zeker,, wie als burger der Transvaalsche republiek bet goed meent met zijn vaderland, zal hem dien steun en die sympathie niet onthouden! En nu ten slotte nog een paar opmerkingen, die nuttig kunnen zijn voor ben, die er over denken om naar de Transvaalsche republiek te emigreeren Het is mij gebleken dat velen van meening waren, bij het ver laten van hun vaderland (en onder ben die voornemens zijn om liet te verlaten zijn er misschien nog die zoo denken) dat men, in de Transvaal aangekomen, spoedig in de eene of andere betrekking geplaatst kan worden, en zoo in zijne behoeften zal kunnen voorzien. Mogten er onder mijne laudgenooteu zijn, die gelooven dat men als reisgezellen slechts behoeft mede te nemen een goeden wil benevens eenige recommandatiebrieven, en men dau, uitgerust mol eenige kennis van administratie, talen of boekhouden, zijn doel wel zal bereiken hun roepen wij toe: „wacht u voor teleurstelling, die het gevolg van zulk eene denkwijze zou kunnen worden!" Wie wil emigreeren, in de hoop eenig postje of eenige landsbe trekking te zullen verkrijgen, zal voorzigtig bandelen zijne recom mandatiebrieven vooruit te zenden en zijn Vaderland niet te ver laten voor bij eenige offieieële aanstelling beeft Ontvangen. Hij zou alligt, daar gekomen, al te lang moeten wachten, en, boe een voudig men daar ook zijne levenswijze moge inrigten men beeft daar minstens bet dubbele bedrag voor zijn onderhoud noodig van dat in Holland. In een land, waar alles nog zeer primitief is, waar voor spoor- of telegraafdienst volstrekt geen, voor postwezen of welke andere landsbetrekking, slechts een uiterst miniem personeel vereisebt wordt waar, met een woord, behalve aan ouderwijzers, handwerkslieden en boeren, slechts aan een zeer gering aantal emigranten eenig vooruitzigt op een of ander gebied kan worden beloofd daar zou men alligt te laat den klaagtoon laten booren: „Was ik maar in Holland gebleven (1) Reeds seliijnt de Afrikaauscbe bodem de aandacht van onze Belgische naburen te hebben getrokken. Eene vereeniging van kapitalisten in dat land heeft aan den beer S. Jacquemin, mijn ingenieur, opgedragen, daaromtrent, na volbragt onderzoek in loco, zijne bevindingen mede te deelen. Met dien beer, die de zeereis met mij heeft medegemaakt, en wiens weg door Afrika later nog de mijne kruiste, bad ik iuteressaute gesprekken, en, zoowel daardoor, als door zijne geheele persoonlijkheid, gaf hij mij den indruk, dat meu bovengenoemde opdragt aan een daarvoor geschikt persoon bad gegeven; en bij, alleszins voor zulk eene zending kon gerekend worden te zijnthe right man on the right place.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1