HELDERSCHE
EK NIEUWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 131.
Woensdag 1 November.
34 Jaargang.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
AANBESTEDING.
NATIONALE MILITIE.
OPROEPING TOT DE WERKELIJKE DIENST.
Binnenland.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingadag, Donderdag en Zatnrdag namiddag.
Abonneraentaprijs per kwartaal1-80.
t B w franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN Y. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
ülken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indfë. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Op VRIJDAG den 10 NOVEMBER 1876, des avonds
ten 7 ure, zal, aan het Raadhuis der gemeente, in het
openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed:
De levering van STEENKOLEN aan de
gemeente-ïnrïgtingen, gedurende hetjaar 1877.
De voorwaarden van aanbesteding liggen ter lezing aan
de Secretarie der gemeente.
Helder30 October 1876.
Burgemeester en Wethouders dier gemeente
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
De Burgemeester der gemeente Helder herinnert bij deze
JOHANNES GORTER, plaatsvervanger voor een loteling dei-
Nationale Militie van de gemeente Andijk, aan de openbare kennis
geving van den 23 October 11., en gelast hem om zich op den
derden November e. k. aan te melden bij het korps Pontonniers
te Dordrecht, ten einde in werkelijke dienst te worden gesteld.
Hij moet zich voor zijn vertrek met zijn verlofpas ter Secretarie
dezer gemeente vertoonen.
Helder, He Burgemeester voornoemd,
30 October 1876. STAKMAN BOSSE.
6) MOOI PLEUNTJF.
Een Noordhollandsclie Dorpshistorie, door Jan van der Hout.
Hij bemerkt dat het Bram Staphorst is, met de lamp in de hand,
die een bezoeker uitlaat. Beiden ziet hij ze een oogenblik naast,
elkander staan en elkaar de hand geven. De bezoeker drukt zich
den hoed wat vaster op 't hoofd en stapt op het hek aan.
Kees ziet hem aankomen. Zijn rechterhand trilt door een kramp
achtige beweging, en hij voelt het mes.
Hij werpt het niet weg!
Boer Staphorst houdt nog even de lamp boven het hoofd en
sluit toen de deur.
Alles is donker.
Alles!
Wat er toen voorviel, scheen hem later altijd een gebeurtenis,
waarvan hij getuige was geweest zonder er eeuig werkzaam aandeel
aan te nemen.
Hij kon in de duisternis geen enkel voorwerp onderscheiden,
maar hij zag Maurits even goed naderen alsof de helderste zonne
schijn geschenen had. He jongman liep haastig voort, het hoofd
wat voorover gebogen voor den wind en onder het gaan zijn
overjas dichtknoopend. Hij verkeerde in een opgeruimde stemming
en neuriede zachtkens een vroolijk wijsje. Aan het hek gekomen
wilde hij eerst er met een sprong overheen, maar hij bedacht
zich en deed de kleine traliedeur open, die met een klap achter
hem dichtviel. Toen trad bij den weg op, zonder Kees te zien,
die aan de andere zijde van bet pad, aan den waterkant stond.
Kees deed een paar schreden voorwaarts, zoodat Maurits hem hoorde.
Een seconde later stonden zij tegenover elkander. Maurits uitte
een lichte uitroep van verrassing en wilde op zijde gaan om zijn
weg te vervolgen.
Toen zag hij hoe de ander, dien hij niet herkende, weer voor
hem trad en hem staande hield.
Wat beteekent
Hij zweeg, want meer dan afgrijselijk was de toon waarop hein
uit den mond van zijn aanrander de woorden in de ooren klonken
Hond!.... wat doe je.... mijn....
He bevende stem ging in een onverstaanbaar ratelen over. Maurits
hoorde het niet meer. Een sterke hand, als met duivelenkracht
gestaald, greep hem over den schouder heen in de haren en slingerde
hem tegen den grond
En stak hem het mes in de borst
Nog eens
En nog eenmaal
Het was een vreeselijke, doordringende kreet geweest, dien
Maurits had doen hooren toen hij bespeurde dat er onraad was en
het besef kreeg dat hem gevaar dreigde; een kreet, die in de stilte
van den ruwen nacht des te scherper klonk.
Maar hartverscheurend schoon geen menschelijk oor het opving
was dat ééne woord: „Mijn God!" dat de moordenaar met de
vertwijfeling der rampzaligen uitsprak, toen hij bewusteloos naast
zijn slachtoffer neerstortte.
Op de Staphorst was Maurits hulpgeroep oorzaak van dubbele
ontzetting. Toen men naar buiten snelde om te zien wat er gaande
HELDER en NIEUWEDIEP, 31 October.
Het schip Friendship, kapt. Woodhouse, jl. Zondag
van hier naar Newcastle vertrokken, is op de reede terug
gekomen, daar het volk weigerachtig was verder te gaan,
uithoofde het schip lek is.
Te Haarlem zijn met goed gevolg in de fraaije hand
werken geëxamineerd de dames 0. M. Waleson, van hier
en W. Schuit, van Hoorn.
In de Staatscourant is opgenomen het Kon. besluit
van den 26 dezer, houdende vaststelling van een algemeen
reglement van politie voor het Noordzeekanaal, zijne havens,
zijkanalen en al wat daartoe behoort, en zulks met intrek
king van het Kon. besluit van 29 Mei 1872.
Voor de dienst der gouvernements-marine in Neêrl.
Indië zijn benoodigd eenige derde stuurlieden, alsmede
twee tweede stuurlieden. Jongelieden, beneden den leeftijd
van 24 jaren, of, voor zooveel het de betrekking van
tweeden stuurman betreft, stuurlieden niet ouder dan 30
jaren, en bij voorkeur afkomstig van de Kweekschool voor
de Zeevaart te Amsterdam, die genegen zijn mede te dingen
om als derde of tweede stuurman aan 's lands dienst in
Neêrl. Indië te worden verbonden, kunnen zich, bij geze
geld rekwest, tot het Departement van Koloniën wenden.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeengeroepen
tegen Dingsdag 7 November, des avonds ten 8 ure.
De Landb. Ct. vraagt of de Regering het Nederlandsch
rundvee-stamboek niet zou kunnen steunen ten voordeele
van de renommee van ons vee in het buitenland, door
zeker aantal exemplaren door hare vertegenwoordigers
in het buitenland te doen overhandigen aan groote invloed
rijke landbouwligchamen; op die wijze zou zij, voor zeer
weinig kosten een grooten zedelijken steun verleenen en
was, 'hield een der knechts Bram Staphorst tegen cn wees met
nieuwen schrik naar de schuur achter het huis.
Aan den eenen kant dwarrelde een lichte rookwolk uit liet venster
aan de andere zijde speelde de vlam langs het rieten dak, dat te
vochtig was om spoedig te ontvlammen.
„Brand!" klonk het van mond tot mond onder de dorpelingen,
die van alle kanten samenstroomden, opgeschrikt door den angstkreet
van Maurits.
Het was een tooneel van onbeschrijfelijke verwarring en ontsteltenis.
Sommigen snelden met lantaarns naar de twee roerlooze lichamen
op den weg. He vreeselijke waarheid werd spoedig gegist, al sprak
niemand ze uit: Kees Felders had den neef van den dominé vau
kant gemaaktEen paar sterke knapen namen beiden op en legden
ze in een naburige schuur op 't stroo, waar hulpvaardige vrouwen
handen het noodige deden, tot de ijlings ontboden geneesheer
zou komen.
En daarbuiten reppen wakkere gasten de handen om de bedreigde
huizinge van de Staphorst te behouden. Van alle kanten worden
stroomen water op den gloed geworpen, en met lange haken het
vlammende riet weggehaald. Goddank, het onheil was intijds out-
dekt om het te kunnen bedwingen. Maar geen woord van vreugde
of voldoening ontsnapt aan de saamgeperste lippen. Hat tafereel
daar ginds is zooveel verschrikkelijker!....
Hoch nu een der helpers, die met een lange ladder op het dak
van de schuur was geklommen, vandaar terugkeert met een bundel
vlas en een in terpentijn gedrenkten doek in de hand.... nu kan
niemand den vloek weerhouden dien hij uitspreekt over den twee-
voudigen booswicht, den brandstichter en moordenaar.
Er is niemand die een enkele 9econde de zekerheid betwijfelt,
dat in gindsche loods de man nederligt, die in één dubbele misdaad
zich heeft willen wreken op zijn vijand en op de bewoners van de
Staphorst.
Niemand.... zelfs zij niet die in de gansch ontredderde pronkkamer
met hare moeder en Aafke een schuilplaats heeft gezocht. Zelfs
Pleuntje niet!
Toch één is er die niet twijfelt, omdat hij zekerheid heeft. Toen
de mannen, die de vlammen gedoofd hadden, zich voortspoedden
naar de schuur, waar de misdadiger en zijD slachtoffer nog altijd
bewusteloos neerlagen, sloop een lange, schrale gedaante behoed
zaam achter een hooimijt weg en spoedde zich van daar.
Het was Thijs, de verjaagde knecht van de Staphorst.
Hij deed het niet, mompelde hij voor zich heen. En toch
zal hij het gedaan hebben. Hie voor bloed niet vreest, ontziet ook
geen vuur.
Be duisternis maakte zijn helschen glimlach onzichtbaar....
Het onderzoek van den geneesheer vereischte weinig tijd. Hrie
wonden in de rechterborst, veel bloedverlies, maar geen doodelijk
gevaar. Met de noodige voorzorgen kon hij zachtkens naar de
pastorie vervoerd worden. He ander opende spoedig de oogen, om
ze dadelijk weder te sluiten. Hij bracht den nacht onder strenge
bewaking in den dorpstoren door.
Maar hij bespeurde er niets van. Hij gaf geen blijk dat hij iets
zag of hoorde.
Had hij niet gewenscht dat er iets mocht komen, erger dan
de dood?
Het was gekomen: de schande.
Wordt vervolgd.)
een prikkel scheppen, die vele Ncderlandsche veefokkers
zou wakker maken.
Tot zetters van 's Rijks directe belastingen te Zijpe
zijn benoemd: de heeren J. L. Groot en K. Kos.
Men schrijft ons van Alkmaar, dd. 28 dezer:
«Gisteren avond heeft de gemeenteraad alhier de begroo-
t'ng van inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor den
jare 1877 vastgesteld, tot een bedrag in ontvangst en uitgaaf
beiden van f 173,974.92.
Onder den ontvang is begrepen f 26,965 aan opcenten
op 's Rijks directe belastingenf 36,050 wegens het van
's Rijks personele belasting en een hoofdelijken omslag van
f 30,000; f7200 aan schoolgelden en f 43,000 voor markt-
gelden, wik-, weeg-, meet- en keurloonen.
De uitgaven bestaan inkosten van het huishoudelijk
bestuur f 12301; kosten van invordering der plaatselijke
belastingen f 8987kosten van onderhoud van gemeente
eigendommen en lasten f 70,279.50; kosten van openbare
veiligheid en brandweer f 15,997.50; kosten der plaatselijke
gezondheidspolitie f 385; kosten van het lager onderwijs
f 23,441; kosten van het middelbaar onderwijs f 4464;
kosten van armwezen, subsidiën, enz. f 12,086.93: renten
en aflossingen en geldleeningen f 17,050; pensioenen en
wachtgelden f 1200andere uitgaven f5190; buitengewone
uitgaven f 80; onvoorziene uitgaven f 2512.99.
De gemeente heeft op 1 Januarij 1877 nog een schulden
last van f 181,000.
Men schrijft ons van Winkel, dd. 27 Oct.:
«Onze gemeente was heden in eene feestelijke stemming,
daar de heer H. Rezelman zijn 25jarig jubilé als secretaris
der gemeente mogt vieren.
Uit tal van woningen wapperde de nationale driekleur
als blijk van hooge ingenomenheid met dezen feestdag, en
niet ten onregte: want is het altijd een voorregt voor een
gemeente, wanneer een bekwaam ambtenaar 25 jaar zijn
Brieven uit Keniicmerlnnd.
Alkmaar, 29 October.
Haast vier maanden is 't al weer geleden sedert ik u het laatste
schreef. Wij waren toen in 't heete van den droogen zomer en
in afwachting van de muziek der grenadiers en jagers die niet
gekomen is thans koesleren wij ons bij de kachels, die den
gebruikelijken zettijd, de najaarskoemarkt niet hebben afgewacht.
Hadt gij wellicht op eenc repliek gerekend op het schrijven van
mijn Hoornschen collega van 6 Augustus? Ik vermoed van niet,
dewijl de kwestie, als ik haar zoo noemen mag, al vaak in uw
blad besproken en voor vele uwer lezers tamelijk onbelangrijk is.
Vergun mij echter er niet een paar woorden op terug te komen,
waar mij enkele toelichtingen noodig schijnen.
Gewaagde ik er van, dat de wangunst tusschen de beide naburige
steden diep zat, dan meende ik zeker niet, dat deze tot afgunst of
haat gestegen was of is, maar dat zij van eeuwen her dateert,
hetgeen met voorbeelden uit de geschiedenis licht te bewijzen is;
en meent mijn collega, dat dit euvel dan alleen aan de Alk-
maarsche zijde bestaat, dat „tc Hoorn jegens Alkmaar niets dan
de meest vriendschappelijke gevoelens bestaan," dan moet ik twijleleu
of hij de Roornsche Courant gedurende het laatste halfjaar geregeld
gelezen heeft, en hem wijzen op den aanhef van zijn laatsten brief
„He lezers dezer courant zullen zich zeker herinneren, dat ik meer
malen schertsenderwijs gewezen heb opeen zekerejalouzie, rivaliteit
als ge wilt, tusschen de naburige steden Alkmaar en Hoorn."
Nu ja, schertsenderwijs, wat zou dat? Hit, dat wat bij hem,
om bijzondere redenen, waarover ik niet vermag uit te weiden,
scherts, bij anderen ernst is. Schreef ik, dat liet Hoorn, na zijn
verzet tegen de spoorwegverbinding met Alkmaar, pijnlijk treffen
moest, dat de minister van justitie niettemin de opheffing der
Iloornsche rechtbank voordroeg, en ziet mijn collega het verband
van dezen zin niet in, dan zul hij dit kunnen ontdekken in een
zijner brieven, kort na de aanneming der spoorwegwet geschreven,
waarin hij zich ongeveer op deze wijze uitliet: ziet, zoolang de
wet niet aangenomen was, wilden of konden wij alles niet zeggen,
maar nu is er geen kwaad meer bij van de verbinding met Alkmaar
vreesden wij opheffing der rechtbank cn, als gevolg daarvan,
misschien van het correctiehuis en het garnizoen. Het adres
van B. en W. van Alkmaar aan de 2de Kamer, tot bestrijding
eener onjuistheid in dat van Gedep. Staten, niets meer, niets minder,
is niet namens den gemeenteraad verzonden, zooals uw correspondent
verkeerdelijk meent.
Hem reik ik gaarne, over onzen pennestrijd heen, de hand, en
ontevreden als ik ben over het hoofdstuk van fidrn. de Amicis
over Alkmaar, geestig opmerker, maar die verzuimt zich bij dezulken
op de hoogte te stellen als voor het schrijven vau een reisverhaal
noodig is wensch ik hem geluk met de prachtige bladzijden
van Renry Ravard over Hoorn, en zeg ik dezen naHoorn is een
schoone stad, mits, voeg ik er bij, dat men de Hoofdpoort niet
in het lot van de Koepoort doe deelen, mits men, volstrekt geen
gebrek aan breede straten hebbende, geen vroolijke en schilder
achtige gracht doe verdwijnen, mits men de tegen alle regels zon
digende attiek der Groote kerk met de helft verlage, mits men niet
weder zulk een afschuwelijken, onnoodigen rechten uitweg make
als naast de fraaie Oosterpoort, waarvan de restauratie, op 's Rijks
kosten, het blijde nieuws was waarmede de laatste Westfriesche