EN
HEUERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 132.
34 Jaargang.
Vrijdag 3 November.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
B i n n e n I a n d.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdng en Zatnrdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
w w franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indiê. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 2 November.
Gisteren avond werd eene vergadering gehouden van de
kiesvereeniging Evangelie en Vrijheid alhier. Naar aan
leiding van het onlangs door de Synode genomen besluit
tot het verbindend verklaren der belijdenis—vragen, werd
besloten een adres te rigten tot dat Collegie, met verzoek
op dat besluit terug te komen. Behalve aan leden dezer
kiesvereeniging zal ook aan de overige leden der gemeente
gelegenheid worden gegeven dit adres te onderteekenen.
Het is te verwachten, dat een groot aantal gemeenteleden
dit verzoekschrift zullen steunen.
Heden is alhier binnengekomen het visschersvaartuig
Helder No. 1, te Muiden gebouwd en bestemd voor het
uitoefenen der vischvangst voor eene vereeniging alhier,
onder directie van den heer W. C. M. van Bruggen.
Eerlang zal dit vaartuig worden gevolgd door een tweede,
genaamd Helder No. 2, mede voor die reederij.
Als een bewijs van zeldzame huwelijkstrouw deelt
men ons mede, dat dezer dagen een zeeman, die nog al
naijverig op zijn jong vrouwtje moet zijn, naar zee is
gegaan en dat bewuste vrouw, ten einde haar man omtrent
haar gedrag volkomen gerust te stellen, zich voor den tijd
van zijn afzijn in verzekerde bewaring heeft begeven.
Prof. Faber zal morgen, Vrijdag, in Tivoli eene voor
stelling geven met de door hem uitgevonden spreekmachine.
Het spreken wordt teweeggebragt door op toetsen te
drukken, en duidelijk doet de machine zien, hoe door de
menschelijke spraakwerktuigen de vorming der klanken
geschiedt. De menigte getuigschriften van geleerden en
hooggeplaatste personen vermelden -alle met lof het merk
waardig verkregen resultaat, zoodat een kijkje, ook voor
de jeugd, alleszins de moeite waard is.
Door de commissie voor het examineren van varens
lieden te Amsterdam is jl. Zaturdag als eersten stuurman
7) MOOI PLEUNTJE.
Een Noordhollandsche Dorpsliistorie, cloor Jan van der Hout.
V. Dezelfde?
De genezing van Maurits, die in de rustige ziekenkamer der
pastorie onder de goede zorgen van mevrouw Elsma de uitmun-
tcudste verpleging genoot, ging met eiken dag vooruit.
Truce. sprak dominé vaak in vervoering, je hebt waarlijk
aanleg om bij 't Roode Kruis dienst te gaan nemen. Waarmede
ik niet wil zeggen dat ik je tot zoo iets zou aansporen.
Ze antwoordde alleen met een spottend lachje en trippelde,
ondanks hare gezetheid, met haastige bedrijvigheid den trap op,
naar het vertrek waar haar patiënt lag.
Maurits was gedurende de veertien dagen, die na zijne ver
wonding verloopen waren, zeer vermagerd en zijne vroeger zoo
blozende gelaatskleur was geheel geweken. Toen zijne trouwe
verpleegster behoedzaam de deur opende en even om een hoekje
naar zijne ademhaling luisterde, om te liooren of hij sliep, gaf hij
door een licht kuchje te verstaan, dat hij hare komst had opge
merkt. Zij trad met onhoorbare schreden de kamer in, sloot voor
een der ramen de overgordijnen, om het al te sterke zonlicht wat
te temperen en zette zich toen voor zijn legerstede, op denzelfden
stoel waarop zij zoovele uren in onafgebroken waakzaamheid dagen
en nachten bad doorgebracht.
Zij hadden met elkander nog weinig gesproken, vooral niet over
de gebeurtenissen, die zulke treurige gevolgen hadden gehad en in
het geheele dorp een onbeschrijfelijke opschudding hadden teweeg
gebracht. De geneesheer had in de eerste plaats rust en kalmte
bevolen, om zoo mogelijk de altijd gevaarlijke wondkoorts te ver
mijden. Dat voorschrift was trouw opgevolgd en juist daardoor
was Maurits herstelling tot dusverre zoo voorspoedig geweest.
Altijd vroeg de gewonde naar den toestand en de omstandigheden
van den man, die naar zijn leven gestaan had.
Ook nu weder kwam hem die vraag op de lippen.
Och, jongen, sprak mevrouw Elsma geruststellend, breek u
daar nu maar het hoofd niet medegij weet wel dat zulke dingen,
waarbij het gerecht te pas komt, nooit zoo heel spoedig in hun werk
gaan. Ik zou er maar niet te veel over denken en ik beloof u,
als er iets van belang te vertellen is over al die akeligheid, dat ik
het dan dadelijk zal zeggen.
Is hij nog altijd gevangen in den toren?
Ja, antwoordde zijne tante, maar hij is er morgen voor 't laatst.
Hij is nu al een keer of wat verhoorder zijn heel wat lieden hier
uit het dorp bij den burgemeester aan huis geweest, om voor den
rechter getuigenis af te leggen, en overmorgen wordt hij naar stad
gebragt om daar bewaard te worden totdat zijne zaak voorkomt.
Overmorgen, sprak Maurits zachtkens. En dat arme meisje,
vervolgde hij een oogenblik later, terwijl zijn oogen met spanning
op liet gelaat zijner tante rustten.
Hij sprak haar naam niet uit.
Pleuntje is wel, antwoordde mevrouw Elsma haastig. Pleuntje
is zoo wel, als ze na zulk een voorval, kort na een zware ziekte,
maar wezen kan. Maar ze trekt het zich erg aan, zonder er juist
a. v. toegelaten de heer G. Lutz, leerling aan de school
voor de zeevaartkunde van den onderwijzer A. J. Leijer, alhier.
De 1ste luitenant-kwartiermeester J. van Raven, van
het 2de bat. 7de reg. infanterie te Hoorn, is verplaatst
naar hier.
Het Nederl. galjootschip Amalia Sinnige, kapt.K.M.Ei,
op reis van Bremerhaven naar Runcorn, is, volgens ont
vangen berigt, met man en muis, ook met de vrouw en
vier kinderen van den gezagvoerder, verongelukt.
De President der Fransche republiek en zijn echt-
genoote hebben jl. Zondag onze Koningin in het «hotel
Bristol» te Parijs een bezoek gebragt.
Prins Alexander heeft, te Brussel vertoevende, in zijn
hotel een bezoek ontvangen van den Koning van België,
vergezeld van den generaal graaf van der Straten Ponthoz
en twee ordonnans—officieren.
Drietal te Amsterdamde heeren E. E. Gewin, pred.
te Abcoude; J. G. Ivnotnerus, pred. te 's Hage en C. A.
Renier, pred. te Utrecht.
Drietal te Alkmaarde heeren E. W. Heineke, pred.
teRenswoude; J. Kromsigt, pred. te Cortgene, en E. Barger,
pred. te Lunteren.
Beroepen te Kampen ds. jhr. W. F. Trip van
Zoudtlandt, pred. te Hattem.
Beroepen bij de Doopsgezinde gemeente te Zuidzij pe
de proponent C. N. Wijbrands.
Tot zetters voor 's Rijks directe belastingen zijn
benoemd: te St. Maarten de hh. .1. Peetoom en C. Bos.
Men schrijft ons van Alkmaar, dd. 1 November:
«Tegen de heeren Bots en Moerbeek, stoomkorenmolenaars
alhier, is eene vervolging ingesteld wegens het in dienst
hebben van een kind beneden 12 jaren.
Jl. Zaturdag had te Nieuwe Niedorp, in tegenwoor
digheid van hh. dijkgraaf, heemraden en hoofdingelanden
van de Niedorperkogge en van vele belangstellenden, met
uitmuntend gevolg de voorloopige proefmaling van het
stoomstrijkgemaal plaats. Dit stoomgemaal, werkende met
eenen geheel uit ijzer vervaardigden vijzel van 2.60 M.
middellijn, eene hoeveelheid van 120 kub. meter water per
veel over te spreken. Haar vader heeft natuurlijk altijd gedacht
dat van zoo'n jongen, zoo'n landlooper, zoo als hij hem altijd noemt,
niets terecht komt. Hij vertelt overal dat hij het wel heeft zien
aankomeu, en dat galg en rad nog veel te weinig is voor den
booswicht.
Dat laatste scheen Maurits niet te hooren. Toen zijn tante van
Pleuntje gesproken had, vestigde hij de oogen op de zonnestralen
op den muur, en verzonk in gepeins.
Om bet onderhoud een andere wending te geven, sprak mevrouw
Elsma hem van zijne moeder, die door de tijding van Maurits
onheil zoo hevig ontsteld was, dat er een ernstige ziekte en zenuw
lijden op volgde. Nu was ze beterende, waartoe de spoedige
vooruitgang van haar zoon blijkbaar niet weinig had medegewerkt,
en ze had een langen brief geschreven om te verhalen hoe ze weldra
hoopte beter te zijn en de vermoeienis der reis te kunnen doorstaan.
Maurits sprak lang over zijne moeder, die hij innig lief had en
wier komst hij met onbedwingbaar verlangen te gemoet zag. Drie
dagen later verscheen zij aan het bed van haar zoon en ze bleef er
tot hij zijne krachten geheel herwonnen had en zich weder dezelfde
gevoelde als vroeger.
Dezelfde
Toen hij voor de eerste maal weder het bed mogt verlaten en in
een gemakkelijken stoel zich bij het haardvuur koesterde, deed hij
zich ook die vraag. Misschien voor de honderdste maal. Maar
telkens was het hein voorgekomen, alsof niet die vraag in zijn hart
was opgerezen, maar of een kwelzieke vijand, ter kwader uur de
rustige stilte van de ziekenkamer was komen verstoren, om hem
dat lastige, pijnlijke, hinderlijke woord in het oor te fluisteren. En
in stede van den ongenooden gast een antwoord op zijn vraag te
geven, had hij onwillig het hoofd afgewend, alsof het hem onmogelyk
was zijne gedachten met zulke dingen bezig te houden.
Maar wij ontvlieden nooit ons zei ven.
Dat ondervond Maurits bij vernieuwing. Toen hij daar aan den
avond van een somberen winterdag, aan een ietwat al te druk dis
cours met oom Elsma, op zijn verzoek een poosje alleen gelaten
was om wat rust te nemen, toen kwam de oude vraag weer boven.
De schemering viel in en de vlammen aan den haard wierpen lange,
grillige schaduwen op den wand, die tartend en joelend als gestalten
van schalksche kobolden dooreen huppelden. Hij tuurde er lang en
peinzend op, tot ze zich allengs langzamer begonnen le bewegen,
om niets achter te laten dan de weerklank van die oude vraag,
waarmee ze hem gestadig verontrust hadden:
Dezelfde als toen?
En hij daalde af in de diepste schuilhoeken van zijn hart, in de
innerlijke roerselen van zijne jeugdige, kinderlijke ziel. Hij dwong
zijne gedachten om oprecht met zich zelf te zijn, en den nevel te
verdrijven, dien hij tot dusver altijd ontwaard had tusschen het
heden en de gebeurtenissen van dien noodlottigen nacht. Hij zag
zich zelf weer staan aan den uitgang van dat berkenboschje, aan
het einde van zijn wandelinghij zag Pleuntje weêr zoo als ze daar
neerzat met droefgeestig gelaat, terwijl hij tegenover haar op het
hek leunde; hij herdacht de oogenblikken, ontelbaar en toch allen
zoo helder voor hem staande, dat hij in het voorbijgaan en wat
minuut ter hoogte van 1.20 M. opvoerend, bleek van solide
constructie te zijn en ten volle aan de verwachtingen te
beantwoorden.
Het langverwachte Europesche dames-orcliest gaf
jl. Maandag avond in het Park te Amsterdam zijn eerste
concert. De Amst. Crt,. zegt daarvan: Het is een eigen
aardig schouwspel, zulk een orchest van dames. In plaats
van een menigte in somber zwart gekleede heeren ziet
men een schaar bevallige juffers in 't groen, die met de
min of meer als pikeurs van een circus uitgedoschte heeren
op den achtergrond een contrast vormen. Want er zijn
enkele heeren ook bij; maar de dames spelen de eerste
viool in letterlijken en overdragtelijken zin de dames
hanteeren de violoncel en de logge contrabas, roeren de
trom en slaan de pauken; ja zelfs is er eene dame met
een hoorn bij. De overige hoorns evenwel zijn aan de
heeren toevertrouwd; evenzoo de meeste andere blaas
instrumenten. De leidster van dit merkwaardige orchest
is mevrouw Amann Weinlich en het verdient opmerking,
dat een orchest-directrice veel gracieuser dirigeert dan een
orchest—directeur en lang niet zoo vele onaesthetische gebaren
maakt als deze. Mevr. Amann Weinlich dirigeert zeker
en vast, heeft haar orchest goed in de magt en weet er
uit te halen, wat er uit te halen is. De strijkinstrumenten,
met name de eerste violen, zijn wat zwak van toon, vooral
dan, wanneer de koperen heeren zich laten hooren en de
beide jonge jufvrouwen achteraan bekkens en trom met
hare teedere handjes in trilling brengen. Ook liet op
sommige momenten, o. a. in de Serenade van Haydn, de
stemming der violen te wenschen over. Doch over het
algemeen kunnen wij met den meesten lof van de ver
schillende voordragten gewagen. Vooral de voordragt van
de Weener dansmuziek was hoogst verdienstelijk. Daar
was vuur, aplomb en gracie, daar was rythmus in. Ver
melden wij ten slotte, dat het orchest in hare «concert-
meisterin,» mej. Elise Barbi, en in de eerste violoncelliste,
mej. Elise Weinlich, twee uitmuntende solisten bezit, die
na de uitvoering harer solo's luide toegejuicht werden.
Wij twijfelen niet of het Europesche dames-orchest zal
ging hij zoo dikwijls voorbijde boerderij was opgedrenteld en
al pratende hier en daar een kijkje had genomen, en hoe hij da:i
altijd toevallig belandde op de plaatsen waar Pleuntje aan 't werk
washij zag weer de mooie pronkkamer, met de gladhout geschil
derde wanden, waar hij zoo gezellig, zoo huiselijk had zitten praten
en vertellen, honderd uit, of waar hy met onverstoorbaar geduld
had geluisterd naar de merkwaardigheden uit het boerenbedrijf die
Bram Staphorst dan opdischte, geduldig als ware hij zelf van plan
geweest een veestapel aan te leggen, zoo groot als van heel Noord-
Holland. Dat alles doorleefde hij nog eenmaal in den geest, en
er kwamen pijnlijke trekken op zijn gelaat toen hij bedacht wat
rampzalige gevolgen dat alles voor hem gehad had. Maar nu, in
deze schier plechtige stilte met zich zeiven alleen, nu stond de
verpletterende waarheid hem voor oogen dat er een machtige,
onweerstaanbare drijfveer in dit alles was geweest, waaraan hij
toenmaals onbewust had gehoorzaamd; dat hij haar liefhad, haar
aanbad met al het vuur eeuer jeugdige, eerste liefde.
Hij bedekte het bleeke gelaat met beide handen en er vloeide
een stroom van tranen langs zijne wangen.
Hij gevoelde zich schuldig! Ware hij eerlijk jegens ziehzelven
geweest, hij had het. gebeurde kunnen voorkomen. Hij bleef een
geruimen tijd in dezelfde houding zitten, en het was een zware
moeielijke strijd, die er in dat stille avonduur in dat jeugdig gemoed
gestreden werd. Somtijds klonk er zachtkens fluisterend een woord
van zijn lippen, als bad hij om bovenaardschen steun bij dien
zwareu kamp. Ten laatste werd hij kalmer. Hij had een plechtig
verbond met zich zeiven aangegaan, dat hij haar niet zou weder
zien en dat hij alle middelen en al zijn kracht en invloed zou
aanwenden om het lot van hem, die bijna zijn moordenaar was
geworden, zooveel mogelijk te verzachten.
Zoo vond men hem sluimerend in zijn stoel. Toen de geneesheer
hem den volgenden ochtend als naar gewoonte bezocht, lag zijn
patiënt in een zware koorts, het gevolg van overspanning. Maar
er was een trek van kalme berusting en gelatenheid op het gelaat
van den jeugdigen lijder gekomen, die zelfs niet verstoord werd
door het bericht dat hij weder eenige dagen achtereen het bed
zou moeten houden.
Pleuntje had, zooals mevrouw Elsma zeide, inderdaad onder
de voorvallen van dien noodlottigen nacht minder geleden
dan men wel zou vermoed hebben; althans naar den uiter-
lijken schijn te oordeelen Want de bekoorlijke dochter van Bram
Staphorstbehoorde tot die zeldzame naturen, die oogenschijnlijk
met kalmte de felle slagen van het noodlot dragen, maar ten
uiterste gevoelig blijken voor de ongevallen van meer alledaagschen
aard. Kleine tegenspoeden troffen slechts lichtelijk haar gemoed
en spiegelden zich sneller op haar gelaat af; ernstige onheilen,
grievende ervaringen grepen haar in het hart, en het was of die
zooveel diepgaander indruk minder uiterlijk zichtbaar was dan de
meer oppervlakkige aandoeningen. Eigenlijk sprak zij zeer zelden,
over al het voorgevallene, en zij ging stilzwijgend haars weegs. Zij
leed blijkbaar, inaar haar leed was van dien aard dat het elke
betuiging van deelneming, die zich plastischer uitte dan in handdruk
of blik, aanstonds tot eene lastige, overbodige poging tot inmenging