gestookt, is niets in vergelijking van het feit, dat men van deze aardvrucht meerschuim, ivoren billartballen en hoorn maakt, terwijl wortelen, eenvoudige wortelen in koraal veranderd worden en dan tot sieraad strekken van het schoone geslacht. De zaak is doodeenvoudig: men schilt aardappelen schrijft een der Fransche bladen, zonder er echter bij te voegen of ze gekookt moeten worden en legt die gedurende 36 uur te weeken in een oplossing van 8 pCt. zwavelzuur met 100 pCt. water. Vervolgens worden ze tusschen vloeipapier geperst tot men een stof verkrijgt, uie gemakkelijk gesneden worden kan en op meerschuim gelijkt. Doet men in plaats van zwavelzuur soda in het water, 3 deelen tegen 100 deelen water, dan krijgt men voor treffelijke billartballen. Om hoorn te krijgen, moet er 20 pCt. soda in het water gedaan en deze oplossing aan het koken worden gebragt. Doet men in deze kokende oplossing in plaats van aardappelen wortelen, dan krijgt men een foo kunstig koraal als men maar verlangen kan. Wat is de wetenschap toch mooi! roept de Putrie, aan wie wij het bovenstaande ontleenen, het evenwel geheel te zijner verantwoording latende. Hoe duurder een product, hoe meer het aan ver- valsching blootstaat, waar eenigszins de mogelijkheid daartoe geopend is. Truffels zijn één van die artikelen van weelde, welke veel heeten gebruikt te worden, ondanks den hoogen prijs, en daarom ook aan veel vervalsching onderhevig zijn. Jules Noriac, de chroniqueur van den Monde IIlustré, doet eenige interessante onthullingen dienaangaande, in het jongste nommer van dat tijdschrift. Te Parijs zijn tallooze fa brieken van truffels. Men bezigt daartoe aardappelen, die men laat bevriezen tot blaauwwordens toe, en dan in een zwarte pap rolt. Verder worden aardakkers en andere op den aardappel gelijkende knollen, zooals topi- nambours, voor datzelfde doel aangewend. Geen wonder, dat velen onder hen, die de dure truffels als een weelde beschouwen en ze daarom slechts hoogst zelden proeven, vaak tot de uitspraak komen«Ik kan niet begrijpen, wat de rijke lui aan truffels hebben; ik at ze een enkele maal, maar ik vond er niets aan!» Parijs alleen verbruikt jaarlijks meer truffels dan geheel Frankrijk oplevert; ook buiten Parijs worden ze in Frankrijk vrij veel genuttigd en het buitenland is er niet minder op verlekkerd: arrangcz cela, si vouspouvezzegt Jules Noriac. Italiaansche stroohoeden. Toskane is de provincie, welke in geheel Italië de beste grondstof levert voor de beroemde Italiaansche stroohoeden en in Toskane zelf zijn de omstreken van Florence het oord, waar het voortreffelijkste stroo gewonnen wordt. Dit stroo komt van eene bijzondere soort tarwe, wier halmen niet hoog groeijen en slechts weinig zaadkorrels bevatten, die enkel voor de voortplanting gebruikt worden. Iedere vrouw in die streken is stroovlechtster, en dikwijls ziet men de boerinnen de fraaiste en fijnste hoedjes, van het allerregelmatigste vlechtwerk, op het hoofd dragen, die zij zelf gemaakt hebben en voor geen prijs zouden willen verkoopen. Het naaijen van den hoed is een moeijelijker en langzamer arbeid dan men denken kan, want hij moet er uitzien alsof hij geheel uit één stuk gemaakt is, en dit eischt veel zorg, geduld en bekwaamheid. In Florence worden jaarlijks meer dan een half millioen hoeden gemaakt en sommige fabrieken houden meer dan duizend werksters aan den gang. Men berekent, dat deze tak van nijverheid jaarlijks ongeveer elf millioen fr. vertegenwoordigt. (De Huisvr.) Uit het Dorpsleven. Niets maakt een meer wee moedigen indruk op den eenvoudigen maar gevoelenden dorpsbewoner dan de langzame komst van het herfstsaizoen. De laatste bloemen in onzen hof verliezen allengs hare frischheid en geuren; zachkens ritselen de bladeren der boomen neêr op den grond; kil en koud strijkt de herfst wind over de naakte velden heen. Hoe het den stedelingen gaat als de herfstmaand in 't land is, ik weet het niet. Maar ons, bewoners van het platteland, heeft zij veel en velerlei te zeggen. Bereid uw huis! zoo roept zij ons toe, rigt het in zoo gezellig en vriendelijk gij kunt, opdat uwe vrienden met u de onge- neugten, aan het landelijke leven verbonden, kunnen deelen! Hebt zout in u zeiven! zoo spreekt zij; want straks komt er een, die sterker is dan ik, die de kruinen uwer boomen «als heksenbezems door de lucht zal doen zwaaijen,» die de dartele sneeuwvlokken over veld en akker zal jagen, door «den zweependen wind» voortgedreven, en die de grenzen van uwe gansche buurtschap versperren zal Toch bedelen wij niet om beklag. Wij zijn er te fier voor; het hart zit ons hiervoor te hoog en wij gelooven niet, dat wij zóó te beklagen zijn, als menigeen misschien zou denken. Wij hebben onzen beperkten kring, waarin wij streven en strijden kunnen, naar pligt en geweten. Wij hebben onze ongedwongene bijeenkomsten, waar de eenvoudigheid des harten voorzit en het «nut van 't algemeen» niet uit het oog wordt verloren. Wij rooken evenzoogoed onze Goudsche pijp met ome intiemen als gij, stedeling, met de uwen. Wat wil men meer! Hier ben ik, waar ik voor dit oogenblik wil wezen. Over onze «intiemen» wilde ik een paar woorden zeggen. Wij sluiten geheel anders vriendschap en worden dus ook geheel anders «intiemen» dan gij, o stedeling! Anders en ook beter. Gij pleegt in den regel op wonderlijke wijze aan uwe vrienden te komen. Eerst loopt ge elkaar op straat 10 of 20 maal stug en onvriendelijk voorbij. Als de vreem deling pas in uwe poorten kwam, dan denkt gijdat is «een meneer» en daarmee is 't uit, al is 't ook niet voor goed. Doch bij een zekere gelegenheid ontmoet gij dezen «meneer» bij een vriend van u. Hij wordt u voorgesteld, gij buigt en liegt zeer dikwijls, dat het u «aangenaam» is met den nieuweling kennis te hebben aangeknoopt. Thans nemen de burgerlijke beleefdheden een aanvang. Groeten en wedergroeten zijn aan de orde van den dag. Deze groet-periode kan heel lang duren, 't Kost dan ook weinig moeite. Zulk een vriendschap kost hoogstens een rand van den hoed in het jaar. Doch, wat is't geval? De beide straat-vrienden worden zamen (hoe kan 't zoo treffen) diaken of ouderling, als 't meeloopt. Prachtige gelegenheid om elkaar veel te zien, om elkander te leeren achten en te beminnen, vuriglijk en teeder, om intiem te worden. Zóó de stedeling. Goddank, dat wij anders doen! Pas heeft onze nieuwe dorpsbewoner voet aan wal gezet, of wij steken hem, de eerste de beste gelegenheid dat we hem op straat tegen 't lijf loopen, de hand toe en zeggen op hartel ijken toon: welkom, brave kerel; komaan, je hebt gelijk, dat je hier komt; 't is hier een gezegend land voor je koeijen, voor je vrouw, voor je kinders, en voor je zelf; ha, ik kom van avond bij je op de koffij, zorg dat de boel in den haak is. Daar wij gewoon zijn van onze harten geene moordkuilen te maken, terstond aan ieder die 7t hooren wil onze gansche levensgeschiedenis van a tot z vertellen en alles eerlijk opbiechten van ons zeiven en onze familie, zijn wij terstond en voorgoed? intiem. Dat wij aan onze vrienden nooit een deftige boodschap zenden, wanneer we hen gaarne wenschen te zien, ligt in den aard der zaak en vloeit uit onze dorpachtige begrippen van vrije, ongedwongene vriendschap noodzakelijk voort. Natuurmenschen als we zijn, volgen wij den drang van ons hart. Voelen wij een vlugtig heimwee naar onzen vriend in ons opwellen, dan gaan we er terstond op los. Wij wenschen elkaar «goeijen avond,» nemen een stoel, stoppen de pijp uit onze eigene doos en keuvelen over honderd dingen. Nog nooit is 't ons gebeurd, dat we «niet te huis» waren, als we goed en wel in onze kamer zaten of dat we «belet» gaven, als we juist aan het middagmalen waren. In dit laatste geval maken we zelfs geene verontschuldigingen, zeggende, dat we den plotseling binnenvallenden gast wel ten eten zouden vragen, maarmaarWij vragen eenvoudig, of onze kameraad «trek» heeft of niet. Vraagt gij, mijnheer de stadbewoner, hoe wij onze vriend schap onderhouden? Wij antwoorden terstondWel, «door kleine geschenken,» zooals het spreekwoord geheel naar waarheid opmerkt. Als ik overvloed van mooije appelen heb, die de nijdige herfstwind kwaadaardig heeft afgeschud, dan kan mijn vriend vast op een deel er van rekenen. Als mijn knollen tuin overvloedig heeft opgeleverd, welnu, dan bied ik hem van mijne «knollen» aan, die hij niet voor «citroenen» zou willen ruilen. Zoo doen wij wederkeerig. Doch door de onderlinge waardeering van elkanders goede eigenschappen wordt onze vriendschap het meest bestendigd. Dit zal in de stad ook wel zoo wezen, wij gelooven het gaarne. Dat wij deze laatste verklaring afleggen, geschiedt dan ook alleen om te zeggen, dat we dan toch iets met de heeren en dames stedelingen gemeen hebben. Dat onze vriendschap, die zoo spoedig en gemakkelijk «aan» komt, ook zeer spoedig «uit» kan zijn, zal niemand kunnen» bevreemden. Een enkel woord doet de vonk in 't kruid vliegen; een enkel verzuim verscheurt de hechtste bandeneen enkele onschuldige daad, die van een beginsel getuigt, brengt alles in de war; als het eigenbelang in 't spel komt, dan is de verwijdering zeer nabij. Nog eens: zoo is 't bij ons. Hoe is 't in de stad? (Gron. Crt.) Bij een regtszaak tegen een dievenbende, vroeg de regter aan een der aangeklaagden, van waar hij den dieven sleutel, dien men bij hem vond, bekomen had. Op gedempten toon gaf hij ten antwoord: «'t Is nog een aandenken van mijn vader zaliger.» Benoemingen, enz. Benoemd: tot dijkgraaf van het ambacht van Westfriesland de Vier Noorder Koggen, de heer C. Donker; en tot heemraad van dat ambacht van wege de Wognummerkogge, de heer P. F. van den Steen, en van wege de Middelkogge, K. Zijp Mz.tot hoofdingeland van Westfriesland, van wege het ambacht de Vier Noorder Koggen, de heer P. de Boer Az.; en tot hoofdingeland-plaatsvervanger van Westfriesland, van wege dat ambacht, de heer D. Koorn. Benoemd tot inspecteur der genie den kolonel F. A. Vaillant, thans bevelhebber van de 2de milit. afdeeling; tot bevelhebber van de 2de militaire afdeeling den kolonel J. P. Holtzschue, thans inspecteur der geniewordende die beide hoofdofficieren eervol ontheven van de betrekkingen thans door hen vervuld. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van Maandag 13 November. Met algemeene stemmen is aangenomen de overeenkomst met de exploitatie-maatschappij. Heden is de Indische begrooting aan de orde. Daarna de coöperatiewet. B u ite n I a n d. België. Volgens de Indépendance zijn de gedeserteerde Belgische soldaten, die eenigen tijd het bosch van Soignies onveilig maakten en met alle pogingen om hen te vatten spotten, vrijwillig uit hun land geweken om dienst te nemen voor Nederlandsch-Indië en bij de Turken. Zij hebben, zegt dat blad, zei ven zorg gedragen dat deze afloop hunner helden daden de noodige bekendheid in den omtrek verkreeg. Frankrijk. Aan de polytechnische school bestaat eene merkwaardige instelling, die mogelijk nergens hare wedergade heeft, maar toch zeer weinig algemeen bekend is, juist welligt om de kieschheid waarmede en dat is haar exceptioneel karakter zij werkt en in stand gehouden wordt, reeds jaren lang. Er bestaat namelijk, onder meer, ook een beurs, waaruit behoeftige jongelieden studeren, en welke uitsluitend door geregelde driemaandelijksche bijdragen van hunne medeleerlingen wordt bekostigd. Twee leerlingen, met den titel van kassiers, bij stemming door al de overigen ot dien post van vertrouwen uitverkoren, ontvangen de gelden en beschikken er over. Zij alleen weten wie de studenten zijn, die dit voordeel genieten, en er bestaat geen voorbeeld, dat ooit, ook zelfs het minste of geringste uitgelekt is wie het zijn, die op deze wijze op kosten hunner kameraden het onderwijs genieten. Om het geheim beter te bewaren en den sluijer nog ondoordringbaarder te maken, betalen de bevoorregten zeiven hun deel in den hoofdei ijken omslag. (N. Rott. Crt.) Le Petit Journal deelt merkwaardige bijzonderheden mede omtrent den man met de twee monden. Men deelde reeds mede dat deze het ongeluk had een oplossing van bijtende potasch te drinken, tengevolge waarvan zijn mond en ingewanden zoodanig werden aangedaan dat het eten hem onmogelijk werd en hij dus van honger zou moeten omkomen. De man vermagerde dan ook zeer en woog niet meer dan 33 KG. Doctor Verneuil heeft hem toen aan de in den laatsten tijd meermalen toegepaste operatie onderworpen en eene tweede opening in de maag gemaakt, waardoor het voedsel daarin kan worden gebragt langs een anderen dan den gewonen weg. Eene buis van gutta percha werd er ingebragt, en na verloop van weinige dagen had de wond een lidteeken gemaakt en van nu af gebruikte de man met den meesten smaak alles wat hem werd aangeboden en dat als door een trechter in de maag wordt gegoten. Hij woonde zelfs een dejeuné bij van de leden der Academie de Médecine en, onder voorwendsel van proefnemingen, werden hem door deze allerlei geregten in vloeibaren vorm: bouillon, eijeren, melk, gehakt, bier, wijn, chocolaad toegediend. Hij at, terwijl hij onder de hand met de heeren sprak. Maar het zonderling verschijnsel doet zich voor, dat de man behoefte heeft om ook de vroegere wijze van voeding toe te passen en bij al wat hij gebruikt neemt hij een eijerlepel er van in den mond; hij kan het wel niet door slikken, maar hij heeft daardoor ook den smaak van zijn voedsel, want de smaak is hem bijgebleven. Engeland. De processie van den nieuwen lord-mayor had dit jaar in Londen met bijzonder veel staatsie en pracht plaats cn bragt eene aanzienlijke menigte op de been, tengevolge waarvan een gedrang ontstond, waarin verscheidene personen gedood of ernstig gekwetst werden. In den stoet para deerden o. a. niet minder dan 13 prachtig opgetuigde olifanten en eene afdeeling fraai uitgedoste ruiters. Een en ander was bestemd, om den volke een denkbeeld te geven van de Indische reis van den troonopvolger, den Prins van Wales. Deze vierde denzelfden dag zijn 35sten verjaardag. Dezer dagen stond in Liverpool de firma Fecht Co. teregt, omdat zij uit een vat, waarop met groote letters stond: «Dutch butter» (Hollandsche boter), een stof verkocht, die niet eens boter inhield. Daar het scheikundig onderzoek echter aan den dag bragt, dat deze «boter,» in kleur en zachtheid aan gewone boter gelijk, geen nadeelige bestanddeelen voor de gezondheid bevat niet alleen, maar integendeel boter zeer goed verving, kwam de beschuldigde er met 1 sh. boete en de vermaning af, voortaan in plaats van Nederlandsche boter kunstboter aan te kondigen. Duitschland. De gezworenen te Aurich (Oost-Friesland) hebben de weduwe Bruns, beschuldigd van vergiftiging van haren man, veroordeeld tot de doodstraf door onthoofding. Hare schoonmoeder Onnen is, wegens medepligtigheid, veroordeeld tot 15 jaren tuchthuisstraf. In den Elzas wordt het minste vergrijp tegen het ontzag voor de Duitschers nog uiterst streng gestraft. Een oud vrouwtje zag te Saargemünd, een voorbijrijdend Duitsch officier zich zeer klassiek, maar minder delicaat, met twee vingers den neus snuiten. «Ze hebben ous 5 milliard afge nomen en ze bezitten nog geen duiten om zich een zakdoek te koopen!» riep zij minachtend uit. Het oudje werd daar voor tot 5 thaler boete veroordeeld. Rusland. Volgens de Golos ontving de Keizer jl. Vrijdag avond te Moskau eene deputatie uit den gemeenteraad en hield daarbij eene toespraak, waarin Z. M. zeide, dat hij gedurende zijne geheele regering getracht had voor de Christenen in het Oosten te verkrijgen wat regt en billijkheid eischten; hij betreurde het, dat al zijne vreedzame pogingen geen gevolg hadden gehad. Thans zou eene conferentie te Constantinopel bijeenkomen en Rusland zou zijne eischen aldaar staande houden. Mogt daaraan wederom geen gevolg gegeven worden, dan zou Rusland gedwongen zijn de wapenen op te vatten. Z. M. rekende dan op de onder steuning zijner onderdanen. De rede van den Czaar werd met geestdrift ontvangen. Volgens ontvangen berigten zijn de scheepsvrachten in de laatste dagen uit de Russische havens, met name te Petersburg, sterk gerezen en wordt aldaar ongeveer f 50 per last rogge naar de Maas en de Engelsche havens geboden. De regtbanken hebben thans eindelijk vonnis geveld in het proces tegen de secte der «Skopzen» of zelfver- minkers. Van de 128 aangeklaagden zijn de hoofdschuldigen namelijk «de verlosser,» «de jonkvrouw Maria,» «de profeet Elias» en anderen tot zesjarigen dwangarbeid in de berg werken vanSiberië veroordeeld. De overigen worden gedeporteerd, behalve de vrouwen beneden de 21 jaren. Egypte. Een telegram uit Kaïro meldt, dat de Egyptische minister van Financiën in hechtenis is genomen, onder de beschuldiging van zamenzwering tegen den Khedive. Later werd dit berigt aangevuld met de mededeeling uit Londen, dat de onderkoning zelf dezen verradelijken raadsman aan gehouden en in zijn rijtuig naar de gevangenis gebragt heeft. Vreemd feit voorzeker, waarvan, als het waar is, de bijzonderheden met verlangen te gemoet worden gezien. Hussein-pacha, zoon van den Khedive, is tot minister van Financiën benoemd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2