HELDERS€IIE KV VIEUWEDIEPER COURANT. 1876. N°. 151. Zondag 17 December. 34 Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. BEKENDMAKING. Binnenland. „Wij linldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal f 1.80. v a franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Burean: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Ulken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indtë. Laatste, ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Batavia en Padang, te ver zenden per Stoomschip Voorwaarts, geschiedt voor druk werken den 22 December a. s., na aankomst van trein III, (Noordhollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 23 December, na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN op DINGSDAG den 19 DECEMBER aanstaande, des AVONDS ten ZEVEN ure. Helder, De Voorzitter voornoemd, den 16 December 1876. STAKMAN BOSSE. punten ter behandeling: 1. Aanbeveling leden Bestuur Weeshuis. 2. Aanbeveling leden Burgerlijk Armbestuur. 3. Aftreding commissaris Ziekenhuis. 4. Voordragt hulponderwijzer. 5. Mededeeling van ingekomen stukken. HELDER en NIEUWEDIEP, 16 December. Naar wij vernemen is een jongeling uit deze gemeente in verzekerde bewaring genomen, als beschuldigd eene niet onbelangrijke hoeveelheid lood van tijd tot tijd, op naam van anderen, te hebben gehaald, waarvoor hij dan briefjes afgaf ten name van timmermansbazen in deze gemeente. In de Nuts vergadering, gisteren avond in Tivoli alhier gehouden, werd de spreekbeurt vervuld door den heer dr. H. J. E. van Hoorn, van Hoorn. Had spreker, toen hij in het vorig wintersaizoen hier optrad, het leven en werken van den grooten Andersen geschetst, nu voerde hij voor onze verbeelding de verheven gestalte van den groo ten en eenigen Engelschen schrijver, Charles Dickens. Uit den rijken schat van 's mans werken deelde hij eenige schoone bladzijden mee en deed hij uitkomen, hoe Dickens, VEil BORGEN OFFERS. DOOR ELISE POLKO. Vervolg.) Toen de eerste schoone herfstdagen aanbraken, was het woudkasteel weder ledig en de zusters weenden bij de verpleegsters van haren broeder de scheidingssmart uit. Welk een troost was nu voor de moederlooze weezen de nabijheid van 't klooster. De nonnen hadden voor elk een woord van liefde en bemoediging ten beste. Terwijl de trouwe bonne met de zuster portierster praatte, die vroeger jaren lang in haar vaderland, het mistige Engeland, gewoond had. mochten de gravinnen met de kleine kindereu in de kamer of in den kloostertuin spelen en haar luidruchtig gelach weerklonk dan als muziek door de sombere zalen. Alles kwam haar schoon en boeiend voor in de nabijheid der Barmhartige Zusters; de lange, donkere gangen, de kleine, rijk versierde kapel, de open kruisgang met bet groote crucifix, de tuin met zijn sierlijke bedden, de stemmen der nonnenen een roos of een vrucht uit den kloostertuin riekte heerlijker en smaakte fijner dan die uit haar eigen tuin. Als een dreigend spooksel rees nu en dan de gedachte aan het naderend einde hunner rustige levenswijze, aan de gevreesde reis naar Parijs voor de jeugdige zielen op, en als schuwe vogeltjes vluchtten zij bij de geringste toespeling daarover in de armen harer trouwe beschermsters of klaagden haren vriendelijken leermeester, den abt, haar nood, die haar echter altijd opbeurend wist te troosten. De beste troost evenwel gaf Eckbert, die steeds den hartstochte lijken eed zwoer, dat hij liever het kasteel in brand zou steken, dan te dulden dat men zijne pleegzusters naar het moderne Babel zou wegvoeren. Op zekeren dag kwam de volgende brief van Egon op het woud- kasteel aan „Lieve zusters! Nu moest ge bij mij kunnen zijngij hebt mij lief en zoudt mij begrijpen. O, dat ik niet meer alles aan mama zeggen kan; hoe zou zij zich met mij verblijden! Papa heeft woord gehouden en ik mocht in zijne loge de opera bezoeken. Het was de Bon Juan van Mozart die ik het eerst hoorde, en sedert dien tijd loop ik den ganschen dag als in een droom rond, en 's nachts hoor ik de won derbare melodiën en zie ik al die bonte gestalten, en den steenen ridder; laat de oantor of de dokter u maar vertellen, hoe de geschiedenis eigenlijk in elkaar zit, ik kan het niet. Ik kan alleen aan de.muziek denken! „Eene nieuwe wereld ontsloot zich voor mijik heb geweend en gesidderd en aan u gedacht, en aan mijn arme mama en aan alles wat zij mij vertelde en wat ik haar beloofde; en dikwijls ver beeldde ik mij dat ik haar hoorde zingen, zooals ik het hoorde toen ik nog een klein kind was. hetgeen hij in zijne omgeving zag en ondervond, op den meest schoonen, onderhoudenden en geestigen trant wist weer te geven. Maar bovenal werd door spreker gewezen op het streven, dat bij den grooten schrijver steeds ten grondslag lag. Hij achtte zich geroepen, de vele nooden, kwalen en ellenden der menschheid in het licht te stellen, opdat de publieke opinie zou worden wakker geschud en ieder zou worden opgewekt en aangespoord om de hand uit te steken ten einde zooveel kwaad te stuiten en de tallooze ongelukkigen en verwaarloosden op te heffen uit hunnen treurigen toestand. Spreker trachtte een antwoord te geven op de vraag, waarom Dickens veel meer gelezen en geliefd is dan andere schrijvers, die niet minder dan hij in kennis en tact uitblonken. Hij vond het antwoord hierin: Dickens was de man, die meer bepaald zijn aan dacht vestigde op de nooden en behoeften der lagere klassen, der verworpenen uit de beschaafde maatschappij. Om die menschen in hunne leefwijze, in hunne eigen aardigheden en vooral in hunne ontberingen en hun ongelukkig bestaan te leeren kennen, zwierf hij rond in achterbuurten en stegen en langs de kaden van Londen, en wat hij daar opmerkte, wist hij te schetsen op eene wijze, die de grooten en aanzienlijken wakker schudde uit hunnen slaap van gemakzucht, en die levendig sprak tot het hart van heel het volk. Aan het slot stelde spreker het in 't licht, hoe de nu voor zes jaren ontslapen schrijver het zijne heeft toegebragt aan deze groote en schoone taak de ellende en de nooden der menschheid te bestrijden; en met volle regtmogt spreker verzekeren, dat Dicken's schoone werken een beter monument vormen, dan 't gedenkteeken, dat 't Engelsche volk voor een zijner edelste mannen zal pprigten. De mailboot Prins van Oranje, van hier naar Batavia, heeft van af 29 Nov. tot 4 Dec. hevig stormweder gehad. Een 30tal kolonialen zijn aan armen, beenen of gezigt gewond door het vreeselijk slingeren. Een der dames b.eviel ontijdig van een tweeling. Het moet een toestand aan boord geweest zijn niet met de pen te beschrijven. De commandant, kapitein Aukus, had in zes dagen en nachten zijn post op de brug niet verlaten. De machine en het roer hielden zich gelukkig goed, zoodat men de reis kon doorzetten. „En hoe beminde ik hem toen plotseling zoo boven alle beschrij ving, dien Mozart, die zulke muziek bedacht, neen, niet bedacht, maar gevoeld heeft. Sedert dien avond heb ik slechts ééne gedachte, slechts éénen brandenden wensch, en die iszelf musicus te worden, namelijk componist. Helpt mij bidden, dat dit ver langen toch vervuld worde! Gij kunt het stellig gelooven, dat dag en nacht melodiën om mij heen zweven als vogelen, en ik verbeeld mij dat ik ze wel met de handen zou kunnen grijpen. Ik heb papa met tranen gebeden dat hij mij muziekonderwijs zou laten geven; tot dusver heeft hij het mij zoo beslist mogelijk geweigerd, voorwendende dat dit voor een man niet te pas kwam en het mij bovendien van streek zou brengen; en in de geheele fiijnailie Mauerhain was nooit iemand gevveeBt die een instrument bespeeld of zich om muziek bekommerd had. „En tante heeft de piano laten wegbrengenik geloof dat zij nog meer dan papa de muziek haat. Ach, kon ik maar bij u wezenMaar denk niet, dat ik klagen wilde over papahij is zeer goed voor mij, ik krijg alles wat ik begeer, tot een rijpaard toe en tante vertroetelt mij zelfs. Maar ik zou dat alles, waarom mijne makkers mij benijden, gaarne missen, als ik maar dat één e hebben mocht, en als dan mama nog leefde. Ik geloof dat ik bij water en brood vergenoegd zou wezen, als ik mijne muziek en mama had! Helpt bidden voor uwen Egon en vraag of de vrome Zuster en de goede abt het ook doen!" Deze brief werd in den kleinen kring op het woudkasteel door OJga met bevende stem en in de hevigste ontroering voorgelezen. liet jeugdige klaverblad zat in den verwilderden tuin bij elkander, als naar gewoonte, ofschoon de bladeren reeds van de boomen vielen en de asters in vollen bloei stonden; Victorine was trouwens in dpeken en shawls gehuld. Ach, het was daar zoo schoon! Eckbert las voor en al het schoone dat den twee weezen uit de wereld der poëeten toestroomde, had hij hun verschaft. En hem dan met zijn jeugdig vuur daarover te hooren spreken, was bijna nog scfiooner dan de taal der dichters. En als hij haar de levens geschiedenis der groote schilders voorlas hoe schitterden dan zijn blauwe oogen! „De gedachte, dat men het ook eenmaal zou kunnen verdienen, den een of ander dezer modelmenschen de schoenriem te ontbinden, is alleen een geheel leven waard," riep hij dikwijls in vervoering van geestdrift uit. Egon's neiging voor de -kunst verrukte hem. „Graven zijn er genoeg in de wereld!" zei hij lachend, „maar de degelijke kunstenaars zijn dun gezaaid." Oók na de lezing van Egon's brief troostte en bemoedigde hij de zusters. „Wees toch niet zoo bezorgd, Olga; Egon zal het hoofd omhoog houden en zijn wil doorzetten en des noods met pak en zak op reis gaan, als zijn vader hem wil tegenwerken," sprak Eckbert met fonkelende oogen. „Hij moet maar ernstig willen, dan zal de .graaf wel toegeven. Heb ik ook niet een harden strijd gehad met mijn goeden papa, die volstrekt een docter van mij maken wilde? Nu is alles beslist, en binnen een jaar ben ik de Men meldt ons uit Utrecht, dat door de jury der internationale tentoonstelling geen wijziging is gebragt in de bekrooning van den heer J. A. Basie te Alkmaar. Men voegt er bij, dat de jury reeds lang is ontbonden. De chefs der korpsen van het leger zijn door den minister van Oorlog aangeschreven omtrent de soldaten, die voor de dienst te velde ongeschikt zijn en alzoo voor pensioen of ontslag uit de dienst wegens ligchaamsgebreken worden voorgedragen, bij die voordragten naauwkeurig te doen vermelden of de betrokken personen in de termen vallen om nog voor speciale diensten te worden geëmployeerd daar dezen alsdan daarvoor hetzij bij het instructie-bataillon of bij het algemeen depót van discipline zullen worden gebezigd. Voor de aan het ministerie van Koloniën aanbestede levering van 27,184 kub. meter houtwerken ten behoeve der havenwerken van Batavia, is de minste inschrijver de heer Meelbaum te Amsterdam, voor 1,248,561.12. Beroepen te 's Hage ds. C. J. Gr. van Hoogstraten, pred. te Almelo. Bedankt voor het beroep naar Groningen door ds. J. A. de Vlieger, pred. te Katwijk aan Zee. Jl. Donderdag is door het provinciaal bestuur van Noordholland aanbesteed: 1. Het maken van houten funderingen en grondmetsel werken, met de daarbij behoorende werken, op het terrein van het te Amsterdam te bouwen Rijks-Museumminste inschrijvers de heeren Schoonenburg en C. J. Maks, te Amsterdam, voor f 197,500. 2. ,Het leveren van 8,400,000 stuks gebakken metselsteenen op het terrein voor het te Amsterdam te bouwen Rijks-Museum; minste inschrijver de heer Adr. van Berkel, te Berlijn, voor f 187,225. Het wrak en de tuigage van het te Texel gestrande Nederl. schip Elsine, kapt. Vos, van Frederikstad naar Leuven, hebben in publieke veiling f 2000 opgebragt. De heer W. Sluis, uit de Beemster, die dezer dagen te Leens in de vergadering van het genootschap der Nijver heid eene lezing hield over de ooftboomteelt, deelde o. a. mede, dat in de prov. Noordholland tegenwoordig voor één hectare met aalbessen beplant f 12000 en meer betaald werd. Jl. Donderdag is door het gemeentebestuur van Hoorn gelukkigste aspirant-schilder die ooit een Academie bezocht. Kon ik maar eens met Egon praten „Schrijf hem tochsmeekte Olga. „Gaat gij werkelijk over een jaar reeds heen?" vroeg Victorine, terwijl zij de oogen naar hem opsloeg en een hooge blos haar gelaat kleurde. „Ja, en gij weet niet hoe mij die gedachte verheugt!" „Hoe lang zult ge wel wegblijven?" „ZoolaDg totdat er wat goeds uit mij gegroeid is. En dan weer vooruit, naar Italië! Wie wil er méégaan?" riep hij dronken van vreugde. En juichend wierp hij zijn muts in de hoogte, zoodat zij in de tókken van den grooten nootenboom, waaronder de jonge lieden gezeten waren, bleef hangen. „Maar zult ge ons ook niet vergeten en ons dadelijk bezoeken als gij terugkomt?" vroeg Olga nu, terwijl ze haar hand op zijn arm legde. „Elke groote vaeantie kom ik over, daarop kunt ge u verlaten, en dan zingeu we quartetten: gij de altstem, Egon de tenor en ik bas. Lach niet ik zal bepaald zingen gaan leeren! Hoe zal ik dan naar uwe stem verlangen, Olga! In u schuilt toch ook een kunstenares bij de gratie Gods, en als ik iets te zeggen liad „Nu, en ik? Mij noemt ge in 't geheel niet," viel Victorine hem thans ongeduldig in de rede, terwijl zij de fijne lippen op elkaar perste. „Gij luistert toe met den abt, papa en den cantor, want gij hebt nu toch eenmaal, helaasgeen -stem om te zingenmaar wij moeten, zooals ge wel begrijpen kunt, noodzakelijk ook bewonderende toehoorders hebben; en dus zijt ge een zeer gewichtig persoontje1" Terwijl hij de laatste woorden nog sprak, klauterde hij reeds in den nootenboom om zijne muts te halen; hij zag dus niet meer hoe Olga haar zuster vertroostend omhelsde, die in tranen was uitgebarsten. Weinige maanden later reeds stond Eckbert werkelijk in de muziekkamer om op de hartelijkste wijs afscheid te nemen, en de meisjes sierden zijn grijzen hoed met de eerste asters. Hij was zoo overgelukkig bij de gedachte aan zijn toekomst als kunstenaar, en toch werden zijne oogen vochtig toen hij Olga's kleine hand voor het laatst in de zijne drukte. „Zoodra ik behoorlijk gevorderd ben kom ik eens over om uw portret te maken!" zei hij nog. „En dan maken we allen een reis naar Italië, en Egon en de abt gaan ook meê! En naar Venetië gaan we het eerst, niet waar?" En Olga knikte bleek en glimlachend ook Victorine zuchtte. Maar wat beteekent scheiding voor de jeugd?! De bonte bladeren vielen zachtkens af, ginds voor het terras, toen zij buiten kwamen; zwermen trekvogels vlogen over hunne hoofden heen. Eckbert wees er naar: „Ziet, zulk een trekvogel beu ik ook,"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1