aanbesteed het bouwen van eene school, waarin ruimte moet zijn voor nagenoeg 300 scholieren. De raming der kosten was nagenoeg f 13,000. Er werd door onderscheidene aan nemers voor ver boven de raming ingeschreven, onder welke de hoogste was f 16,622 en do laagste 13,4UÜ. Daar er iets tussckenbeide gekomen was, kon de gunning nog niet geschieden. Het O. M. heeft tegen jufvrouw Alofs, beschuldigd van het bedriegelijk wegvoeren van de minderjarige Anna Gallant, welke zaak eergisteren voor het hof te Amsterdam werd voortgezet, onder toepassing van verzachtende omstan digheden, eene celstraf van 3 maanden geëischt. Te Amsterdam is een «kruijer» gearresteerd, beschuldigd van oneerlijkheid. Dit moet een ongekend feit zijn. Te Amsterdam heeft men thans een Italiaansch (Milaneesch) circus met 120 personen en 60 paarden. Het beroep in cassatie tegen een arrest van het voor malig Prov. hof van Zeeland, waarbij beetwortelen tiendpligtig zijn verklaard, is gisteren door den Hoogen raad verworpen. De tiendpligtigheid van beetwortelen is hiermede uitgemaakt. De regtbank te Middelburg heeft jl. Donderdag uitspraak gedaan omtrent de dezer dagen vermelde aanklagt wegens hoon, ingesteld tegen den heer B. P. Korteweg. De regtbank nam aan dat wel degelijk de bedoeling om de te beleedigen had bestaan en beklaagde veroordeeld tot een geldboete van f 8, met toewijzing tevens van de civiele actie ad f 10. Te Arnhem heeft dezer dagen een rentenier teregt gestaan, beklaagd van bedriegelijke opligting. Hij wordt beschuldigd van in een vloerkleed, waarin een knecht eenige kleine gaten had gebrand, met opzet grootere te hebben laten branden om schadevergoeding van de assurantie maatschappij te kunnen verkrijgen. De eisch is 9 maanden cellulair en f 1500 boete. De schrijver van de brieven uit de hofstad in de Arnh. Crt. schrijft o. a. over scheurkalenders het volgende: Ik begin met te verklaren, dat ik in de hoogste mate ingenomen ben met den nieuwen letterkundigen vorm der scheurkalenders; zij zijn voor de verspreiding van kennis en wetenschap, zedelijkheid en deugd, wat de draaiorgels zijn voor de muziek. Ge hebt geen tijd, geld of gelegen heid om het hooge kunstgenot te smaken, dat de Trouvere of Fille de madame Angot schenkenmaar ge roept een orgelman en hij dompelt u tot over de ooren in het Miserere of in het Ghoeur des conspiraleurs. Zoo is het ook met de scheurkalenders; u ontbreekt de tijd, of iets anders, om Vondel of Shakespere te lezen of te verstaan, het geld om de romans van Dickens te koopen, of de gelegenheid en noodige voorafgaande kennis om te weten, wat ge doen of laten moet om honderd jaren oud te wordenga naar den boekwinkel en ge vindt uwe gading in scheurkalenders met een woord van Vondel, een woord van Shakespere, een woord van Dickens voor iederen dag van het jaar. Zoo wordt de letterkunde binnen ieders bereik gebragt, terwijl andere scheurkalenders de godsdienst binnen ieders gemoed levendig houden door een bijbeltekst, andere uw gemoed opvrolijken door een kwinkslag of een schepje «humor» (ter wille der wellevendheid aldus gedoopt), andere voor uwe gezondheid zorgen door eene les uit de vooraadschuur der hygiëne voor iederen dag van het jaar. De scheurkalenders genieten dan ook eene zoo welver diende populariteit, dat het niet veel voor den «bewerker» der 365 recepten van den baron Brisse bewijst, dat hij de menu's voor iederen dag van het jaar niet in dezen zoo geachten vorm aan het Nederlandsch publiek heeft voorgezet. Het lang gewenschte contract met het Parijsche huis Lescanne-Perdouf tot het leggen van de spoorweglijn HarlingenSalzbergen is gesloten. riep hij, //maar ik keer, juist zoo als die daar boven ons, altijd weer in het oude nest terug, hierheen, in mijn lieve vaderland, dat ik nooit vergeet. Maar laten ze u toch vooral niet naar Parijs sturen, dat ik u weerom kan vinden, zooals nu En terwijl zij zoo verder keuvelden en nog eenmaal in den lieven, kleinen, woesten tuin traden, hoopvol en treurend tegelijk, wandelde op het terras de docter met den abt heen en weder, en de geneesheer zuchtte, wees naar de bekoorlijke groep en mompelde z/Als de trotsche graaf hen zoo eens zag!" „Zelfs hij, met zijne grenzelooze hoogmoed en zijn ijskoud harte, zou hun deze onschuldige genoegens en sympathiëu niet verbieden en moest hen laten geworden," luidde het antwoord, dat met zachte stem en een vriendelijk lachje gegeven werd. z/Hoe spoedig zal het leven deze drie schuldelooze kinderen voor altijd scheidenzij staan nu nog in den rijksten zonneschijn, die gelukkigen! Zooveel te beter voor hen! Wie zou niet om hunnentwil biddenO zon, sta stil Maar de zon stond niet stil; de tijd wandelde onophoudelijk met lichten tred verder en verder; de maagdelijke rozen ontloken in de volste gratie en schoonheid. Maar niemand zag ze. Het was en bleef zoo stil in het woudkasteel, als in het rijk der schoone slaapster. De geregeld aankomende brieven van Eckbert en Egon alleen brachten leven en afwisseling in de eentonige dagen; zoo ook de voortgezette muziekoefeningen van vroeger, om allengs nader kennis te maken met Haydn en Glück, Mozart en Handel, en eindelijk Olga's stem, die zich met verwonderlijke schoonheid ont wikkelde. Vaak waren het schier als zoovele orgeltonen die over hare lippefl stroomden. „Als hare moeder zong, kwamen er gedachten aan de wereld en hare genoegens en een mismoedig verlangen daarnaar bij mij op," zeide de abt, //maar als zij zingt, kan ik slechts aan den Hemel denken." /,Gij hebt gelijk," antwoordde de oude cantor, //als Olga een aria van Handel zingt, is het een gebed." Er gebeurde toch iets wonderlijks: Sedert den dood zijner moeder was Egon niet weder op het woudkasteel verschenen. De verontschuldigingen voor zijn uitblijven klonken trouwens zeer natuurlijk. Vader en zoon wilden niet van elkander scheiden. Egon moest dus zijn vader op diens reizen naar badplaatsen en andere streken steeds vergezellen. Reeds waren er drie zomers verstreken, zonder dat broeder en zusters elkaar gezien hadden; doch ook zijne brieven werden schaarscher, korter, en toonden een zondelinge mengeling van ontroering eu kalmte. Over de muziek, waarvan anders altijd zijne brieven vol waren, hoorde men tot verbazing zijner zusters geen woord meer. Hij beantwoordde ook geen enkele harer daarop doelende vragen. Daarentegen verhaalde hij, dat de uitstekendste privaatonderwijzers in allerlei vakken hem trachtten op te leiden De arbeider P. M. Paulusma, te Suameer, teregt staande voor het hof te Leeuwarden wegens moed willigen moord op den persoon van H. S. Berghuis, is veroordeeld tot 15 jaren tuchthuisstraf. In de Groningsche bladen wordt melding gemaakt van een gerucht, dat men mogelijk zou achten in Turkije of in Rusland, inaar niet in de goede stad Groningen. Men verhaalt nl. dat voogden van het Groene Weeshuis bij overrompeling en met geweld, of althans met bedreiging, dat alle verdere ondersteuning zou worden onthouden, de vrouwelijke weezen van haar lang hoofdhaar hebben laten berooven. Uit Drenthe wordt gemeld, dat het mesten van kalveren dit jaar de gunstigste uitkomsten heeft opgeleverd; zoodat er landlieden zijn, die met hun veestapels meer dan f 4000 verdiend hebben. Bovendien heeft de aanfok van jonge varkens, wegens de hooge prijzen van biggen en loopvarkens, eveneens de beste resultaten gehad; 't aantal van hen, die met dezen tak van bedrijf f 1000 en meer gewonnen hebben, is groot. Te Ommerschans stond een verpleegde jl. Dingsdag omstreeks middernacht op en poogde een zijner kameraads den hals af te snijden. Deze ontwaakte en kwam er zoo doende met een schramp in den hals af. Men vermoedt, dat krenking der geestvermogens de oorzaak dezer handeling is. Het aantal kloosters in Limburg, dat ten vorigen jare 46 bedroeg, is thans tot 56 gestegen. Een landbouwer gelooft, het middel tegen de aard appelziekte te hebben gevondenhet bestaat eenvoudig daarin, dat men den knol.... den 1 Junij plant in plaats van in April; dan toch ontgaat de aardappel de verschillende invloeden, die de ziekten veroorzaakennachtvorsten in April, rijp in Mei, verschroeijing van den stengel in Julij, Vele jaren achtereen, zegt le Cour. d. 1. Meuse, heeft de bedoelde landbouwer deze methode toegepast en uitstekende zeer gezonde aardappelen verkregen. De Oosteksche kwestie. Op nieuw luiden de berigten uit Konstantinopel omtrent de voorloopige beraad slagingen van de gevolmagtigden ter conferentie gunstig. Meer en meer wordt de hoop levendig, dat de mogend heden het over de besluiten, door de conferentie te nemen, eens zullen worden. De vraag echter, of de Porte met die besluiten genoegen zal nemen of zij niet veeleer geneigd zal zijn om van besluiten, buiten hare medewerking voor bereid, niets te willen weten blijft nog altijd onbeantwoord. STATE1V—GE\EKAAL. Eerste Kamer. Zitting van Woensdag 13 December. Op voorstel-van den lieer Cremers is besloten met bet onderzoek in de afdeelingen van de begrooting te wachteu totdat alle ontwerpen zullen zijn in gekomen. Zitting van Vrijdag 15 December. Tegen Zaturdag ten 12 ure zijn aan de orde gesteld verschillende kleine wetsontwerpen. Van de Tweede Kamer is ingekomen de begrooting der Stanlsspoorwegeu voor 1877, die wel in de afdeelingen zal worden onderzocht. De heer Cremers drong er op aan dat hoofdstuk I der Staatsbegrootiug voor 1877 wel dadelijk zou worden behandeld. De voorzitter ant- woorde dat als de wet op de middelen zal zijn ingekomen, er dan kan worden beslist welke hoofdstukken in behandeling zullen worden genomen. Tot rapporteurs over de muntwetten zijn gekozen de heeren Prins, Hartsen, Piuckhoff eu Pické. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 14 December. Bij de verdere behan deling van hoofdstuk V der Staatsbegrootiug verklaarde de minister, naar aanleiding eener opmerking van den heer Bredius, dat de toegelaten vreemde dames als onderwijzeressen aan alle vereischten voldeden, dat zij niet allen geestelijke zusters uit Duitschland waren en dat hij zich zou schamen op grond harer godsdienstige gezindheid tot niet-toelating te adviseren. voor de betrekking van officier en toekomstigen adjudant van den vorst, en dat hij den aanstaanden winter naar Weenen zou vertrek ken, in gezelschap van een hofmeester en een bediende. z/Ik wil gaarne papa's wenschen vervullen," schreef hij eens, vik zie en gevoel dat hij meer van mij houdt dan ik verdien, maar ik ben thans dikwijls ziek en vermoeid; mijn hoofd is dan zoo zwak, en ik zou wel willen slapen en altijd maar slapen." Bijna tegelijk met dit schrijven kwam er een kort briefje van den graaf, waarin hij ten stelligste verlangde dat men in de brieven aan Egon nooit een enkele opmerking over de muziek zou inlasschen. De oude docter schudde het hoofd bij al die berichten; de geestelijke heer vertoonde vaak een bekommerd gelaat; de cantor zuchtte. //Men wil hem met geweld dwingen, den armen jongen dat loopt nooit goed af!" fluisterde hij den abt in. „Hij is evenwel een echt kind van zijn moeder en hoort dus bij de muzikanten „De zaken zijn niet zooals ze wezen moesten. Ik vrees dat we nog treurige dingen zullen moeten hoorenantwoordde de abt. Er hing als 't ware een dompige nevel over de bewoners van het woudkasteel, als het voorgevoel van een naderend onheil. De bedienden fluisterden onder elkander; de drie bondgenooten de oude bonne, de docter en de abt, verdiepten zich dikwijls in geheimzinnige gesprekken; er kwamen nu vaak brieven, die men voor de zusters verborgen hield, de beide gravinnen treurden over de telkens grootere tusschenpoozen in de briefwisseling met haar broeder. Zelfs de mededeeling van den graaf, dat hij van plan was voor een geruimen tijd met zijn zoon naar Italië te gaan en na zijn terugkomst het woudkasteel dacht te bezoeken, veront rustte haar slechts, in plaats van haar te verblijden. //Egon is ziek," schreef hij den abt, „doch ik wensch niet dat daarover gesproken zal worden; de hofdocter schrijft evenwel slechts luoht- verandering en volstrekte rust voor. Zijne ongesteldheid spruit, helaasmeer uit de ziel dan wel uit het lichaam voort. Wij zullen ons derhalve hier of daar op een afgelegen plekje grond iu het zuiden gaan begraven, totdat mijn zoon genezen is. Brieven van zijne zusters mogen hem voorshands niet gezonden worden." „Wat zou hem toch schelen?" vroegen de zusters telkens weder. Niemand gaf het rechte antwoord; wie zou ook den moed gehad hebben, haar te zeggen„De erfgenaam van den Mauerhaiu- schen naam iskrankzinnig ?1" En Eckbert, waar bleef hij? Met fierheid en fonkelende oogen sprak de oude docter onop houdelijk over zijn zoon; welk een blijdschap brachten zijne onop gesmukte kunstenaars-brieven teweeg! Zijn naam had langzamerhand reeds een goeden klank verkregen in de kunstenaarswereld en een stuk van hem, een musiceerende kindergroep, had hem zelfs in een wedstrijd een aanzienlijken prijs doen winnen, die nu voor een reis naar Italië gebruikt zou worden. Vooraf echter wilde Eckbert zijn vader en het woudkasteel wederzien. Wordt vervolgd j Zitting van Vrijdag 15 December. De discussie is voortgezet over hoofdstuk V. Bij de afdeeling kunsten en wetenschappen is een uitvoerig debat gevoerd over de commissie van adviseurs, die men meende dat haar doel voorbijstreefde. De minister verdedigde de commissie in hare handelingen. Art. 222, normaalschool voor onderwijzers in hel teekenen, heeft de minister pro memorie uitgetrokken in afwachting van een nader onderzoek. De minister zag echter niet in, dat dergelijke school niet behoorde tot de attributen der academie van beeldende kunsten. De nieuwe post betreffende de instelling van een collegie voor landbouw is verworpen met 34 tegeu 32 stemmen. Het geheele hoofdstuk van Binnenlandsche Zaken is aangenomen met 69 tegen tegen 1 stem (de heer Haffmans). benoemingen, enz. Benoemd bij de dd. schutterij te Enkhuizen tot 2den luit. de heer P. G. Buekers, thans schutter; bij die te Beverwijk, tot kapt.-komm. de heer A. II. Halder; tot lsten luit. de heer J. J. Schoo, thans schutter; tot 2de luits. de heeren F. de Langen en G. Visser beiden thans schutter. Aan den luit. ter zee 2de kl. H. J. E. van Gogh is, op zijn verzoek, met ingang van 1 Jan. a. s. een verlof verleend voorden tijd van een jaar, onder stilstand van non-activiteits-tractement en zonder opklimming in de ranglijst. B u ite n I a n d. Frankrijk. Frankrijk heeft een nieuw Kabinet. Dat de partijen te vreden zijn is niet te verwonderen na de verklaring van den minister-president, Jules Simon, dat hij is volbloed- republiekein en volbloed-conservatief. Deze bekentenis van halfslachtigheid of dubbelslachtigheid verwierf hem de toejuichingen van de linker- zoowel als van de regterzijde. Tot de curiositeiten, die de Parijsche wereldtentoon stelling van 1878 zullen opluisteren, zal weder een lucht ballon belmoren, aan kabels vastgemaakt, om «pleizier- reizigers» tot eene zekere hoogte te laten opstijgen. Deze ballon, 20,000 kub. meter gas inhoudende, hebbende een middellijn van 34 meter, zal 50 personen 500 meter kunnen opvoeren. Werd al zijn kracht gebruikt, hij zou eene gewone locomotief met machinist en stoker, van de rails naar de wolken opvoeren. Na de tentoonstelling zal deze ballon voor de wetenschap beschikbaar zijn en de gelegenheid aanbieden, om, door eene bijzondere inrigting der schuit, 20,000 meter te kunnen opstijgen zonder dat de lucht, voor de ademhaling gevorderd, ontbreekt. Jl. Maandag avond is te Parijs de aangekondigde internationale Israëlietische conferentie geopend, ten doel hebbende om over de beste middelen te beraadslagen, ten einde de aandacht der conferentie te Konstantinopel te vestigen op de noodzakelijkheid van maatregelen om voor de Israëlieten in het Oosten gelijke regten te verkrijgen als voor de Christenen gevraagd worden. De heer Crémieux, lid van den Franschen Senaat, werd tot voorzitter gekozen. Dingsdag ochtend werd besloten, eene memorie op te stellen aan de gevolmagtigden der verschillende mogendheden, opdat de bedoelde regten onder de voorstellen der conferentie worden opgenomen; in de namiddag-vergadering eindelijk is gehandeld over de onderwerpen, welke in de memorie zouden worden vermeld. In de jl. Donderdag te Parijs gehouden vergadering der Israëlitische Conferentie, welke door afgevaardigden uit alle landen, Nederland niet uitgezonderd, werd bijge woond, is een memorie aangenomen, waarin de Conferentie te Konstantinopel verzocht wordt, volkomen burgerlijke en politieke gelijkheid toe te kennen aan alle niet-Muzel- mansche inwoners van Turkije en de conventie van 1858 betreffende de Israëlieten in Roumanië aan eene geheele herziening te onderwerpen. Engeland. Er is, gelijk wij onlangs vermeldden, na den terugkeer der Noordpool-expeditie van verschillende zijden op gewezen, dat limoensap zulk een erkend heilzaam geneesmiddel is tegen scheurbuik, door welke ziekte de mannen, die per slede verder zoudeu gaan dan de schepen konden door dringen, genoodzaakt zijn geworden hunnen togt te staken. Volgens velen zou het een onverantwoordelijk verzuim geweest zijn, indien zij niet behoorlijk van limoensap voorzien waren geweest en de geheele expeditie daardoor eigenlijk mislukt ware. Dat dit verzuim inderdaad gepleegd is, heeft kapt. Nares, de aanvoerder der expeditie, dezer dagen in eene toespraak op een hem aangeboden diner ronduit erkend. Hij verklaarde, dat op zijn bevel geen limoensap medegenomen was, omdat de sleden toch reeds veel mede te voeren hadden. Het zal natuurlijk te bezien staan, of de publieke opinie met dit argument genoegen nemen zal. Duitschland. Jl. Zaturdag avond, bij de voorstelling in het circus Salomonsky te Berlijn, heeft een krokodil in het aquarium van mr. Iwone een der grootste slangen den kop afgebeten. De krokodil schijnt zich daarmee echter den maag bedorven te hebben, want hij stierf den volgenden dag. De slang had een waarde van 360 mark. De krokodil was kort geleden voor 1800 mark aangekocht geworden. Aan een Duitsch provincieblad wordt omtrent den toestand van Metz geschreven: De Metzenaars gaan nooit uit. Elk van hunne huizen gelijkt een kleine vesting, waarin zij zich verschanst hebben tegen de Duitsche indringers. Vijf jaren der duisternis hëeft Metz thans verdragen. Wanneer soldaten voorbijtrekken, laat men de gordijnen neder; zoodra de militaire muziek weerklinkt, sluit men de jalousiën. Van de 48000 inwoners, die vroeger Metz bevolkten, zijn slechts 18000 gebleven en nog dagelijks ontvlugten velen de troostelooze stad. 3500 huizen staan op dit oogenblik ledig. De handel staat geheel stil. Italië. Een verschrikkelijk drama greep dezer dagen te Nizza plaats. Op de gravin Laura E. K., oud 36 jaren, geboren te Brandhonovich (Hongarije) heeft; haar beminde een revolver schot gelost, dat haar door het voorhoofd is gegaan, ten gevolge waarvan zij twee uren na dezen misdadigen aanslag bezweken is, zonder tot kennis te zijn gekomen. De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2