HELRERSCHE
EN NIEUWED1EPER COURANT.
1877. N°.2.
Vrijdag 5 Januarij.
Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
Binnenland.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Ziturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
p p t franeo per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 1i regels 60 Cent»,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Blken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indle. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Jannarij.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de hier
achter voorkomende annonce van de Floralia-Comtnissie,
houdende uitnoodiging om aan den te openen wedstrijd
in 't kweeken van bloemen deel te nemen. Wij wekken
alle beminnaars van planten op, om zich op een der aan
gewezen avonden ter inschrijving naar Tivoli te begeven.
De zaak verdient aller belangstelling; en is men omtrent
andere aangelegenheden wel eens verdeeld, ten aanzien
van 't geen de Floralia-Commissie beoogt, kan waarlijk
geen verschil van gevoelen bestaan. Wij twijfelen dan
ook niet, of de deelneming zal zeer talrijk zijn. Verdere
aansporing achten we geheel overbodig.
In het jaar 1876 zijn voor de ligting der nationale
militie van 1877 in deze gemeente ingeschreven 186 personen.
Naar wij vernemen is onze geachte plaatsgenoot, de
heer P. A. van Aken, thans ingenieur bij de Stoomvaart-
Maatschappij Nederland, benoemd tot ingenieur-administra
teur bij de geprojecteerde waterleiding te Leiden, om
eventueel als directeur te worden benoemd. De heer van
Aken zou zich die keuze hebben laten welgevallen en
bereids voor zijne tegenwoordige betrekking hebben bedankt.
Kieschheid verbiedt ons, in het openbaar, iets tot lof van
den heer van Aken in het midden te brengentoch gelooft
men vrij zeker, dat het der Stoomvaart-Maatschappij
Nederland moeite zal kosten dien hoofdambtenaar waar
diglijk te doen vervangen.
De hier thuis behoorende schoenerloggers zijn gisteren
teruggekeerd. De Pollux heeft nabij Grimsby noodweêr
doorgestaandoor een stortzee sloeg de stuurman over boord
en verdronk. Weinig of geen visch is door die logger
aangebragt. Het schip verloor een anker en trossen en
maakte eenige averij. De (Jastor was gelukkiger en
ontliep den storm. Dat vaartuig besomde f 1150.
In een perceel aan de Binnenhaven had eergisteren
avond eene gasontploffing plaats, zonder veel schade te
veroorzaken.
Eerstdaags wordt een koninklijk besluit verwacht,
bepalende dat voorloopig geene officieren van het Neder-
laudsche leger bij het Indische zullen worden gedetacheerd.
Zoo deze bepaling in verband mogt staan met het besluit,
dat aan onderofficieren van het Indische leger, wanneer
zij zich onderscheiden, de officiersrang kan worden verleend,
zou dit zeer zeker strekken om het dienstnemen bij dat
leger sterk te bevorderen. (Arnh. Crt.)
Onze landgenoot, mevrouw Storm van der Chijs, die
eenigen tijd weinig van zich deed hooren, bevindt zich,
na een zeer interessante reis, thans te Warschau, waar zij
op buitengewone wijze wordt gezocht. De hooge adel van
het land bewijst haar tallooze beleefdheden, de Poolsche
dagbladen schrijven veel over haar, een damesblad wijdde
haar erkentelijke artikelen, terwijl graaf Zasnoyski, tot
een der oudste geslachten van Polen behoorende, haar
dringend heeft verzocht een voordragt over de belangen
der vrouw te houden. Te Munchen heeft mevr. Storm,
die daar in de kunstenaarswereld heeft verkeerd en
talrijke ateliers bezocht, het voorregt gehad, de toelating
van dames te bewerken op de teeken—academie, met vrije
ateliers en modellen. (Utr. Dagbl.)
In 1876 zijn overleden acht leden van regerende
vorstelijke familiën, t. w.: 1. Marie, Grootvorstin van
Rusland, zuster van Keizer Alexander II (21 Febr.);
2. Prinses Isabella Maria van Portugal, oud-tante van den
regerenden Koning (22 April); 3. hertogin Karolina van
Mecklenburg-Strelitz, in 1841 gehuwd met den (toenmaligen)
Kroonprins (later Koning Frederik VII) van Denemarken
en in 1846 van hem gescheiden (1 Jan.); 4. Josephina,
Koningin-weduwe van Zweden en Noorwegen, moeder van
den regerenden Koning (7 Junij); 5. hertog Georg van
Mecklenburg-Strelitz, generaal der artillerie in Russische
dienst (20 Junij); 6. Prins Hermann tot Waldeck, oom
van den regerenden vorst (7 Oct.); 7. Prins Frederik
Willem van Hessen, oom van den landgraaf (25 Oct.);
8. Maria, hertogin van Aosta, gewezen Koningin van Spanje,
schoondochter van Koning Victor Emmanuel (8 Nov.)
De doodenlijst over het afgeloopen jaar bevat de
namen van zeer veie hooggeschatte mannen. Wij laten hier
eene volledige opgave volgen van de in 1876 overleden
landgenooten, die zich of door hooge maatschappelijke
positie, of door groote verdiensten op eenigerlei gebied
hebben onderscheiden: Sam. L. Verveer, kunstschilder;
dr. H. J. Broers, te Utrecht; prof. P. J. van Kerckhoff,
hoogleeraar aan de Utrechtsche Academie; J. A. Bakkers,
gouverneur van Celebes; mr. N. F. C. J. Sassen, oud
lid van de Eerste Kamer; dr. W. F. P. Kiehl, inspecteur
van het Geneesk. Staatstoezigt in Gelderland en Utrecht;
mr. E. J. A. graaf van Bylandt, oud-commissaris des
Konings resp. in Overijssel en Zuidholland, oud-voorzitter
der Eerste Kamer: dr. J. P. Heije, volksdichter; gener.-
majoor J. L. J. H. Pel, opperbevelhebber van het Ned.
leger in Atsjin; J. van der Meersch, vice-admiraal; mr. J.
Rau van Gameren, oud-voorzitter van het prov. geregtshof
in Gelderland; mr. JE. baron Mackay van Ophemert, vice—
president van den Raad van State; jhr. mr. J. W. van
Loon, lid der Tweede Kamer; J. C. Cornelissen, directeur
der afdeeling Zeevaart van het meteorologisch instituut;
Paul van Vlissingen, industriëel J. Boelen, gepens. vice-
admiraal; jhr. J. B. B. Bellefroid van Mathena, oud-
gen.-majoor der kavallerie; mr. R. W. graaf van Lijnden,
commissaris des Konings in Zeelandmr. H. W. E. Cazius,
oud-procureur-generaal bij het voormalig prov. geregtshof
in Limburg; F. D. Cochius, gepens. luitenant-generaal;
dr. E. J. Diest Lorgion, hoogleeraar in de godgeleerdheid
aan de hoogeschool te Groningen; mr. G. Groen van
Prinsterer; A. P. P. C. R. E. de Ceva, gepensioneerd
generaal-majoor; P. H. J. Hoogeveen, gepens. generaal-
majoor; jhr. J. F. van Thije Hannes van Empel en
Meerwijk, gener.-majoor, inspecteur der genie; C. H. G.
van Zyll de Jong, resident van Kadoe (Java); mr. B.
Wichers, oud-lid der Tweede Kamer, oud-voorzitter van
het voormalig provinciaal geregtshof in Groningen; O. G.
Heldring, emir. pred. te Hemmen; J. Andreae, gepens.
vice-admiraal, oud-lid der Tweede Kamer; mr. J. Duy-
maer van Twist, oud-hoogleeraar aan het Athenaeum te
Deventer; de Roy van Zuyderwijn, gepens. gener.-majoor
van het Indische leger; Ernst Lubeck, pianist; mr. F. H.
C. E. baron de Keverberg, oud-lid der Tweede Kamer;
jhr. A. Klerck, oud-secretaris-generaal bij het departement
van Marine; jhr. mr. J. de Bosch Kemper, oud-hoog
leeraar aan het Athenaeum te Amsterdam, oud-lid der
Tweede Kamer; jhr. mr. P. cle Beaufort, oud-lid. van
Gedeputeerde Staten van Utrecht; David Koning, toon
kunstenaar; jhr. mr. J. de Witte van Citters, geschied
kundige; A. D. S. Clarkson, gepens. schout-bij-nacht;
dr. Acker Strating, lid der Koninklijke Academie van
Wetenschappen; Tengbergen, vice-admiraal; C. C. A.
Last, lithografisch teekenaar; J. C. Kindermann, letter
kundige. (N. Rott. Crt.)
Jl. Maandag namiddag is msgr. G. P. Wilmer, bis
schop van Haarlem, aan de gevolge van een hartkwaal
overleden. Zijn dood is, hoewel hij reeds geruimen tijd
lijdende was, nog plotseling geweest. De afgestorvene was
geboren te Boxtel den 3 Maart 1800.
De Tijd vermeldt het overlijden van msgr. Wilmer
als volgt:
«Met diepe droefheid melden wij, dat Z. D. Hoogw.
mrg. G. P. Wilmer, bisschop van Haarlem, gisteren
namiddag, eenigen tijd na afloop der nieuwjaars-receptie,
plotseling is overleden. De kwaal, waaraan de bisschop reeds
lang leed, maakte een einde aan zijn voor zijn bisdom zoo
nuttig en dierbaar leven.
Voor alle Catholieken in het diocees Haarlem, die den
afgestorvene als een vader liefhadden, is dus de eerste dag
van het nieuwe jaar een dag van zwaren rouw. Voor de
gansche kerk van Nederland is deze ramp een groot gemis,
dat levendig zal worden gevoeld.
God verleene den betrreuden overledene het loon voor zijn
langdurigen en trouwen arbeid in Zijnen Wijngaard!
Wij vernemen nader, dat Z. Hoogw. gisteren avond
omstreeks 7 uur op den stoel, waarop hij gezeten was,
ineenzakte. De hooge lijder leefde toen nog ongeveer vijf
minuten, gedurende welk tijdsverloop de wel-eerw. hoog
geleerde heer Prenger, professor te Warmond, hem in
haast het H. Oliesel toediende. Bij het afsterven waren
nog tegenwoordig de hoog-eerw. heer Snickers, vicaris-
generaal, de hoog-eerw. kanonniken Vregt en Drabbe en
de wel.-eerw. heer Lans, leeraar aan het seminarie te
Ilageveld.»
Tot aanvulling van het medegedeelde omtrent de
invoering van telegramzegels, wijzen wij nog speciaal op
het gebruik van die zegels in vereeniging met briefkaarten.
De bepaling van het koninklijk besluit over dat onderwerp
luidt: «De overmaking per post van telegrammen aan de
telegraafkantoren kan ook geschieden door middel van
biiefkaarten, welke dan op de voorzijde het adres moeten
bevatten van het telegraafkantoor, dat voor de overseining
heeft te zorgen, terwijl aan de achterzijde het adres van
het telegram en wat verder tot dat telegram behoort, is te
schrijven en voorts de vereischte telegramzegels moeten
worden gehecht.»
De in de Eijerlandsclie Gronden gestrande stoomboot
Iceland is ten gevolge van den hevigen storm van jl.
Zondag geheel gezonken; de schoorsteen staat enkele voeten
boven water, zoodat het schip met inhebbende lading ver
loren is.
Het berigt, in verschillende dagbladen geplaatst, dat
bij het lijk van den te Koog aangespoelden kapt. van de
verongelukte Fransche bark Pondichery, al de scheeps
papieren en belangrijke geldswaarden zouden gevonden zijn,
is gebleken onjuist te zijn. Bij het lijk is enkel gevonden
een zilveren horlogie met dito ketting en medaillon, een
gouden ring, waarin de namen van J. M. Riboulen en van
zijne vrouw A. M. Farière Macd, benevens een Engelsche
koperen munt ter waarde van 35 cent en geen enkel
stuk papier. De verdronken kapt. was o. a. gekleed in
wollen pantoffels, zoodat het meer dan waarschijnlijk is,
dat hij geheel onvoorbereid is geweest toen het ongeval is
geschied, en dat hij dus ook geen papieren of belangrijke
geldswaarde hij zich heeft gehad.
Tot hulponderwijzer (tijdelijk) te Midsland (Ter
schelling) is door den raad van Terschelling benoemd
de heer T. Zwaai, oud 77 jaren, sedert eenige jaren op
pensioen. Het gebrek aan hulppersoneel moet wel zeer
groot zijn, daar men voor f 600 salaris geen hulponderwijzer
of hulponderwijzeres kan bekomen, hoewel vooral de laatste
bij een matig kostgeld, door les te geven in de nuttige
handwerken, vrij wat kon bijverdienen. Dit neemt niet
weg, dat de bewoners van Midsland zeer ingenomen schijnen
met deze benoeming, te meer daar de heer Zwaai, steeds
met bijzondere lust bezield, het regt heeft om onderwijs
te geven in de wis— en zeevaartkunde, zeer ten bate van
de talrijke zeelieden aldaar.
Jl. Maandag namiddag is op het Noordhollandsch
Kanaal uit een melkschuit een der opvarenden overboord
geslagen en in de diepte verdwenen. Tot heden heeft men
vruchteloos naar het lijk gezocht. De man laat eene weduwe
na met twee kinderen.
De bevolking der gemeente Schagen bestond op
31 Dec. 1875 uit 1461 mannen en 1561 vrouwen. In
1876 geboren 53 m. en 56 vrM van elders ingekomen
148 m. en 155 vr., te zamen 201 m. en 211 vr. In
1876 overleden 40 m. en 36 vr., naar elders vertrokken
144 m. en 159 vr., te zamen 184 m. en 195 vr. Bevolking
op 31 Dec. 1876 1478 m. en 1577 vr., te zamen 3055 inw.
De indeeling der bevolking naar de verschillende gezind
heden was als volgt: 1903 Ned. Herv., 21 Evang. Lnth.,
1 Herst. Luth., 157 Doopsgez., 4 Remonstr., 5 Chr. Afg.,
910 R.-Cath., 5 Oud-Roomschcn, 49 Ned. Israëlieten.
In de volgende maand hoopt het Dagel. Best. van
Zaandam aan den Gemeenteraad plannen ter overweging
aan te bieden, om de Voorzaan met het Noordzeekanaal
te verbinden.
In den nacht van 2 op 3 dezer is de dijk van den
drooggemaakten polder III (in het IJ) bezweken en stond
die polder bijgevolg geheel onder water.
De Amsterdamsche Omnibus-maatschappij vervoerde
in 1876: 3,081,840 personen.
Te Kaapstad zoo wordt, dd. 28 Nov., aan het
Handelsblad geschreven is in ontredderden staat binnen
gesleept de Batavier, Nederlandsch fregatschip van 1600 ton,
kapitein Maasdijk, den 23 Aug. uit Nederland uitgezeild;
aan boord hebbende een lading materiëel voor een vuurtoren
in Oost-Indië. Van 13 tot 16 Oct. was het schip door
zware stormen beloopen, waardoor het vrij wat averij
geleden had. Na gedurende anderhalve week vruchteloos
alle moeite te hebben aangewend om Kaapstad te bereiken,
werd het schip door de uitzeilende Cervantes opgemerkt
en op sleeptouw genomen; men zond echter een boot naar
Robbeneiland, om de stoomboot Gun, een bekwamer sleep-
schip; de Cervantes wilde de taak echter niet opgeven,
tot eindelijk de Batavier zich van dat vaartuig loswerkte
en de stoomboot haar plaats innam. Cervantes eischt nu
een schadevergoeding van 10,000 p. b., bewerende dat de
Batavier dertig mijlen van land was, toen hij dezen te
hulp kwam, terwijl de kapitein van laatstgenoemd schip
volhoudt dat hij slechts zes mijlen van land was.
De regtbank kende aan den Cervantes 700 p. st. toe.
Op het Ledigerf te 's Hage ontstond op oudejaars
avond in eeno woning een hevige vechtpartij, waarbij een
militair, die het te kwaad kreeg, zich spoedig uit de voeten
wilde maken en van de trappen sprong. Hij kwam echter
ongelukkig teregt en brak de beide beenen.
De gevaarlijke aardigheid om op Oude-of Nieuwejaar
met vuurwapenen te spelen, heeft weder een ongeluk ver
oorzaakt, thans te Rotterdam, waar een man, door het
springen van zijn pistool, de regterhand verloor.
De algemeene watersnood-commissie voor 's Bosch
en omstreken heeft bij eene dezer dagen verspreide cir-