HELDERSCHE
EN NIEUWERIEPËR COURANT.
1877. N°. 6.
Zondag 14 Januarij.
Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
NATIONALE MILITIE.
Binnenland.
„W ij huldigen
het goed e."
Veriehijnt Dingidtg, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonaementiiirija per kwartaal1.80.
i i i franco per port - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regelt 60 Centi,
elke regel meer 15 Centa.
Groote letteri of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Blken Donderdag vertrekt de mail naar
Ooit-Indlë. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare kennis, dat DE RA AD ZAL VERGADEREN
op DINGSDAG den 10 JANUARIJ aanstaande, des
AVONDS ten ZEVEN ure.
Helder, De Voorzitter voornoemd,
den 13 Januarij 1877. STAKMAN BOSE.
PONTEN TE 11 BEHANDELING:
1. Verzoek om ontslag van een hulponderwijzer.
2. Voordragt van hulponderwijzers.
3. Mededeeling van ingekomen stukken.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Anna Pau-
lowna brengen, ter voldoening aan de derde alinea van
Art. 26 der Wet op de Nationale Militie van den 19den
Augustus 1861 Staatsblad No. 72), ter kennisse van de
belanghebbenden, dat het, overeenkomstig Art. 25 dier
Wet afgesloten Inschrijvings-Register van 1876, met de
daaruit opgemaakte alphabetische naamlijst, op heden ter
Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is neder-
gelegd tot en met den 20 Januarij e. k., van des morgens
9 tot des namiddags 1 ure.
Anna Paulowna, den 10 Januarij 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. E. PERK, Burgemeester.
A. J. DE JONGH, Secretaris.
HELDER <511 NIEUWEDIEP, 13 Januarij.
Gisteren avond werd in het lokaal Tivoli alhier de vierde
Volks voordragt in dit saizoen gehouden. Spreker was de
heer J. G. li. Vos, die zijn talrijk gehoor bij de geschiedenis
van het tooneel bepaalde, zijn oorsprong en ontwikkeling
schetste, den invloed der voormalige rederijkers-gezelschappen
deed uitkomen en eindelijk stilstond bij de pogingen, die
in onzen tijd worden aangewend tot opheffing van 't tooneel,
zoowel door 't vormen van goede tooneelspelers, als door
't bevorderen van oorspronkelijke degelijke tooneelstukken.
Na de pauze werd door de onderofficiers—vereeniging
Vaderland en Oranje opgevoerd het blijspel: Een uur achter
t slot, in twee bedrijven. Op alleszins verdienstelijke wijze
kweet zich het werkend personeel van dezen kring van
zijne taak. Blijkbaar met grooten bijval werd dit stuk
door de aanwezigen ontvangen.
Flinke muziekuitvoeringen openden de werkzaamheden
van dezen avond en wisselden die af. Nog werd door den
heer von Geusau, lid der Floralia-Commissie, een en ander
betreffende deze zaak medegedeeld, met opwekking aan 't
publiek om zich a. s. Dingsdag ter inschrijving lot deel
neming aan te melden.
Ook nu weder was de zaal te klein om allen, die zich
aanmeldden tot het verkrijgen van entrée-billetten, te
kunnen bevatten. De Commissie inoest, tot haar leedwezen,
velen afwijzen.
De bevolking der gemeente Helder bestond op 31
Dec. 1875, met inbegrip der later ingeschrevenen, uit
10909 m. en 10454 vr., totaal 21363 zielen. In 1876 zijn
geboren 428 m., 491 vr., totaal 919. In de gemeente
hebben zich gevestigd 762 m., 719 vr., totaal 1481. Er
zijn overleden 253 m., 220 vr., totaal 473. Naar elders
zijn vertrokken 640 m., 620 vr., totaal 1260. Op 31
Dec. 1876 bestond de bevolking der gemeente al zoo uit
11206 m., 10824 vr., totaal 22030 zielen. Sedert het
vorig jaar is zij vermeerderd met 297 m., 370 vr.,
totaal 667 personen. Onder de bevolking zijn begrepen 257
manschappen behoorende tot de landmagt en 1032 tot de
zeemagt, met inbegrip van het korps mariniers. Levenloos
aangegeven werden 36. Getal tweeling-geboorten 15. Er
werden 222 huwelijken gesloten, als: 170 tusschen jongmans
en jongedochters, 25 tusschen jongmans en weduwen, 13
tusschen weduwnaars en jongedochters en 14 tusschen
weduwnaars en weduwen. Echtscheidingen 3.
De betrekkelijke sterfte was 1 op 48.6.
In het jaar 1876 gingen uit deze haven 1640 zeil
schepen en stoombooten en kwamen er 1844 binnen.
De loting voor de Nationale Militie zal dit jaar
gehouden worden: te Alkmaar den 8 en 9 Febr., te
Heerhugowaard den 10, te Winkel den 12, te Hoorn den
14 en 15, te Medemblik den 16, te Enkhuizen den 17,
te Purmerend den 19, te Edara den 20, te Schagen den 22
en te Helder den 23 en 24 Febr. a. s. Op laatstgenoemden
datum uitsluitend voor de ingeschrevenen van de gemeenten
Texel, Vlieland en Wieringen. Voor die van Terschelling
heeft de loting plaats te Enkhuizen.
Het stoomfregat Anna Paulowna, liggende alhier, is,
naar men verneemt, door den minister van Marine aange
wezen om te worden ingerigt tot opleidingsschip te
Rotterdam.
Het ramtorenschip Koning der Nederlanden, dat de
volgende maand in dienst wordt gesteld, zal voorloopig
niet naar Oost-Indië vertrekken.
Men meldt ons uit Koegras:
«Jl. Zondag gaf de Rederijkers-Kamer Hofdijk van
Anna Paulowna eene voorstelling ten huize van den heer
IJ. Buik, te Koegras.
Het tooneelspel «'f Was maar een loodswerd flink
opgevoerd, ook het nastukje Eén moet er trouwenvond
veel bijval. Mogten wij het genoegen hebben dit gezel
schap hier meermalen te hooren, dan zal het ongetwijfeld op
veler belangstelling kunnen rekenen.»
In het eerste nommer van de Werkmansbode, orgaan
van het algemeen Nederlandsch werkliedenverbond, onder
redactie van B. H. Heldt (de Werkman onder redactie
van Rommerts is opgehevenj, wordt een overzigt gegeven
van de werkliedenbeweging, haar verleden en haar zijn.
Zij is thans 12 jaar oud, en als de redactie van het blad
goed ziet, staat zij aan den vooravond cencr nieuwe periode.
Den kinderschoenen is zij ontwassen.
De Bode legt daarop zijn streven bloot. In de eerste
plaats komt het aan op zamenwerking tot verbetering der
maatschappelijke positie van de werklieden en tot ver
heffing van het zedelijk peil, waartoe zoo velen, helaas!
zijn gedaald. Op ontwikkeling wordt hooge prijs gesteld
en niets zal onbeproefd gelaten worden om een zoo volledig
mogelijk onderwijs te verkrijgen. Door geleidelijke hervor
mingen zal getracht worden het losbreken van den storm
te voorkomen, die zich boven onze maatschappij zamenpakt.
Op den 26 Maart e. k. zal te 's Hage het examen
worden afgenomen van onderofficieren, dingende naar den
rang van officier.
Aangenomen het beroep naar Wieringerwaard door
den heer W. A. Kuipéri, pred. te Overlangbroek.
Men schrijft ons Texel, dd. 12 dezer:
«Gisteren had de aangekondigde tooneel voorstelling aan
den Burg plaats, waarvan de opbrengst geheel zal zijn ten
voordeele der alhier op te rigten algemeene bewaarschool.
Een talrijk publiek gaf op ondubbelzinnige wijze blijken
van groote ingenomenheid over hetgeen ten tooneele werd
gevoerd. Het geheel uit dilettanten zamengsteld personeel,
heeft zich op verdienstelijke wijze van zijn taak gekweten.
De rollen waren goed bezet en de costumes over het geheel
goed, sommige prachtig en eigenaardig gekozen. Het geestige
nastukje «Het spreekuur van den Doctorwekte in hooge
mate de lachlust der toeschouwers ophot werd flink
afgespeeld en de coupletten goed en zuiver voorgedragen.
Het harmonie-korps «Sempre Crescendo», alhier voor
ruim 2 jaren opgerigt, droeg niet weinig bij, om bet
genoegen van den avond te verhoogen, en bewees door
eene krachtige, over het geheel zuivere voordragt, wat
oefening en volharding kunnen teweegbrengen.
Wij wenschen den uitvoerders geluk met hunne uitstekend
geslaagde poging en hopen dat die bevorderlijk moge zijn,
om de oprigting der zoo zeer gewenschte algemeene bewaar
school te verhaasten.
Jammer dat èn lokaal èn decoratief zóóveel te wenschen
overlieten, dat vele bezoekers de zucht niet konden onder
drukken: «Och! wanneer zal ons eiland toch eens een
lokaal rijk zijn, dat ook maar eenigermate aan de eischen
des tijds voldoet!»
«Ja, wanneer?!»»
Als een bijzonderheid wordt ons gemeld, dat J. Pool,
te Hazepolder in de Zijpe, nu reeds in het bezit is van
eene kip met hare acht kuikens, welke den 9 Januarij jl.
zijn uitgekomen.
De heer van Loon, te Rijpwetering bij Leiden, heeft
volgens 't Utr. Dagblad een muis, die zingt. Er is goed
geld voor geboden, maar men kan het dier niet vangen.
Het Leidsch Dagblad verbaalt een Kamperstreek, te
Leiden uitgevoerd. Over de Oude Vest, bij de Mare, is
een nieuwe draaibrug gemaakt; het afsluitingshek echter,
dat voor de veiligheid der voetgangers bestemd is, staat
op het beweegbaar gedeelte der brug.
Mr. A. Kerdijk vestigt in het Vad. de aandacht op
eene zaak, dat aller steun verdient, nl. het Nederlandsch
schoolmuseum. De ontwerpers willen geen verzameling
van voorwerpen bijeenbrengen, om den bloot nieuwsgierige
te lokken of den bezoeker te bekoren door schoonheid van
lijnen en kleuren, maar een bureel van iuformatie voor
allen, die op het gebied der schoolhygiène of omtrent de
hulpmiddelen bij liet onderwijs voorlichting zoeken. Geen
voorbijgaande tentoonstelling, die na korten tijd slechts
voortleeft in de herinnering; maar een blijvende instelling,
die nut sticht van jaar tot jaar en krachtig medewerkt tot
voortdurenden vooruitgang. De verwachting, dat zulk eene
instelling allerwege bijval zal vinden, schijnt niet gewaagd
in het Nederland onzer dagen, waarin zich algemeene
belangstelling openbaart voor alles, wat met het schoolwezen
in betrekking staat. Maar het ontworpen schoolmuseum
zal veel, zeer veel geld kosten. Wordt dit niet bijeengebragt,
dan moet het plan mislukken. De landsregering zal zeker
niet weigeren de zaak te steunen. Corporatiën, die met
het onderwijs in betrekking staan, zullen hunne medewerking
niet onthouden. Doch niet minder ligt liet op den weg
van gemeente-besturen en particulieren, om door toezegging
van geldelijken steun hun ingenomenheid aan den dag te
leggen. De heer Kerdijk verwacht te eer, dat zij zich niet
onbetuigd zullen laten, omdat hier sprake is van een
poging, die, met den hevigen strijd der meeningen in geen
verband, door de eendragtige zamenwerking van alle
rigtingen tot een verblijdend resultaat kan leiden. Niet
een eerste proeve op onbekend terrein zal hier worden
genomen. Wij zullen geen baanbrekers, slechts navolgers
zijn. St. Petersburg en Rome, Weenen en Berlijn, Ham
burg en Straatsburg bezitten reeds hun schoolmuseums en
ondervinden er het nut en voordeel van. De gemeenteraad
der hoofdstad heeft reeds in een harer openbare gebouwen
de noodige ruimte beschikbaar gesteld. De vraag is slechts,
of de ontwerpers door hun landgenooten in staat gesteld
zullen worden, die ruimte te vullen. De heer Kerdijk
hoopt dit voor de eer van ons volk en voor den bloei van
ons onderwijs.
Het Utrechtsch Dagblad van jl. Donderdag bevat
een berigt betreffende dengezondheidstoestand van dr.Kuijper,
dat beide in bijzonderheden en in gevolgtrekkingen geheel
onjuist is. Wij kunnen de verzekering geven, dat dr. Kuijpers
toestand niet is achteruit gegaan en er geen reden is om
aan zijn spoedige terugkomst in het vaderland te twijfelen.
(Standaard.)
In een brief aan het U. D. van mevrouw Storm van
der Chijs, uit Warschau, leest men o. a. het volgende:
«Een navolgenswaardig voorbeeld uit Polen, is 't onaf
gebroken gebruik, dat men door een doelmatige aanwending
der pompen van 't water geniet. Tot zelfs in de grootste
koude, toen op het observatorium van den botanischen
tuin de thermometer van Réaumur 22 graden onder nul,
dus een flinke koude, aangaf, kon men van alle pompen
op de openbare straat, zelfs midden in den nacht, water,
oppompen, zonder dat dit, evenmin als de pomp, bevroren
was. Terwijl wij ten onzent de onaangenaamheden onder
vinden van het telkens aflaten en aanmaken der pompen,
zelfs in onze woningen, waardoor ook de zuigers en bussen
sterk afslijten, behoeft men hier slechts een korten slinger
even te bewegen, om onmiddellijk op de gemakkelijkste
wijze een broeden stroom water te verkrijgen. In een
der hoofdstraten, Marszalkowska geheeten, is een dubbele
dergelijke pomp geplaatst, waarvan 2 belanghebbenden
gelijktijdig gebruik kunnen maken. Vóór mijn vertrek
denk ik van een pompenmaker er meer naauwkeurige
berigten over in te winnen, omdat ik onderrigt ben, dat
ook deze pomp, zelfs te midden van nog veel strengere
koude, nimmer wordt afgelaten. Een ingenieur verzekerde
mij, dat de vorst geen invloed op het water der pompen
uitoefent, als de looden pijpen daarvan slechts ter dikte
van een hand met digt gevlochten stroo omwoeld werden.
Als dit werkelijk zoo is, dan moet men zich toch zeer
verwonderen, dat dit eenvoudige preservatief tegen zóó
veel ongemak en onkosten, als wij telkens met onze pompen
ondervinden, niet reeds lang zijn weg heeft gevonden.»
Ook te 's Heer Arendskerke hield de wandelleeraar
Marlett dezer dagen eene voordragt over landbouw. Eene
talrijke opkomst, vooral van hen, die er 't meest belang
bij hebben, de boeren, en een onverdeelde aandacht gedu
rende de geheele lezing mogen den heer M. het bewijs zijn,
dat zijn onderwijs op waren prijs gesteld wordt. Zijn
voordragt was er op ingerigt om door de mannen van de
praktijk begrepen en zijne wenken en raadgevingen om
opgevolgd te kunnen worden.
Hij behandelde voornamelijk:
1. Het melkvee; hierbij bestreed hij o. a. het verkeerde
van vele landbouwers, om voornamelijk naar de hoeveelheid,
minder naar de kwaliteit der melk te vragen; aanbe
veling van den room meter, waardoor elke boer op een
voudige wijze zelf het roomgehalte kan bepalen; ofschoon
hij op kruising van edel ras aandrong, waarschuwde hij,
dat dit niet genoeg was, maar dat men vooral moest zorg
dragen door alle gepaste middelen goed vee te houden.