HELDERSUHE EN NIEIIWEDIEPER COURANT. 1877. N°. 15. Zondag 4 Februari]". Jaargang35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. B i n n e n I a n d. Brieven uit de Hoofdstad. „W ij huldigen het goed c." Verschijnt Dingsdtg, Donderdag en Zaturdag namiddag. v Abonnementaprijs per kwartaal 1.80. i franco per poat - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: NOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 nor. HELDER en NIEUWEDIEP, 3 Februarij. Den 13 Nov. 1871 stranddenabij Huisduinen deltaliaansche bark Manuelita-A., kapt. Castagnola, met rogge van Odessa naar hier bestemd. Het wrak werd in publieke veiling verkocht en men sloopte er van zooveel men kon. Het gekoperde onderschip zakte echter, tot groot nadeel van de koopers, geheel weg in het zand. Jl. Woensdag morgen echter stond het op het strand en was door het stormweer uit het zand gerukt. Jl. Donderdag avond hield de heer dr. B. Tideman Jzn., van Hoorn, in Musis Sacrum de aangekondigde lezing over: «Mevrouw Roland en de Girondijnen, de Idealisten van 1792.» Spreker verplaatste zijne hoorders te Parijsin den veel bewogen tijd aan 't einde der vorige eeuw, deed uitkomen het streven der partij van de Gironde en van hare ver tegenwoordigster, mevr. Roland, schetste die vrouw in den tijd van haar roem en in den tijd van haar lijden en eindigde met het droevig tafereel van den val eener staats partij, die zeker het goede bedoelde, maar onmagtig was tegen de Jacobijnen, die zonder verdere pligtplegingen den valbijl bezigden als middel om hunne inzigten te doen zegevieren. Als bijdrage gaf spreker na de pauze: «Een blik in 't kattenleven, een mensch- en dierkundige studie,» een stukje vol van kernachtige opmerkingen. Jammer, dat deze lezing niet meer was bezocht. Gisteren avond werd in Tivoli eene vergadering ge houden van het Nuts-departement, waarin de heer W. M. de Vries, van Oudorp, als spreker opti'ad. Het onderwerp der lezing was 't boek, in de vorige eeuw in 't licht ver schenen onder den titel Sara Burgerhart, geschreven door de dames Elisabeth Wolff en Agatha Deken. Spreker schetste eei'st het leven van die beide vrouwen, die zulk een goeden naam hebben in de geschiedenis der vaderl. lettei'en. Daarna gaf hij onderscheidene schetsen uit dit in vele opzigten merkwaardig geschrift, dat een onmiskenbaar grooten invloed heeft uitgeoefend op tal van lezers. Na de pauze las spreker de inleiding en 't slot eener volksvoor- dragt, getiteld Moderne Slaven, en teekende daarin den slaaf van een slecht humeur. Bij het bestuur van Helder's Comité van het Roode Kruis is ingekomen de som van f 236,74, zijnde de netto- XVI. 1 Februari. Amice, Misschien herinnert ge u nog al is het wat lang geleden dat ik mijn laatste schrijven aan u, in de laatste dagen van 't, vorige jaar, besloot met de belofte om spoedig eens met u een kijkje op het tooneelgebied alhier te nemen. Wéinig kon ik toen vermoeden dat ik daarvoor thans maar al te gereede aanleiding zou hebben. Wel was het mij niet onbekend dat ook destijds alles niet meer couleur de rose was, gelijk iu de eerste dagen van den herfst anno passato, maar dat er in de coulissen-wereld een standje zou los barsten, zoo geducht als wij het nu beleven, wie had dat kunnen denken of verwachten? En ik verzeker u dat het een kapitaal standje is, een van die zooals wij Amsterdammers er verzot op zijnwaarvoor wij al onze in 't water gevallen kippen en onze galmende orgeldraaiers links laten liggen. Hoofdpersonen daarbij zijn de heeren Schimmel, eerste man van de vereeniging Het Nederlandsck Tooneel, en de heer de Brieder, redacteur en chef van de eerzame Amster- damsche Courant en.... let wel, auteur van de driemaandelijksche tooneel-kritiek iu de Gids. Vóór den aanvang van het tegenwoordig speelseizoen waren deze beide heeren de beste vrienden van de wereld, dachten ze er zelfs aan om samen de teugels der rossen te houden, die de Nederlandsche, althans de Amsterdamsche en de Haagsche natie naar het ideaal van onvérvalschten kunstzin zouden voeren. Helaas, nauwelijks was op dien gedenkwaardige September- avond de gordijn op het Leidscheplein voor de eerste maal gevallen of reeds begon de lucht te betrekken: de kritiek der Amst. Ct. over de openingsvoorstelling een kritiek waaraan men malgrc soi veel waarde hechtte was niet gunstig en.... die kritiek bleef ook bij volgende voorstellingen, met een enkele uitzondering, meestentijds ongunstig. Het werd er niet beter op toen in de Gids door de Brieder een doornlezing van onjuistheden en leelijkheden werd geleverd, voorkomende in Schimmel's overzetting van de Sofonisbe. Dat was een doodzonde! En toen nu de Amst. Ct. altijd maar bleef weigeren om mooi te vinden wat men op het Leidscheplein mooi gevonden wilde hebben, toen barstte voor eenige weken de bom los en kwam het tot een openlijke vredebreuk tusschen de vereeniging Het Nederlandsck Tooneel en de Amst. Ct., die nota bene vroeger nog wel als haar officiéél orgaan poseerde. Voor bet groote publiek dat, in letterlijkeH zin, niet achter de schermen had gezien, werd het uitbreken van den oorlog merkbaar, opbrengst van het vocaal- en instrumentaal concert, jl. Dingsdag avond in het lokaal Musis Sacrum alhier gegeven. De Floralia-Commissie alhier heeft jl. Donderdag het register der deelnemers afgesloten. Het aantal deelnemers bedraagt in 't geheel 254. In «de Zweep,» een Belgisch blad, werd dezer dagen hulde gebragt aan de ondei'officieren van 't garnizoen aan den Helder, die zich meermalen beijveren in 't opvoeren van goede tooneelstukken, vaak met een liefdadig doel. De redactie betreurt het, dat in België zoo iets te vergeefs wordt gezocht. De regering heeft bij de Tweede Kamer der Staten- Generaal een wetsontwerp ingediend, houdende nadere bepalingen omtrent het muntwezen in Nederl.-Indië. Het heeft hoofdzakelijk ten doel te verklaren, dat de gouden tien-guldenstukken ook in Nederl.-Indië als standaardmunt nevens de zilveren standpenningen worden erkend. Daar door zal de eenheid van muntwezen tusschen Nederland en Indië, wat de standpenningen betreft, werkelijk worden bevestigd, en voor Nederl.-Indië weder de gelegenheid tot aanmunting van standpenningen worden geopend. Bij eene afzonderlijke wetsvoordragt heeft de regering thans gelden aangevraagd tot het nemen van krachtige maatregelen ter verbetering en goede instandhouding van het kadaster o. a. door vermeerdering van personeel en verhooging van tractementen. Het is gebleken, dat aan lastgevingen van den minister van Binnenl. Zaken tot afmaking van wegens longziekte Verdacht vee, niet zelden zeer laat gevolg wordt gegeven. Vermits, indien die afmaking niet met den meesten spoed geschiedt, deze kostbare maatregel veel van zijn waarde verliest, zijn de burgemeesters der gemeenten namens den minister verzocht, nk ontvangst van lastgeving ter voorz. zake, geen oogenblik te laten verlox'en gaan. Het Dagblad verneemt uit goede bron, dat een wets ontwerp, houdende voorstellen betreffende de droogmaking van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee, bij den Raad van State in overweging is gebragt. Dr. A. Kuyper is jl. Woensdag te 's Hage uit Nice aangekomen. The Daily Star and Herald van Panama zegt, dat de Nederl. vice-consul te Carthagena, in de V. S. van Columbia, de heer Benjamin Moreno, van wiens vermoording door een bende gewapende mannen op de publieke wandel plaats aldaar onze lezers reeds kennis genomen hebben, gevallen is als slagtoffer van een vergissing dier moordenaars; doordat in de Amst. Ct. avond aan avond de advertentiën van de voorstellingen der Vereeniging gemist werden. Dat was de straf die de courant werd opgelegd voor de stoutigheden van haren hoofdredacteur. Ondertusscheu heeft de heer de Brieder besloten voort te gaan zijn kritiek te leveren zoolang 't hem lust. Men is er hem hier algemeen dankbaar voor. Zijn oordeel munt uit door juistheid, en verdient verreweg de voorkeur boven de zoogenaamde kunstverslagen in 't Handelsblad, dat cr niet tegen op/Iet om bijv. de fratsen van een Bamberg onder zijn /cMnsriiieuws een plaats in te ruimen. Dat de Brieder bet niet bij woorden laat, heeft hij bewezen door zijn afkeurend vonnis over het nieuwe stuk dat door het Ned. Tooneel opgevoerd wordt: Froment en Risler. En terecht In weet niet, mijn vriend, of de mare van dit tooneelproduct reeds tot uw erve is doorgedrongen. Zoo niet, laat mij u iu drie, liever nog in twee woorden vertellen op wat wijze de roem ruchtige „veredelaars" in deze dagen bun taak nieenen te moeten volvoeren. Vooreerst hebben wij dan in dit zoogenaamde spiegel beeld van Parijsclie moraliteit een zekere juffrouw Sidonie Chèbe, een allerliederlijkst wezen, slavin van wellust, heerschzucbt en hebzucht, maar van wellust vooral. Zij zal in 't huwelijk treden met den onmogelijken sukkel en Joris-goedbloed Itisler, maar knoopt reeds op den bruiloftsdag een ongeoorloofde betrekking aan met diens compagnon Froment. Risler, de hals, ziet niets, weet niets, vraagt niets, schoon zijne zaken achteruit gaan zoo hard als een paard loopen kan, door de schatten die zijn mede-firmant Froment aan de lieve Sidonie besteedt. Dat leventje duurt zoo een poos, totdat de fabriek van Froment en Risler op 't springen staat, en de boekhouder een laatste poging tot redding wil wagen door de laaghartige overspeelster en doorbrengster te ontmaskeren, waartoe hij de hulp inroept van Risler's broeder, die in Algiers zit. Doch de verleidelijk schoone Sidonie weet ook dezen tegen stander in baar netten te vangen, zóó, dat hij haar in een brief zijn liefde betuigt en dus voor haar onschadelijk gemaakt is. Eindelijk, als er eigenlijk niets meer te herstellen is, gaan den „braven" Risler de oogen open; het lam, neen, het kalf, wordt een leeuw, hij zegt zijn vrouw ongezouten de waarheid en zet haar aan de deur, waar ze al heel spoedig met een nieuwen aanbidder op den loop gaat. Dus eindigt de komedie! Wat dunkt u, mijn waardste? Is het niet een eer voor onze Nederlandsche actrices dat men niemand wist aan te wijzen om de rol van deze Sidonie op „waardige" wijze te vervullen? En j zulk een opeenstapeling van walgelijke vuiligheden wordt nu avond i aan avond het groote publiek opgedischt! Of het er door „ver- I men schijnt hem voor een ander gehouden en getroffen te hebben. Men schrijft ons van Texel, dd. 1 dezer: «De garnalenvisschers maken thans geen goede zaken het visschen is onmogelijk, wegens het vele vuil, dat zich op den bodem der zee gedurende den storm heeft neer gelegd en dat hunne netten vult. Die toestand zal echter spoedig weder verbeteren.» Het Amerikaansche schip John H. Kiinball, kapt. Humphreys, van hier naar Cardiff, is te Terschelling ge strand. De ekwipage is gered. Had men te Terschelling een stoomsleepboot, dan zou daarmede aan die kust veel geld te verdienen zijn, want behalve dat die boot eiken dag schepen van de Vliereê naar buiten kon brengen, zou zij ook door bijna alle binnenkomende schepen gebruikt worden; terwijl het afbrengen van één schip voor zoodanige boot al eenige maanden goed zou maken. Nu zijn er in deze laatste maanden reeds 10 of 11 schepen bij dit eiland gestrand en zoo gaat het bijna telkens in herfst en voorjaar. Zoo ergens, dan zijn daar een telegraafkantoor en een stoomboot bitter noodig. Maar wie zal er aan helpen? In eene onlangs te Noordscharwoude gehouden ver gadering van den gemeenteraad is besloten, het tractement van den heer C. Kroon Mz., burgemeester en secretaris aldaar, met f 200 te verhoogen, als blijk van waardeering der diensten, door hem in de genoemde en andere betrek kingen aan de gemeente bewezen. Tot lid van den gemeenteraad te Alkmaar, in de plaats van den lieer J. Helling, naar elders vertrokken, is verkozen de heer S. C. Coster, met 209 stemmen, tegen 103, op den heer P. Rentmeester uitgebragt. Van de circa 900 kiezers namen slechts 330 aan de stemming deel. Jl. Dingsdag avond had te Oudkai-spel eene zeldzame plegtigheid plaats. Van wege de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen werden door het aldaar gevestigde depar tement eerbewijzen voor öOjarige trouwe dienst bij dezelfde familie uitgereikt aan de werklieden Sybrand Hart, uit die gemeente, en Jacob Houtkooper, uit Noordscharwoude. In weerwil van het zeer ongunstige weder was een vrij talrijk publiek van leden en genoodigden opgekomen, waaronder zicli onderscheidene personen bevonden, die vroeger wegens langdurige trouwe dienst o Hoffelijke bed rij ven eerbewijzen hadden ontvangen. Door eenige leden van de Liedertafel «Orpheus» werden een paar zangstukken op verdienstelijke wijze uitgevoerd en enkele leden en gc- edeld" zal worden En bij zulk een prul krijgt het Handelsblad een „weldadigen indruk," en vindt het Nieuws v. d. Dag het alleen jammer dat het wat laat wordt! De Vereeniging Het Nederlandsck Tooneel is, ten spijt van al hare mooie beloften, doodeenvoudig een geldmakerij geworden, die nu op de laagste hartstochten, op de dierlijke lusten van hoogcr en lager orde speculeert om haar kas te stijven! Weet ge dat ze dezen zomer in een tent gaat spelen in den tuin van het Paleis voor Volksvlijt? Zoo behoort het: het bloed kruipt waar liet niet gaan kan; de mislukte ijzeren hal der nationale industrie naast de schamele huizing der mislukte veredelaars van den nationalen kunstzin! Wenden wij onze oogen van dien modderpoel af.naar een anderen Woensdng vóór acht dagen werd in onzen Gemeenteraad een uiterst verkwikkelijk debat gevoerd over de plannen van het Dage- lijksch Bestuur met betrekking tot het Noordzeekauaal. Aanleiding daartoe gaf een adres van een cagadoors-iirma alhier, waarin verzocht werd dat ten spoedigste voorzien zou worden in den aanleg van de zoo hoog noodige kanaal-, haven- en steigerwerkeu. En wat wilden B. en W. daarop antwoorden? Het oude liedje: „Tijd gewonnen, veel gewonnen." B. en W. stelden voor, om aan adressanten te berichten „dat aan hunne bezwaren reeds zooveel mogelijk is en nader zal worden tegemoet gekomen"Daar brak de storm los! Het was of een booze geest van oproer en verzet zich van de anders zoo schappelijke Raadsleden had meester gemaakt. De nootjes, die men ons Departement van publieke werken te kraken gaf, waren lang niet raalsch. Het bleek dat vele leden gefolterd werden door de vrees en niet ten on rechte dat in Augustus van dit jaar, wanneer het Kanaal voor schepen van allen diepgaug zal worden opengesteld, evenals 't vorige jaar bij de opening van het Kanaal, de hoofdstad des Rijks alweder niet gereed zal zijn. Van alle kanten drong men op maatregelen aan om dit te voorkomenmet klem betoogde men de noodzakelijkheid om toch eindelijk een einde te maken aan het tijdperk van talmen, sukkelen en schipperen. Een der leden, die het antwoord van B. en W. rondweg „water-en-melkachtig" noemde, stelde voor om in plaats daarvan den adressanten te berichten, dat bij tijds alle maatregelen zouden worden genomen om Amsterdam's dokken, handelskaden en aanlegplaatsen geschikt te maken voor het laden en lossen van groote schepen die te IJmuiden binnen vielen. Dat hielpB. en W. zagen nu duidelijk dat het ernst was en dat ze een andereu weg moesten inslaan plechtig volgde dan ook de belofte dat zij de dokken zouden laten uitdiepen, dat een veepark bij de aanlegplaatsen ontworpen werd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1