HELDËRSCHE
EN NIEUWED1EPER COURANT.
1877. N°.20.
Vrijdag 16 Februarij.
Jaargang 35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
TWEEDE BEKENDMAKING.
LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE.
BEKENDMAKING.
Binnenland.
„W ij huldigen
het goede."
Verschijnt Dingadig, Donderdag t
Abonnementsprijs per kwartaal
Zaturdag namiddag.
franco per post
f 1J0.
1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend.
Blken Donderdag vertrekt de mail
Oost-Iadië. Laatste ligting 's avonds 6 nor.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder mnken bekend,
dat de LOTING over de iu 1876 in deze gemeente ingeschrevenen
voor de ligting der Nationale Militie van 1877 is bepaald op
VRIJDAG den DRIE-EN-TWINTIGSTEN FEBRUARIJ eerst
komende, des voormiddags ten half elf ure.
De loting zal plaats hebben in de BOUWZAAL, achter het
Bureau voor Gemeentewerken op de Kerkgracht.
Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting
heeft plaats gehad, kunnen tegeu de wijze waarop zij is geschied,
bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden ingebragt door belang
hebbende lotelingen, of door hun vader of voogd, bij verzoekschrift,
op ongezegeld papier, onderteekend door hem die het bezwaar inbrengt.
Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burgemeester
dezer gemeente.
Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij die vermeenen vrij
stelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting opgave
moeten doen aan der. Heer Militie-Commissaris.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 16 Februarij 1877. L. VKRHEY, Secretaris.
"Vrijwilligers voor de Nationale Militie,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER roepen bij
deze op ingezetenen, die verlangen nis VRIJWILLIGERS bij de Militie voor
deze gemeente op te treden, om zich danrtoe cp een der overige werkdagen
van deze maand, tusschen des morgens 9 en 12 nre, ter Secretarie huh
te geven.
Aan ieder Vrijwilliger wordt door de gemeente een handgeld toegekend van
ZESTIG GULDEN.
Om Vrijwilliger bij de Militie ie zijn, moet men ongehuwd of kinderloos
weduwnaar en ingezeten wezen, voorts ligchamelijk voor de dienst geschikt,
ten minste 1.56 meter laug, op den 1 Jan narij van dit jaar het 2<)ste janr
ingetreden en het 35ste jaar niet volbragt hebben, tot op het tijdstip der
optrediug aan zijne verpligtingen ten aanzien van de Militie, zoover die te
vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Ter bckomiug van laatstgenoemd bewijs, kau meu zich, vergezeld van twee,
ter goeder naam en faam bekend staaudc meerderjarige ingezetenen, die de
vereischte verklaring kunnen afleggen, ter Secretarie op eiken werkdag in
deie maand aanmelden, tusschen des morgeus 9 en 12 ure.
Hy, die voor de Militie is ingeschreven, wordt slechts als Vrijwilliger toe
gelaten voor de gemeente, io welke hij ingeschreven is, tenzij hij geen ver
pligtingen ten aanzien van de Militie meer te vervallen hebbe.
Hij, die hij de zeemagt, bij het leger hier te lande, of hij het krygsvolk
in 's Rijks Overzcescbe bezittingen heeft gedieud, wordt uiet als Vrijwilliger
bij de Militie toegelaten, tenzij hij hij het verlaten van de dienst, behalve een
bewijs van ontslag, van den bevelhebber onder wien liij laatstelijk heeft gediend,
een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn
diensttijd goed hedft gedragen.
TWEE TEGEN EEN.
Naar het Fransch van Méry.
(Slot.)
Maar vergeten wij onze helden in den Zoölogical Garden niet.
Jack verstoutte zich een stap te doen naar den kant der ver
dachte openingtoen nog een, en nog een, waarbij hij den breeden
neus steeds zooveel mogelijk vooruit stak. Plotseling werd hij
overmeesterd door een ongekenden, stuipachtigen schrik. Mij dunkt
dat zijn huid bleeker moet zijn geworden. Zijn ooren vielen slap
neer op zijn kop en doken in zijn haren weg; in het vel op zijn
neus kwamen rimpels; hij durfde voor- noch achterwaarts gaan;
onbewegelijk bleef hij staanwie het niet wist, zou gedacht hebben
dat het een opgezet exemplaar was, zoo roerloos als een tijger in
een museum.
Zijn vrouwke, Trine, bleef achter hein zacht en weemoedig
mauwen, alsof zij hem iets wilde vragen. Verbaasd over de traag
heid van haar ega, ging zij naast hem staan, legde haar kop boven
den zynen en deed toen een doordringend jammerend gehuil hooren,
als wilde zij te kennen gevenHet is met ons gedaan
De leeuw was op zyn gemak in een hoek blijven liggen, op
dezelfde plaats waar hij altijd lag, en zag het zonderlinge schouw
spel aan met de bedaardheid van een rustenden Herkules. Zijn
eerwaardig uitzigt toonde geen spoor van ontsteltenis of vrees; hij
wist dat er naust hem twee tijgers logeerden, maar hij soheen zich
die omstandigheid volstrekt niet aan te trekken. Eindelijk begon
echter hunne vrijpostige nieuwsgierigheid hem te vervelen; hij
richtte zich poot voor poot op, schudde zijn lange manen eens en
ging laugzaam op zyn vreeselyke vijanden af.
De tygers begonnen gezamenlijk te blazen en te schreeuwen. Het
«chuim spatte uit hun bek. Voorzichtig slopen zij achteruit, met
den staart tusschen de pooten, en plantten zich zij aan zij in den
verst verwijderden hoek van hun kerker, met oogmerk om door
vereende krachten hun verdediging te versterken.
De leeuw stak zyn geweldigen kop door het deurgat heen en
bekeek de echtelijke sponde van zijn geburen; daarna scheen hij
in gepeins te verzinken en bij zich zeiven iets te overleggen. Waar
dacht hy over? De gedachten van een leeuw zijn niet met zeker-
IIij km, heeft hij dit. ontvangen, tot zijn veertigste jaar volbragt is, als
Vrijwilliger hij de Militie worden toegelaten.
De Vrijwilligers worden, voor zooverre ze daartoe geschikt bevonden zijn, eD
er gelegenheid toe bestaat, ingelijfd bij liet korps hunner keu/c.
Bureemeesfir en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 12 Februarij 1877. L. YERllKY, Secretaris.
HELDER en NIEÜWEDIEP, 15 Februarij.
Naar men verneemt zal het koloniaal werfdepot, thans te
Harderwijk gevestigd, naar hier worden overgeplaatst,
zoodra de thans in aanbouw zijnde forten gereed zijn, en
er dus een geschikte kazerneering voor die manschappen
beschikbaar zal zijn.
Een vreeselijk ongeluk heeft, naar het D. v. Z.-H.
meldt, zeer vermoedelijk een vijftal hulpbehoevende gezinnen
getroffen: het loggerschip «Prins van Oranje,» den 1 Dec.
naar zee vertrokken, is vergaan, het naambord op de Schotsche
kust aangespoeld en sedert van de twaalf visschers, die de
bemanning uitmaakten, niets vernomen. Vijf gezinnen ver
loren er hun kostwinners, achttien kinderen er hun vaders
door, en blijven hopeloos en hongerend achter. De open
bare liefdadigheid wordt voor de ongelukkigen ingeroepen.
Men zie de advertentie hierachter.
Er schijnt in de jongste stormen een stoomboot met
vee in de nabijheid van onze kusten te zijn vergaan; trouwens,
zooals gisteren van Terschelling en Texel werd medegedeeld,
zijn daar koeijen en schapen aangedreven. Ook aan het
strand nabij Huisduinen zijn enkele schapen aangespoeld.
Volgens berigt is er op de kust van Engeland een naambord
van een schip aangespoeld, waarop met groote letters
«Aurora."
Bij kon. besluit is bepaald, dat de tijd, voor eerste
oefening der miliciens op twaalf maanden vast te stellen,
op tien maanden wordt verminderd voor:
a. de bij de infanterie ingedeelde lotelingen, die vóór
hunne inlijving, bij eene vereeniging tot vrijwillige oefening
in den wapenhandel of op andere wijze zoodanigen graad
van geoefendheid hebben verkregen, dat zij, na één maand
onderrigt bij het korps te hebben genoten, blijken voldoende
geoefend te zijn, om aan de exercitiën in de bataillonsschool
deel te nemen, zullende zij bovendien, alvorens met verlof
te vertrekken, minstens tot in de achtste oefening der 2de
klasse van het schijfschieten moeten zijn gevorderd;
b. de bij de vesting-artillerie ingedeelde lotelingen, die
tengevolge van vroeger genoten onderrigt, na een verblijf
van drie maanden onder de wapenen blijken geven van
zoodanige theoretische en practische geoefendheid, dat zij
tot de klasse der dienstdoenden kunnen overgaan;
c. de bij het bataillon mineurs en sappeurs ingedeelde
beid te bepalen; doch het is buiten kijf dat deze dieren even goed
een intellectueel vermogen hebben alsden ineiisch, zij het ook iu geringe
mate. Misschien haalde hij zich wel in 't hoofd dat de directeur
der menagerie, begaan met de kwellingen van een leeuw, den koniug
der wildernissen, die het hier met een woning van vier voet breedte
doen moest, ten laatste zijn vorstelijk hok vergroot had, maar dat
hij (de leeuw) deze uitbreiding van ziju kwartier, die door twee
ellendige tijgers in bezit was genomen, met zijn klauwen en zijn
tanden inoest vermeesteren. In deze overtuiging ging de leeuw vol
trols op de overweldigers vau zijn nieuw grondgebied af.
Tijgers beginnen moedig te worden zoodra zij niet langer gele
genheid hebben om lafhartig te wezenjuist zooals het met een
groot aantal menschelijke helden het geval is, bezitten zij de onver
saagdheid vau den angst. En bij dit zaakje stonden zij twee tegen
één; een reden te meer om vooruit te gaan en den strijd te aau-
vaarden, daar er aan terugtrekken geen denken meer was.
Als uit twee metalen koelen deed zich thans een afgrijselijk duo
hooren, een zoo vervaarlijk geraas en geblaar, «dat het scheen alsof
ook de tijgers hun ,.Mar se il la is e" hebben; waarna een donderend
gebrul, als baspartij, het in een trio deed overgaan. De worsteling
begon met een verwoedheid, waarvan zelfs de slachting van Solferino
slechts een flauw begrip zou kunnen geven. De drie kampvechters
vernielden, verpletterden, vertrapten elkaiir in alle denkbare posities;
rechtopstaande als gladiatoren, kruipend als slangen, saaingestrengeld
als de Siciliaausche worstelaars, totdat hunne drie lichamen nog
slechts een enkele groep uitmaaktenmuilen, haren, staarten, baar
den, alles door elkaar, en het geheeleen groot monster, waarvoor
wij geen naam weten.
Met hun klauwen reten zij elkander het vleesch open en met
hun tanden trokken zij geheele lappen van elkanders huid af, ter
wijl huu staarten door de lucht suisden, zwiepend als lederen riemen.
Het bloed vloeide bij stroomen, het hok schudde heen en weder,
een drievoudig gebrul deed zonder tusschenpoozen den omtrek dave
ren, en overal, aan alle kanten, ontstond onder de wilde bewoners
der menagerie een vreeselijke opschudding. De andere leeuwen en
tijgers vlogen hunne hokken rond en wierpen zich tegeu de ijzeren
traliën als om zoo een uitweg te zoeken en den broeder, dien zij
aan zijn stem herkenden, te hulp te komen.
Weldra werd het een algemeen koor van monsters. Het was
lotelingen, die binnen tien maanden werkelijke dienst, de
I geschiktheid voor veldtelegrafist hebben verkregen;
d. de lotelingen, die binnen tien maanden werkelijke
dienst blijken geven van hunne verpligtingen als miliciens
j in ieder opzigt te kennen, volgens een door den minister
van Oorlog vast te stellen programma, en bewijzen over-
leggen, dat hunne tegenwoordigheid in het gezin, waartoe
zij behooren, noodzakelijk is.
De lotelingen die, vóór de inlijving bij de militie, met
gunstig gevolg eene xamen afleggen, waarvan het programma
door den minister van Oorlog wordt bepaald, worden, voor
zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en dit met de
belangen van de dienst is overeen te brengen, ingelijfd bij
het korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze. In
werkelijke dienst worden zij zooveel mogelijk in de kazerne
bij elkander gehuisvest, mogen voor eigen rekening buiten
dienst fijne uniform dragen en, zoo daartoe maar eenigszins
gelegenheid is, met elkander of met de aspirant-onder
officieren en korporaals menage houden. Uit hen zal in
de eerste plaats militiekader worden getrokkenvoor zoo
verre hunne geschiktheid tevens voldoende zij. Verder
zijn bij dit besluit eenige andere bepalingen gemaakt in
het belang van de miliciens, die zich door bekwaamheid
onderscheiden.
De heer Nierstrasz is gisteren, na zijn langdurige
ziekte, weder voor het eerst in de Tweede Kamer verschenen.
Van wege het hoofdbestuur der Maatschappij Tot
Nut van 't Algemeen is aan de bestuurderen der onder
scheidene departementen eene circulaire gerigt betreffende
de voorgestelde onderwijswet. Het hoofdbestuur spoort
daarin de departementen aan tot overweging van geest en
strekking der wet en vestigt meer bepaald de aandacht op
deze twee punten: de verpligte schoolgeldheffing en de
interpretatie van art. 194 der Grondwet, gegeven in art.
16, al. 2 van het ontwerp.
Op Terschelling komt thans onder de schapen een
zonderlinge ziekte voor. De dieren worden veelal voor
ongeveer veertien dagen blind en zijn daarna hersteld.
Enkelen echter bezwijken er aan.
Gisteren zijn bij den landbouwer M. Braat, IJweg,
Venneperweg te Haarlemmermeer, weder drie runderen, als
lijdende aan besmettelijke longziekte, onteigend en afgemaakt.
Voorde vacante betrekking van bode, lantaarnopsteker,
doodgraver en dienaar van politie bij nacht te Woubrugge
(jaarwedde f 312) hebben zich 21 sollicitanten aangemeld,
waaronder 16 van elders.
De Amerikaansche jubilé-zangers worden binnenkort,
volgens de N. Rott. Crt., in ons land verwacht. In
Amerika en Engeland zijn zij door duizenden bij duizenden
gehoord en overal met gelijken bijval, terwijl zij, in de
salons der hoogste standen ontvangen, niet minder door
hunne wellevende vormen dan door hunne ontwikkelde
alsof (le geelharige muzikanten uit de Afrikaansclie nacht-concerten
door Mr. Lumley in dienst waren genomen, en vóór de groote uit
voering in Covent-Garden, in de open lucht repetitie hielden. Op
dit onbeschrijfelijk tumult kwamen een menigte lieden uit Kensington
en Hydepark toeloopen, en elk oogenblik werd de nieuwsgierig
gapende bende grooter. De vermaarde lianen- en vuistgevechten
verzonken in het niet bij dezen reuzenstrijd, het drie-gevecht van
nntidiluviaansehe monsters.
De bediende, verbijsterd door zijne eigene trouweloosheid en
bewogen met zijn voedsterliugen, was naar de smederij gegaan om
een stuk ijzer gloeiend te laten maken en stak dit, terwijl hij voor
het hok stond, den leeuw en de tijgers herhaaldelijk in hel lijf,
denkende dat zij huu prooi dan zouden loslaten en ieder naar zijn
eigen verblijf zou terugkeeren. Doch toen de beesten den gloeiendeu
stang in hun lichaam voelden dringen, meenden zij dat die pijn
veroorzaakt werd door de beten der tegenpartij; zij verdubbelden
hun razerny en gingen met hunne tanden en nagels nog woester
te keer dan vroeger.
Nadat de strijd bijna een uur geduurd had, vielen de beesten
op den grond, brullend als stervende reuzenhunne kracht was
uitgeput, hun bloed vergoten, hunne ademhaling verlamd. De
beide tijgers bezweken dien eigen namiddag, de leeuw stierf een
paar dagen later.
Het bestuur van den Zoölogical Garden beloonde de «heldhaf
tigheid" van den oppasser door zijn tractement te verlioogen met
vijf ou twintig pond. Maar, daar hij het niet met zijn geweten
kon overeen brengen om langer dan drie maanden dit loon te
genieten, diende hij zijn ontslag in, onder voorwendsel dat zijn
gezondheid te zwaar geschókt was door het vreeselijk tooneel
waarvan hij getuige was geweest. Die reden scheen afdoende en
de directeur, bewogen met zijn ongeluk, dat hij zich door zijn
«nauwgezette plichtsbetrachting" had op den hals gehaald, beloofde
dat hij hem zou inschrijven op de lijst der invalide bediendeD,
die aanspraak konden doen gelden op pensioen.
Tot eer van Mr. Hodges moeten wij hier bijvoegen, dat hij de
zaak getrouw geheim heeft gehouden en volstrekt geen vergoeding
verlangd heeft. Bladen als de 'linies en de Morning Chronicle
hebben den oppasser hemelhoog geprezen en hem bij de Engelsche
heeren en dames aanbevolen als een model-bediende.