BIJVOEGSEL, behoorende tot de Heldcrsche en Nieuwedicper Courant van Zondag 11 Maart 1877, No. 30. Verslag der verrigtingen van Zr. Ms. zeemagt in de wateren van Atsjin; vervolg. De Baudjermassing vertrok den 14 Nov. naar de westkust, tot handhaving der blokkade. Na door de Deli te zijn afgelost, vertrok die stooroer naar de noordkust, ter overbrenging van eenige schepe lingen, en verving den 29sten weder de Deli. Te Patty was bij de bevolking eenige locnadering te bespeuren, daar zij voor de eerste maal aan boord kwam om vruchten te verknopen. De Deli verriglte beurtelings met bovenvermelden stoomer de blokkadediensten daar ter kuste en onderzocht eenige onder Engelschc vlag varende vaartuigen en pmauwen, zonder echter iets bijzonders te hebben opgemerkt, dan dat de uitvoer van peper merkelijk verminderd was en zelfs uit de ons vijandige Staatjes geheel had opgehouden. Station noordkust. Het ramtorcnschip Prins Hendrik der Nederlanden, tijdelijk gestationeerd in de Atsjinesche wateren, vertrok den 11 Dec. naar Pedir en ontving aldaar een bezoek van den Vorst van Soengeij-Raijah. Op zijn verzoek door dien stoomer naar Telok Semawe overgevoerd, keerde dat hoofd met diezelfde gelegenheid naar Pcdir terug, nadat de Vorst van Telok Semawe, zich wegens ziekte verontschuldigende, zijnen broeder met ver schillende hoofden een bezoek op genoemd stoomschip had doen afleggen. De Citadel van Autwerpen deed gedurende de maand Nov. de dienst als wacht- en depötschip en inspecteerde alle ter reede Pedir vertoevende vaartuigen en schepen. De Bommelerwaard nam op zijnen togt naar de oostkust T. Iman, van Gighen, op, om den assistent-resident L. de Scheemaker in de Simpang-Olimsche zaken ter zijde te staan. De Sumatra bekruiste in het begin van Nov. de kusten der vijandelijke Staten Samalan^an en Murdoe, loste de Palembang in de Kroeng Rijah-baai af, en bezocht daarna weder de bovengenoemde Staten, zonder echter iets meldenswaardigs ontdekt te hebben. Deze oorlogsstoomcr deed gedurende bet grootste gedeelte der maand dienst in de Kroeng Rijah-baai en de nabijgelegen vaar waters. Ofschoon van het vervoer van levensmiddelen over zee door de op brandwacht liggende sloepen niets meer werd ontdekt, bleef het transport over land vrij aanzienlijk. De Aart van Nes deed met de Palembang beurtelings de blok kade-dienst in de Kroeng Rïjah-baai. Na Po. Boevong en Po. Way bezocht te hebben, vertrok die 9toomer met den controleur en een inlandschen schrijver naar het oostelijk deel van dat station. Op dezen togt werden door de Vorsten van Kloempang Doea en van Telok bezoeken aan boord afgelegd en geschenken gewisseld. Station oostkust.. De Merapi vertoefde in de eerste helft der maand Nov. ter reede Aracoendoer en vervolgens tot het einde der maand ter reede Simpang-Olim, na den 19den en 20sten te Ara coendoer te zijn teruggekeerd, ter afhaling van de troepen, bestemd voor de bezetting van de Gedei van Simpang-Olim, en voorzag alle de op die rivieren geposteerde strijdkrachten van het benoodigde. De Bromo deed verschillende dienstreizen, zoowel tot overvoer van troepen en goederen tusschen Edi en de reede van Arakoendoer als tot het overbrengen naar Atsjin van gewigtige tijdingen betref fende de krijgsverrigtingen, en hield den 29sten stelling ter reede Simpang-Olim, na alvorens de blokkade aangezegd te hebben aan twee bij Kwala Bekas ten anker liggende vaartuigen. De Borneo nam gedurende de maand Nov. de dienst ter reede Edi waar en voorzag de strandbenting dagelijks van het benoodigde drinkwater. De Sambas, den 1 Nov. ter versterking op dat station aange komen, vertrok den 8sten naar de reede van Simpang-Olim, voorzag het aldaar op de rivier liggende stoomschip der gouvernements marine Siak van victualie en drinkwater en vertrok den 9dcn weder naar de reede Arakoendoer. Na nog een paar dienstreizen met den controleur Pluijgers naar de Arakoendoer-rivier gedaan te hebben, bleef die stoomer tot het einde dier maand ter reede Simpang-Olim en voorzag het stoomschip der gouvernements-marine Boni, benevens de op de Arakoendoer- rivier achtergeblevene gewapende sloepen dagelijks van drinkwater en verdere benoodigdheden. De Amboina vertrok den 2 Nov. van Edi naar de reede van Aracoendoer, nam aldaar den assistent-resident ter oostkust op en deed met die autoriteit eene dienstreis naar Edi en terug. Na gedurende de laatste helft dier maand een krachtig aandeel te hebben genomen in het vervoer van troepen, vervoegde zioh die stoomer den 29sten bij het stationschip Merapi, ter reede Simpang- Oliin. De Bommelerwaard vertoefde tot den 3 Nov. ter reede Djamboe Aijer, zonder gedurende de laatste vijf dagen, wegens de hevige branding, communicatie met de op die rivier gestationeerde flotille gehad te hebben, stoomde naar Edi en nam mede een werkzaam deel in het vervoer van vivres en ammunitie naar de te velde trekkende troepenmagt. Den 16den weder terugkomende voor de monding der Djamboe Aijer-rivier en zoowel daiir als in Kwala Bekas alles rustig vin dende, deed die stoomer nog een paar dienstreizen langs de kust en vatte den 3üsteu weder post voor de monding der Djamboe Ayer Slechts met inspanning der uiterste krachten kon door de duar aanwezige scheepsmngt voorzien worden in de behoefte tot vervoer van troepen, vivres. ammunitie enz., aangezien al de grooto sloepen tot de gewapende flotille behoorden en bijna alle tot dekking dier transporten moesten gebezigd worden. liet gouveruements-stoonischip Boni vertoefde gedurende de maand Nov. op de Aracoeudoer-riv.ior en bleef deel uitmaken vnu de aldaar gcstationeeide flotille. Het gouvernements-sloomschip Siak bleef belast met de bewaking der Simpang-Olim-rivier. Het. gouverueiiients-stoomschip Tjinrana, deel uil makende van de op de Djamboe Aijer geposteerde flotille, welke flotille. reeds den 30 Oct. ontbonden had moeten zijn, doch wegens heiige branding vóór de monding die rivier niet had kunnen verlaten, stoomde in den nacht van 3 Nov. door eene nieuwe geul naar zee en kwam den volgenden dag ter reede Aracoendoer. Deze stoomer hield van dien dag af steeds de communicatie open, eerst op de Aracoendoer-rivier en later op die van Simpang-Olim tusschen het stationschip en de op die rivieren gestationeerde flotille, en bewees tevens transportdiensten op de dagen van het debarke- ment en tijdens het. vervoer van troepen. Den Ssten werd dit schip bij het passeren der Allor Boeloe beschoten, waardoor een inlandsche vuurstoker aan het hoofd gewond werd. De gewapende booten bleven met dezelfde diensten als vroeger belast. Den 4 Nov. werd de gewapende flotille op de Djamboe Aijer en den 2/sten die der Aracoendoer- en Simpang-Olim-rivieren ontbonden. Rapport van den stations-kommandant ter noordkust van Atsjin, dd. 9 December U. De Citadel van Antwerpen deed gedurende de maand Nov. ter reede Pedir de dienst ais wacht- en depötschip en hield tevens inspectie over de aankomende en vertrekkende schepen enpraauiven. Ingevolge bekomen order dirigeerde ik de Riouw via oostkust Atsjin en Batavia naar Soerabaija, alwaar genoemd schip buiten dienst moest worden gesteld en vervangen worden door de Bandn. Den 23 Nov. volgde deze bodem zijne bestemming op. Den 2S Nov. retourneerde per stoomer Kalahorae van Groot- Atsjin de assistent-resident, belast met de leiding der politieke aangelegenheden, en vertrok deze ambtenaar denzelfden dag met genoemden stoomer naar Simpang-Olim. De Bommelerwaard, op zijn togt van Atsjin naar de oostkust deze reede aandoende, dirigeerde ik naar Gighen, na een geschikt persoon aan boord te hebben gezonden, oin aldaar communicatie met den wal te hebbeu. Toekoe Iman van Gigheu vertrok op uitnoodiging terstond met dezen stoomer naar Simpang-Olim, om aldaar bij den assistent-resident L. de Scheemaker dienst te doen. De invoer van rijst was gedurende de maand Nov. in de kwala Pedir 452,200 KG., dus 13,200 meer dan in Oct., echter 457,570 minder dan in Sept. Geene levensmiddelen werden doorgelaten bewesten de kwala Pedir, even als zulks reeds de beide vorige manuden had plaats gehad. De grootste massa rijst werd ook gedurende deze maand alhier aangebragt met onder Engelschc vlag varende stoom-en zeilschepen. De aanvoer per praauw verminderde maandelijks, zijnde de hoeveel heid gedurende de afgeloopen maand slechts 24,000 KG., tegen 63,000 in Oct. en 105,000 in Sept. Het aanhouden van een 26tal praauweu gedurende deze maand door de sloepen onder den wal en op zee op brandwacht gezonden ter hoogte vau kwala Pedir, zoomede liet beletten om de rijst verder om de west te vervoeren dan kwala Pedir, waarvoor steeds zooveel doenlijk wordt gewaakt, zal hiervan wel de oorzaak zijn. Den 29 Nov. werd aan boord gebragt een jeugdig inlander, genaamd Raden Tegoeb, de kleinzoon van den vermoorden Javaan Mas Soemo Widikdjo, die als zendeling door den koinmandant der tweede expeditie tegen Atsjin naar den toenmaligen Sultan was afgezonden. Het Javaanscli was hij geheel vergeten, zelfs den naam van zijn grootvader, doch hij sprak tamelijk wel Maleisch; waar schijnlijk dewijl dit de eenige taal was, welke de Atsjinees met hem kou spreken. Hij verhaalde mij, van Kediri (kampong Blitar) afkomstig te zijn en bij het vermoorden van zijn grootvader tegen woordig te zijn geweest. De handen waren den ongelukkige over kruis gebonden, zoomede zijne voeten, waarna men hem heeft ge blinddoekt en het hoofd omgedraaid. Zulks geschiedde in het bijzijn van Panglima Polim en zeer vele inlanders. Panglima Wantang, eeii schrijver van genoemd hoofd, had hel zoogenaamde vonnis ten uitvoer gebragt. Bij den moord der drie volgelingen was hij niet tegenwoordig geweest, doch men had hem de bebloede klewangs getoond, waarmede zij waren omgebragt. Men vertelde hein, dat deze daarna in de rivier waren geworpen en dat zijn grootvader na 5 dagen was begraven. Hij heeft den eersten tijd onder be waking van drie mannen doorgebragt en hem werd door Pauglima

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 5