Buitenland. dat Deventer in deze zaak onregtvaardig is behandeld, dat het is mishandeld. Niet nu voor 't eerst, maar nu grievender dan ooit te voren. Stoffelijke schade komt men te boven door spaarzaamheid en beleid en verdubbeling van inspan ning, maar onze oude stad is nu in hare eer aangetast, beleedigd, vernederd bovendien. Het veel meer bevolkte, werkzame, welvarende Deventer is achtergesteld bij het kleinere, kwijnende Zutphen. Met tranen in de oogen van spijt hebben wij het vonnis van Deventer aangehoord. Voor het regt en het belang dier stad schijnt geen plaats meer te zijn in hetgeen men inde laatste jaren het algemeen belang van Nederland gelieft te noemen. Is zij verstooten?» De veepest is te Waibes nabij Thuin, in Belgie, uitgebroken. Zij was daar ontstaan door een koe, her komstig van Montigny-le-Filieul, mede een Belgisch dorp. De verkeerde gewoonte, om bij de geringste kitteling in het oor, terstond met het eerste en beste voorwerp, dat bij de hand is, in het oor te woelen, is algemeen. Tot dit doel werd onlangs door een Berlijnsch koopman ook het omgekeerde eind van een potlood gebruikt, waarmee hij juist schreef. Aan dit potlood bevond zich een klein ge draaid hoornen knopje, dat in het oor losraakte en er in bleef zitten. Verscheidene geneesheeren hebben reeds ge tracht het knopje uit het oor te doen verwijderen, maar zonder succes. Inmiddels heeft zich in het oor eene ont steking geopenbaard, die den patiënt veel pijn veroorzaakt. Zoodra deze eenigszins gebeterd zal zijn, wil de beroemde chirurgijn prof. van Langenbeck beproeven door middel van eene operatie het knopje te verwijderen. Dit zijn de treurige gevolgen van een onvoorzigtigheid, waaraan velen zich wel eens schuldig maken. Regtszaken. Jl. Donderdag stond voor de crimineele kamer van Let geregts- hof te Amsterdam Paulus Thiemann teregt. Deze oude kennis der justitie had zich thans voor de zesde maal wegens bedriegelijke opligting, nu in verband met valschheid in geschriften, te ver antwoorden. Op den 9 Dec. 11. werd beschuldigde uit de cellulaire gevan genis te Amsterdam ontslagen, met een uitgangskas van f 49.SO. Hiervan werd f 30 door den directeur aan den vader van den beschuldigde, f 19.80 aan hemzelven ter hand gesteld. Voor dat geld kocht hij zich eene sierlijke kleedij, die het mogelijk maakte hem voor een aanzienlijk heer aan te zieu. Onmiddellijk na zijne invrijheidstelling had bij zich met dat doel reeds een paar glacé handschoenen aangeschaft. Zondag den 10 Dec. bragt beschuldigde in het ouderlijk huis door. Den volgenden dag begon zijn zwerf- togt. Met een zijner vrienden dejeuneerde hij bij Roetemeijer in de Amstelstraat. 's Avonds trok hij welgemoed de Nes in, waar hij vóór het Café Mulder een meisje ontmoette, dat hem tot Donderdag morgen daaraanvolgende gezelschap bleef houden. Met haar begaf hij zich, na verschillende koffijhuizen bezocht te hebben, naar de Oesterput, waar bij met biefstuk en rooden wijn soupeerde en daarna een flesch champagne schonk. Toen het op betalen aankwam, moest hij erkennen geen geld bij zich te hebben, doch maakte hij zich bekend als jhr. Berg van Dussen Muilkerk, student te Leiden. Hierop nam de kastelein genoegen met eene schuld bekentenis, door besch. onder zijn valschen naam geteekend en afgegeven. De reden, waarom de goede verleerder geen geld bij zich had, was, dat al zijne contanten waren opgeofferd aan een prachtigen binocle, dien hij zoo even bij den kastelein vertoonde. Het getuigenverhoor leerde, dat het waarlijk zoo was. Besch. was in een winkel gekomen, had zich een gouden pinceuez en een tooneelkijker uitgezocht, voor de gezamenlijke waarde van f 52. Een en ander moest weder aan het adres van jhr. Berg van Dussen Muilkerk, op de Keizersgracht, worden bezorgd. Des avonds kwam Thiemann met zijne vriendin weder in den winkel en vroeg om den binocle te zien, dien hij had uitgekozen, om te weten, of deze naar den zin was van zijne gezellin, voor wie hij tot cadeau be stemd was. Toen dat onderzoek bevredigend afliep, verzocht hij het gekochte te mogen medenemen, echter zonder betaling. Toen dit werd toegestaan, verliet hij den winkel met het verzoek: ,,Zeg maar niet aan mijn vader, dat ik hem aan haar geef." Voor een oogenblik verlaten wij besch. en vinden hem terug op den Korten Nieuwendijk. Het is den 14 Dec., 's morgens 10£ ure. Thiemann komt een vriend tegen, met wien hij op school was geweest, en noodigt dezen uit een borrel met hem te drinken. Deze invitatie werd aangenomen en de vrienden treden het koffij- huis van den heer van Aak binnen. Men drinkt bitter en speelt billard. De vriend wordt weldra beschonken en valt op de canapé in slaap. De waard komt binnen. Besch. stelt zich aan hem voor als jhr. Berg en zijn slapenden vriend als baron van Pallandt, beiden Leidsch student „aan den bommel." Er wordt een glas Port op de kennismaking gedronken en, na een stevig ontbijt, een diner met champagne voor bezoekers en huisgenooten besteld. De waard wilde echter eerst afrekenen en vroeg om geld. Toen besch. dit niet had en naar zijn vader wilde gaan om het te halen, achtte van Aak het wenschelijker om hem te vergezellen. Vóór het. huis van den heer Berg kwam het uit, hoe de kastelein bedrogen was. Besch. toch durfde daar niet binnentreden. Van Aak vergezelde Thiemann toen naar diens eigen vader, die hem verontwaardigd een pak slaag wilde geven, waarop hij ontvlugtte. Tehuis komende vond de bedrogen kastelein den gewaanden baron van Pallandt nog slapende, maar zonder geld. Aan de meid uit het koffijhuis, waarin besch. eene Zaansche herkende, had hij wijs gemaakt, dat hij familie was van den heer Honig uit Zaandam, zoodat de ijve rige dienstbode opgetogen aan haar heer was komen vertellen, dat hij gerust erediet kon geven, omdat het rijke knullen waren. Ten laatste ontmoeten wij besch. in den winkel van den heer Abercrombie, in de Kalverstraat Ook daar deed hij zich voor al9 student Berg en verzocht eene pendule te zieu voor zijn „kast." De winkelier, in het genre van zijn kooper willende vallen, zocht iets uit voor een geleerd man, hetgeen besch. blijkbaar beviel, daar hij het kostbare stuk onmiddellijk aankocht, met verzoek het op de Keizersgracht te doen bezorgen. Hetzelfde geschiedde met twee van de duurste sigarenkokers en horologie-kettingen. Deze laatsten nam hij voorloopig mede. Aan het hof trachtte beschuldigde nog wijs te maken, dat hij mathesis- en propedeutisch examen had gedaan en voor marine ingenieur had gestudeerd. De advocaat-generaal, mr. Kist, rekwireerde 4 jaren correctioneele gevangenisstraf, met 6 geldboeten van f25 en 4 van f 50. (Amst.Crt.) Ren groot inan over bet socialisme. De heer Krupp, te Essen, heeft in eene bekendmaking, waarvan al zijne onderhoorigen een exemplaar hebben ontvangen, zijne werklieden gewaarschuwd tegen het socialisme. Ofschoon overtuigd dat de meeste zijner werklieden te ontwikkeld zijn en te veel gevoel van regt hebben om zich door socialistische drijvers te laten ver blinden, acht hij het evenwel noodig, allen het gevaarlijke der socialistische leerstellingen voor oogen ie houden, onder nadrukkelijke verklaring, dat hij nouit aan socialistische eischen iets zal toegeven en evenmin ooit zal afwijken van de eischen, die hij meent naar regt zijnen onderhoorigen te moeten stellen. Aan het slot van dit stuk verhaalt hij, hoe hij in 1S26, zonder vermogen te bezitten, de toen in verval zijnde fabriek heeft overgenomen, vervolgens met een klein getal arbeiders begon te werken en 25 jaren achtereen in zorg en moeitevollen arbeid heeft doorgebragt, waarbij zijn vermogen dikwijls veel geringer was dun hetgeen tegenwoordig menig werkman bij hem in dienst bezit. Sedert hij het établissement in eigendom heeft, zijn er meer dan 100,000 man werkzaam ge weest. Ieder heeft altoos stipt zijn loon ontvangen en geen hunner heeft er ooit aan geducht, daarenboven zulke bijzondere eischen te stellen als waartoe men hen thaus tracht te bewegeu. Of de fabriekaut al verlies lijdt, de werkman ontvangt toch zijn loon en de fabriekant moet vuordeelige jaren hebben om de slechte jaren te boven ie komen; zoo niet, dan wordt de gang van zaken belemmerd. Zulk eene belemmering heeft het établissement nooit gekend. Zelfs al stond alles overal stil, heeft het steeds voort- gewerkt, op voorraad geproduceerd, met verlies verkocht, maar te gelijker tijd altoos voor de werklieden gezorgd. Het heeft voor hen, thans eene bevolking van 20,000 zielen, woningen doen bouwen, scholen opgerigt, scheukingen verleend, voorgoedkoope levensmiddelen en benoodigdheden gezorgd, alles dikwijls met geen geringe opofferingen. De heer Krupp eischt derhalve, dat ieder wederkeerig jegens hem zijn pligt zal doen, dat ieder zal medewerken ter hand having van vrede en eendragt. Wie dit niet wil, mag er niet blijven en moet zich dus niet verwonderen als er streng tegen hem wordt te werk gegaan. Benoemingen, enz. Op zijn verzoek is eervol ontslag verleend aan den heer C. Kalff, als 1ste luit.-adj. bij het 4de bat. rustende schutterij in deze provincie. De luit. ter zee 2de kl. C. H. Cornelisscn, dienende aan boord van het opleidingsschip Admiraal van Wassenaer, wordt met den 15 April a. s. op non-activiteit gesteld en met den 16den daaraan volgende vervangen door den luit. ter zee 2de kl. A. W. F. C. van Woerden. De 2de luit. J. H. A. de Balbian van Doorn, van het 4de bat. 7de reg. infanterie alhier, wordt gedetacheerd bij het bataillon mineurs en sappeurs te Utrecht. STATEi\-GEi\ERAAL. Eerste Kamer. Zitting van Maandag 19 Maart. Heden avond heeft de Kamer hare werkzaamheden hervat. Al de van de Tweede Kamer ont vangen wetsontwerpen, behalve die betreffende de regterlijke orga nisatie, zijn naar de afdeelingen verzouden. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 19 Maart. De interpellatie van den heer HalFmans, betreffende de opheffing der Pauselijke consulaten, had plaats. De interpellant vroeg welk feit zich in den laatsten tijd heeft voorgedaan, dat die opheffing noodzakelijk maakte en de besten diging van het status quo sedert 1871 niet gedoogde. Hij liet vooral doorblinken hoe bitter de Catholieken door deze handelingen van een Calholiek minister teleurgesteld waren. De minister van der Does antwoordde, hier uiet als Catholiek of propector der Catholieken te staan. De intrekking van het exequatur was een nood zakelijk gevolg van de onhoudbaarheid vau den toestand dat de consul-generaal van den Kerkdijken Staat te Amsterdam bestond nevens den consul van Italië (waarvan de Kerkelijk Staat eene provincie is). De Kamer zelve had den eersten wenk daartoe gegeven en de Italiaansche gezant er op aangedrongen. Eerst na niet voldoening door den consul-generaal aan het verzoek om zich terug te trekken, had de regering tot intrekking van het exequatur besloten. Na discussiën, waarbij de heeren Haffmans en van Nispen zich onvoldaan verklaarden, liep de interpellatie af. Morgen zijn de regterlijke wetten aan de orde. Het voorloopig verslag der Kamer over de wet op het lager onderwijs is verschenen. Na eenige „voorafgaande opmerkingen," in enkele afdeelingen over de opportuniteit van de indiening en behandeling van het voorstel gemaakt, wordeii „de algemeene beschouwingen" medegedeeld, loopende over tweevrugen: 1. Welke behoort de verhouding te zijn tusschen openbaar en bijzonder onderwijs? Aan het slot van de uitvoerige beschouwingen over dit punt wordt gezegd, dat de slotsom van de leden, die in de meeste afdeelingen de meerderheid uitmaakten, was, dat, zonder te letten op het bijzonder onderwijs, het openbare, wil de wetgever aan het gebod der grondwet voldoen, zoo goed mogelijk moest worden iugerigt; dat geene bijdragen uit de openbare kas mogen worden verstrekt tot ondersteuning der school, wier bestemming is niet enkel godsdienstig onderwijs, maar onderwijs in de godsdienst te geven, en dat dit laatste geheel aan de kerkgenootschappen of particulieren moest worden overgelaten. 2. Irt hoever strekt het wetsontwerp tot oplossing van het vraagstuk der verhouding vau het openbaar tot het bijzonder onderwijs Hieromtrent liepen de meeningen niet zoo uiteen als omtrent het eerste punt. Zoowel de voorstanders van het bijzonder, als die van het openbaar onderwijs waren onbevredigd. Verscheidene voor standers van het bijzonder onderwijs verklaarden, het eerste art. van het ontwerp terstond te zullen verwerpen. De voorstanders van het openbaar onderwijs schenen ook geneigd het ontwerp liefst zonder breede discussie ter zyde te leggeu. Slechts enkele leden meenden, dat het ontwerp met hulp van eenige amendementen, een goede wet zou nunnen worden. Hierop volgen de „technische beschouwingen," die 30 bladzijden vullen. Ten slotte worden beschouwingen over de afzonderlijke artikelen medegedeeld. Vóór men tot meer bepaalde behandeling der artikelen van het wetsontwerp overging, werd nog een terugblik op de memorie van toelichting geworpen. Het oordeel over dat stuk was over het algemeen even ongunstig als dat over het wetsontwerp. Stellingen werden daarin verkondigd, die regtstreeks tegen elkander indruischten, zoodat het somtijds scheen, alsof mannen van geheel verschillende rigting in het stuk de hand hadden gehad. Sommige redeneeringeu, met name die over de beteekenis van het woord „voldoend" in de Grondwet, hadden, zooals reeds vroeger bleek, pijnlijk getroffen. Zij bragten tot nadenken, ja, zelfs tot achterdocht, vooral in dien zin, of voor de in de wet van 1857 te brengen wijzigingen, zooals de afschaffing van het vergelijkend examen, de invoering van ver- pligte schoolgeldheffing en dergelijke van meerdere of mindere beteekenis, wel de juiste beweegredenen waren opgegeven. Had de minister regtstreeks te kennen gegeven, dat hij aan£de klagten van het bijzonder onderwijs wilde tegemoetkomen, men had daarin minder aanstoot gevonden, dan nu zijdelings, zelfs tegen vooruit gezette beweringen aan, zulk eene tegemoet koming bedoeld scheen te zijn. In dat geval zou althans het vertrouwen in de rond borstigheid des ministers niet hebben geleden. Niet minder ongunstig lieten zich de ijverige voorstanders der christelijke school over de memorie van toelichting uit. Geen zweem van toenaderiug, hoogstens hier en daar een schijuconcessie, zeiden zij, was daarin te bespeuren. Door geheele miskenning van den waren aard der grieven van de anti-revolutionaire partij werd aan deze als een slag in het aangezigt toegebragt. Ook bij deze partij had door de wijze, waarop geheel deze allergewigtigste zaak was behandeld, het vertrouwen in den minister, voor zooveel dit bestond, zeer ernstig geleden. Aan het verslag zijn drie nota's toegevoegdde eerste is de reeds medegedeelde van de heeren van den Berch, Schimmelpenninck van der Oije, Kuyper, van Wassenaer, Berkhout, E. Mackay, vau Asch van Wijck en vau Heemstra. De tweede is van den heer Bichon ter kenschetsing van zijn standpunt. De derde van den heer Ba9tert over drie onderdeden van het ontwerp. Frankrijk. Te Parijs is proces-verbaal opgemaakt tegen onder scheidene personen die, om de teregtzitting bij te wonen, waarin Billoir werd veroordeeld, bij uitdragers !toga en bef hadden gehuurd en brutaal in de bank der advocaten plaats namen. Ze werden herkend als niet-advocaten en van de plaats verwijderd. Door de firma Denayrouze Co., te Parijs, is een nieuw duikertoestel met spreekbuis en lamp uitgevonden, waarmede goed geslaagde proeven zijn genomen. Bij de eerste proef bleef een duiker een half uur onder water en onderhield zich gedurende dien tijd door zijn 20 meter lange spreekbuis met de personen in een vaartuig. Nadat het geheel donker was geworden, ging een tweede duiker naar beneden, voorzien van een lamp om met den eersten 13 meter onder water gemeenschappelijk te werken. De lamp verspreidde een zoo goed licht, dat men elk voorwerp op den grond onderscheiden kon. Voorzien van lei en griffel, schreven zij bij dat licht hunne bevinding op. Tot op zeven meter onder water kon het licht van het vaartuig uit gezien worden. Van belang is, dat bij dezen toestel zoowel de lamp en de duiker als de spreekbuis van lucht wordt voorzien door een luchtpomp, die zoo gemakkelijk werkt, dat een kind ze bedienen kan. Het gehucht Carol, niet ver van Massat (departement Ariège), uit omstreeks 20 huizen bestaande en op de helling van een berg gebouwd, is in den morgen van den 11 dezer voor een gedeelte onder een sneeuwval bedolven, waardoor zeven huizen begraven werden. In vijf van deze waren op dat oogenblik 21 personen; de twee andere waren verlaten. Zes menschen zijn levend uitgegraven en negen lijken gevonden; omtrent de overigen is nog niets bekend. Een dier zes, zekere Salie, die bij het onheil drie kinderen verloren heeft, was twee kilometer ver door de vallende sneeuw medegesleept en o. a. over een waterval geslingerd ter hoogte van 30 meter. Engeland, De gevreesde runderpest heeft zich te Londen ver toond. Zij brak uit in een stal van den heer Alexander, te Stepney. Al de beesten in dien stal, 123 schoone melkkoeijen, zijn onteigend, afgemaakt en in ongebluschte kalk begraven. Mschlatd. Blijkens bekendmaking van de Duitsche rijkskanse larij, dd. 15 Maart, zijn, sedert die van 8 Maart jl., in het koningrijk Pruissen geene nieuwe gevallen van veepest voorgekomen. De zangeres Bondagni, een paar jaren geleden om haar prachtige stem in de groote opera te Berlijn gevierd, zingt nu te Dresden in.... een café-chantant. Wegens zeer belangrijke schulden was zij nl. een paar jaar gevangen gehouden, en nu moet zij zich op nederig terrein levens onderhoud verwerven, daar geen directeur haar wil engageren, omdat contractbreuk tot haar gewoonte schijnt te behooren. Afloop der Openbare Verkooping-, gehouden ten overstaan van den Notaris J. W. HATTINGA RAVEN, in het lokaal „Musis Sacrum," op 19 Maart 11. 1. Drie Huizen en een Winkelhuis in de Koningsdwarsstraat te Helder; kooper de heer J. Lastdrager voor f 3200. 2. Een Winkelhuis en Erf aan de Binnenhaven te Helder, op den hoek van de Jagersteeg; kooper de heer P. van Es voor f3310. 3. Een Huis en Erf aan de Zuidstraat te Helder, uitkomende aan de Achtergracht; kooper de heer D. Oorthuis voor f 2050. 4. Een Huis en Erf in de Middenstraat te Helder, D No. 256 kooper de heer C. Wigman voor f 590. 5. Een perceel Bouwterrein aan de Hoogstraat te Helder; kooper de heer A. Baak voor f 431. De Huizen in de Keizerstraat zijn opgehouden. Stoomvaart-Berigten. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. consad. 13 Jan. van hier vertrokken. 25 Febr. te Batavia aangekomen. C e l e b e S. 3 Febr. van hief vertrokken. 2 Maart Aden aang. en vertr. Peins Hendrik. 24 Febr. vau hier vertrokken. 15 Maart te Suez aang. en vertr. Koning dek Nederlanden. 17 Maart van hier vertrokken. 18 Maart te Londen aangekomen. Madura. 17 Maart van hier vertrokken. 18 Maart te Southampton aangek. Java. 17 Febr. van Amsterdam vertrokk. 12 Maart Suez aangek, en vertr. Holland. 30 Jan. van Batavia vertrokken, j 10 Maart te Marseille aangekomen. Prins van Oranje. 11 Febr. van Batavia vertrokken. 17 Maart Napels aang. en vertr. v ooswaarts. 7 Maart van Batavia vertrokken. Prinses Amalia. 25 Febr. alhier aang., vertr.7 April.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2