STiVTKiV-fiEMïRAAL.
B u i te n I a n d.
mr. A. Kerdijk, te Delft (thans secretaris) en gekozen de
heer nir. H. Goeman Borgesius, te 's llage (in plaats van
den heer R. P. Mees RAzn., die volgens het reglement
niet herkiesbaar was), laatstgenoemde in herstemming met
den heer Armand Sassen, te Breda.
Aan het schoolmuseum te Amsterdam is f 100 toegekend.
De commissie in zake de verzorging van weduwen van
openbare onderwijzers bragt een rapport uit, dat later in
behandeliag zal komen.
Een paardenslagter te Utrecht is op den aardigen
inval gekomen om, bij gelegenheid van het Paaschfeest,
een Paaschpaard te versieren en in zijn winkel ten toon
te hangen.
In den omtrek van Moergestel vindt men telkens
doode hazen op het veld. De huid dier dieren is met
blaauwe plekken bedekt, hetgeen aan eene besmettelijke
ziekte doet denken.
Men schrijft uit Vlissingen aan de Midd. Ort.
«Naar wij vernemen is van de visschersloep de Zeeuw
door de Engelsche visschers een bakenton met hakenlïjn
en twee lijnen want gestolen. Dit is reeds de tweede maal
dat zulks geschiedt. Ook van andere vaartuigen hebben
die Britten dergelijke voorwerpen geroofd.
Het is te bejammeren dat een regering zoo hooghartig
en prikkelbaar als de Britsche, die zich tot in de afgele-
genste landen doet gelden, als de belangen van een harer
onderdanen gekrenkt worden, niets weet te bedenken om
zoodanige rooverijen, die gedurig voorkomen, te beletten.
0.»k de Nederlandsche regering schijnt daartoe de magt te
ontbreken.»
Te Brouwershaven is iemand uit Vlissingen, die
verdacht wordt van een aanzienlijke som in bankbilletten
te hebben ontvreemd, met zijne jonge I9jarige vrouw
gearresteerd aan boord van een der mailbooten, die op het
punt was van naar Engeland te vertrekken.
Als eene bijzonderheid kan gemeld worden, dat eene
bij den landbouwer v. T. te Deil gefokte 6jarige ruin, op
de onlangs gehouden Burensche paardenmarkt is verkocht
voor de som van f 1050.
Het protocol is geteekend, zoo vermeldden de dag
bladen op 1 April, en dat berigt werd aangevuld met de
conclusiede vrede is verzekerd.
Wie die conclusie er bijvoegden hebben, meenen we,
zich zeiven een poisson d'avril thuis bezorgd. Protocollen
maken behoort tot de bezigheden, om niet te zeggen uit
spanningen, van de diplomatie, maar levert geenerlei waar
borg op voor de toekomst. Als inen in aanmerking neemt,
dat van November van het vorige jaar af, trots alle con-
ferentiën, Rusland onafgebroken is voortgegaan met zijn
leger te versterken en te verbeteren, dan is het aan twijfel
onderhevig of het, na die mare van 1 April tot ont
wapening en inkrimping van zijne magt zal overgaan. In
den regel doet de diplomatie dienst om de gevolgen van
een oorlog te regelen, niet om dien oorlog zeiven te voor
komen. Zou het ditmaal eene uitzondering gelden. (Arnh.Crt.)
Een veertigtal landbouwers in de provincie Friesland
maken in de Leeuw. Crt. bekend, dat door hen gedurende
dit voorjaar geene vergunning wordt verleend tot het
zoeken van eijeren op hunne landen.
Bij den burgerlijken stand van de Friesche gemeente
Rauwerderhem heeft een vader de geboorte aangegeven
van zijn 22ste kind. Van deze werden hem 5 uit zijn
eerste huwelijk geboren, terwijl zijn tweede vrouw hem
17 spruiten (waarvan driemaal tweelingen) schonk. Negen
kinderen zijn nog in leven.
als het waar is: wat God samenvoegt, dat raag de mensch niet
scheiden, men omgekeerd ook zeggen moet: de mensch mag niet
samenvoegen wat God gescheiden heeft. Zonder wrok of bitterheid,
meester Reinhold! Wij kunnen daarom wel goede vrienden blijven.
God zegene u!"
Nauwelijks had Jakob het huis verlaten, of de vertoornde
molenaar zocht zijne dochter op; maar vrouw Schulze had wijselijk
haar nicht mede naar huis genomen, om haar daardoor aan de
eerste uitbarsting van den vaderlijken toorn te onttrekken.
Maar wie was dan toch de wakkere knaap, van wien Jakob
geloofde dat Mariete hem haar hart geschonken had? Het was
Koenraad Brunig, de zoon van een armen wever in het dorp.
Zijn vader had eindelijk, toen het met de weverij volstrekt niet
meer gaan wilde, zich bij de dorps-muzikanten gevoegd, want hij
speelde de viool. Deze kunst bracht hij ook, voor zoover hij
haar zelf bezat, op zijn zoon over, en Koenraad leerde nog boven
dien bij den schoolmeester, die veel met hem op had, de fluit
blazen. Een muzikant zou er echter, volgens den wensch zijns
vaders, uit den jongen niet groeien, en hij zelf begeerde het ook
niet; want hij vond het iets verschrikkelijks, Zondags den ganschen
namiddag en avond tot na middernacht in de vunzige, met
menschen opgevulde gelagkamer te zitten spelen. Zoodra hij er
dus oud genoeg voor was, deed zijn vader hem bij meester Reinhold
iu de leer. Vijf jaar bleef hij bij hem in huis, eerst als leerling,
later als knecht; daarna ging hij „op zijn ambacht" reizen, om,
zooals zijn vader zeide, eens in de wereld rond te kijken. De
scheiding van zijn leermeester viel hem niet zwaar, want hij was
den gierigen en barschen man niet bijzonder genegenmaar het
afscheid van zijn ouders en van Mariete, die toen juist veertien
jaar oud was en voor haar belijdenis leerde, ging niet zonder
trancï..
Toen Koenraad drie jaar later van zijn reis terugkwam, vond
hij zijn vader niet meer in leven. Het huisje met deu kleinen
tuin en de weinige spaarpenningen van den overledene, liet hij
zijne vijftigjarige moeder behouden. Hij zelf trad weder in dienst
bij zijn ouden patroon, die juist een knecht noodig had, en geen
beteren verlangen kon dan den vlijtigen en stillen Koenraad, die
weinig zucht naar gezelligheid had en dus ook niet zoo licht in
verzoeking kwam om op de kermissen en in de kroegen rond te
slenteren. De reden, waarom de jonge man zich weder bij iemand
verhuurde, die hem volstrekt niet beviel, moest wel zoo diep in
zijn hart verscholen liggen, dat hij er zelf geen besef van had.
Koenraad was in alle opzichten een flinke en innemende jongen;
al was hij ook niet gaarne op plaatsen waar het luidruchtig toeging,
thuis was hij toch opgeruimd en vroolijk en kon hij dikwijls
schertsen; de fluit bespeelde hij nu zoo goed, dat zelfs de school
meester hem hoogelijk prees. Mariete was thanh achttien jaar
geworden; en als de lente in het land is, willen de boomen
bloeien en de vogels hun nest bouwen.
Koenraad en Mariete gedroegen zich aanvankelijk weder als
Naar de Gron. Crt. verneemt, heeft de heer J. C.
van Hattem van de verdere indijking van den Johannes
Kerkhoven-polder afgezien en is dit werk opgedragen
aan den heer J. Sehreuders, te AVinkel, die daarmede reeds
een aanvang heeft gemaakt.
Summum jus, summa injuria.
De burgemeester van Baflo is door de regtbank te
Appingadam veroordeeld tot een dag gevangenisstraf, om
dat hij een polderdijk heeft doen versterken, die zwak
stond, en het polderbestuur tehuis was gebleven. Die regt
bank heeft slechts de wet toegepast tegen den persoon,
die eene daad verrigtte, waartoe hij onbevoegd was, maar
elk der regters zal de handeling van den burgemeester
zeker hebben goedgekeurd en de commissaris des Konings
heeft zelfs een vleijend schrijven aan hem gerigt.
Kwijtschelding van de straf zal zeer zeker volgen. Maar
zullen er ook maatregelen genomen worden tegen het
polderbestuur, dat, in stede van de goede bedoeling te
erkennen, zoo tuk op zijn gezag was, dat het eene aan-
klagt durfde indienen tegen den man, die uitsluitend in
liet belang van don polder handelde? Wij vertrouwen,
dat ook deze niet zullen uitblijven. (Arnh. Crt.)
Aan de Maas- en Roerbode is met 1 April uit
Amsterdam het volgend berigt getelegrapheerd«Rome.
Heden morgen ten 9 ure werd op Koning Victor Emanuel,
terwijl deze zich op een wandelrid bevond, door een
letterzetter een pistool gelost. De Koning viel dood van
het paaid. De dader is gearresteerd.» Het berigt maakte
vrij wat opschudding. Men begrijpt, hoe Roermond
in rep en roer was gebragt. Het telegram was onder
teekend Bureau Tijd, en men dacht dus aan geen mysti
ficatie. Er wordt intusschen nu onderzoek gedaan te
Amsterdam, en verlof is aangevraagd, om de copie te
mogen afgeven, ten einde zoo mogelijk den afzender te
ontdekken. Dat zal echter wel moeijelijk wezen.
Madou, de oudste der Belgische schilders, is eergisteren
op 81jarigen Leftijd gestorven.
De Charivari kwalificeert het Engelsche klimaat en
de weersgesteldheid, kort en bondig, als volgt«Te Londen
is het acht maanden winter en vier maanden slecht weer.»
De beruchte donna Baldomera, die te Madrid dui
zenden personen a la Spitzeder heeft opgeligt, bevindt zich
thans in Mexico, waar zij met hare twee kinderen van het
gestolen geld f 2,500,000 naar men zegt een vor
stelijk leventje leidt.
In Texas en Nieuw-Mexico komt eene soort van
mieren voor, die, evenals de bijen, honig winnen.
Het droogen van metselwerk. De heer van
Eldik Thieme, te Overveen, vestigt de aandacht op het
bestrijken van nieuw gepleisterde muren met geconcentreerd
zwavelzuur, ten einde het droogen te bevorderen. Het
branden van houtskool, daartoe tot dusverre gebruikt,
levert vele bezwaren op en is bovendien kostbaar. De
decoratieschilder Florack, te Amsterdam, die den raad van
genoemden heer inwon en volgde, kon, nadat het zuur 24
uren had ingewerkt, zijn schilderwerk op een verschen
muur beginnen en zich later van de goede instandhouding
daarvan overtuigen. Daar, waar de muur na de inwerking
van het zuur nog plekken vertoont, is eene afwassching
met water noodzakelijk; doorgaans is deze echter over
bodig, daar de muur bijna aanstonds droog wordt.
Tegen het zuigen of kribbijten der paarden.
Als proefhoudend middel wordt aangeraden het gebruiken
van zoogenaamde koekribben. In Spanje worden de
paarden algemeen gevoederd uit kniehooge kribben; daar
vroeger tegenover elknt-r; zij wisselden een pair v-icndelijke
woorden, als zij elkaêr ontmoetten; zij schertsten en plaagden
elkaêr, als zij meer tijd hadden, en vaak verzocht zij hem, als hij
een avond vrij had, een lied op de fluit te spelen, wat echter niet
in de nabijheid van de woonkamer gebeuren mocht, omdat de
molenaar het gedoedel, zooals hij zeide, niet kon uitstaan. Maar
hoe langer hoe meer trok het meisje zich terug; ontmoetingen
kwamen zelden meer voor; tot een langdurig samenzijn was bijna
geen gelegenheid meer te vinden, en gebeurde het ook nog een
enkele maal, dan ging het er zeer stil toe, want zijn vroolijke
scherts wilde den knaap niet goed meer afgaan. Om een lied op
de fluit werd hij ook niet meer aangezocht; des te vlijtiger echter
speelde hij voor zich zelf, als hij buiten pp het afdak boven het
molenrad zat. Mariete was gewoonlijk, in den tuin verscholen,
zijne toehoorderes, en zelden verliet zij den tuin zonder tranen,
want Koenraad speelde thans bijna altijd geestelijke of andere
stemmige liederen. Vooral trof het haar als hij eiken avond, zoodra
zij haar licht uitgedaan had, zoo dicht mogelijk bij haar kamer
venster, de melodie „Nu rusten alle wouden," begon te spelen
Kortom, zij gedroegen zich beiden als aanstaande minnenden.
Toenmaals was de liefde nog veel beschroomder en won dus veel
langzamer en ongemerkter veld dan tegenwoordig; maar daarvoor
had zij dan ook tijd, om in de harten, die zich voor haar openden,
recht diepe wortels te slaan. Zoo ging het ook hier: de liefde der
jonge lieden werd van dag tot dag inniger en sterker, en toch
bleef zij door hare schuchterheid onopgemerkt voor den ouden
Reinhold. Zij zou misschien ook nog langer voor hem verborgen
zijn gebleven, als niet, gelijk helaas! dikwijls in het leven, het
geluk er de verrader van geworden was. Het was tusschen de
minnenden tot een verklaring gekomen, die, slechts uit handdrukken
en enkele woorden bestaande, toch elk hunner de blijde zekerheid
gaf, bemind te worden. De verandering, die deze verklaring in
al het doen en laten der jongelieden teweegbracht, deed bij den
molenaar al dadelijk argwaan ontstaan; hij sloeg hen nu onop
houdelijk gade, en werd, zonder dat zij hel vermoeden konden,
getuige hunner belofte van eeuwige trouw, en van den eersten kus,
waarmee zij dit verbond bezegelden. Hoe woedend ook den mole
naar de gedachte aan een armen schoonzoon maakte, zag hij toch
wel in, dat het verstandigst zou zijn, de zaak in stilte af te doen.
Hij vergenoegde zich dus met Koenraad op staanden voet den
dienst op te zeggen; aan zijne dochter zeide hij echter wat hij
gezien had en dat hij haar als een gemeene deern de deur zou
wijzen, als zij ooit weör den jongen onder vier oogen sprak.
Koenraad verliet met Kerstmis zijn dienst, en toog naar Prosthain
om als knecht bij een molenaars-weduwe te werken. Welke moeite
de oude Reinhold zich echter gaf om de zaak geheim te houden,
en hoe stilzwijgend de minnenden ook waren, de oude babbel
tongen vau het dorp kwamen toch spoedig achter de waarheid, en
het gerucht er van kwam onder anderen ook Jakob ter ooren,
gelijk wij gezien hebben. Wordt vervolgd.)
komt (le ziekte niet voor. 't Is trouwens natuurlijker het
voeder voor het paard laag te hebben.
Kleine eigenaardigheden van groote mannen.
Toen Yoltaire zijn treurspel Calilina schreef, hulde bij
zich, om regt geïnspireerd te worden, in een sluijer, wan
delde zoo in den tuin van zijn landgoed Ferney, en
declameerde zijne verzen. Toen zijn tuinman hem eens
zoo heftig gesticulerend zag gaan, proestte hij het uit en
werd daarom terstond ontslagen.
Friedrich Wilhelm III van Pruissen had zich, zoo als
bekend is, gewend aan 't gcruisch van een bron, die hij
van vroeg tot laat in zijne kamer hoorde. De pomp word
eens hersteld en deed nu haar pligt zonder 't onaangename
geluid te maken. Terstond miste de Koning het gewone
geruiscli, en bij was er zoo over uit zijn humeur, dat hij
niet in staat was te arbeiden. Alles moest in het werk
worden gesteld om het bekende, voor 's Konings denk
vermogen onmisbare geruiscli weder voort te brengen.
Neander moest, om bij zijne voordragtcn in de univer-
siteits-zalen niet te hakkelen, iets in de handen hebben.
Dit was een penneschaclit, die bij tusschen de vingers
draaide en plukte, terwijl hij. den lessenaar, waarop hij
zijne beide armen legde, in waggelende beweging bragt,
zoodat hij nu eens op den spreker, dan weder op de
hoorders dreigde te vallen.
De sterrekundige Laplace speelde al arbeidende met een
kluwen, dat zijn knecht hem altijd ter regter tijd in de
hand gaf.
De wijsgeer Francis Baco van Veruloni, een baanbreker
op wetenschappelijk gebied (geb. 1505, gest. 1625), viel
bij elke maansverduistering in onmagt.
De door zijn geleerdheid beroemde Ilobbis was bang
's avonds zonder licht in een kamer te zijn, liet zich de
kaart leggen, en geloofde aan heksen en tooverij.
De bekende wis- en natuurkundige André Marie Ampère
(geb. 1775, gest. 1836) kon alleen werken, als hij in de
kamer heen en weer liep.
Van Isaac Newton, de gevierde physikus, mathematikus
en astronoom (geb. 1642, gest. 1727), wordt verhaald, dat
hij zoo verstrooid was, dat hij eens in een gezelschap den
vinger van een dame, die naast hem zat, greep, om zijn
pijp te stoppen.
Reg'tszaken.
Negen diefstallen vau vee uit de weide en een eenvoudige
diefstul, gepleegd na vroegere veroordeeling tot cellulaire gevange
nisstraf van langer dan zes maanden, was de beschuldiging waar
voor jl. Zaturdag voor het geregtshof te 's Hagc tcregtstoud de
34jarige boerenwerkman T. Maat, tc Leiden woonachtig. Niet
tegenstaande deze besch. in den afgcloopcn zomer in vier weken
tijds f 51 verdiende en later niet buiten verdienste was, maakte
hij zich in de maanden Sept., Ocl en Nov. jl. aan de hem ge-
ïmputeerde misdaden schuldig. Gedurende die maanden ontvreemdde
hij in verschillende nachten uitweiden, gelegen onder de gemeenten
Leiden, Oegstgecst, Hazerswoude en Zoeterwoude, een negental
schapen, die hij of te Gouda, of te Haarlem, of op eene andere
plaats ver beneden de waarde verkocht. De diefstallen bragten hem
f 142 in den zak, ofschoon de gestolen beesten gezamenlijk eene
waarde van f 250 vertegenwoordigden. Het laatste feit betrof het
ontvreemden van een schuitje. Besch., die steeds door middel van
vaartuigjes de weiden wist te bereiken, bediende zich daartoe telkens
van schuitjes, die hij hier of daar vond liggen, en had hij zijn
togt volbragt, dan liet hij ze in den steek; dat was ten laatste
niet het. geval, toen verkocht hij ook het schuitje voor f 13, maar
daarvan genoot hij slechts f 1. De kooper had plau liet overige
later tc voldoen, maar eer dat had plaats gevonden, was de politie
in de zaak gemengd. Snikkende bekende besch. de feiten te hebben
gepleegd, maar dit voor vrouw en kinderen te hebben gedaan. Met
het oog op de vroegere veroordeeling was de eisch van het O. M.
6 jaren tuchthuisstraf. Jhr. mr. de Brauw, als verdediger optredende,
was van meening, dat elke diefstal op zich zelf beschouwd, als vau
geringen aard kon worden aangemerkt en hoopte dat er omstandig
heden zouden worden inachtgenomeu, die aanleiding konden geven
om in 't belang van vrouw en kinderen van besch., hem een
mindere strnf op te leggen. Aan het einde der zitting deed
het hof uitrpraak en veroordeelde den besch. tot 5 jaren tuchthuisstraf.
Benoemingen, enz.
Aan den heer A. B. Mentz is, op zijn verzoek, met ingang van
15 April, eervol ontslag verleend als plaatsvervangend kantonregter
in liet kanton Medemblik, op het eiland Terschelling.
De scheepsklerk M. P. H. Krol, dienende aan boord van het
wachtschip alhier, wordt met don 15 dezer op non-activiteit gesteld.
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag 4 April. Na discussie is aangenomen
met 31 tegen 4 stemmen de wijziging der tariefwet ou met 31
tegen 2 de verhooging van den accijns op het gedistilleerd. Morgen
zijn de regterlijke wetten aau de orde.
Frukrijk.
Een bankiershuis te Parijs werd dezer dagen voor
een sotn van 100,000 francs bestolen. De loopknecht,
die in last had 150,000 fr. aan de Banque de France te
storten, stortte slechts 50,000 fr., die op zijn boekje
werden ingeschreven. Onderweg voegde hij een 1 voor
dit cijfer, bragt bet boekje naar het kantoor terug en liep
even bij zijne vrouw aan, aan wie hij 100 fr. ter hand
stelde en afscheid nam, daar hij voor zijn huis een reis
naar Reiius moest maken. Men is den dief nog niet op
het spoor.
De Nouvelliste van Rouaan verhaalt hoe op de markt
te Louviers in de afgeloopene week eene bedriegster be
drogen is uitgekomen. De politie verdacht sedert lang de
boterverkoopers ten sterkste, dat zij hun stukbotcr te ligt
maakten, en kwam eensklaps met schaal en gewigt ter
markt. De schuldigen waren vele. Een boerin, het gevaar,
waaraan ook zij blootgesteld was, ziende naderen, kwam
op den inval in ieder stuk boter een stuk geld van 25
gram {cent sous) te stoppen. Zoo bedacht, zoo gedaan.
Toen haar waar gewogen werd, kwam zij er schitterend