HËLDERSCHË
liIM1EUWËDIEPER COURANT.
1877. N°.45.
Zondag 15 April.
Jaargang35.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
QUAR ANT A I N E.
Binnenland.
Brieven uit de Hoofdstad.
„Wij hnldlgen
het f o e 4 e."
Verichijnt Bingsdtg, Donderdag en Zatnrdag namiddag.
Aboniiementiprij» per kwartaal1.80.
0 00 franco per poit - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 1«3.
Prijs der Advertentiën: Van 1i regel» 60 Cent»,
elke regel meer 15 Cent».
Groote letter» ofvignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag: vertrekt de mail naar
Oost-Indlë. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder maken bij
dezen, tengevolge cener bekoraene kennisgeving van deu heer
Directeur en Kommandant der Marine alhier, aan de daarbij
belanghebbenden bekend, dat alle binnenkomende schepen, welke
onderhevig zijn aan Quarantaine, van den 16 dezer tot en met
den 15 Oct. aanstaande, op de recde van Texel in de bogt van
den Zuid wal zullen moeten verblijven, ten einde aldaar het ontslag
uit de Quarantaine af te wachten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd herinneren bij dezen
alle schippers, sloeplieden en andere personen, dat het aan geene
sloepen of andere vaartuigen, onder welk voorwendsel ook, geoor
loofd is, zich naar boord van Quarantaine-schepen ter adsistentie
of om andere redenen te begeven, alvorens daartoe het noodige
verlof van den heer Kommandant van Zr. Ms. wachtschip of wel,
zoo noodig een Quarantaine-wachter van het genoemde wachtschip
tot opzigt te hebben bekomenen waarschuwen dientengevolge
elk en een iegelijk om zich bij voorkomende gelegenheden dien
overeenkomstig te gedragen, ten einde zich voor de nadeelige en
onaangename gevolgen, welke uit eene tegenstrijdige handelwijze
noodzakelijk zouden voortvloeijen, te vrijwaren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 12 April 1877. L. VERHEIT, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 14 April.
In de opgave der stoomschepen van de Maatschappij
Nederland zijn de volgende veranderingen: Conrad, 12 dezer
Aden gepasseerd; Java, 11 dezer te Batavia aangekomen.
Naar wij vernemen is een schepeling, aan boord van
het koopvaardijschip «Professor van der Boon Mesch,»
(gepasseerde week van hier naar Batavia vertrokken), in
het Engelsche Kanaal over boord gesprongen en verdronken.
De ongelukkige die, naar men zegt, aan vlagen van
krankzinnigheid leed, laat vrouw en kinderen, in hulpeloozen
toestand, na.
XVIII.
11 April.
Amice,
't Is Woensdag avond nu ik deze eerste regelen van mijne gewone
correspondentie nccrschryf.
WoensdagDe vooravond van een hoogst gewichtige» dag.
Behoef ik het u te zeggenMorgen wordt, in tegenwoordigheid
der leden van de Vorstelijke Familie, de Internationale Tuinbouw
tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt geopend.
Gewichtige dag inderdaad. Onze beminde Vorst te midden van
de trouwe bevolking zijner hoofdstad en in diezelfde stad eene
tentoonstelling van bloemen en planten op zeldzaam groote schaal.
Waarlijk, Amsterdam kan voor 't oogenblik tevreden zijn.
Zal ik alles voor u de revue laten passeeren? Ik bid u, ontsla
mij daarvan. Vooreerst hebben de couranten u in de laatste dagen
ijverig op de hoogte gehouden van alles wat er komen zou, en
ten andere zou ik waarlijk niet weten waar tc beginnen.
Maar een overzicht van het geheel loont de moeite. Onze stad
ziet er feestelijk uit, minder door de min of meer feestelijke vlaggen,
die allerwegen van huizen en torens wapperen, dan wel door de
opgeruimde stemming en de lachende aangezichten der Amster
dammers, die ge op 's heeren straten aantreft. Wat een haasten,
wat een gewoel! Ieder heeft het druk door de algemeene drukte
en alles verkondigt dat er groote dingen op til ziju.
De spoortreinen voeren elk oógctiblik gansche stroomen reizigers
aan. Waar ze allen belanden moeten, is mij een raadsel. De
omnibussen zitten stampvol. Zolderschuiten, karren, rolwagens en
burries, beladen met allerlei goederen, trekken in menigte door de
stad, te land en te water.
Anders als de Koning in ons midden is, vertoont Amsterdam
reeds eene meer dan gewone levendigheid. Op en bij den Dam is
't dan buitengewoon druk en woelig. Maar kom nu eens! 't Is
of de bevolking zoo plotseling verdriedubbeld is.
Hoofddoel van aller jagen of loopen of wandelen is ontegen
zeggelijk het Frederiksplein, de kolossale ruimte welke zich vóór
het Paleis van Volksvlijt uitstrekt. Ge weet dat deze terreinen,
door de welwillende medewerking van ous Gemeentebestuur, voor
de expositie zijn beschikbaar gesteld.
Ik heb in den laatsten tijd geregeld dag aan dag een oogje
laten gaan over al wat daar al zoo geklopt en gehamerd, gemetseld
en, gesmeed werd. 't Was een opwekkend tafereel!
ïk heb daarbij dikwijls aan onzen goeden Dr. Sarpbati gedacht.
Als hij dat alles eens had kunnen ziendat alles in zijn paleis,
zy'he stichting, zijn Paleis voor Volksvlijt, hoe zou zijn hart opengaan
'Nu, het moef gezegd worden, de Commissie van bóuw en aanleg
Te Zwolle heeft met goed gevolg examen afgelegd
voor de wiskunde de heer W. Visser, hulponderwijzer te
Wijhe, vroeger alhier.
Z. M. de Koning is ter internationale tuinbouw
tentoonstelling te Amsterdam bekroond met den eersten
prijs voor de Azalea's en Z. K. H. Prins Hendrik met
die voor de Agaves.
Z. M. de Koning heeft, naar men verneemt, tegen
Zondag a. s. te Amsterdam alle zich in Nederland bevin
dende officieren, die met de Atsjin-medaille zijn gedecoreerd
aan IIDs. tafel genoodigd. (D.)
Ten bewijze, dat het vleeschverbruik in ons land
steeds toeneemt kan dienen, dat in 1874 is veraccijnsd
f23,993,370; in 1875 f 25,448,622 en in 1876 f27,185,971.
Ds. A. S. van Eerde, te Hoorn op Texel, ontving
dezer dagen, namens het collegie van kerkvoogden en
notabelen aldaar, een keurige toga ten geschenke.
Door het Prov. Bestuur van Noordholland is jl. Don
derdag aanbesteed: 1. het maken van een vangdam aan den
zuidelijken leidam van het Krabbersgat bij Enkhuizen, be-
hoorende tot de zeewerken in deze provincie; minste inschrijver
de heer C. van der Plas, te Hardinxveld, ad f 144,000.
2. Het maken van een verken merk of kaap, tevens dienende
tot tpevlugtsoord voor schipbreukelingen, op de zuidoostpunt
van de Noorderhaaks, genaamd «Onrust;» minste inschrijver
de heer W. Ilillenius, te Texel, ad f 2659.
Men schrijft ons van Texel, dd. 12 dezer:
«De dag van heden was voor de Catholieke ingezetenen
onzer gemeente een ware feestdag. De onlangs alhier
gevestigde pastoor, die zich, niettegenstaande zijn kort
verblijf alhier, door zijn beminnelijk karakter, reeds ieders
achting en liefde heeft verworven, vierde heden voor de
éérste maal in deze gemeente zijn geboortefeest.
Door een 40tal jeugdige lidmaten zijner gemeente was
ZEerw. voor deze gelegenheid in alle stilte eene verrassing
bereid. Na afloop der eerste godsdienstoefening werd
ZEerw. door deze jongelieden gezamenlijk in zijne woning
bezocht, en hem bij hot aanbieden hunner gelukwenschen
tot een aandenken aangeboden een fraaije gouden pen
houder, alsmede twee prachtige kristallen wijnglazen met
zilver gemonteerd.
ZEerw. betoonde zich met dit geschenk zeer ingenomen
en zijne bezoekers werden daarna hartelijk door hem
onthaald.
heeft eer van haar werk. Wat ziet dat er van buiten en van binnen
flink en keurig uitWij hebben moeite cr ons Frederiksplein van
vroeger in te herkennen. En alles zoo landelijk, zoo volkomen in
overeenstemming met den geest van het geheel! Ge moet het
wezenlijk zien, om u een denkbeeld te kunnen vormen van den
ontzaggelijken omvang der werkzaamheden van allerlei aard voor
zoo'n tentoonstelling! Ik zal er dan ook niet toe overgaan u in
bijzonderheden te schetsen wat er zoo al op te merken valt: er
mochten dan minstens zes feuilletons voor mij beschikbaar blijven.
Buitenliên en stedelingen bewonderen om 't zeerst den fraaien
aanleg en de doelmatige schikking der tentoonstellings-gebouwen,
want voor beiden is 't alles even nieuw. Duizenden bij duizenden
stroomen dan ook, vooral in den namiddag en 's avonds, in de
richting van het Paleis, al was 't maar om van verre een kijkje te
nemen. Trouwens, wij Amsterdammers hebben den naam, dat wij
ons een „kijkje" niet makkelijk laten ontgaan. Reeds Zondag avond
was het overal merkbaar, dat er een buitengewone week ophanden
was. In de Kalverstraat, Utrechtsche- en Leidsoheslraat kon men
wel over de hoofden loopen." En daartusschen de vele wagens
met ingepakte planten en booinen voor de tentoonstelling, die allen
jacht mnakten op ctyie goede plaatsing, ter bekoring der juryleden.
Maandag avond kwamen deze heeren in onze veste. De dagbladen
gaven van hunne namcu en titels uitgebreide lijsten, die echter om
menigen uitheemschen mond een spotzieken glimlach hebben doen
spelen, van wege de menigte „onjuistheden" weet ge. Maar enfin,
wat doet het er toe. 't Was niet met opzet en wij wenscheu goede
vrienden tc blijven met onze buitcnlandsche gasten. Dat hebben
ze allen zoo ze de Fransche taal machtig zijn duidelijk van
onzen Burgemeester kunnen hooren in zijne toespraak bij de offi-
ciëele ontvangst der heeren op 't Stadhuis. Receptie had ik mis
schien moeten schrijven, omdat dergelijk eerbetoon toch een plant
is van vreemden bodem, met goeden uitslag iu onze beemden over
gebracht. De vreemdelingen waren bijzonder op hun gemak en
amuseerden zich.... al was 't maar over ouze brandweer, die zich
aan de heeren moest laten kijken.
Dinsdag middag kwam de Koninklijke Familie, met luid gejuich
begroet. Heden zijn reeds de bezoeken aan verschillende instel
lingen en het houden der audiëntiëu begonnen. De Burgemeester
moet, als voorzitter van den Gemeenteraad, o. a. heden van den
Koning de verzekering hebben ontvangen, dat Z. M. levendig
belang stelt in de zaak van liet kanaal door de Geldcrsche vallei,
en de verbeterde Kculsche vaart wenschelijk achtte boven de droog
making der Zuiderzee. Het Koninklijk woord zal hier met groote
ingenomenheid worden ontvangen. De voordeelen van het Noordzee
kanaal zijn zeer problematiek, zoolang de handelsweg met Duitsch-
land niet in beter toestand gebracht wordt.
Gisteren avond namen de eigenlijke feesten een aanvang met
eene soiree musicale in Felix, door burgers van Amsterdam aan
Wij voegen gaarne onze beste wenschen bij die, hem
heden toegebragt, overtuigd dat een leeraar, die zóó wordt
geacht en bemind, niet anders dan een goeden geest in
zijne gemeenteleden kan aankweeken, zich openbarende
in liefde en verdraagzaamheid onder elkander en jegens
andersdenkenden.»
Te Medemblik overleed dezer dagen de heer P. Koning,
in leven burgemeester aldaar, oud^kapitein ter zee, enz.
Het verslag over het Zeemanshuis te Amsterdam
gedurende 1876 is uitgekomen. In dat jaar werd de
inrigting bezocht door 592 zeelieden, tegenover 540 in
1875; daarvan waren 273 Nederlanders en 319 vreemde
lingen. De financiëelo toestand van d,eze weldadige
stichting, wordt gedurig ongunstiger.
Zonderling Testament. Lord Eldon, die te Londen over
leden is, heeft zijn geheele vermogen nagelatep aan het.krankzinnigen
gesticht (Bedlam). „Ik vermaak ipijn vermogen $an de gekken,"
zeide hij in zijn testament, „omdat ik het aan de gekken verschuldigd
ben/' Lord Eldon was advocaat, en had .zich rijk gepleit.
De redacteurs van Amerikaansche couranten hebben dikwijls een
kluchtige manier oin hun abonnenten aan te manen tot het inzenden
van de verschuldigde gelden. Een paar voorbeelden van zulke aan
maningen mogen in onze verzameling van zonderlinge advertentiën
zegt „de Aankondiger" niet ontbreken.
„Wij beijveren ons een christelijk leven te leiden, en hopen in
den hemel te komen. Hoogst aangenaam, zal. liet ons zijn ook u
daar te ontmoeten, dat echter niet het geval zul .zijn, wanneer ge
ons niet betaalt wat ge ons verschuldigdzijt."
„Hem, die den abonnementsprijs van zijn courant niet betaalt,
moge nooit weder de aanblik van een schoon meisjesgelaat verheugen
en hij steeds tot naasten buurman hebben een pianospeler, die
dagelijks tien uren studeert."
„Moge hij des daags vervolgd worden door hongerige, uitgeteerde
drukpersjongens, en des nachtszijn slaap worden gestoord door de
verschijning van den geest van een verhongerd uitgeverskind."
„Moge hij met sterkwater ingezeept, en met een handzaag door
een dronken barbier geschoren worden."
„Moge hij gedoemd zijn een courant uit te geven, welker abon
nenten allen even gemeen zijn als hij zelf."
„Het is zeer opmerkelijk dat nog nooit iemand, die geregeld de
abonnementsgelden voor zijn courant betaalde, een-zelfmoord heeft
begaan! Daarentegen is, op zeer weinige uitzonderingen na, een
lang leven steeds het loon geweest wan-een, geregelde voldoening."
Wij hebben opgemerkt, dat het niet-betalen van den abonne
mentsprijs eener courant, in den regel de eerste schrede was tot
de juryleden en genoodigden aangeboden. Welk- een verschil met
de veelbesproken soiree der Kanaalmaatschappij in liet Parklokaal!
Ditmaal was alles gesoigneerd en van. goeden toon. De Prinsen
zetten door hunne tegenwoordigheid luister bij aan deze samenkomst
van de élite onzer stad. Het was alles uitstekend.
Ik hoop, dat de dag van morgen, dien ik bloemen-Donderdng
doop, ons niet zal vergasten op de regenbuien, die nu reeds dreigen
Donderdag, 12, April.
Welk een dag!
In den ochtend een donkere lucht,een paar regendroppels zelfs,
maar tegen elf uur een verbazende verandering tcu goede. De
eerewijn", zooals ik eens door een spotvogel de traditioneele
regenbuien bij de meesten onzer nationale feesten heb hooren
noemen, bleven gelukkig achterwege, 't Weer was zoo goed als
men 't maar verlangen kon.
Tegen den middag toog bijna heel Amsterdam in dichte drommen
naar het groote verenigingspunt van al die massa'shet Paleis
voor Volksvlijt. Bekoorlijk schouwspel inderdaad! Wat is Am
sterdam toch een schilderachtige stad, ook als zij in feestgewaad
is; als er over haar breede grachten en bochtige straten een
lachend lentezonnetje speelt, dat aan alles kleur cu leven geeft;
als het daar langs die straten en grachten krioelt van groepen en
groepjes* wien de blijmoedige stemming uit daoogen kjjkt, mannen,
vrouwen en kinderen van allerlei rang, en stand, in. bonte afwisse
ling doorcenwoelend, aangetrokken door éénzelfde doel: de Ten
toonstelling
Naar de Tentoonstelling dan! Voorwaarts, onder een golvend
dek van vroolijk wapperende vlaggen en wimpels. Daar staat het
gevaarte; het ijzeren paleis!
Chapeau bas! mijne heeren. Dat is een grootsch schouwspel,
zooals het Volkspaleis nooit heeft opgeleverd. Het Frederiksplein
een lustwarande, een paradijs schier; en daarachter de kolossale
vormen van „Volksvlijt." Alles is gereed. Vlak voor den hoofd
ingang is de Koningstribune opgericht, smaakvol, rijk, zooals
plaats en gelegenheid het eischen. De groote zaal en de galorijen
wemelen van aanzienlijke personenministers, kamerleden, gezanten
en diplomaten, meest in schitterende uniformen. De élite van
Amsterdam is saaragestroomd om dezen dag luister bij te zetten.
En daarbuiten, langs straten en wegen, een onafzienbare geest
driftige, nooit ordelooze menigte, in onbeschrijfelijke spanning.
Men wacht den Koning!
„Stiptheid is de beleefdheid der Vorsten." Precies te 2 uur
reden de Vorstelijke personen, in gala-rijtuigen-met vier paarden,
het hek binnen. Wat zag onze Koning er in zijn huzaren
uniform nog altijd perfect uit I Onze Vorstin 'was opvallend een
voudig gekleed, hetgeen in den laatsten tijd meer bij H. M. opge
merkt wordt; trouwens zij kan den glans van edelsteenen ont-