5 1853 stond Engeland voor het geval, om in ruil van granen goud naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika te moeten zenden, hetgeen de geldmarkt schromelijk ver warde. Iets dergelijks staat thans op nieuw voor de deur. Alle markten van het vaste land zijn in dezelfde beroering en geruchten over verbod van uitvoer uit Rusland brengen die niet tot bedaren. In onzen eigen kring is rogge binnen 8 weken tijds van f 193 en f 200 tot f 245 en f 252 gestegen. Met tarwe is de rijzing nog grooter. Onder zulke omstandigheden moet de hoop, van in 1877 den broodprijs beneden 20 cents te zien blijven, al terstond worden opgegeven. In den Bommelerwaard wordt een candidaat voor de Provinciale Staten door zijne vrienden aanbevolen voor namelijk met het oog op den Turkscli—Russischen oorlog. Immers zoo redeneeren zij mogt een algenieene oorlog ontstaan, dan zal onze candidaat, zoo hij gekozen wordt, wel zorgen dat Nederland niet in dien oorlog wordt meegesleept. Zoo'n invloedrijk man dient stellig gekozen te worden. Jl. Donderdag avond is bij het doen van schietoefeningen een korporaal-titulair van het instructie-bataillon te Kampen zoodanig aan liet hoofd getroffen, dat hij gisteren ochtend aan de gevolgen is overleden. H. M. de Keizerin van Duitschland heeft eene gift van 300 Rm. gezonden tot opbouw van het asyl Steenbeek. Ook in den vreemde wordt dus die schoone en door den brand zoo zwaar geteisterde instelling niet vergeten. Een telegram van den gouverneur-generaal, 1 Mei bij het departement van Koloniën ontvangen en ten spoedigste ter kennis van het bestuur van het aardrijks kundig genootschap gebragt, meldt dat de reis van den heer Schouw Santvoort van Padang naar Djainbi gelukkig is volbragt, en dat de onafhankelijke vorsten hem bescher ming tegen alle kwaadwilligen verleend hebben. Ook blijkt er uit, dat de heer Santvoort reeds van Djambi, denkelijk langs den nieuwen weg over land, naar Palembang is doorgereisd en aldaar behouden is aangekomen. Van Palembang zal hij zich nu waarschijnlijk met de eerste gelegenheid naar Batavia begeven, de stoombarkas ddar voor het verdere onderzoek uitrusten, en dan van den reeds ingevallen goeden moesson gebruik maken, om de meer naauwkeurige opneming der rivier zoo spoedig mogelijk aan te vangen. Men kan dus zeggen, dat de expeditie, door het aardrijkskundig genootschap uitgerust, hare taak onder de gunstigste voorteekenen heeft begonnen, en reeds nu het merkwaardig resultaat, heeft gehad, dat het eiland op een punt, waar dit nog nooit was beproefd, en door velen onmogelijk werd geacht, van de ééne kust tot de andere is doorreisd. De schrijver van Robinson Crusoë, Daniël Defoe, voor wiens ongehuwde zusters liefdegaven worden gevraagd, werd geboren te Londen 1661 en overleed 1731. De milde gevers zullen dus in ruil voor hunne gaven waarschijnlijk bekend gemaakt worden met het geheim, waaraan genoemde dames haar 200jarig bestaan te danken hebben. De scheurkalender van Dickens geeft in deze eerste Mei-dagen de volgende toepasselijke woorden te lezen: «Het was nog geen zomer, maar lente, en het was geene zachte lente met eene liefelijke lucht, maar eene gure lente met een oostenwind. De scherpe wind zaagde meer dan hij woei. De struiken wrongen hare tallooze handen en jammerden dat zij zich door cïe zon hadden laten bepraten om uit te botten; de jonge blaadjes kwijnden; de spreeuwen hadden berouw over hun vroeg trouwen evenals echtelieden onder de menscben. En altijd woei de wind. Onze wederzijdsche vriend. „Dus heden, gravin Yera, zal ik vernemen, of gij de mijne zijn wilt. of niet?" begon de graaf, zichtbaar ontroerd. „Ja, heden," herhaalde Vera met bewogen stem; „maar mijn antwoord zal geen eenvoudig ja of neen zijn; ik zal mijn sluier oplichten en mijn gezicht zal u het begeerde antwoord geven." „Uw gezicht?" „Zeker of meent ge dat ik dit masker voor mijn genoegen draag?" „Gravin Vera sprak hij beangst, Vera legde haar parasol ter zijde eu trad aan den rand van 't plateau, zoodat de avondzon haar stralen vlak op haar gelaat moest werpen, daarna greep zij den zwarteu sluier en hief hem in de hoogte. Verbijsterd, verpletterd, deinsde dc graaf terug cn bedekte onder hoorbare snikken zijn gelaat met beide handen. Over Vera's bleek gezicht liep van den linker slaap tot ver over den rechter wang heen een vingerbrcede, bloedroode streep, die haar schier geheel onkenbaar maakte en van hare vroegere schoonheid geen spoor had overgelaten. Dat was de wraak van den Circassiër Vorst! Langzaam liet Vera den sluier over dat afgrijselijk lidteeken heen- vallen en sprak toen op weemoedigen toon: „Dat is het einde van de lente uwer liefde, graaf! Ik wist het! Vraag niet hoe het gebeurd is; genoeg, het is zoo, en geen gebed kan het meer veranderen! Mijn leven, mijne jeugd, ziju vervlogen, verwoestOok ik heb wel eens gedroomd van een leven vol ge luk en vreugde aan uwe zijde; het heeft niet mogen wezen! Vaarwel en denk soms aan mijals als u dikwerf een beeld omzweeft met gouden baren en blozende wangen, wijd dan een stille herinnering aan de arme Vera!" Zij reikte hem de handdaarna ging zij heen en het masker yerbergde hare tranen. Hij echter bleef staan en staarde met een benevelden blik voor zich uit op het lachende landschap, in den gloed der zonnestralen; hij zag hoe zij, wier bezit hem alles was, het bosch uitging, en het zwarte masker, voor hare zachte, misvormde trekken was de scheidsmuur, die haar van hem verwijderd hield. En weder bedekte hij zijn gelaat met de handen, en het klonk als een stem uit de wereld der geesten, toen hij hare woorden, Vera's woorden, herhaalde: „Het heeft niet mogen wezen!" Van Vorst Voinesco heeft men later niet veel meer vernomen. Men zegt dat hij den winter te Parijs doorbrengt en 's zomers de speelbanken van Monaco bedreigt. Vera leeft eenzaam en stil op hare villa aan het Laggo Maggiore. Een kleine vriendenkring heeft zich ora haar verzameld, wier leven de roos gelijkt, die, van haar stam gebroken, haar treurig bestaan voortsleept en voor welke er geen lente meer komt. Het heeft niet mogen wezen Brieven uit KennemerlAnd. (Slot.) Onze 79jarige Alkmaursche Courant heeft haar formaat weder vergroot, daartoe gedrongen door het groot aantal advertentiën, dat haar, de meest gelezene, in weerwil van twee concuirenten, blijft toevloeien. Zij blijft echter maar steeds wat zij levenslang was, ecu weekblad, misschien omdat zij zich in staat acht als zoodanig een goed figuur te maken, hetgeen haar moeielijk zou vallen wilde zij zich in de rij der dagbladen scharen. Hoe groot zij ook geworden is, velen blijven nog als van oudsher van „het Alkmaarsche courantje" spreken. De Auiericaansche jubilé-zangers hebben hier niet veel belang stelling gewekt P. m. 500 hoorders in een gebouw, zoo ruim als de Groote kerk, mag geen groot aantal genoemd worden. Een goed deel der opgekomenen behoorde in omliggende gemeenten tehuis. Een drietal heeren, die als leden der commissie van introductie genoemd waren, hadden doen verklaren, dat zij daartoe niet behoorden zood st de commissie, op ecu of twee uitzonderingen na, uit orthodoxen bestond in overeenstemming met den inhoud der liederen. Nu weet gij, dat de rechtzinnigen hier onder de met?st gegoeden weinig bijval vinden, niet in die mate, dat laatst genoemden zich zouden onttrekken, waar de eersten hunne mede werking inriepen tot. leniging van nood of ellende; maar zeer zeker in zoo verre, dat zij niet hun ter wille dweepen met het vreemde en vreemde stichtingen of ondernemingen van al of niet betwijfelbaar nut geldelijk steunen, terwijl zoovele beter bekende en meer voor de hand liggende behoeften voorziening vereischen. Wat intusschen den zang der neger-studenten en studentinnen betreft, deze heeft zeer goed voldaan, en desgelijks de Engelsche speech van den christ.-geref. predikant Bruminelkampterwijl de vroegere remoustrantsehe predikant Cohen Stuart te veel tot den gemeenzamen spreektrant afdaalde om in eene kerk zijne hoorders te kunnen bevredigen. Stadgenooten van allerlei richting ofFeren gelijkelijk hunne penningeu tot bezoek der tuinbouw-tentoonstelling te Amsterdam, op welke men, vooral gedurende de eerste dagen, telkens tegen Alkmaarders aanliep. Tot bijwoning der plechtige opening waren invitatiekaarten gezonden aan een paar sedert lang, den een minstens 15 jaren, overleden heeren, die in den Nederlandschen Almanak voor 1876 van Kruseman en Tjecuk Willink als consuls paradceren. Rij de directie te Amsterdam kan het misschien blijken, of men van die kaarten een dankbaar gebruikt gemaakt en alzoo Alkmaar hel air gegeven heeft van eene plaats, die wat met de zeevaart te maken heeft. Helaas! Verleden jaar zijn hier niet meer dan 5 schepen in- en slechts 2 uitgeklaard, en zelfs om ballast in te nemen houdt men zich hier niet meer op. Toch, neemt de beweging langs het groote vaarwater af, de algenieene beweging neemt toe: aan de spoorwegstation werden in 187fi 63115 plaatsbewijzen verkocht en namen GG5 11 met elders gekochte retourbiljetten plaats, zoodat van hier vertrokken 129,620 personen, of ruim 10000 meer dan in 1875. Het postkantoor had een ontvang van f 220,475 en eene zuivere opbrengst van f 25658, even als die van het telegraafkantoor weer hooger dan 's jaars tc voren. Wat beweging aangaat meen ik u ook op deze bijzonderheid te kunnen wijzen, dat zich onder dc groote hoeveelheden schapen, tegenwoordig op de Zaterdagsche markten aangevoerd, aanzienlijke partijen bevinden van de Leidsche markten afkomstig. De stroom van het wolvec, gewoonlijk van het noorden naar het zuiden gericht, schijnt zich dus in omgekeerde richting te bewegen. Deed de windwijzer op den toren bet ook maar, huspoedig mijn kachel wat opgepookt! Berigten betreffende den Russiscli-Turksclieii oorlog. Van het oorlogstooneel, noch in Europa, noch in Azië, is iets belangrijks te melden. Alleen kan men uit. Russische berigten opmaken, dat voor de belegering van Kars reeds alle toebereidselen getroffen worden. Er is eindelijk eenig nieuws omtrent den „slag bij Kars." Het blijkt, uit een telegram uit Tiflis, dat den 30 April een gevecht geleverd is onder de wallen van Kars, lusschen Russische kavallerie cu artillerie en eene Turksche afdeeling, welke uit Kars een uitval had gedaan. Niets naders wordt omtrent den uitslag gezegd. Omtrent den moedigen togt van Hobart-pacha om het. Turksche stoomschip, Rethymo, onder het vuur van het Russisch geschut aan den Donau in veilige haven te brengen, wordt het volgende gemeld Toen Hobart-pacha te Rnstschuk was, ontving hij berigt, dat de Russen te Galatz waren aangekomenden raad versmadende om over Varna naar Konstantinopel terug te keeren. besloot hij, zich met geweld een weg langs den Donau te banen. Toen het nacht begon te worden maakte bij alles gereed om de Zwarte Zee binnen te loopen, in weerwil van alle vijandige bedoelingen van de Russen; o. a. zorgde hij dat zijn schoorsteeuen geen rook uitlieten. De Rethymo is een zeer vlugge boot, die 15 knoopen in het uur kau afleggen. In de nabijheid van Galatz gekomen ontdekte Ilobart, dat door zwaar gewapende Russische batterijen de rivier bestreken werd, wel in staat alles iu den grond te borenbovendien dreigde gevaar van dc torpedo's Zoodra de donker was gevallen gaf de admiraal bevel de lichten uit te doen en het schip zette met spoed ziju weg voort. De batterijen waren weldra bereikt en de Russische lantaarns, de zware kauonuen en de menigte soldaten waren voor de bemanning van de Rethymo duidelijk zigtbaarplotseling werd van de Rumeensche kust een vuurpijl opgelaten om de Russische artillerie van de nadering van Hobart iu kennis te stellen. Deze verwachtte elk oogenblik ziju vaartuig in den grond te zien boren, toen hij besloot zoo digt langs de kust te varen, dat de Russische artillerie hem onmogelijk kon treffen. Zijn schip stoomde door met 20 knoopen in het uur en spoedig was alle gevaar voorbij. Daarop gelastte hij de bemanning van de Rethymo, die een 40ponder Armstrong voert, een granaat in het Russisch kamp te werken, die dan ook midden tusschen de Russische tenten barstte. Hobart-pacha, die nu te Konstantinopel i9 teruggekeerd, rappor teert, dat de Russen in grooten getale in de nabijheid van Galatz zijn, waar zij kennelijk toebereidselen maken om den Donau over en de Dobrudscha binnen te trekken, ten einde langs dieu weg op Varna aan te rukken. Twaalf kleine Russische kanormeerbooten waren per spoor door Ruinenië aangevoerd en gereed om te water gelaten te worden. Hij meende echter, dat het water te weinig diepte had voor gunstige operatiën van kanonneerbooten tegen Galatz, doch gaf als zijn overtuiging te kennen, dat hij eiken overgang van de Russen kon beletten, mits men hem geheele vrijheid van handelen liet. De herinnering, dat in den oorlog van 1854/55 de vesting Kars het bijna zes maanden tegen de Russen heeft uitgehouden, doet het gewigt van den uitslag van een gevecht nabij deze plaats beter uitkomen. De Russen hebben den 1 Mei de kleine vesting Bajazid (nabij de grenzen van het oude Armenië en Perzië) bezet. Zooals een telegram uit Tiflis zegt, heeft de Tuiksche bezetting, die 1700 man bedroeg, zich zonder tegenstand te bieden op de hoogten van den Ala-Dagh teruggetrokken. LONDEN, 3 Mei. De Engelsche consul te Galatz heeft aan het departement van Buitenl. Zaken doen weten, dat de Donau op last van den opperbevelhebber van het Russische leger voor de scheepvaart is gesloten. Uit Konstantinopel i9 door Lloyds agentschap eene depêche van 1 Mei ontvangen, waarin gezegd wordt, dat de afkondiging van eene blokkade iu de Zwarte Zee verwacht wordt. Een prij9gemaakt Russisch schip, dat met zout geladen was, is naar Konstantinopel opgebragt, BUCHAREST, 3 Mei. Heden ochtend omstreeks 10 uur werd bij Braïla het vuur tusschen de Russische batterijen en drie Turksche mouitors geopend. Pe Turken naderden en bombardeerden de stad zelve, doch werden tegen 12 uur door het vuur der Russische batterijen genoodzaakt terug te trekken. Het getal der in de stad omgekomen bewoners en iu brand geschoten huizen is nog onbekend. Op Rumaansch (Wallachijsch) grondgebied hebben jl. Donderdag voormiddag ten 10 ure de vijandelijkheden in Europa een aanvang genomen. Op dat tijdstip werd, volgens telegram uit Bucharest, bij Braïla (Ibraïl), het vuur tusschen de Russische batterijen en drie Turksche monitors geopend. De Turken naderden eu bom bardeerden de stad, doch werdeu tegen 12 uur genoodzaakt terug te trekken. Het getal der in de stad omgekomen bewoners en in brand geschoten huizen is onbekend. Van het oorlogstooneel in Azië wordt in een jl. Donderdag uit Petersburg ontvangen telegram uit Tiflis van jl. Woensdag het volgende gemeld: „Den 28, 29 eu 30 April heeft de Russische kavallerie onder Tschavtschnrde ver kenningen gedaan in den omtrek ten zuiden van Kare. Eenige afdeelingen rukten tot Litschagirt voort, waar zij de telegraafdraden afsneden. Acht Turksche bataillons vlugtten voor de Russische kavallerie, met achterlating vau hunne ammunitie. Den 30steu werd een gevecht geleverd tusschen de Russische kavallerie eu artillerie en eene Turksche afdeeling, welke uit Kars een uitval had gedaan." Over een grooten veldslag in de nabijheid van die stad geen woord. KONSTANTINOPEL, 3 Mei. (Officieel), De Ottomanische rege ring maakt bekend, dat, te beginnen met den 5 dezer, alle Russi sche havens aau de Zwarte Zee zullen worden geblokkeerd. Benoemingen, enz. Aan den kapt. ter zee bij het sedentair zeewezen iu Ned.-Indië J. 1'. M. Willinck, laatstelijk directeur vau het marine-etablisse ment te Soerabaija, thans met verlof hier te lande, is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekenning van pensioen. Aan den kapt.-luit. ter zee jhr. A. C. van Haeften is, op zijn verzoek, met 1 dezer, eervol ontslag verleeud uit zijne betrekking van president van den raad van tucht voor de koopvaardij te Amsterdam Met ingang van 1 Julij a. s. is de waarneming der betrekking van voorzitter der commissie tot het examineren van zeeofficieren en adelborsten tijdelijk opgedragen aau den gepensioneerden vice- admiraal F. A. A. Gregory en is benoemd tot directeur van de modelkamer cn van de bibliotheek bij het departement van Marine de gepensioneerde luit. ter zee 2de kl. A. Werumeus Buning. STATER-GENERAAL. Tweede Maner. Zitting van Donderdag 3 Mei. De eindverslagen zijn gereed over 't ontwerp betreffende het onderwijs aan de militaire academie, dat tot onteigening van den spoorweg Zwolle—Almelo en tot verleuging vau den termiju van aanslag der beetwortelsuiker- fabrieken. Besloten is, die ontwerpen achtereenvolgens aan de orde te stellen Maandag ten 1 ure. Buitenland. Frankrijk. In den duiventil van den Parijschen Jardin d'Accli- matisation worden belangwekkende proeven genomen met postduiven. Het is namelijk meermalen gebeurd, dat een vermoeide postduif door een roofvogel vervolgd en ingehaald werd, waardoor natuurlijk de duif en de depêche, die zij overbrengt, verloren zijn. In China, waar reeds sedert ge- ruimen tijd postduiven worden gebruikt, beschermt men ze tegen roofvogels, door aan hunne vleugels kleine klokjes van groote ligtheid en een helderen, doordringenden toon te bevestigen. Hoe sneller de duif vliegt, des te meer leven maken de klokjes. Dit beschermingsmiddel wordt nu te Parijs beproefd. Engelaad. In het Crystal Palace te Sydenhain is een internationale wedstrijd gehouden op het gebied van costumes en toiletten. De eenige groote gouden medaille, die uitgeloofd was, werd behaald op de inzending uit de magazijnen van le Petit Saint-Thomas. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Opgave van Donderdag middag tot Zaturdag middag. ONDERTROUWD: A. W. M. Witjens, torpedist en A. C. van der Jagt. H. Klein, winkelier en M. Zwaan. C. Roerdorp, stoker en A. Akkerman. R. Geus, smid en R. de Jong. P. Geus, zeilenmaker en R. Goudswaard. GETROU WD: Geene. BEVALLENN. van der Haagen, geb. Koomen, Z. A. Veeustra, geb. Koppenhout, D. OVERLEDEN A. Aarts, 14 maanden. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). i Mei. Windrigting :j cn 1 Kracht. Barometer mm. Thenn ometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 12 noto. 0.7k. 763.12 f 3.0 5.6 - 6.3 0.63 Slecht. 81 ntw. 0.1„ 758.82 - 1.4 5.6 - 5.5 0.61 Vlak. 12' nw. 0.3„ 758.59 - 1.6 5.8 - 6.2 0.58 Weersgesteldheid: 4 Mei 12 u. Helder, ligtbewolkt, koel. 5 Mei 8 u. Bewolkt, hagelbui, koel. 5 Mei 12 u. Ligtbewolkt, koel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2