Station oostkust. De Merapi voorzag gedurende de maand .Tan. in de dienst ter reede Simpang-Olim en ouderhield tot den 19 Jan. dagelijks en na dien datum tweemaal 's weeks de communicatie met liet kampement nabij de Gedei. De Borneo vertoefde de geheele maand ter reede Edie, voorzag de strandljenting van drinkwater, assisteerde bij het debarkeren van personen en goederen, door de mailboot en andere particuliere stoomschepen ten behoeve der bezetting aangebragt, en oefende de gewone controle uit op de aldaar ter reede komende of verblijvende handelsvaartuigen. De Amboina nam, behoudens een paar reisjes naar Edie en Sirapang-Olim, gedurende de geheele maand de dienst voor de Aracoeudoer-rivier waar, assisteerde bij liet opvoeren van vivres voor het magazijn te Tclok Sintang en bij het verwisselen van de bezetting te Blaug-ni. De Bommelerwaard vertoefde tot den 3 Jan. voor de Aracoendoer- rivier, oni bij het opvoeren van vivres te assisterenvertrok den 4 naar Kurtey en Passev, nam ter laatstgenoemde plaats den Rijks bestuurder met Toekoe Nja Latif, oudsten zoon van wijlen Toekoe Moeda Angkassa, en eenige volgelingen aan boord, vertrok weder naar Aracoendoer, alwaar genoemde hoofden gedeb.irkeerd werden, en stoomde, ua Edie aangedaan te hebben, naar de Djamboe-Ajer- rivier ter surveillance van her. noordergedeeke van het station. Na van 13 rot 20 Jan. ter reede van Simpang-Olim vertoefd te hebben, vertrok dit stoomschip naar Passey en van daar naar Pedir, ter aanvulling van den kolen voorraad. Den 26 Jan. ter reede Simpang-Olim teruggekeerd, werd het kolenschip Sultan Secuuder naar Aracoendoer gesleept, en vertrok de Bommelerwaard weder naar zijn kruisgebied voor de Djaniboe-Ajer. Het gouverneinents-stoomscliip Siak bleef gedurende de maand Jan. belast met de surveillance van de Sirnpang-Olim-rivier, en vooral, nadat de blokkade opgeheven was, met de controle op den in- en uitvoer van handels-artikelen. Tiet gouvevnements-stoomschip Boni vertoefde gedurende de maand Jan. op de Aracoendoer-rivier en onderhield tot den 24 Jan. de dagelijksche communicatie tusschen het kampement te Blang-ni en het ter reede gestationeerde oorlogschip. Na den 24 Jan. stoomde de Boni slechts tweemaal 's weeks naar Blang-ni, vertoefde overigens iu do monding der rivier, om na de openstelling daarvan op den J8 Jan. de controle uit te oefenen op de in- en uitgaande handels-vaartuigen. Het gouvernemeuts-stoomschip Tjinr<nia lag tot den 23 Jan. in de monding van de Arneoendoer-rivier om den stoomketel te repareren en deed na dien datum eenige reizen van Simpang-Olim naar Edie, ter overvoer \an zieke militairen uit do kampementen. De gewapende booten bleven met dezelfde diensten als vroeger belast. STAAT VAN BRIEVEN, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het Post kantoor alhier, van den 1 tot en met den 31 Baart 1877. W. Uilrijot (2 stuks), mevr. C. v. Emraeriuk, mej. A v. d Schans (2 stuks), mej. Jordaan, mej. H. van Poorten, J. Hoorn, H. D. Franz, mej. A. van Munster, mej. During, J. Kooiman, Ouderkerk, W. Muringer, allen te AmsterdamW. Meijer, te Batavia; wed. Hussens, te Gasthuizen; mej. de Keijser, te Gorin- chera; J. Taccee, te Groningen; A. Veltman, te Hasselt; P. Lan- geveld, te Hoogwoud; P. Konning, te Nieuwediep; L Barseley, O. Moekes, mej. C. van Holte, J. van Gers, allen le Rotterdam; H. G. Vincent, te VVuerden; mej. M. Boon en B. Tewater, beiden niet vermeld. Briefkaart W. H. Kleiman, te Arasterdam. STAAT VAN BRIEVEN, geadresseerd aan onbekenden, gedurende de maanden Januarij, Februarlj en Baart 1877. Noord-AraerikaH. B. Jaski, te Jersey. Belgie: J W. Kuijpers, le Antwerpen. Duitschland Mej. M. A. Wienold, te Leipzigmej. M. Govearts, te- Hamburg; Hogerduin, te Papenburg. EngelandF. C. Quicke, te South ShieldsHatti Sliaw, te Liverpool. Over EngelandJ. Enis, te Sidney. Frankrijk: Mad. Bessot, te Parijs. De Directeur van het Postkantoor, WENTHOLT. PUB LUA TI E. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER, Gezien Z. M. besluit van den 21 Maurt 1828 (Stnatsblnd No. 6), houdende reglemeutaire bepalingen tot invoering der Wet op de Schutterijen van den 11 April 1S27 (Staatsblad No. 17), in verband gebragt met Art. f>, 7, 8 en 9 van gezegde Wet. Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur van Noordholland, dd. 11 April 182S, No. (Provinciaal blad No. 41), omtrent de executie der Wet op de Schutterijen. Roepen bij deze op alle manspersonen, ingezetenen dezer gemeente, welke op •jen eersten Joniiarij 1877 hun 25»te jaar zijn ingetreden, en alzoo diegenen welke in den jare 1852 zijn geboren, alsmede de zoodanigen, welke, ofschoon in andere gemeenten ingeschreven, sedert de laatste inschrijving biunen deze gemeente zijn komen wonen en op den lstcn Januarij 11. hun .34ste jaar nog niet hebben voleindigd, en alzoo geboren zijn in de jaren 1843 tot en met 1851 ingesloten, de vreemdelingen vnn denzelfden ouderdom, die sedert de laatste inschrijving iu de termen gevalleu zijn, om volgens Art. 2 der Wet van 11 April 1827 als ingezeteneu te worden beschouwd, benevens de gepas- porteerde Militairen, die, om welke redenen dan ook, zich nog uiet ter inschrijving voor de Schutterij hebben gepresenteerd, ten einde zich in de daartoe gereed gemankte registers te doen inschrijven: tovens te kennen gevende: Dat de inschrijving zal beginnen den 15 Mei aanstaande, en geheel zal moeten zijn afgeloopen den eersten Jnnij daaraanvolgende, terwijl iu een der vertrekken van het Raadhuis alhier voor de inschrijving zal worden gevaceerd op alle werkdagen, van 's morgens 9 tot 12 ure. Eu ten eiDdo voor te komen, dat iemand, in de termen der inschrijving vallende, zich door onwetendheid aau pligtverzuim schuldig maakt, heeft het gemeentebestuur uoodig geoordeeld een ieder bekend te maken met en te her inneren aan de navolgende bij de Wet van 11 April 1827 (Staatsblad No. 17) gemaakte bepalingen. Dat een iegelijk zonder onderscheid, of hij inogt vermeencn al of niet onder de bij de Wet vrijgestelden of uitgeslotenen te bebooren, verpligt is zich voor de Schutterij te doen inschrijven Dat zij die in meer dan eene gemeente hun verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verpligt zullen ziju binnen die gemeente, waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is, en bij aldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende of alleen rustende Schutterij bestaat, zich te doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voor de personele belasting zijn aangeslagen en de ambtenaren in die gemeente, alwaar zij hun verblijf houden j Dat degenen welke van hunnen juisten ouderdom geen voldoend bewijs geren, naar het oordeel van het Plaatselijk Bestuur zulleu worden iugeschrevcn, onverminderd de bevoegdheid van de ingeschrevenen, om van hunnen juisten uiderdom nader te doen blijken; En dut eindelijk zij, welke bevonden worden zich niet vóór den lsten Jnnij ta hebben doen inschrijven, door het Plaatselijk Bestuur zullen worden inge schreven en in ceue geldboete verwezen worden, terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schntterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene redeu tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestond. Burgemeester en Wethouders vermaneu tevens ieder ingezetene dezer gemeente, welke het aangaat, om zich tijdig van een geboorte-extract le voorzien, waar door zich ieder van zijnen juisten ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zul moeten worden vertoond, alsmede om zich Ier behoorlijker tijd tot de inschrijving aan te melden, ten einde de straf, wegens nalatigheid vastgesteld, voor te komen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAK MAN BOSSE, Burgemeester, den 1 Mei 1877. L. VERHEY, Secretaris. Stoomsiielpersdrulc van A. A. Bakker Cz., te Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 4