Buitenland. door den toestand zijner moeder werd gebragt, had op het verloop dier ongesteldheid een ongunstigen invloed, zoodat Z. K. H. reeds eenige dagen het gehoor mist. Men hoopt intusschen, dat de kwaal weldra tot staan zal komen. Jl. Dingsdag avond keerde de Prins van het Huis ten Bosch naar zijn paleis terug; reeds Maandag zou dit zijn geschied, doch Z. K. H. kon niet besluiten het Huis ten Bosch te verlaten. Men schrijft ons van Texel, dd. 2 dezer: «ZK. H. Prins Hendrik der Nederlanden heeft aan de Vereeniging tot oprigting en instandhouding eener Algemeene Bewaarschool te Texel een schilderij in olieverf geschonken, om te dienen als prijs voor de te houden verloting. H. M. onze Koningin schonk een prachtig canapékussen voor hetzelfde doel, waarschijnlijk het laatste der tallooze ge schenken, die de zoo zeer en zoo algemeen betreurde Vorstin aan instellingen ten algemeenen nutte vereerde.» De inkomsten der visschers te Texel laten veel te wenschen over; hun bedrijf leverde dit jaar tot nog toe zeer weinig op; de garnalenvangst was schraalde schulpen- banken leverden geen ruimen vangst; voor mosselen en kreukelen was uit het buitenland weinig vraag. De aan staande zeegrasoogst kan voor hen goed worden, wanneer zij gezamenlijk een billijk arbeidsloon vaststellen. Door de afdecling Alkmaar en omstreken der Ver eeniging «Volksonderwijs» wordt de candidatuur van den heer mr. W. van der Kaay voor het lidmaatschap der Tweede Kamer met ernst aanbevolen. Langs den Holl. IJzeren Spoorweg (lijn Amsterdam- Rotterdam-Helder-Zaandam) zijn gedurende de maand Mei jl. 237,541 reizigers vervoerd; opbrengst f202,346.20 en aan goederen f 53,230.2Ö|diverse ontvangsten f 465.01; totaal f 256,041.49|. Door de Noordzeesluizen te IJmuiden zyn in de "and Mei jl. geschut: naar zee 31 fregatten of barken, J iGt '~ken, 16 schoeners, 65 stoomschepen en 20 visschers- oMgen; uit zee: 10 fregatten of barken, 4 brikken, oeners, 66 stoomschepen en 20 visschersvaartuigen. Jl. Dingsdag morgen had te Haarlem een treurig uk plaats. De metselaarsknecht P. V., oud 62 jaar, uit de dakgoot eener woning aan het Donkere Spaarne, .wijl hij bezig was die schoon te maken, met het droevig gevolg, dat hij onmiddellijk is overleden. Met leedwezen verneemt het Vaderland, dat de alge meen geachte landbouwkundige dr. Staring, oud-inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, op zijn landgoed Boekhorst nabij Lochem is overleden. Jl. Zondag nacht geraakte, bij de herberg de Prins, even buiten Delft, een rijtuig met 5 personen te water. Spoedig snelde hulp toe en weldra stonden rijtuig, paard en vier personen op 't drooge; hoe men echter gedurende een uur vischte, de vijfde bleef zoek, tot menop 't denkbeeld kwam om te gaan zien of hij zich zelf ook gered had; en werkelijk vond men den man gerust te bed. De kermis te 's Hertogenbosch is tot 9 Sept. a. s. uitgesteld, tengevolge van het overlijden van H. M. de Koningin. Toen het jl. Zondag te Deventer bekend werd, dat gedurende acht dagen alle openbare vermakelijkheden zouden verboden worden, was men in de verwachting, dat ten opzigte van die stad, waar het juist kermis is, mis schien eene uitzondering zou gemaakt worden. In die verwachting is men echter teleurgesteld, daar de burge meester bij publicatie heeft bekend gemaakt, dat, wegens het overlijden van H. M. de Koningin, alle tooneelver- tooningen en openbare vermakelijkheden gedurende acht dagen op hoog bevel door hem worden verboden. Waarom niet? Dat weet ik niet. Ik heb hem er reeds dikwijls naar gevraagd, maar hij gaf mij altijd ontwijkende antwoorden. Zeg ons dan wat gij er van weet; misschien zullen wij het ontbrekende kunnen raden en zoo de ontknooping vinden. Zij schudde het hoofd; maar ten laatste gaf zij toch toe aan mijn langdurig aandringen en verhaalde ons wat men hieronder zal lezen. De gebeurtenissen, die later plaats vonden, hebben mij dit lied onuitwischbaar in het geheugen gegrift: „Verscheidene geslachten vóór de geboorte van Lono, een der oudste opperhoofden van Havaï, bemerkte een Kanak, Ili geheeten, eens op een morgen langs het strand van Kaïlua eenig wrakhout, dat door de golven aan land was gespoeld. Hij begaf zich daarop naar het opperhoofd Vakea en deelde aan deze mede wat hij gezien had. Op diens bevel ging men langs het strand zoeken om de aangespoelde voorwerpen op te zamelen, en vond toen in een spleet tusschen de rotsen het lichaam van eene vreemde vrouw. Zij had een zeer blanke huid en blond haar. Zij scheen dood te zijn, doch was slechts bewusteloos. Toen men haar naar een naburige hut had overgebracht, kwam zij weder bij en staarde zij met een ver bijsterden blik naar de lieden om haar keen. Men sprak haar toe, maar zij begreep er niets van. De inboorlingen boden haar kokos melk aan, die zij met graagte dronk, waarna zij, uitgeput van ver moeienis, terstond weder insliep. Verscheidene dagen lang meende men dat zij sterven zou, doch langzamerhand kwamen hare krachten terug. Het opperhoofd had haar toevertrouwd aan de zorg van twee inlandsche vrouwen, die haar verpleegden en haar spoedig lief- kregen, want zij was goed en zachtaardig van inborst. Zij schreide dikwijls, mompelde onverstaanbare woorden en viel op hare knieën, waarna zij, met gevouwen handen, naar het een of ander onzicht baar voorwerp in de verte scheen te turen. Zoo verliepen er ver scheidene wéken; Kiana, zoo noemde men haar, leerde eenige woorden van der Kanaken taal. Weldra was zij in staat om naar de meest gebruikelijke dingen te vragen, wel is waar met een vreerad accent, maar toch verstaanbaar. In den eersten tijd ging zij zelden uit; de inlanders waren niet te verzadigen van haar aanblik: zij hadden nooit vreemdelingen gezien. Haar gelaat, haar hals, hare blanke handen, vervulden hen met verbazing. Waar kwam zij van daan De priesters, die men over het geval raadpleegde, verklaarden dat zij de dochter van een God moest zijn, welke aan de gastvrijheid van den geheelen stam was toevertrouwd. „Vakea bracht haar een bezoek; hij vond dat zij zeer schoon was, maar durfde het haar niet zeggen. Hij zond haar de beste vruchten, de heerlijkste visch, hare meest geliefkoosde bloemen. Hij liet voor de vreemde vrouw een hut aan den oever der zee bouwen, want hij had opgemerkt dat zij gaarne 's ochtends en 's avonds naar het strand placht te gaan en dat zij daar uren lang kon blijven staren in de verte, over de zee. Zij weende meestal Men verzekert aan de Gron. Crt., dat het noordelijk zendingsfeest. eerst bepaald op den 18 Julij a. s., nu is vastgesteld op Woensdag den 25 Julij, te Veenklooster. Vermelding verdient een sterfgeval dat dezer dagen te Berlijn plaats had. Een kind van zes maanden stierf plotseling na het doorsteken der oorlellen en het inbrengen van ringetjes. Het is reeds meermalen voorgekomen, dat het maken van gaatjes in de ooren bij kleine kinderen hevige krampen en stuipen tengevolge had, die te gevaar lijker zijn, omdat de geneesheer niet altijd de oorzaak daar van zoekt in de operatie, welke het kind ondergaan heeft. Benoemingen, enz. Z. M. heeft benoemd tot lid der Commissie van administratie over de gevangenissen te Leiden de heer mr. W. van der Kaay. Tot commies-stempelaar bij den waarborg op de gouden en zilveren werken te Rotterdam is benoemd de heer D. S. Langedijk, thans aide-essayeur te Alkmaar. Berig-teu betreffende den Russisch-Turkselien oorlog. Thans nu de Oostersche oorlog nog naauwelijks begonnen is, verneemt men weder geruchten, die van vrede spreken. Te Weenen en te Berlijn meent men in diplomatieke kringen te weten, dat er eene overeenkomst bestaat om de vrcdes-onderhandelingen terstond aan te vangen als de eerste beslissende slag aan den Donau heeft plaats gehad. Reeds verzekert men, dat Rusland zijne eischen daarbij al geheel geformuleerd heeft. Dat het gouvernement te St. Petersburg daarbij 't oog zou hebben op de heerschappij in de Zwarte Zee en op de openstelling der Dardanellen, spreekt wel van zelf. RUTSCHUK, 5 Junij. Heden ochtend heeft het Turksche bombardement van de haven van Giurgewo een aanvang genomen. Tot 7 uur zijn 40 schoten gevallen; men kon echter van den oever niet bemerken welke gevolgen zij hadden. Op den anderen oever waren evenmin .nis in de straten der stad en in de schansen militairen te zien. Ook bleef het Turksche granaatvuur, dat door de Salhane Tnbiane nog steeds wordt voortgezet, onbeantwoord. Slechts een twintigtal soldaten zijn nog in de nabijheid van den Donau-oever. Eerst had het torenschip Hezir in last de vracht schepen, die in de haven van Giurgewo ten anker liggen, plat te schieten, doch dit bevel werd veranderd en de Hezir keerde naar de Lom-monding terug. MOSTAR, 6 Junij. (Officieel.) Gisteren heeft een hevig gevecht plaats gehad in den Duga-pas, op den weg naar Kaslac. 16,000 Moritenegrijnen werden uit hunne versterkte-stellingen verdreven en vervolgd door Soliman-bassa. België. Volgens 1'Indépendance heeft de Koning, toen. hij jl. Zondag de Luiksche Kamerleden ontving, op de toespraak van den heer Frère Orban, die hem toesprak, in hoofdzaak het volgende geantwoord: «België bevindt zich op dit oogenblik in een moeijelijke positie, moeijelijk uit een industrieel oogpunt; het beleeft een crisis die het door zijn volhardend streven zal weten te boven te komen; moeijelijk ook misschien uit het oog punt der politiek. De verwarde toestand van Europa eischt dat het zijn nationaliteit bevestige. Sedert verscheiden jaren zijn verschillende Europesche tractaten vernietigd en op dit oogenblik zelfs is het verdrag van Parijs onzeker. Groote opofferingen zijn gedaan voor de nationale defensie; om die te voltooijen en om onze positie geducht te maken zullen nog eenige minder aanzienlijke credieten noodig zijn.» wanneer zij zoo lang aan het strand was geweest. In deze hut, die ruim en stevig gebouwd was, liet het opperhoofd zijn schoonste matten brengen, benevens kapa's, stoffen in de schors, waarvan Kiana lange tunica's maakte. „De kleederen die wij tegenwoordig dragen, voegde Jane er bij, zijn naar hetzelfde model gesneden als die van Kiana. „Als Vakea bij haar kwam, kon Kiana reeds een weinig met hem spreken. Zij leerde zeer spoedig onze taal en sprak die met veel geraak. Eens zou men op bevel van het opperhoofd een der Kanaken, die een diefstal gepleegd had, voor de haaien werpen. Kiana vroeg van Vakea genade voor den schuldige. Hij stond het toe, en toen zag men haar voor de eerste maal glimlachen. „Vakea echter glimlachte niet meer. Hij was bedroefd; hij vond er geen vermaak meer in,.op de jacht of op de vischvangst uit te gaan hij had geen behagen meer in het spel, in den strijd der kampvechters of in de feestmalen. Hij, die eertijds zoo onversaagd, zoo stoutmoedig was, kon thans uren achtereen uit de verte naar het strand blijven turen, als Kiana er wandelde, en zoo hij zich al verstoutte haar te naderen was hij zoo bloode als een kind en kon hij bijna geen woord uitbrengen. Een half uitgesproken wensch van Kiana scheen voor hem een bevel. Hij verbood het plengen van menschenoffers zij deden Kiana schreien, schoon men de altaren ver van haar hut had opgericht en zij ze niet zien kon. Dikwijls onderhield zij hem over wonderlijke dingen: Over een God, dien wij niet kennen, die boven onze hoofden woonde en die aan alle menschen bevolen had, dat zij elkander moesten liefhebben. Op den dag toen zij hem voor de eerste maal over dit bevel sprak, scheen Vakea gelukkig te zijn. „Zoo verliep de tijd. Kiana staarde niet zoo veel meer naar de zeeVakea bezocht haar veelvuldiger. Hij deed niets meer zonder haar te raadplegen, en als zij zoo naast elkaar op het strand liepen, fluisterden de Kanaken elkander toe: Vakea bemint Kiana, en zij glimlachten omdat zij haar schoon vonden en zij het opperhoofd goed maakte. „Alleen de priesters vreesden haar. Vakea riep niet meer hun oordeel in, en wilde hun geen slachtoffers meer voor de feesten toestaan. Hij ontweek hen en sprak dikwijls met personen, die hem van nabij omringden, over dien nieuwen God, van wien Kiana hem verhaald had. Hij had dikwijls vlagen vau blijdschap en oogenblikken van bittere droefheid; maar zoodra hij bij haar was, gevoelde hij zich gelukkig. „Kiana had hem lief en was bereid zijne vrouw te worden. Hij zwoer ten aanhoore van het gansche volk, in naam van dien onbekenden God, dat hij nooit een andere vrouw zou hebben dan haar, en Kiana legde haar hgnd in de zijne. Zij knielde neder, en voor de laatste maal zag men haar weenen, toen zij een blik op de zee sloeg. Daarna hief zij de oogen ten hemel en speelde er een zalige glimlach om hare lippen. (Wordt vervolgd.) Frukrijt Op den spoorweg tusschen Calais en Atnien» is jl. Vrijdag een diefstal gepleegd van Italiaansche, Russi sche, Egyptische en andere fondsen, ter waarde van ruim een paar mlllioen, volgens andere opgaven van eenige millioenen meer. De effecten waren door Engelsche ban kiers naar Parijs gezonden, ter verrekening van de over en weer plaats hebbende arbitrage. De waarde was gesloten in een koffer, en deze was geborgen in een verzegelden wagen. De zegels waren door de dieven verbroken en de koffer geleegd. Hoe het den dieven gelukt is, zich van de effecten meester te maken, weet men niet. Sommigen vermoeden, dat zij in eene afzonderlijke afdeeling van den trein gezeten waren en tusschen twee ver van elkander gelegen stations langs de loopplank, als waren ze beambten van den spoorweg, naar den verzegelden wagen gegaan zijn, en dat ze, na den wagen en den koffer te hebben opengebroken, de effecten op zekere punten van den weg geworpen hebben, waar zij hunne medepligtigen hadden staan. In elk geval moet de diefstal gepleegd zijn door dieven, die goed op de hoogte zijn van de beurszaken; want zij wisten naauwkeurig dag en uur, waarop de effecten ter verrekening van de arbitrage overgemaakt worden. Men deelt uit Parijs mede, dat de firma, aan wie de effecten geadresseerd waren, van de zich natuurlijk niet noemende dieven een brief heeft ontvangen, met aanbod de effecten terug te zenden tegen vergoeding van de helft der waarde, daar anders de papieren zouden worden verbrand. Engelasd. Een telegram uit Kaapstad, van den 15 Mei 11., meldt het volgende: «De Britsche troepen kwamen den 4 Mei te Pretoria, waar zij door de bevolking hartelijk ontvangen werden. Een adres tot gelukwensching aan sir Th. Shepstone is door een groot getal inwoners onderteekend. De deputatie, die in last heeft tegen de inlijving te protesteren, vertrok den 9 Mei naar Engeland. Alles is rustig en de waarde van eigendommen is gerezen, sinds de Transvaal Britsch grondgebied werd.» Te Londen is jl. Zaturdag de 400ste verjaardag van de invoering der boekdrukkunst in Engeland plegtig gevierd, o. a. met eëne dienst in Westminster Abdy, waar de heer Stanley eene preek hield naar aanleiding van Rom. XIII 12: «De nacht is voorbijgegaan en de dag is nabij. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis en aandoen de wapenen des lichts.» Te Londen is berigt ontvangen, dat twee Britsche oorlogschepen een vaartuig van de Peruaansche opstande lingen hebben getuchtigd, omdat het Engelsch eigendom geroofd had. De blokkade van Dabomey is sedert den 12 Mei opgeheven. De Koning heeft de hem opgelegde boete van 500 okshoofden palmolie betaald. Italië. Uit Napels wordt gemeld, dat de werkzaamheid van het onderaardsche vuur steeds toeneemt en dat de Vesuvius daarvan de duidelijkste sporen vertoont. De lava in den krater is aanmerkelijk gestegen; bij nacht vertoont zich een rosse gloed en enkele malen is het reeds gebeurd, dat vurige brokken uit den krater werden geworpen. De bende van den beruchten rooverhoofdman Leone (op wiens hoofd door de regering een prijs van 10,000 lire was gesteld), is in de gemeente Aliminusa door de gewapende magt overvallen. Na een hevig gevecht zijn Leone en twee zijner bende gedood. Stoomvaart-Berigten. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. Prinses A m a l i a. 7 April van hier vertrokken. 18 Mei te Batavia aangekomen. Prins van Oranje. 28 April van hier vertrokken. 4 Junij Padang aangekomen. Holland. 8 Mei van hier vertrokken. 4 Juny te Aden aangek, en vertr. Voorwaarts. 19 Mei van hier vertrokken. 4 Junij Port-Saïd aangek., 5 vertr. Java. 17 Febr. van Amsterdam vertrokk. 11 April te Batavia aangekomen. Prins Hendrik. 5 Mei van Batavia vertrokken. 3 Junij Napels aang. en vertr. Koning der Nederlanden. 26 Mei van Batavia vertrokken. Maduba. 5 Junij van Batavia vertrokken. C O n r a d. 7 Mei alhier aang, vertr. 9 Junij. J c e l e b e 8. 30 Mei alhier aang., vertr. 30Junij. Stad Haarlem. Vertrekt 16 Juny van Amsterdam. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Opgave van Dingsdag middag tot Donderdag middag. ONDERTROUWD: A. F. P. Carstens, luitenant en A. Duinker. GETROUWD: Geene. BEVALLENH. Werth, geb. Vleeschman, D. A. de Krey, geb. Duijs, D. A. de Reus, geb. Bruin, Z. A. Geus, geb. Smit, D. OVERLEDEN: C. de Roos, geb. Kieft, 73 jaren. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Van 1 tot 7 Juny 1877. ONDERTROUWD: Cornelis Geus Hz. en Tetje van der Vis. Dirk Peper en Trijntje Reuvers. GETROUWD: Jacobus Lips en Cornelisje Kind. GEBORENJacob, zoon van Jan Korteuhoeven en Maartje Boesje. Jacob, zoon van Klaas Tuinder en Johanna van Engelen. Gijsbert, zoon van Biem Boon en Suzanna Kiljan. Reijer Pieter Cornelis, zoon van Cornelis Zunderdorp en Antje Huisman. OVERLEDENGerrit Koorn, 30 jaren, zoou van Dirk Koorn en Marretje Keijzer. Levenloos aangegeven 1.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2