Buitenland.
gebleken is, hoe de «gewone inkomsten der Yereeniging
op verre na 'niet voldoende :ijn> om de gewone uitgaven te
bestrijden,» en al 7,00 "buitengewone uitgaven bepaald
noodzakelijk blijven, om den geregelden gang der zaken te
handhaven.» (Amst. Crt.)
Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer:
«Heden heeft ten Raadhuize alhier plaats gehad eene
tweede aanbesteding van het maken van een windvijzel-
molen ten behoeve van den nieuwen polder «het Noorden.»
Inschrijvers waren de lieeren: C. Blom, te behagen, ad
f 48,890; J. Stam, te Ursem, ad f 47,136; Bronner, te
Barsingerhorn, ad f 45,300; P. Duinker, te Nieuwediep,
ad f 43,560; A. Vos Rz., aldaar, ad f42,666.66; de\ries,
aldaar, ad f 41,940. Even als bij de vorige besteding, is
de levering evenwel niet gegund.»
«De door den kerkeraad der Herv. gemeente aan den
Burg beroepen predikant Gelderman, thans te Schraard
(Friesland), heeft het beroep aangenomen.»
Bij een dezer dagen te Heerhugowaard gehouden
harddraverij werden prijzen behaald door de paardende
Hoop, van W. Hoek, te Heerhugowaard, berijder K. Koor,
van Spanbroek, prijs; de Brave, van D. Smit, te Heer
hugowaard, berijder de eigenaar, 1ste premiede Moor,
van A. Volkers, te Heerhugowaard, berijder de eigenaar,
2de premie.
Te And ijk is de hooioogst zoo goed als afgeloopen.
Hij leverde overvloed van goed hooi. De karwei wordt
gedorscht en geeft ongeveer een half beschot. De mosterd
wordt gemaaiddie zich het eerst ontwikkelde slaagde
goed, de latere heeft veel te lijden gehad van rupsen. De
aardappelen geven goed of beloven veelhetzelfde geldt
ook van de erwten.
Door de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij is aan
den minister van Binnenl. Zaken medegedeeld, dat op den
1 Aug. a. s. waarschijnlijk de diepgang van 7.50 meter
in het Noordzeekanaal niet volkomen zal zijn bereikt. De
hevige winden, die uit een voor het baggeren ongunstigen
hoek waaijen, zijn oorzaak, dat de nog uit te diepen
100,000 kub. meter niet gemakkelijk konden worden ver
kregen. Bij gunstige werkdagen kan tot 16,000 kub. meter
worden gebaggerd, zoodat de voltooijing tot op 7.50 meter
slechts eene kwestie van gunstig weder is. (Hld.)
In het Hbld. vestigt een kindervriend de aandacht
op het bogt, dat als kindersnoepgoed verkopht wordt. Uit
kalk, krijt, gestampte steen, zwaarspath, vermiljoen, analin,
roodaard en nog andere, dikwijls veel schadelijker bestand-
deelen, wordt bijna uitsluitend dat goed vervaardigd, in
den vorm van pijpen pepermunt, suikerboonen, erwtjes, enz.
De gezondheid der kleinen wordt op een gevaarlijke proef
gezet door gewetenlooze fabrikanten en domme ouders;
het is de pligt van de gezondheids-commissie, van de
openbare magt, te waken, dat deze tak van nijverheid
beteugeld, ja geheel vernietigd en al dat goed van
slechte hoedanigheid onverbiddelijk geweerd worde. De
ouders moeten het bestuur krachtig steunen, door nimmer
een enkelen cent voor dergelijk bogt te besteden, maar
vooruit wel degelijk door zelfonderzoek zich overtuigen
van de goede hoedanigheid van hetgeen zij voor hunne
kinderen koopen.
volgt: „Een verwilderde lord, die in Indië op tijgers geschoten
heeft en thans op Parijsch grondgebied jagen wil."
De gewaande lord had reeds oesters, soep en pasteitjes verorberd
en was juist bezig een hem voorgezetten schotel van steviger sub
stantie eer aan te doen, toen de deur zoo wijd mogelijk geopejid
werd en George Forbes, met onberispelijke elegance gekleed, de
zaal binnenkwam. Hij ging groetend het bureau voorbij en bleef
voor den geblakerden vreemdeling staan. Deze zag op en zeidc
tusschen twee happen
„Gij komt vrij laat. Gij ziet, ik heb er mij overigens niet aan
gestoord."
„Het schijnt dat men met u prompt op zijn tijd moet passen,"
antwoordde Forbes lachend.
„Neen, dat verlang ik niet, zoo lang men niet van mij vergt
dat ik wachten zal. Ga zitten. Ik heb reeds bemerkt dat ik beter
eetlust heb dan gij, en als gij u wat haast, kunnen wij nog tegelijk
voor het dessert gereed zijn."
Forbes deed wat de ander hem bevolen had en nam de spijskaart
op, welke hij weinig scheen te besludeeren.
Hoe kwam het dat Baldwin, dien hij pas sedert vijf dagen kende,
zich vrijheden tegen hem veroorloofde, zoo als geen ander zijner
Parijsche kennissen? leder van dezen zou Forbes ten minste een
kwartier gewacht, of, als hij dit niet had gedaan, zijn excuus ge
maakt hebben. Baldwin had zijn dischgenoot ook niet één minuut
uitstel geschonken, en de gedachte zelfs was niet bij hem opgekomen,
dat hij zich daarover zou hebben te verontschuldigen. En Forbes,
die nooit consideraties gebruikte en door «le voorkomende beleefd
heid, die men lieni van alle kanten bewees, geheel verwend was,
vond Baldwins houding niet alleen volkomen in orde, maar
mompelde zelfs: „Neem mij niet kwalijk" waarop de ander
slechts met een goedgunstig knikje antwoordde, als wilde hij zeggen
„Volstrekt niet."
Zes dagen geleden lmd Forbes een depeclie uit Marseille ontvangen,
die van dezen inhoud was: „Grahara zal u op mijn aankomst
voorbereid hebben. Ik denk morgen vroeg bij u te komen. Baldwin;"
en den volgenden ochtend, tegen tien uur, was dan ook de heer
Gordon Baldwin in zijn grijs, verscholen reiscostuum, met een ronden
hoed en onberispelijk linnen, bij hem verschenen. Hij had Forbes
als een oude bekende hartelijk de hand gedrukt en was dadelijk
daarna zoo rustige, verstandige, gemoedelijke wijze beginnen te
spreken, dat Forbes, die eerst wat verlegen en koel was geweest,
zeer spoedig en zijns ondanks een vriendelijk gelaat en een gezellige»
toon aangenomen had. Een uur was onder aangename kout spoedig
omgevlogen. Baldwin zat in een der groole stoelen en \ertelde
van Japan, van Graham, van zijn eigene affaires en plannen. Hier
en daar kruidde hij zijne verhalen met eene humoristische, altijd
welwillende opmerking, waarbij zijne heldere oogen dan vriendelijk
lachten; en Forbes luisterde met een geheel nieuw, ongeveinsd
genot. Toen de knecht de kamer binnengekomen was, om te
melden dat het ontbijt gereed was gezet, had Forbes den onbekende
uitgenoodigd, bij hem te blijven eten, en na den maaltijd had hij
hem verzocht, gedurende de weinige dagen, die hij te Parijs dacht
te blijven, bij hem telogeeren. Baldwin had dit aanbod met dezelfdo
ongedwongenheid aangenomen, als de sigaar, die zijn gastheer hem
tien minuten geleden gepresenteerd had en die hij op dit oogenblik
met zichtbaar welgevallen zat te rooken.
Wordt vervolgd.)
Twee vrouwen uit de volksklasse te Amsterdam,
meestal van nog zeer jeugdige kinderen vergezeld, liepen
gezamenlijk gedurende den laatsten tijd verscheidene goud
smidswinkels af, kochten aldaar allerlei kostbaarheden en
deden in den regel, met opgave van een duidelijk adres,
het verzoek om het gekochte aan hare woning te bezorgeu,
waarna door de winkeliers steeds te vergeefs naar hunne
begunstigers gezocht en terzelfder tijd ontdekt werd, dat
het een of ancler kostbaar voorwerp uit den winkel ver
dwenen was. Op die wijze hebben beide vrouwen zich
weten meester te maken van eenige horologiën, gouden
kettingen, oorbellen en halskettingen, totdat de politie haar
eindelijk op het spoor kwam en zij in den laten avond
van jl. Vrijdag in hare woning werden gearresteerd, alwaar
nog eenige der gestolen voorwerpen en de lommerdbriefjes
van het nog ontbrekende gevonden werden.
Het spreekwoord: «een goede buur is beter dan
verre vrienden,» werd jl. Vrijdag op de volgende wijze
bewaarheid. Op den Oudezijds-Voorburgwal bij de Arm
steeg te Amsterdam woonde in een kelder een armzalig
gezin, bestaande uit man, vrouw en vijf kinderen. De
man wordt sedert eenige dagen in bet gasthuis verpleegd.
Eene kwestie met den huisheer was oorzaak, dat Vrijdag
hun armoedig boeltje op straat werd gezet. Daar stond
men, zonder geld, zonder woning. Een der buren heeft
gehoord, dat in de Jonkerstraat een kamertje te huur was
voor 85 cents per week. Maar.... vier weken huur moest
vooruit voldaan worden, en dat zonder een cent geld. Een
besluit is spoedig genomen; eene collecte in den omtrek
wordt door een der bewoners van de Armsteeg gehouden
en wel met gnnstigen uitslag; ruim f 14 werd opgehaald.
Thans is men geholpen. Een paar buurjongens laden den
boel spoedig op een kar, de huur kan betaald worden en
de vrouw krijgt nog oenig geld, om voorloopig in haren
nood te voorzien.
Op een der treinen tusschen Rotterdam en 's Hage
had jl. Zaturdag namiddag een diefstal plaats. Een jonge-
dochter wist zich meester te maken van de portemonnaio
van eene jufvrouw, die met haar in hetzelfde spöorrijtuig
zat. Het feit werd echter ontdekt en de daderes bij aan
komst te 's Hage gearresteerd en naar het politic-bureau
op de Groenmarkt overgebragt.
Bij een landbouwer te Bergschenhoek is een der-
paarden, die de grasmaaimachine trokken, waarmede op
het land gewerkt werd, zoodanig met dat werktuig in
aanraking gekomen, dat een pees van een der achterpooten
geheel is doorgesneden. Het was een best jong paard,
zoodat de schade voor den eigenaar niet gering is.
Nabij Maarssen was jl. Zondag een Amsterdamsche
familie aan 't rijden, toen eensklaps het rijtuig stilstond.
De koetsier, door een aanval van beroerte getroffen, had
de teugels laten glippen en was van den bok gevallen.
Gelukkig waren de paarden blijven staan. Schipper Boel
houwer daar voorbij komende, spoedde zich naar dr. J. L.
de Rooi, te Maarssen, door wien hem ten huize van Ekel-
schot aldaar, de eerste hulp werd verleend. Hoewel hoogst
gevaarlijk, laat de toestand van den man nog hoop hem
in 't leven te behouden.
Een lid van het Britsche Parlement telegrafeerde aan
het U. D. voor eenige dagen, om het adres van de leden
der commissie uit de Transvaal, die belast is het protest
der Transvaalsche regering naar Engeland over te brengen.
Speciaal zoekt men naar de woonplaats van den heer
Jorissen, lid der commissie, met wien men eene conferentie
wenschte te hebben. Naar alle zijden is getelegrafeerd en
geschreven; geenerlei berigt werd terug ontvangen. Tc
Londen werd bij den consul-generaal van de Transvaal
geïnformeerd; ook daar was het adres niet te vinden. Dit
is voor zulk eene commissie zeer zonderling, zegt het U. D.
Te Vreeswijk geraakte jl. Zaturdag morgen, omstreeks
9 ure, het zoontje van v. L., een aanvallig jongentje van
ruim 5 jaren, visschende in het water, zonder dat iemand
dit bemerkte. Na eenige minuten werd bet opgehaald,
doch de levensgeesten waren, niettegenstaande terstond ge
neeskundige hulp werd verleend, reeds geweken. Zoo
kregen de diepbedroefde ouders een hunner lievelingen, die
voor weinige oogenblikken de ouderlijke woning al spelende
had verlaten, als lijkje in huis terug.
Te Domburg heeft een kiezer, bij vergissing, in
plaats van zijn stembriefje, twee bankbilletten in de stembus
geworpen. Zij werden niet van onwaarde verklaard.
De pelmolcnaar L. Mulder, te Oldehove, nam zijn
zoontje, p. m. 3 jaren oud, mede in den molen op den
maalzolder; bet kind ontkwam hem, liep de deur uit op de
zwikstelling en werd dadelijk door een der molenwieken
zoodanig aan het hoofd getroffen en naar beneden geslagen,
dat het eenige oogenblikken later een lijk was.
De colorado-kever is tegenwoordig een beestje, dat
bijzonder de aandacht trekt, en iedere nieuwe bijdrage tot
de kennis zijner levenswijze verdient de algeineene belang
stelling. Maar toch is het aan twijfel onderhevig, of
Engeland reden heeft den Amerikaan L. M. Snowie dank
baar te zijn, die een honderdtal levende kevers uit Amerika
niedebragt en aan een zijner vrienden in de onmiddellijke
nabijheid van Manchester geschonken heeft, om de diertjes
daar naauwkeurig te kunnen waarnemen. Snowie heeft
gedurende de reis reeds de opmerking gemaakt, dat zij
beter tegen het Europesche, dan tegen het Amerikaansche
klimaat kunnen, hetgeen voor de kevers zeker een veel
aangenamer vooruitzigt is, dan voor de Europesche aard
appel-consumenten. De vriend zet de proeven met ver
schillende voedingsmiddelen voort en heeft ze losgelaten
in een tuin, waar een zeer hooge muur omheen staat.
Het is een proef, die misschien uit een wetenschappelijk
oogpunt te verdedigen is, inaar uit een maatschappelijk
oogpunt noemen de Engelsche bladen het «spelen met
vuur» en eischen zij, dat de regering tusschenbeiden zal
komen om er een einde aan te maken.
Gisteren herdacht een viervoetige «burgeres» van
Antwerpen, de olifant miss Jacqueline, den dag, waarop
zij vijf en twintig jaar geleden, na hare kinderjaren in
Indië te hebben doorgebragt, een der meest geliefde be
woonsters werd van den Antwerpschen dierentuin. Het
feest is niet onopgemerkt voorbijgegaan; de Antwerpsche
dames, van welke zoovelen in hun jeugd op den rug der
goedige miss Jacqueline gereden hebben, hebben haar een
prachtige ruiker en (wat haar zeker nog meer gestreeld
heeft) een ontzaggelijke koek aangeboden.
Eenige makelaars in vee te Londen hebben aan ver
schillende veehandelaren in Nederland berigt, dat men, te
beginnen met den 23 dezer, aan de Deptfordmarkt te
Londen veel te veel vee verwacht van Tönningen, Ham
burg, Bremen, enz. en dat het alzoo voor de in Nederland
bestaande prijzen niet raadzaam is, dat in de eerste 14
dagen, volgende op genoemden datum, vee uit Nederland
naar |de markt te Londen ten verkoop worde opgezonden.
Benoemingen, enz.
De rijksopzigter 3de kl. op de spoorwegdienst J. J. Brutel de
la Itivière, wordt niet ingang van 1 Aug. a. s. belast met liet
dagelijksch toezigt op de spoorwegen Heider-Uitgeest-Zaandam en
Haarlem-Uitgeest, standplaats Alkmaar.
De kapt. ter zee W. F. L. de Vriese, laatst behoord hebbende
tot liet eskader iu Oost-Iudië en vandaar den 13 dezer terug
gekeerd, is met dien datum op 11011—activiteit gesteld.
De scheepsklerk W. A, II. Doorman, dienende aan boord van liet
ramtorenscliip Koning der Nederlanden, wordt met den laatsten
dezer op non-activiteit gesteld.
Frankrijk.
De Figaro zegt met zekerheid te kunnen melden, dat
de 14 October de voor de verkiezingen bestemde dag is.
De regering wil den graanoogst en den wijnoogst laten
voorbijgaan om de plattelandsbewoners in staat te stellen,
hunne kiozerspligten ongehinderd te vervullen. Het Journal
des Dé bats kan dit berigt nog niet gelooven, al erkent zij,
dat de Figaro, die sedert den 16 Mei de eerste en ver
trouwdste vriend van het ministerie is geweest, op den
naam van officieus orgaan regt heeft, 't Journal wil dat
nog niet aannemen, omdat de minister van Binnenl. Zaken
zoodoende de groote verantwoordelijkheid voor eene schennis
der grondwet op zich nemen zou; eene «verantwoordelijk
heid, waarvoor zelfs zijne grootste vijanden hem zullen
waarschuwen.»
Het gras in het Bois de Boulogne te Parijs is dit jaar
zoo buitengewoon welig gegroeid, dat het niet alleen de
moeite van het hooijeu waard was, maar dat het zelfs
moeijelijk zou geweest zijn zulk een oogst te laten verloren
gaan. Een aantal soldaten waren dezer dagen lustig aan
het maaiien, zich verheugende hun ledigen tijd op die wijze
te kunnen besteden, en niet weinig gestreeld door het
aanzienlijk publiek dat den arbeid gadesloeg.
De politie heeft te Parijs in het lokaal der prefectuur
een compleet photographie-atelier ten haren dienste, omdat
zij meer en meer inziet, hoeveel partij zij van de photo-
graphie kan trekken. Dezer dagen had zij er een nieuw
bewijs van. Veel gerucht maakten herhaalde diefstallen
van rijtuigen en paarden, met groote onbeschaamdheid
bedreven, als een koetsier zich een oogenblik van zijn span
verwijderd had. De dader werd eindelijk gevat, maar hij
weigerde zijn naam te noemen of inlichtingen aangaande
zijn persoon te geven. Men berustte daarin, maar liet
hem eenvoudig photographeren. Zijn portret werd dadelijk
naar alle gevangenissen gezonden, en in die van Poissy
werd hij terstond als een oud-bewoner herkend, zoodat
de Parijsche politie even spoedig als volledig omtrent
alles wat zij van hem weten wilde was ingelicht.
Aan het goederenstation van den Weaterspoorweg te
Parijs werd jl. Donderdag van de vorige week een hoogst
zeldzame lading gelost, per specialen trein aangebragt. Zij
bestond in zeventien kameelen, negen giraffen, vier olifan
ten, zes buffels, een ezel en twee geiten, onder geleide van
veertien negers uit Abyssinië, die, vergezeld van tien
politiegenten, al deze dieren naar den Jardin d'Acclima-
tation hebben overgebragt. Een tweede konvooi, bestaande uit
drie rhinocerossen, twaalf struisvogels, vier buffels en negen
antilopen, bleef aan het station de terugkomst der Abyssiniërs
afwachten. Bestemming vooralsnog onbekend.
Engeland,
De regering heeft besloten onverwijld over te gaan tot
versterking van de garnizoenen van Malta en Gibraltar.
De Euphrates vertrekt Donderdag a. s. met 1500 man
naar Malta; de Crocodile, de Malabar en twee andere
schepen zullen weldra met een gelijk aantal troepen volgen.
Te Portsmouth denkt men, dat Gallipoli de plaats hunner
bestemming is.
De dagbladen beschouwen dezen maatregel als eene
demonstratie tegen Rusland.
The Morning-Post berigt, dat de regering besloten heeft
ook de marine-troepen van de vloot in de Middellandsche
zee aanzienlijk te versterken.
De groote man van den humbugBarnum, houdt zich
dezer dagen te Londen op, om daar voorlezingen over
voorvallen uit zijn veelbewogen leven te houden. Reeds
bij de eerste lezing was een talrijk publiek tegenwoordig.
Hij sprak over de wereld en het leven in de wereld en
gaf verschillende treffende zedelessen ten beste, afgewisseld
door de vermakelijkste anecdoten. Hij is een sterk voor
stander van geheele onthouding van sterken drank en
schrijft het daaraan toe, dat hij thans op 67jarigen leeftijd
nog zoo frisch en gezond is en bijna al zijne tijdgenooten,
die niet zooals hij zich tijdig van den atlasdruk van den
alcohol konden ontdoen, reeds lang overleefd heeft. Hij
verklaarde trotsch te zijn op den naam van den grootsten
showman. Hij gaf zijn publiek den raad, zijn licht niet
onder een korenmaat te zetten; hij zelf had dat ook nooit
gedaan (luid gelach) en had er zich best bij bevonden.
Mij geloofde aan de kracht van goed aangewende drukinkt;
het grootste gedeelte van zijn succès had hij aan adver-
tentiën te danken. «Lok de menschen naar uw winkel en
geef ze dan goede waar voor hun geld,» dat was zijn