Buitenland.
waggons. Het overige betreft goederen per Stad Breda,
van de Maatschappij ^Zeeland,» uit Engeland aangebragt.
De beroemde pianist en componist Anton Rubenstein
is in den Russischen adelstand verheven.
.Een nieuwe tak van industrie wordt tegenwoordig in
Boston beoefend. Het is niet meer of minder dan een
Amerikaansch bureau voor den verkoop in het groot van
Europesche ridderorden, titels en diploma's. «De offici-
eele» agent is dr. T. Seton Robinson, en volgens zijn
prijscourant kost een erfelijke graventitel 10000 dollars, een
ridderorde van 200 tot 10000 dollars, het lidmaatschap van
een of ander geleerd of letterkundig genootschap 250
dollars, enz.
Wederom duikt een bondgenoot op voor de bestrijders
der afschaffing van sterken drank. Het is bekend hoe de
Vermouth werd uitgevonden, naar aanleiding van eene uit-
noodiging van Keizer Napoleon I om voor het leger een
drank te bereiden, die het prikkelende en opwekkende van
spiritualiën had, maar niet de dronkeumakende kracht.
Thans heeft men een soortgelijken, maar, naar men zegt,
aangenamer drank bereid uit de bladen van den bekenden
eucalyptus—boom, wiens beschermende kracht tegen de koorts
reeds erkend werd, en waarvan in meer dan eene moerassige
landstreek partij getrokken is. Een officier van gezondheid
bij het Fransche leger in Algiers, dr. Miergue, is er in
geslaagd van de bladen van dien boom de eucalypsinthe
te stoken en te Marseille wordt de drank op groote schaal
bereid. Men voorspelt, dat zij binnen zes maanden in geheel
Frankrijk zal worden gedronken en de absinthe, la muse
verte, geheel verdrijven zal.
Het is te hopen, dat hetgeen omtrent de eucalypsinthe
gezegd en voorspelt wordt, waarheid bevat, ofschoon er
gansche wouden van eucalypten zullen noodig wezen om
zooveel bladeren voort te brengen, dat in den jeneverdorst
van de Nederlanders kan worden voorzien. (Arnh. Crt.)
Het Indisch blad Mataram ontving den 26 Junij 11.
den volgenden brief, dien de redactie om der curiositeits-
wille een plaatsje gunde, om aan het publiek gelegenheid
te geven uit te maken wat haar daarbij eigenlijk verteld
wordt:
Menneer Alkema,
Ik hartzeer door uwe kletserij over mijn familie alle
dagen gespeel hebbende. Kan jou niet verdom. Hij ben
gespeel eigen gel, niet gebruik van uwe.
Hij schijf (schuift?) ook zijn gel zelf, jij hoef niet
schelen kan.
Warlijk, ik vroeger gedach jij ook liplap eenboorling
redaktie zijnde moet aan ons bespaar hebben gehad.
Jawel kontjo maak ons grooter bescham getrag hebben.
Wees verzeker zijn ik ben kassian met uwe anders ik
U zou afransel gedaan hebben.
Doet niet meer dat waarvoor, word ommers niet meer
traktement trekken zal.
Uwe ken Djogdjo nog niet, gevaarlek zoo doet handelen
als uwe.
Ik, uw opreg vriend, ben spijt over die pratjes van uwe
gemak. Was niet gedag uwe mijn landsman ja ik weetniet.
U weet wat Bimo-koordo, liwoong als ik zoo lo ik
weet niet.
Wij eenboorling vriendscbappelek met mekar niet klet
serij en mak besham Shen neus shen gezeeg meneer
Alkema waarvoor.
Uwe niet meerder geschreven hebbende betoonen kan
egte eenboorling van Java geweest hebben zijn.
Wees u zoo goed zijn deze medegedeelde niet offisieel
triomf, dat Forbes nu te laat berouw kreeg- over hetgeen hij gedaan
of eigenlijk gelaten had; en Forbes, als hij met de handen in zijn
jaszakken en het hoofd peinzend voorovergebogen, langs de eenzame
kaden heen en weder liep, herinnerde zich met een trots, die
niet uit vreugde maar alleen uit wrok autsproot, dat het jaren lang
in zijn macht gestaan had, de plaats aan Johanna's zijde in te
nemen, die nu door Baldwin ingenomen was.
Baldwin en de oude heer Leiand waren de beste vrienden en
volkomen gelukkig. Zelfs geen zweem van wantrouwen verstoorde
hun rustige rust. Johanna had Baldwins aanzoek aangenomeu. Dit
was voor deze twee eenvoudige mannen het beste bewijs dat zij
Baldwin beminde. Zij waren geen meesters in de kunst om psycho
logische raadsels te ontcijferen, en vermoedden nergens een geheim.
Johanna legde in haren omgang met Baldwin wel niet die ver
trouwelijke toewijding aan den dag, welke deze in de theorie, van
zijne bruid verwacht had; maar hij stelde de terughouding, die zij
tegenover hem in acht nam, op rekening van een angstig gevoel
van vrouwelijke kieschheid, en had haar nu om die koelheid des
te liever. -De oude Leiand was niet zeer scherpzinnig, en zijne
vrouw had hem niet door al te groote teederheid verwend. Johanna's
houding tegenover haar bruidegom kwam hem in elk opzicht na
tuurlijk en gepast voor.
De twee maanden vóór de bruiloft vlogen spoedig omen zoo
kwam de groote dag, die als al de dergelijke dagen voorbij ging.
Het huwelijk werd met behoorlijke praal en prouk voltrokken. Vele
van Johanna's vriendinnen waren van hare buitenplaatsen naar
Parijs teruggekeerd, om „de mooie miss Lelarid" op haar trouwdag
nog eens tc zien. Zij was inderdaad zeer schoon bij deze gelegenheid.
Men merkte op dat zij er bleek uitzag en dat haar blik zoo hard
nekkig op den grond gevestigd bleef, dat ook niet één van al de
bij het huwelijk aanwezige personen gedurende de geheele ceremonie
hare oogen kon zien.
Bij het dejeuner, waaraan men zich na afloop der plechtigheid
vereenigtle, was slechts een klein getal der intiemste kennissen ge-
noodigd, waaronder ook Gcorge Forbes. Zijn oog zocht telkens en
telkens weder dat van de bruid, doch het gelukte hem niet, Johanna's
blik ook maar een enkele maal te ontmoeten. Zij scheen niets te
willen zien en zag ook niets van al hetgeen er om haar heen
gebeurde.
Het jonge paar verdween kort na het dejeuner op de geheim
zinnige wijze, die de mode sedert eenigen tijd ingevoerd beeft,
en werd nu gedurende verscheidene maanden door geen der vrienden
en kennissen meer gezien. Forbes reisde tegen het einde der
maand naar Amerika, waarheen hij, volgens zijn zeggen, door
dringende zaken geroepen werd. De oude Leiand ging naar
Trouville, waar hij tal van bekenden aantrof, aan wie- hij met regel
matige tusschcnpoozen van acht tot tien dagen verhaalde, dat hij
de meest verblijdende berichten ontvangen had van het jonge echt
paar, dat een huwelijksreis in Zweden en Noorwegen deed en daar
zoo gelukkig was als men van twee minnenden mocht verwachten.
Wordt vervolgd.)
te hebben beschouwen maar als vriend met goed raad
gegeven hebben.
U moet niet vergeet wij eenboorling zedelijk verpleegten
mekar helpen.
Vrag niet mijn naam ik ben de ondergeteekende
Djokosoemawoeng
van dessa.
I)e heer Gladstone op zijn buitenverblijf. Een
tooneel, zoo echt en uitsluitend Engelsch als zich maar denken
laat, had jl. Zaturdag plaats in 't park van ITawarden-castle, het
buitenverblijf van den heer Glads tb ne. Een 1400 leden van de
liberale vereeniging te Bolton kwamen er den cx-premier verrassen
met een bezoek. Onverwijld werd hun de vrije wandeling in het
park toegestaan; doch de heer Gladstone was aanvankelijk niet te
bewegen zich tc vertooneu. Eindelijk liet hij zich overhalen. Hij
deed weten dat hij aanstonds een boom zou gaan vellende gasten
mogten daarbij toeschouwers zijn. Inderdaad zag men weldra den
grijzen staatsman en zijn zoou naar buiten treden, gewapeud met
bijlen, en gekleed in 't grove werkpak van den houthakker. De
honderden bezoekers volgden juichend naar den ten val gedoemden
boom, een cscli van niet minder dan 15 voet in omvang. Straks
wierpen de beide houthakkers den hoed zich van 't hoofd, 't bom
bazijnen buis zich van de schouders de bijlen flikkerden, de
doffe slagen dreunden op de maat van 't gezang der schare, en
wijd en zijd vlogen de splinters, die door de omstanders om strijd
werden opgeraapt als relieken.
Wanneer de heer Gladstone rustte, om 't zweet zich van de
slapen te wisschen, dan verdrongen allen zich rondom hem, begeerig
naar de gunst van een handdruk. Die gunst werd echter slechts
aan de dames in het gezelschap toegestaan. Toch had de gastheer
voor allen, die hem aanspraken, een vriendelijk woord; alleen
weigerde hij ditmaal zich uit te laten over politiek, en wees hij
nadrukkelijk alle toespelingen af op de kans dat hij nog eenmaal
weder de leiding vau 's lands aangelegenheden op zich nemen zou.
De pauzen tusschen de aanvallen op den boom werden voorts
aangevuld door gezang, waarbij de heer Gladstone en zijn gezin
lustig mede. aanhieven.
Beeds was in den zwaren stam eene diepe kloof zigtbaar;
het zou gevaarlijk worden voor de menigte rondom, den arbeid
nog voort te zetten. Daar leunde de houthakker op zijne bijl, en
rigtte tot zijn bezoekers een gemoedelijk woord over stads- en
landleven. Ja! 't verschil was groot, en zou altoos wel groot
blijven, tusschen de stad en de vrije natuur. Maar toch, het was
vroeger eiger geweest. Er was verbetering te bespeuren: er was
minder stank, minder rook en roet, minder vuilnis en somberheid
in de straten van Londen en Liverpool, dan vóór een veertig jaren.
Dit was te danken aan zekere heilzame wetsbepalingen, die den
fabrikant verboden hadden lucht en water te verontreinigen met
den afval van zijne nijverheid. En wezenlijk, de fabrikant zelf
was wel gevaren bij die beperking van zijne vrijmagt tot ontsiering
der schoone schepping. Een papier-molenaar had den heer Glad-
stone beleden, dat hij tegenwoordig eene jaarlijkschc winst van
3000 p. st. behaalde uit den afvul, waarmee hij eertijds eene
gansche rivier stinkend maakte en vergiftigde, doch die de nood
zakelijkheid hem had leeren verwerken tot een kostbaar neven
product. Te Londen, met zijn vier millioenen inwoners, is de
lucht zuiverder dan voorheen; opent gij er uw venster, zoo zwieren
minder roetvlokjes er binnen, dan een vierendeel eeuw geleden.
Hoe komt dit? Doordien eene goede wet (niet streng genoeg nog)
den fabrikanten verbiedt den rook dien ze scheppen los te laten
over de hoofden der burgerij. Wie rook maakt in 't groot, moet
zijn roet gevangen houden in eigen schoorsteen: want God schiep
de frissche lucht en de klare wateren voor ons allen, niet enkel
voor den glasblazer of den ijzergieter. Zóó is het stadsleven al
ietwat aangenamer en gezonder geworden. En 't moet nog beter,
steeds nog beter worden. Maakte de Schepper dezen aardbol niet
aangenaam om op te wonen? Hij maakte hem niet zonder plaag
of kwelling; doch zóó rigtte hij hem in, dat de natuurlijke voor
waarden van 's menschen leven er dragelijk kunnen zijn, behagelijk
zelfs. De lucht en de zou, 't zwerk en de bosschen, 't grasveld
en de stroomen, zij zijn behagelijke dingen. Doch wij menschen
bederven, ontvormen, ontkleuren en ontsieren ze, enkel uit onver-
scliilligheid, of om te sneller geldelijk gewin. Dit behoeft niet.
Wij kunnen de stad zoo liefelijk niet maken als 't velddoch veel
kunuen we doen, ook in de stad, om te beschermen wat de natuur
liefelijks ons vergunt, en om aan te brengen wat frisch en welig
tieren wil ook tusschen muren.
Zietdaar, sprak de heer Gladstone, de moraal van mijne korte
toespraak.
De menigte vertrok, na den beminnelijken spreker dank en
afscheid te hebben toegejuicht. Weer dreunden de bijlslagen door
de leeg en stil geworden lauen. Weinige minuten nog en een
donderend kiaken verkondigde den luisteraars in de verte, dat de
fiere escli bezweken was onder T staal van vader en zoou.
De heer Gladstone heeft den val van menigen eerbiedwaardigen
stam op zijn geweten. Men kan er echter zeker van zijn, dat hij
niet velt dan hout dat rijp is, en dat hij voor eiken omgehouwden
ouden boom er twee jonge aanplant. (N. Ii. C.)
Benoemingen, enz.
Aan den heer P. Honig, is op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als burgemeester der gemeente Zuid- en Noord-Schermer, en
in zijne plaats is benoemd de heer C. Olij Pz.
De luit. ter zee lsle kl. N. A. de Vries en die der 2de kl. A.
E. Arkenbout Schokker, beiden laatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indië en vandaar den 4 dezer teruggekeerd, ziju
met dien datum op non-activiteit gesteld.
Met ingang van 1 Sept. a. s. zijn benoemd tot adelb. 1ste kl.
bij de zeemagt, de adelb. 2de kl. bij het Kon. Inst. v. d. Marine
alhier C. van Rijn, P. J. L. de Gijselaar, G. F. G. de Bruijn, P.
F. van der Velden Erdbrink, G. F. G. Gobius, L. lloosenburg,
J. M. W. Kuijl, G. Borel, G. O. van Kuijk, I. D. van Strijen,
P. Scholten, W. Noorduijn, W. D. H. baron van Asbeck, E. F.
T. Bik, J. Vos, H. G. J. A. Fundtler, J. H. vau den Berg, G.
A. de Cocq, F. E. baron Mulert, L. N. de Bruijue, J. Kuijp, R.
A. Eekhout, G. Jonkheer, E. van Voorthuijsen en J. Rozendaal.
De gouden medaille ter geheele grootte is als bijzondere onder
scheiding voor vijftig jaren eerlijke en trouwe militaire dienst toe
gekend aan den lsten timmerman in het vaste corps dek- en
onderofficieren bij de zeemagt J. Leistman.
De 2de luit. van het corps mariniers L. H. J. L. Vogelvanger,
iugescheept» aan boord van het fregat Evertsen, wordt met 21 dezer
ter beschikking gesteld van den kommandant van het korps.
Oost-Indie. Verleend: een tweejarig verlof naar Nederland,
wegens ziekte, aan den vice-commandeur voor het vak van scheeps
bouw bij het marine-etablissement te Soerabaija C. Bruijne.
Ingetrokken: de detachering bij het departement van marine van
den dirig. off. van gez. bij de Kon. Ned. Marine dr. F. J. van
Leent. Gedetacheerd: bij dat departement de dirig. off. van gez.
bij de Kon. Ned. Marine J. D. Sachse. Ontheven: eervol, van
de verdere vervulling der betrekking van ekwipagemeester bij het
marine-etablissement op Onrust, de luit. ter zee l9te kl. bij de
Kon. Ned. Marine F. C. Gobée.
Daitschland.
Het Dresdener Journal meldt, dat het verschijnen van
den colorado-kever officiëel is geconstateerd op een aard
appelveld bij Schildau, in de nabijheid van de Saksische
grenzen. Terstond zijn alle maatregelen van voorzorg
genomen, 't Is echter niet waarschijnlijk dat het baten
zal, nu het gevreesde insect zich op verschillende punten
begint te vertoonen. 't Zal daarom zaak zijn naar middelen
om te zien, die de verwoestingen, door dit dier aangerigt,
tot een minimum beperken. Het besproeijen van aangetaste
velden met teerwater werd dezer dagen aanbevolen. Af
doende proeven zijn echter nog niet genomen.
Te Nordhausen heeft men een man vermoord door
hem op de rails van den spoorweg vast te binden en door
een trein te laten overrijden.
Aneriki.
Terwijl van 1867 tot 1876 de bevolking der Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika met 23 pCt. toenam,
werd het spoorwegnet met ruim 97 pCt uitgebreid.
Berigten uit Atsjin.
Uit Atsjin, schrijft het Alg. Dagbl. van N. I., is geen belangrijk
nieuws ontvangen. De gezondheidstoestand heet verbeterend, doch
het cijfer van over de 1000 man in het hospitaal kómt ons nog
steeds zeer hoog voor. Eenige dagen geleden ontmoette men in een
blad uit den Oosthoek de tijding van den kort op handen zijnden
bouw van een bamboe kazerne voor 000 man te Malang, waar vóór
het einde des jaars een deel van het Atsjin-garnizoen zou intrekken
tezelfder tijd deed de Locomotief mededeeling van een brief van
den gouverneur-generaal aan den minister, waarin op algemeene
verplaatsing der garnizoenen van de kust naar de hoogere streken
werd aangedrongen, een punt reeds lang in verschillende publicatiën
als hoogst wensclielijk aangeroerd.
Voorts deelt de Jav. Crt. mede, dat Tongkoe Panglima Tjoet
van Noë te Kotta Radja was aangekomen, om zijue onderwerping
aan te bieden, en dat hij den 19 Junij beëedigd was. Op het
oorlogsterrein viel niets meldenswaardigs voor.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Opgave van Donderdag middag tot Zaturdag middag.
ONDERTROUWD.- A. P. Boelsums, koopman en F. W. Schuiten
maker. J. P. van Reijn, ambtenaar bij de Marine en C. Driessen.
J. II. de Miblt, hoofdonderwijzer en E. de Bnisonjé. W. Velthuijzen,
smid en V. Abbcnes.
GETROUWDGeene.
BEVALLEN: M. W. Krul, geb. Jacobs, D. A. Kooij, D.
G. Driessen, geb. van der Linden, 1). A. Denneman, geb. Bakker, Z.
O. J. Heeman, geb. Dienst, Z.
OVERLEDEN: E. Rieuwers, geb. de Wit, 35 jaren. T. Kramer,
42 jaren. G. Hoenson, 40 jaren.
J94ste STAAl'S-BUiEKIJ.
VIJFDE KLASSE.
Zevende lijst: No. 2746, 2875, 11807 en 13958 ieder
f 1000; No. 4336, 4354, 9274, 12667, 14765, 16510 en
16789 ieder f400; No. 8004, 10590 en 12742 ieder f200;
No. 954, 2202, 9177, 11932, 15991, 16508 en 20981
ieder f 100.
Achtste lijst: No. 13285 en 13620 ieder f 1000;
No. 17782 f 400; No. 3436, 4872, 5351, 6176, 18491 en
20010 ieder f 200; No. 773, 1259, 1467, 3308, 4388,
5992, 6354, 6864, 7577, 8536, 9121, 10542,12010, 12183,
14055, 16749, 17857, 17896, 18457 en 19997 ieder f100.
Weêrkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet),
O)
3
ei
Windrigting
Barometer
Thermometer
lip
Toestand
en
mm.
C.
van
Kracht.
Stand. Afw.
Stand. 1 Afw.
de zee.
10
12
zw. 6k.
758.22
- 2.4
18.6
- 0.4
0.79
Slecht.
11
8
ozo. 0.1,,
759.16
- 1.5
16.5
- 0.8
0.89
Vlak.
1L
12
no. 0.7
759.22
- 1.5
17.7
- 1.3
0.78
«r
Weersgesteldheid: lOAug. 12u. Helder, ligtbeirolkt, mooi.
UAug. 8 u. Bewolkt, mooiweer.
llAug. 12o. Idem.
Marine-Haven Nieuwediep.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
4 Julij. 11 Aug. Kon.derNederl. A.G.M.Bruins. Padang.enz.viaSuez.
9 Aug. Pionier.st. F. Kunst, Ada(Westk.v.Afrika).
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Buiten- oj Binnenhaven te losstn.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
LadyAliiie.st. T.Booker. Seaham. Steenk. Duink.&Goedk.
Wanderer. E.Liwes. St. John. Hout. v. Vliet Co.
Harmonie. T.J.Boer. Frederikshall. ZurMühlen&Co,
Haven van IJmuiden.
Binnengekomen
9 Augustus. Cosraopolitan, st., Londen; Echo, st., Newcastle;
European, st., Huil; Frederik Snowdon, stNewcastle.
Vertrokken
9 Augustus. Trio, Iversen, Riga; Pallas, st., Sundsvall.
10 Augustus. Nor, st., Riga; Jason, st.,Newc.; Venus,st.,Croonst.
34 1
ALKMA ARSCH E MARKT V AN GISTEREN
per mud per 50 KG.
31 m.Tarwe f13,—a 237m.Knrweizaad f 24,60a24,87£
8 m.Rogge 9,a per mud
6,70a 7,25 1 rn.Grn.Erwten16,a
a m.Graauwe„ a
5,50a 6,25 ra.Vale a
m.Wiite a
591 stap.Kaas, weg. 124476 KG.
per50KG.
Kleine Hooif ,Gras f36,50
Commissie,/ „34,50
Middelb. „35,
Laagste prijs f 18,
31 m.Tarwe
8 m.Rogge
m.Gerst
(Cher.)
85 m. Haver
m.Paardcnb.
m.Br.Boonen
m.Kanariezaad,,
m.Mosterdz.(r),,
m- e tg)*
m.BIMaanznad,,
ra.Koolzaad
ALKMAARSOHE MARKT VAN HEDEN.
per stuk
4 Paarden b.'tj. f 75,-a300,-
24 Koeijen 152,-a250,-
27 Nucht.Kalver.,, 7,a22,
184 Schapen 17,a36,
82 Lammeren 7,al6,
per stuk
192 Mag.Varkens f 16,«22,
115 Bigg.ben.10w.,, 6,all,
7 Bokk.&Geiten 3,alO,
KleineBokken a
Boter fl,— a 1,10 per0.630KG