IIELÜERSCHË KV VIKl WKIIKFKR COURANT. 1877. N°. 99. Zondag 19 Augustus. Jaargang 35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. BEKENDMAKING. Binnenland. „W IJ li u 1 d i g e a U e t goed e." Verschijnt Dingsilag, Donderdag e Abonnementsprijs per kwartaal Zaturdag namiddag, franco per post 1.30. - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: M O L E S P L E I X X°. 163. Prij der Ad ver ton tien: Van 1i regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents, firoote letter» of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Siilicu donderdag: vertrekt de mail Oost-Indie. Laatste ligting 's avonds 6 nur. De Burgemeester der gemeente Helder maakt ter voorkoming van ongelukken bekend, dat in de volgende week van Zr. Ms. artillerie-instructiescliip „Het Loo," liggende alsdan achter in het Nieuwcdiep bij het kruidschip Heldinmet scherp zal worden gevuurd op een pantserschijf in een Oostelijke rigting, waarbij een roode vlag van den voortop zal geheschen worden. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 18 Augustus 1877. STAKMAN BOSSE. HELDER on NIEUWED1EP, 18 Augustus. De naam van de vrouw die verleden Zondag morgen uit het Kanaal is opgehaald is Neeltje Sies, oud 29 jaren, geboren te Zierikzee, modiste te Rotterdam. Gisteren vierde de Israëlitische gemeente alhier het feest van 't veertigjarig bestaan van haar kerkgebouw. Talrijk waren de leden der gemeente opgekomen in 't gede coreerde gebouw, waarin de sierlijke voorhang prijkte, die door eene vereeniging van gemeenteleden ter dezer gelegenheid aan de kerk is geschonken. Dit prachtig kerksieraad, van blaauw zijdfluweel en rijk met goud bewerkt, doet de vervaardigers, de heeren Gebr. van Oven, te 's Hage, alle eer aan. De inscriptie luidt in onze taal als volgt«Dit geschenk, aangeboden door een tal van mannen en vrouwen, jongelingen en jongedochters, zij tot een voorbeeld voor het nageslacht.» (Deze inscriptie vormt, in Hebreeuwsche letters, het jaartal der feestviering.) Ten 12 ure kwamen de rabbijn, de kerkeraad en de feest commissie het kerkgebouw binnen, en onmiddellijk hierop hief het zangkoor de feestcantate aan, nu 15 jaar geleden door wijlen den heer P. H. Polak vervaardigd. Onder accompagnement van eenige instrumenten werd deze cantate flink uitgevoerd. De aanblik van dit koor, grootendeels zamengesteld uit kinderen, die allerliefst waren uitgedoscht, strekte tot opluistering van 't feest. De goede uitvoering doet den heer M. P. Polak, directeur van 't koor, alle eer aan. De heer Schönberg, opper-voorzanger te Rot- 13) GORDON BALDWIN. Novelle van RÏÏDOLPH LINDAÜ. Fercolj „Is Forbes hier geweest?" vroeg Baldwin toen hij eenige oogcn- blikken later zijn salon binnentrad. Johanna, die voor den haard zat, met den rug naar hem toe, gaf geen antwoord. Hij kwam haastig bij haar. Zij zat daar met half geopende oogen en witte lippen, alsof zij een lijk was. Hij nam haar in zijne armen en droeg haar als een kind naar een andere, koele kamer, waar hij haar op een bed nederlegde. Hij had in zijn leven veel zieken en stervenden gezien, en verloor ook nu zijne tegenwoordigheid van geest niet. Ilij bemerkte dadelijk dat Johanna slechts bewusteloos was, en paste eenige eenvoudige middelen toe om haar weer bij te brengen. Na weinige oogenblikken sloeg zij de oogen op en zag hem verwonderd aan. „Die ellendeling 1" mompelde zij. „Wat is er gebeurd?" vroeg Baldwin onrustig. Zij herkende den spreker, sloot de oogen weder en wendde het hoofd van hem af, alsof zij slapen wilde. Baldwin bleef een tijd lang zonder te spreken aan hare zijde staan; daarop vroeg hij nog eens wat er voorgevallen was. Zij antwoordde nauw hoorbaar: „Ik ben moede laat mij met rust." Hij gevoelde zich tegenover deze werkelijke of voorgewende zwakte volkomen machteloos. Hij riep de kamenier, die in een zijvertrek zat; gaf aan deze voorloopig de noodige, bevélen en begaf zich toen terstond naar zijn kamer. Doch hij hield zich daar slechts een paar minuten op. Toorn, argwaan en jalouzie woedden in zijn binnenste. Hij had Forbes op straat met een verwilderd gelaat voorbij zien rennen, en dadelijk daarop had hij te huis zijne vrouw in zwijm gevonden. Wat was er tusschen die beiden voorgevallen? Hij moest het te weten komen, en wel op staanden voet! Van zijne vrouw kon of wilde hij geen opheldering bekomen. Fprbes zou hem tekst en uitleg geven! Het was een zoele avond in Maart. De huisdeur stond open. De portier had zich een eiudweegs van zijne loge verwijderd en stond op het trottoir met een buurman te praten. Baldwin liep, zonder door iemand opgemerkt te worden, de straat op. Hij ging met haastige schreden tot aan het Hotel Forbes en sloeg opmerkzaam de vensters van het vertrek gade, waariu de bewoner zich 's avonds, als hij thuis was, placht op te houden. Toen Baldwin zag dat alles donker was, zette hij zijn weg voort. Weinige minuten later bevond hij zich op de kade. Daar heerschte een bijna doodschc stilte. Nergens was een voetganger te zien. Aan Baldwins rechterhund stroomden de donkere wateren der Seine, die door de laatste voor terdaro, die de psalmen en 't gebed vour den Koning zou hebben ten gehoore gebragt, was door een sterfgeval in de familie verhinderd. Op uitnemende wijze werd zijne taak thans vervuld door de heeren Heijmann, van Amsterdam en Yleeschhouwer, van Groningen. Door den heer van Tijn werd het Mincha-gehecl verrigt, waarna de heer Tal, rabbijn te Amsterdam, de predikatie hield. Spreker wees op 't voorregt, dit feest te mogen vieren, maar ook op de verpligtingen, die dat voorregt den Israëliet oplegt. Blijkbaar met groote belangstelling werd deze rede gevolgd. Nadat de heer Bonewit, namens het kerkbestuur, bad dank gebragt aan allen die tot dit feest hadden bijgedragen, werd deze kerkelijke feestviering met het zingen van Psalm C door het koor op welluidende wijze besloten. Behalve den voorhang, ontving het kerkbestuur nog een tweetal geschenken ten gebruike bij de openbare eeredienst. Mejufvrouw E. PolakLeuw, voldeed bij deze feestelijke gelegenheid aan eene belofte, in der tijd aan haar schoon broeder, wijlen den heer P. H. Polak, gedaan, om een dekkleed te borduren, dat gebezigd wordt bij 't lezen der wetsrol, 't Kleed is keurig bewerkt en verdient eene voorname plaats onder de kerksieraden. Een ander ge schenk, der kerk vereerd, bestaat in een zilveren hand wijzer bij 't lezen der wetsrol, aangeboden door een knaapje van 2 jaren, P. J. Polak, zoon van den heer J. H. Polak, genoemd naar wijlen zijn oom, aan wien de Israëlitische gemeente zoo groote verpligtingen heeft, en die bij zijn leven reeds de eerste plannen voor deze feestviering ontwierp. Blijkens een bij het departement van Marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Cura^ao, onder bevel van den kapt.-ter-zee jhr. M. W. van Rensselaar Bowier, den 15den dezer te Batavia aangekomen. Aan boord is alles wel. De officieren van Zr. Ms. stoomschepen van Galen, Zilveren Kruis en Leeuwarden, in de Simonsbaai geankerd, hebben hunnen liartelijken vaarwelgroet openbaar gemaakt voor de heusche ontvangst in de Kaapkolonie; zij dragen den indruk mede, dat de oud-Hollandsche zeden in den besten zin des woords hier bewaard zijn gebleven. Sommige Hollandsche bladen beantwoorden even hartelijk dit vaarwel. De bronzen munt van 2| cent, waarvan thans veertig stuks geslagen zijn, zal in het najaar in circulatie worden gebragt. De eene zijde vertoont een lauwerkrans, waarin jaarsregens aanmerkelijk was gewassen, in rustelooze vaart vooruit. Tallooze lichten van den tegenover gelegen oever en van de bruggen spiegelden zich met bewegelijken glans in de brecde rivier. Ter linkerzijde verhieven zich, met hunne donkere schaduwen om zich heen, de oude hoornen van de Cours de la Reine. Uit de verte klonk, dof en met tusschenpoozen, het geratel van een eenzaam rijtuig. Nadat Baldwin een paar honderd schreden gedaan had en ongeveer het midden van den weg tusschen de Pont de 1'Alma en de Pont des Invalides bereikt had, bemerkte hij niet ver van zich af een mannelijke gedaante, die door de heerschcnde duisternis tot hiertoe voor hem verborgen was gebleven. Die gedaante leunde over den lagen steenen muur, welke aan den kant der Seine langs de kade loopt, en scheen onufgebroken naar beneden in de rivier te staren. Baldwin herkende in de onbewegelijke gestalte den man dien hij zocht. Forbes, die den haastigen, zwaren stap van den aankomende hoorde, richtte zich op en in hetzelfde oogenblik stonden beiden tegenover elkaêr. Een lantaarn, die niet ver van de plaats brandde, verspreidde licht genoeg, om hunne tickken in de onmiddellijke nabijheid duidelijk herkenbaar te maken. Forbes was bleek; Baldwin, door de snelle beweging en den storm die in zijn binnenste woedde, geweldig ontroerd, stond met gloeiende wangen en fonkelende oogen tegen over hem. „Wat hebt gij in mijn huis gedaan?" vroeg Baldwin. Hij sprak zacht, met een onheilspellende siddering in zijne stem. Forbes zag hem sprakeloos aan. „Wat hebt gij in mijn huis gedaan?" herbaalde Baldwin luider. Een pauze van eenige seconden. „Wilt gij mij antwoordden, Forbes! Hoort ge mij? Zult ge mij antwoorden?" „Gij zijt veel te opgewonden om naar mij te luisteren," hernam de ander, met een krachtige poging tot zclfbeheersching; „ga met mij naar huis. Stel u gerust. Ik kan alles ophelderen." „Ik wil den drempel van uw huis niet weer overschrijden. Gij zult mij hier tekst cn uitleg geven! Dadelijk!" Forbes deinsde onwillekeurig een stap achteruit. Baldwin greep hem aan beide schouders vast. „Gij komt zoo niet van mij af! Ant woord Antwoord Baldwin was een sterk man. De drift gaf hem reuzenkrachten. Hij schudde Forbes als een licht, levenloos lichaam. „Antwoord riep hij nog eenmaal met klimmende woede. Hij zag, gedurende het tiende deel eener seconde, een doodsbleek, snel terugwijkend gezicht, waaruit hem eeu paar groote, zwarte, schier waanzinnig verschrikte oogen aanstaarden; en toen zag hij dat Forbes, dien hij met geweld van zich afgestooten had, achter over tuimelde. Hij zag hem rugwaarts tegen den lagen, scherp- gekauten muur rollen en onder een akelig gekerm er langs neêr- glijdenhij hoorde, hoe het hoofd van den vallende met eeu doffen, zwaren slag tegen den muur bonsde en daarop werd alles stil. hot cijfer 21 cent. Aan do andere zijde is liet Nederland- sche wapen, met het randschrift: «Koninkrijk der Neder landen 1877.De stukken zijn iets dikker, maar niet veel grooter clan onze tegenwoordige centen. Zij hebben een gekarteld en rand. Uit Kampen zijn 30 jongelingen als korporaal-titulair naar de regimenten vertrokken en door even zoovele volontairs bij het instruciie-bataillon vervangen. Beroepen te Meppel ds. Kraijenbelt, pred. te Alkmaar; te 's Hage ds. G. A. Rademaker, te Dordrecht. Jl. Donderdag heeft de nieuw benoemde bisschop van Haarlem aan het kathedraal-kapittel de breve zijner benoeming overgelegd en daarna bezit genomen van den bisschoppelijken zetel. Benoemd tot hulponderwijzeres voor handwerken te Hoogkarspel mej. A. M. Bakker, te Heen vliet. De heer M. J. Keen, te Wieringerwaard, staat op de voordragt voor hoofdonderwijzer te Wageningen. Men schrijft ons van Texel, dd. 16 dezer: «Gisteren en heden zijn ruim 1000 schapen van hier naar Noord- en Zuidholland per stoomschip en met vaar tuigen verzonden. De prijs blijft voor dit artikel gewild: fokschapen gemiddeld f 30, oudere schapen f 20.» Te Zijpe zijn voor de verkiezing van een raadslid van de 377 kiezers 195 opgekomen en 196 stembriefjes in de bus gevonden. De heer C. R. Blaauboer bekwam 98 en de heer J. van Beusekom 88 stemmen, terwijl de overige 10 stemmen op andere personen waren uitgebragt. Er zal alzoo eene herstemming tusschen genoemde heeren behooren plaats te hebben. De door de Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier uitgeschreven graan- maaiwedstrijd had op den 10 Aug. jl. op de modelboerderij in den Groetpolder onder Winkel plaats. De mededingende werktuigen, ingezonden door de hh. de Blocquery Jr. te Haarlem, Krom Co. te Amsterdam, Kortmans Co. te Rotterdam, Slichger te Monnikendam, Samuelson Co. te Banbury (Engeland), Peignat Co. te Amsterdam, en Boeke Huidekooper te Groningen, werden van den 8 tot den 10 dezer, aan verschillende proefnemingen door den jury onderworpen. Niet dan na ernstige overweging en na eene laatste beslissende proeve in een zwaar gewas tarwe, kon de jury eenstemmig uitspraak doen. Al de bekroonde werktuigen werkten uitmuntend, en Forbes lag op de straatstcenen bij den rauur, en Baldwin boog zicli over hem heen, en staarde uitvorsohend op het verwrongen gelaat. „Forbes Geen antwoord. De oogen van den stervende openden zich in den doodstrijd. Een afgrijselijk gerochel in de keel een kort, krampachtig rekken en trillen der ledematen en daarna op eenmaal eene volkomene, onbewegelijke rust, de rust' des doods. Baldwin zag verwilderd om zich heen. Twee, drie seconden bleef hij besluiteloos slaan: doch daarop ontwaakte in hem de doortastende tegenwoordigheid van geest, die hém in groote gevaren altijd ter zijde stond. Hij overzag zijn toestand met volkomen helderheid, hij hoorde het rollen van een zwaren wagen en zag aan zijn rechter hand, honderd passen van de plek, waar hij stond, de roode lan taarns van een omnibus. Met een paar haastige sprongen had hij de andere zijde van de kade bereikt, in den donkeren schaduw der boomen van de Cours de la Reine. De wagen reel hem voorbij, zonder op te houden; doch van de zijde der Invaliden-brug naderden thans twee voetgangers. Het was zoo stil, dat Baldwin hen kon hooren spreken. „Wat is dat?" vroeg de een, toen zij dicht bij het lijk gekomen waren. „Een dronken man." Zij bukten zich, om beter te zien. Ga terstoud een sergeant de ville (politie-agent) halen; ik zal hier blijven wachten; de man is dood!" Een der voetgangers snelde haastig voort in de richting van de Place de la Concorde. Baldwin sloeg den tegeuovergestelden weg in, en zijn tred zooveel mogelijk verhaastend, waarbij hij echter zorg droeg dat hij niet de aandacht, trok van de lieden die hij op zijn weg passeerde, bereikte hij in korten tijd zijne woning. Er was nauwelijks een half uur verloopen, sedert hij zijn huis verlaten had. De portier liep, onder het rooken van een smerig eindje pijp, voor de openstaande deur heen en weder. Baldwin, die hem reeds op een grooten afstand in het oog had gekregen, legde het zoo aan, dat hij het huis kon binnengaan zonder door den man te worden opgemerkt. Ilij klom zoo zacht mogelijk de trap op, opende voorzichlig de deur der voorkamer en bereikte van daar, zonder iemand ontmoet te hebben, zijn eigen vertrek. Daar ontdeed hij zich gezwind van zijn overjas, greep een krant die op tafel lag, vouwde ze open en liet zich daarop naast den haard in een stoel vallen. En nu eerst, nadat hij alles gedaan had om de sporen der pas gepleegde daad achter zich uit te wisschen, om het dreigende gevaar af te wenden, zette hij zich er toe om langzaam na te denken over hetgeen er zooeven gebeurd was. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1