Buitenland.
f 14,700 's jaars. In 1850 beliep de jaarlijksche pacht
van liet regt van wiermaaijerij in de Zuiderzee f 200 ii
f 300, thans circa f 30,000 's jaars. Waarlijk wel een
schitterende vooruitgang in het financiële
De Hollandsche Maatschappij van Landbouw houdt
dit jaar hare algeraeene vergadering, nevens tentoonstelling,
harddraverij en volksfeesten, te Alkmaar in Sept. e. k.
De tentoonstelling van producten en werktuigen wordt
geopend Zaturdag 15 Sept., die van vee en pluimgedierte
Maandag 17 Sept. Dingsdag 18 Sept. algemeene verga
dering en diner. Woensdag 19 Sept. harddraverij; prijs
f 400, 1ste premie f 200, 2de premie f 100. Zaturdag
22 Sept. trekking der loterij. Dagelijks muziekuitvoeringen.
Op nader te bepalen dag, afhankelijk van het weder, ver
lichting van den Alkmaarder Hout.
Gelijk uit het verslag der onlangs gehouden alge
meene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen bleek, zijn van de negen antwoorden op de prijsvraag:
«de beste middelen tot ontwikkeling van het schoonheids
gevoel op de lagere volksschool,» twee voorwaardelijk
bekroond, en werd omtrent één te kennen gegeven, dat
het wenschelijk geacht werd, dat de schrijver zijn opstel
in het licht geve. Als opsteller van de met de gouden
medaille en f 200 (behoudens enkele stijlverbeteringen)
bekroonde verhandeling heeft zich bekend gemaakt de heer
J. H. van Duinen, te Muiderberg. De schrijver, die met
eene premie van f 100 is bekroond, is nog niet bekend,
en de schrijver der verhandeling, waarvan de uitgaaf
wenschelijk wordt geacht, is de heer W. B. G. Molken-
boer, te Leeuwarden.
Te Amsterdam zal in de volgende maand worden
aanbesteed: het daarstellen van een drijvend dok in acht
sectiën, elk van 50 voeten.
Jl. Dingsdag avond hield het Koninklijk Zoölogiesch
Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam zijn
jaarlijksche algemeene vergadering. Uit het verslag blijkt,
dat het ledental op 1 Mei bedragen had 5468; op 1 Aug.
was het 5933, waaronder 4887 effektieve. De ontvangsten
beliepen f 254,015.211. Hieronder was aan contributie
f 136,877.50, aan introdukties f 52,502 en aan opbrengst
van verkochte voorwerpen f 14,452,91.
78,952 Vreemdelingen en 40,407 werklieden hebben het
genootschap bezocht. De uitgaven bedragen f 229,490.98;
waaronder aan oppassers werklieden en sjouwers f 18,670.33,
aan voeder f 50,879.36, aan grond en patentbelasting ruim
f 6000. De bezittingen van het genootschap werden begroot
op f 1,364,348.07|.
Dezer dagen werd medegedeeld, dat uit eene tapperij
in de Oudekennissteeg te Amsterdam billardballen waren
ontvreemd en de dader schier op heeterdaad is aangehouden.
Gisteren stond zekere M. V., die 20 jaren geleden ter
zake van valschheid in geschriften was veroordeeld, wegens
dat feit voor de correctioneele kamer der arrondissements-
regtbank aldaar teregt. De tapper legde de verklaring af,
dat beklaagde omstreeks 12 ure des voormiddags, na een
borrel te hebben gebruikt, zich een korte poos alleen in
de billardzaal heeft bevonden. Terstond na zijn vertrek
miste hij drie billardballen, liep de straat op en haalde de
beklaagde in. Deze ontkende eerst ballen bij zich te
hebbenzij werden echter uit een zijner zijzakken gehaald
en hij door toedoen van een der omstanders door een
politie-agent gearresteerd. Beklaagde kon ter teregtzitting
het wegnemen der ballen niet ontkennen, doch beweerde,
dat hij ze in dronkenschap bij zich had gestoken. Die
dronkenschap werd intusschen door een tapper en twee
andere getuigen ontkend. De vierde getuige was een
andere tapper, die verlaarde op een ander tijdstip drie
billardballen van beklaagde te hebben gekocht tegen
betrekkelijk lagen prijs. Beklaagde beweerde dat hij die
van een uitdrager had gekocht. De substituut-officier van
justitie, de heer mr. A. J. Karseboom, achtte een strenge
straf wenschelijk, vermits deze man ongunstige antecedenten
had en er veel werd geklaagd over het wegnemen van
een aan het publiek min of meer toevertrouwd goed als
billardballen. Hij rekwireerde zijne veroordeeling tot eene
gevangenisstraf van 3jaren. Woensdag a.s. uitspraak. (Am.C.)
De enquête-commissie voor de longziekte onder het
rundvee zal, naar de Amst. Crt. verneemt, Maandag a. s.
haar eerste zitting houden.
Het ontstaan van den brand op jl. Zaturdag bij den
heer Tinholt, te Haarlemmermeer, schijnt te moeten wor
den toegeschreven aan broeijing van het hooi. De geheele
inboedel, 600 kazen, ongeveer 300,000 pond hooi, in één
woord alles is verbrand, doch het was tegen brandschade
verzekerd.
Tengevolge van de vele regens vreest men, dat te
Haarlemmermeer drie vierde van de late aardappelen
wegens ziekte verloren zullen gaan.
De heer W. H. Jacobs, te Haarlem, heeft eene stoom
machine uitgevonden, waarbij de regte beweging van den
zuiger door den cilinder, overgebragt door den krukas,
vervangen is door eene ronddraaijende beweging van de
as, die uit de stoompijp te voorschijn komt. Deze uitvinding
zal, naar de Haarl. Crt. meent, een geheelen omkeer in
het stoomwezen teweegbrengen.
s»Homunculus schrijft in het Dagblad het volgende:
Onder de tot nu toe nog onopgeloste raadsels behoort
de oorzaak der weersveranderingen, en hoewel door naauw-
keurige en gelijktijdige observatiën op verschillende plaatsen
de te verwachten rigting en sterkte des winds eenigszins
kan aangegeven worden, liggen de oorzaken van koude,
heete of natte zomers, strenge of zachte winters, nog vol
komen in het duister.
Dit toe te geven, is wel wat erg voor een zoon der
19de eeuw. Den rand van zijn hoed vastklemmende met
de eene, zijn parapluie met de andere hand, peinst hij
over de oorzaken waarom het tegenwoordig zoo hard waait,
zoo dikwijls regent en zoo zwaar onweert. «Eureka!»
roept hij; hij heeft het gevonden! Die Oostersche oorlog,
die zware veldslagen van Delibaba en Plewna, die doen
het 'ra. Dat heftige kanongebulder verwekt electriciteit
die ontzettende kruiddamp trekt op, verzamelt en verdikt
zich boven, en vandaar die hevige regenbuijen. Gedurende
den Fransch-Duitschen oorlog zag men immers hetzelfde
verschijnsel; de heele natuur was toen ook in de war. En
dan die onnatuurlijke droogte na den brand te Chicago
en die schapenwolkjes na de laatste exercitiën te Waalsdorp!
Zoo redeneert ons baasje, gooit wijselijk zijn sigaar weg
om geen regenbuijen te verwekken en bedwingt een
hoestbui om geen storm te veroorzaken.
In de sociëteit vindt zijne bewering grooten bijval en
spoedig maken dagbladen zijne stelling wereldkundig.
Dat nog velen gelooven, dat zon, maan, sterren, ja alles
slechts om onzentwil daar is, schrijf ik meer toe aan ge
brekkige opvoeding, dan aan hoogmoed.
Maar dat we met onze vechtpartijen, ware poppenspelen
in vergelijking met de krachten der natuur, de natuurorde
denken te verstoren, als nieuwerwetsche Vulkanussen
donders en bliksems denken te smeden en hetzelfde voort
te brengen met een paar honderd Krupp-kanonnetjes,
waartoe de natuur een oceaan en een zon noodig heeft,
dat vind ik een pygmeën-trots, waarover Jupiter en
consorten zich indertijd op den Olympus regt vrolijk zou
den gemaakt hebben.
Twee tuinknechts, te 's Hage woonachtig, zijn jl.
Maandag nacht, na het verlaten van een herberg huiswaarts
keerende, in twist geraakt, waardoor een worsteling ontstond,
die tengevolge had dat beiden aan den Noordwal in het
water vielen. Toen men hen weder op den wal bragt, bleken
zij reeds overleden te zijn. De lijken zijn naar het Gasthuis
overgebragt.
Door de firma Landry en den heer Mouton is aan-
vrage gedaan om concessie en subsidie tot het aanleggen
van een haven te Scheveningen.
Met zeer veel overleg en slimheid is de politie,
gesteund door de rijksveldwachters te Rotterdam, er in
geslaagd te constateren, dat in het koffijhuis de Vlashandel
werd gedobbeld. De potballetjes werden als nommers van
eene loterij gebezigd. Er lag wel f 16 op het billard toen
de dobbelaars op heeter daad betrapt werden.
Dobbelen met potballetjes om een inzet van f 16 is een
strafbaar feit. Waarom speelt men in de Vlashandel ook
geen gezelschapsspel met kaarten of verandert men
niet de wet? Nu is het eene ongerijmdheid, dat men mag
ecarteren om duizenden guldens in tegenwoordigheid van
de gansche justitie van Nederland, maar straf beloopt als
men, in plaats van kaarten, balletjes bezigt en om eenige
guldens speelt.
Zoo met kartonnen bladen geoorloofd is, wat met ivoor
of been niet is veroorloofd, waarom dan ook de domino-
steenen niet getroffen? Of maakt het in deze een onder
scheid, dat billardballen rond en domino-steenen vierhoekig
en plat zijn? (Arnh. Crt.)
Semper Virens deelt mede, dat door den heer H.
van Nes, te Boskoop, door zaaijing aardbeijen zijn gewonnen,
die bij een hoogte van 10 een omvang van 25 cM.
hebben. De kweeker heeft ze «Boskoops wonder» genoemd.
De smaak van die aardbei is uitmuntend en het suiker
gehalte bijzonder groot.
Als bewijs van vruchtbaarheid dieDe het volgende:
In het voorjaar van 1877 legde iemand in Bleskensgraaf
op een verloren hoekje een aardappel, wegende 6 hecto
gram. Toen de uitspruitsels.2 dM. boven den grond stonden,
scheidde hij ze van elkander en wierp er 5 cM. aarde op.
Bij het rooijen in de afgeloopen week vond men nu 120
goede eetaardappels, zonder eenig kwaad; het geheele aantal
was 215 stuks.
In de laatste dagen hoorde men te 's Heer Arendskerke
en in den omtrek gedurig van het weghalen van paarden
uit de wei. Dacht men eerst dat dit slechts geschiedde om
op kosten van anderen die dieren eenige dagen te kunnen
gebruiken, thans weet men dat die beesten weggehaald zijn
om ze te verkoopen, en dat slechts omstandigheden buiten
den wil van den dief oorzaak waren dat de paarden in de
wei terugkwamen. Althans men houdt nu een zekeren A. B.
een niet al te gunstig bekend persoon, inwoner van die
gemeente, voor den dief. Hij moet getracht hebben het
laatste door hem weggehaald paard uit de weide van G. v. S.
te Wolfaartsdijk, te verkoopen of te verruilen, en dit heeft
aanleiding tot de ontdekking gegeven.
In de vorige week werden in de beide augurken-
inmakerijen in de gemeente Ter Aar 600 vaten augurken
ingemaakt, elk vat inhoudende drie hectoliters, hoofdzakelijk
ter verzending naar Engeland.
Onder de oudheden op de historische tentoonstelling
te Leeuwarden vindt men de volgende advertentie:
«Boelhuys
«Tot Leyderdorp aan de Schouwbrugge Ten Huijse van
Cornelis van Benter op donderdagh den 8 Meij 1766.
«Meinte Siekes, koopman uit Vrieslandt, is van meeninge
in 't openbaar te doen veijlen en verkoopen op conditiën
zoo als in de voorwaarden zal worden gemelt;
«Eerst 20 grote Uitgelesene Schone Vreeslijk loose
Puijk Jonge Fraaije zoo Gebeterde als Ongebeterde Vriesse
Tijt-Koeijen, die vers en wel afgekalft hebben en zoo
buijtengemeen overvloedig veel melk geven als er maar
ergens ooijt gevonden zijn.
«Nog 10 Dito, die aan den vollen uring staan.
«Extra Weergaloose Beesten, Diergelijk nog niet geweest
en Zijn van dit geheele Jaar Uitgesogte Pronte Waar.
«Die daarin Gadinga heeft, koome ten Daage en Plaatse
bovengenoemt, des Middags ten 1 Uuren praecies aanhoo-
ren de Voorwaarden en doen hun profijt.
Segt het Voort.»
Het koolwitje en de bladluis. In het dezer dagen ver
schenen „Verslag van den landbouw in Nederland, over 1875,"
opgemaakt op last van den minister van Binnenl. Zaken, komen
eenige wetenswaardige bijzonderheden voor omtrent schade door
dieren aan den landbouw toegebragt, waarvan meer algemeene
bekendheid in het belang van den landbouw wenschelijk schijnt.
Omtrent het groote koolwitje wordt daarin het volgende aan
getroffen.
De groene „koolrups" waaruit bovengenoemde vlinder ontstaat,
trad gedurende de maand Sept. 1875 hier en daar in Gelderland en
Overijssel in groote menigte op. Klagten over dit dier kwamen uit
Keppel, Beekbergen, Deventer en Oosterhuizen. Ook in de omstreken
van VVageuiugen en Renkum, alsmede in de Neder-Bctuwe, was de
koolrups zeer algemeen. Hoewel liefhebbers zoowel van boerekool
als van koolrapen, schenen zij toch de laatste plant te verkiezen.
Te Oosterhuizen zag men gedurende de plaag zwermen spreeuwen
opdagen, die in een paar dagen al deze insecten verslonden.
Hel groote koolwitje legt in Mei zijne eitjes in hoopjes aan de
onderzijde van de bladeren der planten, waarop de rups zal leveu.
Na omtrent 14 dagen komen de rupsen voor den dag, die zich
weldra over de geheele plant gaan verspreiden en deze duchtig
havenen. Na drie weken verpopt zich de rups aan eenen boom of
eene schutting. Na 14 dagen komt reeds de vlinder te voorschijn,
die zeer spoedig weder eijeren legt; en de soms talrijke rupsen vau
de tweede generatie treden gedurende den nazomer vaak nis geduchte
vijanden van onze koolrapen, onze sluit- en boerekool op, totdat
zij tegeu den aanvang van 't jaargetijde gaan verpoppen. Telkens,
wanneer de koolrupsen in grooten getale voorkomen, vermeerderen
zich ook in sterke mate hare vijanden. Onder deze is de kleine
sluipwesp wel de belangrijkste. Zij legt talrijke eijeren in de rupsen
De sluipwesplarven ontwikkelen zich in het ligchaam van deze,
waar zij zich voeden met de overbodige voedende stoffen, in het
rupsenligchaam afgezet. Maar tegen den tijd, waarop de slagtoffers
volwassen zijn, en zouden moeten verpoppen, zijn zij zoover leeg-
gevreten, dat zij moeten sterven. Zulk eene door sluipwesplarven
bezette rups hecht zich aan eene schutting of eenen muur vast, en
nu komen de parasieten uit haar stervend ligchaam te voorschijn.
Weldra verpoppen zich deze larven in een geelachtig coconnetje,
terwijl de doode rups naar beneden valt.
Over de „erwtenbladluis" en de „boonenbladluis" wordt in dat
zelfde verslag gezegd, dat deze in onderscheidene streken des lands
groote verwoestingen aanrigtten. In 1S74 leden de boonen in de
Tielerwaard zeer veel van de zwarte boonenluis. Sommige perceelen
werden bijna geheel vernield. De groene erwtenbladluis verminderde
in dezelfde strekeu den oogst der erwten, en deed in 't zelfde jaar
in de omstreken van Rhoon de teelt vau dit gewas geheel mislukken.
In 1875 klaagde men over dezelfde kleine insecten in het rijk vau
Nijmegen, de Nedcr-Betuwe, de Tielerwaard en Hunsingo. Uit
Nijmegen schrijft iemand: „Opbrengst der erwten slecht, of liever
in het geheel geene geoogst, hoewel er nogal werden gezaaid. De
oorzaak daarvan was vooral dat, toen zij in bloei kwamen, de luizen
iu groot getal verschenen en het geheele gewas vernietigden. Het
voiige jaar was ik getuige, hoe spoedig de spreeuwen het gewas
van het ongedierte kunnen zuiveren. Bij mijn huis had ik namelijk
omtrent 2 hectaren erwten, waarvan ik vreesde, dat niets teregt
zou komen, dewijl er geen blaadje was, niet met luizen bedekt.
De spreeuwen kregen hiervan de lucht; bij duizenden vielen zij er
op aan. Bedaard liet ik ze begaan, met dat gevolg, dat er spoedig
als het ware geen luis meer te zien was en ik een goed gewas
kreeg." Uit Tiel schrijft men, dat „van meer dan een perceel de
helft minder werd verkregen dan men aanvankelijk had gehoopt,"
en dat de gemiddelde opbrengst van de perceelen, die door blad
luizen werden bezocht, slechts iS HL. was. Uit Warffum schrijft
men, dat de daar in 1875 zoo schadelijke erwtenbladluis met graagte
door de spreeuwen werd gegeten. Op den Noordpolder zag men
kolossale zwermen, die zich nu eens als een wolk vertoonden, dau
een3 als een ordelooze troep het veld afhuppelden.
Men weet, dat de bladluizen vooral schadelijk worden tengevolge
van hare buitengewoon snelle vermeerdering, zoodat binnen weinige
dagen een geheel veld met erwten zoozeer bedekt is, dat alle
bladeren van onderen en gedeeltelijk ook de stengels met koloniën
overdekt zijn.
De meeste individu's zijn ongevleugeld, de gevleugelde individu's
alleen kunnen zich verwijderen van de plaatst waar zij geboren zijn,
om bij overbevolkiug op eene andere plant eene nieuwe volkplanting
te gaan stichten.
Berig-ten uit Atsjin.
Ten vervolge op het berigt in de Staatscourant van den
17 dezer, deelt dat blad in zijn noramer van gisteren mede, dat,
volgens een telegram van den gouverneur-generaal van
Nederl.-Indië van jl. Dingsdag, gedurende drie dagen te
Samalangan eenige vijandelijke sterkten genomen zijn,
waaronder zeer belangrijke. De vijand liet 38 dooden
achter. Van onze zijde werden 1 luitenant en 9 mindere
militairen gewond, terwijl 1 man sneuvelde.
Benoemingen, enz.
Aan den heer mr. J. Bieruma Oosting is, op zijn verzoek, met
ingang van den 16 Sept. a. s. eervol ontslag verleend als burge
meester van Leeuwarden en in diens plaats benoemd de heer
mr. W. J. van Weideren baron Rengers, wethouder aldaar.
Met ingang van 1 Sept. a. s. zijn bevorderdtot kapt.-luit. ter
zee, de luit. ter zee 1ste kl. C. A. Bosch, en tot luit. ter zee
lste kl., die der 2de kl. A. F. J. Frackers.
Bij het 7de rcg. infanterie zijn benoemd tot lsten luits., de
2de luits. A. H. P. T. Brunet de Rochebrune en C. C. J. J.
Pfenninger, beiden van het corps.
België.
Voor de regtbank te Luik is een zonderling proces
aanhangig tusschen een korporaal der infanterie, cantine-
houder in de kazerne Saint-Laurent aldaar, en den minister
van Oorlog. De korporaal heeft een eisch tot schade
vergoeding tegen den minister ingesteld, wegens hem toe-
gebragte schade aan cantine-voorraad, ten bedrage van
2000 francs, tengevolge van het instorten der bouwvallige
kazerne. Niettegenstaande alle aangewende pogingen om
de regtbank zich onbevoegd te doen verklaren, heeft deze
de verantwoordelijkheid van den Staat voor de toegebragte
schade erkend en den korporaal toegelaten tot het bewijs
van het hem veroorzaakte nadeel.
Eigilui
Blijkens 't rapport van den Londenschen prefect van
politie zijn in Engelands hoofdstad in het afgeloopen jaar
gebouwd 12.938 nieuwe huizen, te zamen uitmakende 226
straten en 3 pleinen.
Uit Bangalore (Britsch-Indië) schrijft men dd. 22
Julij het volgende omtrent den hongersnood aldaar:
«Er valt niets te schrijven dan over den hongersnood,
die iedereen in het aangezigt grijnst. Het land is als een