September 1875 (Stbl. no. 5) aan den minister een regt tot
liet verleenen van eene soort van gratie toegekend zoo
geheel in strijd met onze constitutionele instellingen, en
met de eerste beginselen van strafregt, hetwelk tot zooveel
misbruiken en persoonlijk gunstbetoon kan aanleiding geven,
dat wij ons geroepen voelen, de zaak der pistole spoedig tot
een opzettelijk onderwerp van behandeling te maken, en
meer speciaal de aandacht der Volksvertegenwoordiging
daarop willen vestigen.
Men versta ons wel, wij treden alleen in een kritiek
der zaak, geheel afgescheiden van de aan den bovengenoemden
veroordeelde verleende gunst. (Paleis van Justitie.)
Het onderzoek naar de kleurenblindheid van liet
trein- en wegpersoneel der Exploitatie-Maatschappij is
afgeloopen. Dit heeft aangetoond, hoe noodzakelijk het is
dat het personeel, dat met de seinen te maken heeft, nu
en dan onderzocht worde of het de kleuren weet te onder
scheiden; immers is gebleken, dat er velen aan kleuren
blindheid lijdende zijn, o. a. 8 machinisten op het Noordernet.
Deze zullen in andere betrekkingen bij de Staatsspoorwegen
geplaatst worden.
Men schrijft ons van Eijerland op Texel, dd. 8 dezer
«Door Zijne Excellentie den Commissaris des Konings
in Noordholland is bepaald, dat de verloting ten behoeve
van het orgel in de kerk der Hervormde gemeente te
Eijerland zal worden uitgesteld tot 1 April 1878. Dit
besluit is genomen, omdat de waarde der geplaatste loten
nog niet in verhouding staat tot het aanzienlijk bedrag,
dat door de te verloten prijzen vertegenwoordigd wordt.»
Men schrijft ons van Schagen, dd. 8 dezer:
«Zondag 30 dezer zal het 25 jaar geleden zijn, dat de
heer J. H. W. Slangen, hoofdonderwijzer alhier, als zoo
danig in functie trad.
Het is te hopen, dat de oud-leerlingen zijner school
zoowel als zij, die nog heden aan zijne leiding zijn toe
vertrouwd, zullen bedenken, wat het zeggen wil, 25 jaar
lang zijne beste krachten te wijden aan de dierbaarste
belangen der jeugd, het onderwijs.»
Jl. Zaturdag hebben de lijkenverbranders te Amster
dam hunne tweede algemeene vergadering gehouden. Aan
genomen werd het voorstel van het hoofdbestuur, om het
te magtigen een prijs uit te loven van f 200, voor eene
wetenschappelijke, in bevattelijken vorm geschreven ver
handeling (hoogstens 5 vel druks) over lijkenverbranding
als de verkieselijkste wijze van lijkbehandeling. Een bedrag
van f 119 werd beschikbaar gesteld voor het vervoer van
een «lid-lijk» naar Gotba, om aldaar te worden verbrand.
De afdeeling Amsterdam stelde voor aan de gemeente
besturen eene circulaire te rigten, houdende het voorstel
om de overblijfselen bij ruiming der kerkhoven te doen
verbranden door middel van een vervoerbaren oven, daar
toe ter beschikking gesteld door de Yereenigingen.(Amst.Crt.)
Een korenmolenaar, voormalig lid van den gemeenteraad
van Katwijk en president-kerkvoogd, die zich door zijne
levenswijze en zijne «manier van spreken» boven de
gemeentenaren had verheven, heeft jl. Vrijdag voor het
hof te 's Hage teregtgestaan, beschuldigd van valschheid
in geschrifte. Aan hem was het onderhoud van een weg
opgedragen en de weg bleef slecht, niettegenstaande de
uitgaven toch voldoende waren om hem in goeden staat
te onderhouden. Een onderzoek werd ingesteld en nu bleek
het, dat de molenaar de kwitantiën vervalschte en meer
karren schelpen in rekening bragt dan er geleverd werden.
Hij liet de visschers, die de karren aanvoerden, in schemer
donker de kwitantie teekenen, en maakte bijvoorbeeld van
6 karren 16 en veranderde f 27 in f 72.
Twee jaren celstraf is tegen hem geëischt. Donderdag
a. s. zal het hof uitspraak doen.
De gemeenschap tusschen Winkel en Barsingerhorn
is belangrijk verbeterd door de verandering van de vaste
brug te Lutjewinkel in een ophaalbrug. Daardoor is de
aanval te doen te hebben.
„Ik verlang geen gunstbetoon van dien aard en ik verleen het
evenminantwoordde zij op kalmer toon.
Capellani begreep nu, welke bedoeling Lucretia aan zijne woorden
gehecht had en sloeg de oogen neder.
„Een Franschman zou, helaas! niet in staat zijn, Oostenrijksche
gevangenissen te openen," voegde hij er vergoelijkend bij, terwijl
hij naar liet eereteeke.il op zijn borst wees.
Dit antwoord bracht Lucretia in verwarring. Ilad zij zich omtrent
Marccls bedoelingen vergist of veranderde deze, als een handig
diplomaat, van taktiek, zoodra hij bemerkte dat zijne eerste poging
geen succes had?
„Men zegt. dat gij hier en ergens elders grooten invloed bezit,"
hernam zij met een half spotachtig glimlachje. „Zon dat elders
misschien in Frankrijk liggen?"
„Waarom niet, gravin?" antwoordde hij; en na een korte pause
ging hij voort: „Als ik ergens invloed had, dan zon ik wenschcn
dat het op een plaats was, waar ik dien geheel en al ter uwer
beschikking kon stellenI)ie wensch zal u, hoop ik, toch niet
beleedigen."
Lij deze woorden begaf Marcel zich naar een ander gedeelte dei-
zaal cn liet hij Lucretia in gedachten verzonken alleen.
Van toen af zag zij den man, wiens rol, wiens ideeën en oogmerken
in den hoogsten graad hare belangstelling wekten en haar voort
durend stof tot nadenken verschaften, geregeld eiken avond. l)e
koortsachtige spanning van haren geest, waaraan zij reeds bij hare
eerste ontmoeting met dien man ten prooi was geweest, duurde niet
alleen steeds voort, maar werd van dag tot dag heviger. Zij koesterde
tegelijkertijd twijfel, verbazing en bewondering.
„Een grootsch karakter kan hij niet bezitten," sprak zij soms bij
zich zelve. „Hij is adjudant van Napoleon geweest, heeft hem
kunnen verlaten en is gehuisvest bij zijne vijanden, bij zijne beulen
Hij lieeft zich bij des Keizers terugkomst van het eiland Elba niet
bij hem aangesloten. Heeft hij vrees gekoesterd?"
Doch wanneer zij dan weder het fiere, edele hoofd van Marcel
gadesloeg, dacht zij: „Neen, die man kent geen vrees!"
Eu toch keerde de twijfel telkens en telkens terng. „Hij heeft
aan de rust en het aangename leven in ons land de voorkeur ge
geven boven de vermoeienissen van den oorlog en de ontberingen
der verbanning," meende zij.
Doch ook die opmerking beantwoordde zij het volgende oogenblik
met eene besliste ontkenning.
Wordt vervolgd.)
oprit, die tamelijk steil en aan de hoeken min of meer
gevaarlijk was, vervallen, daar de brug thans geheel gelijk
ligt met den weg. Het is zeer te bejammeren, dat het
gemeentebestuur iu zijn prijzenswaardigen ijver om het
nuttige te bevorderen, niet tevens eene poging gedaan
heeft om iets sierlijks tot stand te brengen. Daargelaten,
dat ophaalbruggen geheel uit den tijd zijn, zal men kwalijk
een wansmakelijker ophaalbrug aantreffen dan deze.
De meermalen voorkomende meening, dat men het
met de vervulling zijner schutterlijke dienstpligten niet
zoo naauw behoeft te nemen, werd deze week te Delft
gelogenstraft. Een schutter, die wegens wegblijven bij de
exercitie de gewone boete had beloopen en niettegenstaande
herhaalde aanmaning, die boete niet betaalde, werd, toen
hij als getuige het burgerlijk huwelijk zijner zuster had
bijgewoond, op het oogenblik waarop hij het rijtuig zou
instappen om huiswaarts te keeren, door den bode van
den schuttersraad, die daartoe bij vonnis gemagtigd was,
in arrest genomen. Na een kort verblijf in de arrestanten
kamer, volgde de betaling en kon hij ongehinderd aan de
huwelijks-feestvreugde deelnemen.
Ml Ie. Agar zal den 10 Oct. a. s. te Dordrecht in
den schouwburg optreden in de Femmes aavantes en Horace.
Ten gevolge van haar contract met de Comédie Fran^aise
zal dit waarschijnlijk de laatste inaal zijn, dat zij in ons
land optreedt.
In de landbouw-kroniek der Overm. Crt. worden
wenken gegeven, hoe te handelen niet de gerooide aard
appelen, om te voorkomen, dat de erge vochtigheid van
den Iaalsten tijd nadeelig op de knollen werkt. Door zoo
droog mogelijk te bewaren kan men de verrotting de
ontwikkeling der oneindig kleine zwammetjes het best
tegengaan. Men ga aldus te werk:
1. de gerooide knollen, nadat de gezonden er uit gesor
teerd zijn, eenige dagen aan een open luchtige plaats
(onder ligte stroobedekking nogtans, om ze voor 't dag
licht te beschutten) zoo goed mogelijk te laten droogen;
2. ze daarna bergen in een koele, luchtige plaats; dus
de kelders vooreerst, tot de vorst begint, zoo luchtig mo
gelijk houden
3. de hoopen aldaar aanloggen op een zeer drooge bed
ding van zand, tuf krijt (mergel), steenkolenasch, houtskool
en dergelijke
4. de aardappelen laagsgewijze bedekken met een dunne
laag drooge houtasch of gestampte houtskool; gips is daar
toe ook zeer geschikt;
5. de hoopen of tassen niet zeer groot maken;
6. mogt er nog verdamping of zweeten bij waargenomen
worden, dan late men die waterdamp niet in de bovenste
koude aardappellaag verdigten, maar vango ze op in een
laag droog stroo, die desnoods, zoodra zij vochtig wordt,
een- of tweemaal hernieuwd kan worden.
Jl. Vrijdag middag ten 1| ure werd in Tivoli te
Utrecht de wedstrijd van muziekkorpsen voortgezet, waarbij
de kamp bestond uit militaire- en schutterij-fanfare-korpsen,
waaraan werd deelgenomen door dat van het 3de regiment
huzaren uit 's Hage, 20 personen, kapelmeester de heer
C. A. "W. Bernhardt; van het 2de reg. huzaren uit's Bosch,
22 pers., kapelmeester de heer Joh. F. van Hemert; van
het instructie-bataillon te Kampen, 23 pers., kapelmeester
de heer J. F. E. Fischer; van de schutterij te Hoorn, 18
pers., kapelmeester de heer H. F. A. Utermohlen; het
koninklijk Dordrechtsch fanfarekorps, 36 pers., kapelmeester
de heer C. Bouman, en van de schutterij te Nijmegen,
22 pers., kapelmeester de heer H. Heuning. De uitslag
is dat de jury heeft besloten van de militaire korpsen de
lste prijs, een zilveren medaille en f 300, toe te kennen
aan liet 2de reg. huzaren, en de 2de prijs, een zilveren
medaille, aan het 3de reg. huzaren, alsmede een extra—
2de prijs aan het instructie-bataillon van Kampen, de beide
laatsten onder toevoeging eener premie in geld. De lste prijs
voor muziekkorpsen van schutterijen is niet toegekend; de
2de prijs, een zilveren medaille, werd behaald door het
Nijmeegsche schutterij-muziekkorps.
's Avonds ten 7 ure nam het concours van harmonie-
muziek voor steden boven de 40,000 inwoners een aanvang
en wel tusschen het muziekkorps der schutterij van 's Hage,
pl. m. 40 pers, kapelmeester de heer C. J. Becht; dat
van Utrecht, pl. m. 40 pers., kapelmeester de heer C. Coenen,
cn het orchest van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam,
pl. m. 50 personen, kapelmeester de heer Joh. M. Coenen.
In dit concours werd de lste prijs, een zilveren medaille
en f 500, behaald door het orchest van het Paleis voor
Volksvlijt; terwijl een tweede prijs, een zilveren medaille,
werd waardig gekeurd aan de muziekkorpsen der schut
terijen van Utrecht en 's Hage.
Zaturdag is in het Park Tivoli de wedstrijd der muziek
korpsen geëindigd, en wel met een strijd tusschen de staf-
muziekkorpsen van het 4de reg. infanterie te Leiden, het
7de reg. infanterie te Amsterdam, het 8ste reg. infanterie
te Arnhem en de Kon. Ned. Marine te Helder; de uit
spraak van den jury was, dat de lste prijs, zijnde een
zilveren medaille en f 400, werd toegekend aan het 8ste
reg. inf. te Arnhem, en de 2de prijs, zijnde een zilveren
medaille, aan het 7de reg. inf. te Amsterdam.
Bengaalsch vuur verlichtte het Park Tivoli, terwijl door
de gezamenlijke korpsen eene groote militaire taptoe werd
uitgevoerd, waarna het feest met een vauxhall besloten werd.
Het marine-korps, zegt het U. D. o. a. in zijn verslag,
bleek een deugdelijk en goed geoefend korps te zijn.
Jl. Zaturdag is te Amersfoort eene bejaarde dame
overreden door een vischkar uit Bunschoten. Zij werd
in eene nabijzijnde woning ingebragt, waar zij twee uur
later overleed.
Te Deventer houden de inkoopen van vee voor
Fransche, Duitsche en Belgische rekening aan. De prijzen
zijn in de jongste dagen op nieuw aanmerkelijk gestegen.
In Frieslands kleistreken staat men nog verwonderd
over de frischheid der weilanden niet alleen, maar meer
over den gunstigen stand van 't gras, waarin de runderen
(allen puike soort en van kolossale afmetingen) nog even
smakelijk grazen, als ware 't het begin van den zomer.
Een gevolg hiervan is dan ook, dat de stalvoedering zich
in die oorden meest tot de wintermaanden bepaalt, zoodat
de massa hooi, aldaar verbruikt, betrekkelijk geriDg is te
achten. Bouw- en hooilanden worden op de beste streken
in deze provincie dan ook weinig aangetroffenboerderijen
van 50 melkkoeijen (zonder overdrijving) zijn er volstrekt
geen bijzonderheid. Dat het botergemaak aldaar belangrijk
is en zeker in weinige streken geëvenaard wordt, blijkt
uit de bijzonderheid, dat er veehouders worden aange
troffen, die elk jaar voor meer dan f 15,000 boter aan de
markten brengenterwijl de verkoop van het aangefokte
vee mede een belangrijke som oplevert.
Den 7 dezer werd dr. Strousberg te Moskou op
vrije voeten gesteld. Onmiddellijk daarna vertrok hij
naar Berlijn.
De Mac.-Donald, een Amerikaansch schip, beeft op
37° N.B. en 32° W.L. de Engelsche driemaster Mary
ontmoet, die halverwege was gezonken. Een vreeselijk
tooneel deed zich voor op het dek, waar de golven van tijd
tot tijd over heen spoelden. Van de 14 matrozen, de stuur
lieden en den kapitein waren nog slechts twee van de eerste
in leven.
Sedert twee en twintig dagen bevonden zij zich op het
dek en hadden zich daar vastgebonden. Het eenig voedsel
was geweest indien er een doodo viel.
ISenoemingen, enz.
Met ingang van den 1 Oer. worden beuoemd aan de Tiïjks—
universiteitente Leiden, tot hooglecraar in de faculteit der god
geleerdheid dr. C'. 1'. Tiele: rcgtsgeleerdheidnars. Tellegcn, S. J.
Fockeina Andreac en F. A. van der Lithwis- en natuurkunde:
dr. K. Martin en dr. E. A. van der Buig; letteren en wijsbegeerte:
dr. .lonekbloet, dr. P. J. Vetli, Pijnappel en A. C. Vreede; tot
lector bij dezelfde faculteit: mr. G. ,T. Grashuis; te Utrecht, tot
hoogleeraar in de godgeleerdheid: dr. Yaleton Jr.wis- en natuur
kunde dr. Baehr en dr. C. M. Francken; te Groningen, tot hoog
leeraar iu de regtsgeleerdlieidmr. «T. Freseman Viötor; genees
kunde: dr. van Braam llouekgeesl; wis- en natuurkundedr. II.
•T. Rink; letteren en wijsbegeerte: dr. Ilalbertsma.
Benoemd tot secretaris der gemeenten Zuid- cn Noord-Schermer
de heer C'. Vlij Pz.. burgemeester dier gemeenten.
I)e luit. ter zee lste kl. D. G. Brand, bchoorende tot de rol
van liet fregat Evertsen, wordt overgeplaatst in die van het wacht
schip Ie Amsterdam, en op genoemd fregat vervangen door den
luit. ter zee lste kl. L. A. Dittlof Tjassens
De olF. van gez. 2de kl. J. Bijleveld wordt met den 10 dezer
geplaatst aan boord van het wachtschip alhier.
Tot lsten luit. bij liet 7de reg. infanterie is benoemd de 2de luit.
A. C. 11. Alma, van het corps.
Buitenland.
Frankrijk.
Geheel Frankrijk had jl. Zaturdag liet oog op Parijs
gerigt en op de treurige plegtigheid, welke daar plaats
had. De belangstelling, die men allerwege in de begrafenis
van Thiers stelde, was groot en algemeen. De plegtigheid
liep geheel overeenkomstig het programma af, zonder dat
zich daarbij eenig incident voordeed.
Belangrijke toespraken zijn bij het graf gehouden, o. a.
door Jules Simon. Plaatsgebrek belet ons de opname.
De geboorte-acte van Thiers: «In het jaar (1797)
van de Fransche republiek, op den 29 Germinal (18 April)
te 5 uur is voor ons, openbaar ambtenaar van de gemeente
Midy, kanton Marseille, en voor den burgerlijken stand
verschenen de burger Marie-Siméon Rostan, officier van
gezondheid en verloskundige, wonende rue Cours-Isle
No. 154, die ons een kind van het mannelijk geslacht liet
zien, waarvan hij de moeder had verlost en dat hij ver
klaarde te zijn geboren den 26 Germinal (15 April), te
2 uur, van de burgeres Marie-Magdeleine Amie en den
burger Pierre-Louis-Marie Thiers, grondeigenaar, thans
afwezig, in de woning van de moeder, rue des Petits-
Pères No. 15 van welk kind hij de voornamen Marie-
Joseph-Louis-Adolphe heeft gegeven. Acte hiervan is
gemaakt in tegenwoordigheid van de burgers Pierre Poussel
en Jeanne Imbert, beiden in dezelfde straat woonachtig,
meerderjarige getuigen, waarvan de tweede verklaart niet
te kunnen schrijven.»
De acte van het overlijden, op liet stadhuis van St. Ger-
main ingeschreven den 4 dezer, luidt
«No. 286. Adolphe Thiers, 80 jaar 4 maanden. Gisteren
te 6 uur des avonds is te St.-Germain en Laye, op het
Pavillon Henri IV, overleden de heer Adolphe Thiers,
voormalig President der Fransche republiek, grootkruis van
het Legioen van Eer enz., lid van het Instituut, geboren
te Marseille (Bouclies dn Rhóne), den 15 April 1797, en
gehuwd met Elise Dosne. De aangifte van het overlijden
geschiedde door Bartbélémy St.-Hilaire en Petit, den
eersten vicaris van het kerspel.»
Hoe Thiers dacht over de Oostersche kwestie in haar
tegenwoordig en stand vindt men in een briefje opgeteekend,
dat de overleden staatsman den 8 Aug. jl. heeft geschreven
aan een briefschrijver in the Times (den heer Henry Reeve),
die 't als volgt aan dat blad mededeelt:
«De krijgskans keert zich ten voordeele van de Turken
(schreef Thiers.) Europa is onregtvaardig jegens hen geweest,
want het regt en het wezenlijk belang van het evenwigt
der wereld waren aan hun zijde. Men zal het zich zeer
hebben te berouwen, dat men hen aan hun lot overliet.
Ik zeg dat ter eere van het gezond verstand en van een
ver inzigt in de toekomst. Uit 't oogpunt van den tegen-
woordigen vrede, is een spoedige schikking wenschelijk. Ik
zie er echter het middel nog niet toe, want de overwonnen
Russen zullen veeleischender zijn dan de overwinnende
Turken. Ik vrees zeer de gevolgen van een tweede campagne;
want de veldtogt van dit jaar schijnt mij niet voldoende
toe om de rust in het Oosten te doen wederkeeren.»
Een van de beruchtste communards, Parisel, die het
eerst op de gedachte kwam om Parijs in brand te steken,
overleed dezer dagen te New-York, waarheen hij, na het
herstel der orde door het leger van Versailles, gevlugt was.