m J Binnenland.
in den aanvang ook onder Mac-Malion, bleek de republiek
in staat, de groote dringende behoefte aan veiligheid en
rust te kunnen bevredigen. De reorganisatie van liet leger,
met krachtige hand aangevat, de ernstige bestraffing van
de euveldaders uit het Commune-tijdperk, het herstel der
vredelievende betrekkingen met de vreemde mogendheden,
dit alles deed Frankrijk zien, dat ook onder dezen rege
ringsvorm de regten van alle ingezetenen verzekerd en
hunne belangen veilig waren.
En naarmate zich de republiek bevestigde, won zij aan
hangers. Immers omdat zij bestond keerde zicli tot haar
die magtige stroom der conservatieve belangen, die altijd
en overal zich hecht aan hetgeen bestaat, die streeft om
te behouden wat nu eenmaal is. Op het platteland werden
alle conservatieven republikeinen; de burgerij werd repu-
blikeinsch; ieder, die van verandering te vreezen en bij
liet behoud van den bestaanden toestand belang had, werd
republikein, zooals die behoudende massa monarchaal zou
zijn geweest onder Chambord en imperialistisch onder
Napoleon, en om dezelfde reden.
Wij hebben in een vorig artikel uiteengezet, hoe de
verschillende groepen der republikeinsche partij door den
aanslag, door Mac-Mahon onder invloed van den minister
de Broglie en zijne clericale omgeving den 16 Mei op
liet wettig gezag van de Kamer gepleegd, tot eenheid
werd gebragt en gemaakt' werd tot eene groote partij,
waarbij zich alle conservatieve elementen van geheel
Frankrijk aansloten.
Het gold nu immers de verkregen rust, de op nieuw
verzekerde openbare orde te behoudenhet gold het behoud
van alles wat noodig is om Frankrijk te doen herstellen
van de rampen, die de Duitsche oorlog over dat land
heeft gebragt.
Die eenheid der republikeinsche partij vond in Thiers
hare uitdrukking. Met hein lijdt liet geen twijfel of de
tegen den 14 Öctober uitgeschreven verkiezingen zouden
in republikeinschen zin zijn uitgevallende groote meerder
heid der kiesdistricten zouden hebben bewezen, dat hand
having van den bestaanden bevredigenden toestand de
algemeene wensch was; de verkiezingen zouden hebben
bewezen, dat de natie niet gediend was van hen, die den
16 Mei roekeloos grepen in het raderwerk van den Staat,
dat door Thiers en zijne partijgenooten in rustigen, gelijk-
matigen gang was gebragt.
Nu echter is Thiers dood, en wij wagen de voorspelling,
dat met zijn heengaan de republikeinsche partij den steun
verliest van een groot deel van hen, die eerst conservatieven
en slechts in de tweede plaats republikeinen zijn.
Is dit zoo, brengen de verkiezingen geen sterke, te zamen
hangende conservatief-republikeinsche meerderheid bijeen
in het Paleis te Versailles, dan zal de onzekerheid voort
duren, die sedert 16 Mei, wat ook de officiële berigtgevers
mogen beweren, handel en verkeer in Frankrijk verlamt.
Die toestand van onzekerheid kan niet lang gedragen
worden: handel en nijverheid moeten bloeijen, willen zij
de lasten dragen, die der natie zijn opgelegd. De alge
meene welvaart en die van ieder ingezetene hangt daarvan
af. Zoolang men niet weet, welke partij aan het roer
zal komen, terwijl alle partijen intrigeeren; terwijl de tijd
dagelijks nadert, waarop zelfs het Hoofd van den Staat
zijne betrekking moet neerleggen; terwijl niemand weet
tot welke middelen de leiders zullen grijpen, om hunne
partij aan het roer te brengen; terwijl mén tevens hen tot
alles in staat acht; terwijl als "t ware omwenteling in de
lucht is en elke morgen de tijding kan brengen van een
nieuwen coup-d'état, durft de handelaar geen ondernemingen
van belang op touw zetten, aarzelt de vreemdeling gewig-
tige bestellingen te doen bij de Fransche industrie, beperkt
zich de invoer tot de noodzakelijke artikelen van onmid
dellijk verbruik, ligt de speculatie ter aarde en verbreidt
zich het gevoel van onveiligheid meer en meer onder alle
klassen der maatschappij.
Steeds dringender zal dan de cisch worden van hen,
die, het koste wat het wil, tegen eiken prijs rust willen
hebben; die met elke beslissing tevreden zullen zijn, mits
die belooft van duur te zullen wezen. Steeds groeit liet
aantal van hen, die voor alles eene sterke regering vragen,
eene regering, die hare hand doet gevoelen, des noods
verkregen vrijheden terugneemt, maar die aan alle onze
kerheid een einde maakt.
Zulk eene regering kunnen alleen de Bonapartisten
beloven en geven. Alle ambtenaren zijn opgevoed in de
traditiën des keizerrijks; zij kennen de wegen en de
middelen, zij weten hoe men orde houdt en want dat is
de onmiskenbare verdienste van het bestuur van Napoleon IH
wat het volk noodig heeft om tot materiële welvaart te
komen; de Bonapartistische partij kent het leger, zij is
meesteresse in het beheer der politie, en al heeft zij Sédan
en Metz op hare rekening staan, liet vrijhandels-beginsel
en de ontzaggelijke toename van Frankrijks kapitaal en
Frankrijks credïct in twintig jaren die 1870 voorafgingen,
staan in haar credit geboekt, en dit weegt thans zeer zwaar.
Wij vreezen, dat zich die groote menigte, die niet liever
wil dan werken, die door en met Thiers voor de republiek
was gewonnen, genoeg zal hebben van de genomen proef
en zich keeren zal tot die partij, onder welke de traditiën
berusten van een regime, dat Frankrijk de gelegeuheid
heeft, gegeven om rijk te worden, die eene waarborg geeft
voor de rust op straat, die tevens de eenige is, die, al
steunt zij op'clericale magt, ten minste met de clericalen
onderhandelt op den voet van gelijkheid, waar zoowel de
Broglie als de aanhangers van Chambord tevreden zijn
met die van ondergeschikten. Dat geene partij meer heeft
gewonnen bij den dood van Thiers, dan de vrienden van
den IYden Napoleon, schijnt ons zeker.
4%
4 HELPEE en NIBUWEDIEP, 15 September.
Ifc de Nuts Vergadering, gisteren avond alhier gehouden,
werd door den heer Alting von Geusau verslag gegeven
van de door hem als afgevaardigde bijgewoonde algemeene
vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Onderscheidene jaarverslagen werden ter tafel gebragt,
als van de Spaarbank, van de Industrieschool en van de
Volksbibliotheek. Al die rapporten luidden gunstig. Uit
het laatstgenoemd verslag stippen wij aan, dat de Bibliotheek
telt 900 boeken, dat door 174 personen in den afgeloopen
winter van de gelegenheid 0111 kosteloos lectuur te bekomen
is gebruik gemaakt, en dat door hen 2400 boeken zijn
ter lezing genomen.
De volgende benoemingen hadden plaats: a. tot leden
des bestuurs van het departement de heeren H. L. Ouden
hoven en G. E. Bron, laatstgenoemde mede tot voorzitter
b. tot directeuren der Spaarbank de'heeren D. Dekker,
J. W. Ilattinga Raven en C. Giltjes; c. tot commissaris
der Spaarbank de heer A. van Voornveid en tot plaats
vervangend commissaris de heer J. G. R. Vos; d. tot lid
van het bestuur der Industrieschool de heer E. D. Havenga;
en c. tot directeuren der Volksbibliotheek de heeren J. T.
Tinkelenberg, W. van Neck, L. Koot en P. Uurbanus.
Aan de Volksbibliotheek werd, tot aankoop van nieuwe
lectuur, eene bijdrage van f 50 toegestaan uit de kas van
het departement.
De stooinkanonneerboot Dog, kommandant luit. ter
zee 1ste kl. L. A. Dittlof Tjassens, vertrekt van Amster
dam naar Muiden, om op de Zuiderzee, bij gunstige gele
genheid, eenige schoten te doen met een voorlader van
23 cM., gerepareerd in de Kon. Fabriek te Amsterdam.
In Aug. 1878 zal een examen plaats hebben voor
de betrekking van scheepsklerk. In April e. k. zal worden
opgegeven het aantal open te stellen plaatsen, alsmede den
tijd, waarop de verzoeken om toelating moeten worden
ingediend en wat daarbij is in acht te nemen, terwijl
belanghebbenden voor nadere bijzonderheden worden ver
wezen naar de Staatscourant van gisteren.
De muts der marine-matrozen zal in warme klimaten
worden voorzien van een overtrek van witte stof, met
afhangende klep tot bedekking van den nek.
De commissie van enquête naar de oorzaken der
besmettelijke longziekte onder het rundvee heeft gisteren
o. a. gehoord de heer H. Koomen, burgemeester der
gemeente Winkel.
Het Vaderland meldt, dat het fraaije buitenverblijf
van wijlen H. M. de Koningin, «het kleine Loo,» bij
testamentaire beschikking der Vorstin is toebedeeld aan
Z. K. H. Prins Alexander.
Z. K. H. Prins Alexander is van zijn buitenlandsche
reis te 's Hage teruggekeerd.
H. K. H. Prinses Marianne is jl. Donderdag te
Katwijk aan een ernstig gevaar ontkomen. Een rijtuig,
waarin de Prinses gezeten was, is omgeslagen. De koetsier
van H. K. H'. had'een vroegeren rijweg ingeslagen, onbe
wust dat deze niet meer als zoodanig werd gebruikt. Toen
hij liet ontdekte, moest hij wenden; een der wielen van
het rijtuig zakte in den omgewerkt en grond en dit had
tengevolge, dat liet rijtuig omsloeg. Gelukkig echter heeft
noch de Vorstin, noch een der leden van haar gevolg
eenig letsel bekomen. (N. 11. Crt.)
In het verslag van den staat der Nederiandsche zee-
visscherijen in 1876 wordt door het college voor de zee-
visscherijen o. a. er op gewezen, dat in de laatste jaren de
oesterteelt hier te lande, of juister gezegd in de provincie
Zeeland, eene vlugt heeft genomen, welke maar weinigen
hadden durven voorspellen, en dit niet ten gevolge van
voor de teelt bijzonder gunstige jaren, maar zoo al niet
uitsluitend, dan toch hoofdzakelijk omdat men eindelijk ook
hier gekomen is tot het stelsel om een deel der gronden
voor oestercultuur geschikt, aan bijzondere personen of
maatschappijen in pacht af te staan. Zoolang die gronden,
gedurende zekere maanden van het jaar voor allen ten-
gebruike openstonden, bleef de visscherij in kwijnenden
staat verkeeren, maar sedert men den waarborg voor de
deugdelijke gesteldheid der banken ging zoeken in het
eigenbelang der bijzondere personen, aan wie men bepaalde
regten op de productie van de banken toekende, heeft er
eene merkwaardige verandering ten goede plaats gehad.
Naauwelijks zijn zes jaren sedert de invoering van het
nieuwe stelsel voorbijgegaan, en reeds is de vroeger be
trekkelijk onbeduidende productie geklommen tot 36.1
millioen stuks, eene waarde vertegenwoordigende van wei
nig minder dan anderhalf millioen gulden. En welke voor
deden de oestercultuur voor de pachters moet opleveren,
bleek eenige maanden geleden, toen het domeinbestuur
overging tot eene nieuwe verpachting van oestergronden in
de achterste kom van de Oosterschelde en in een klein
gedeelte van de Eendragt gelegen. De wateren, ruim 8360
hectaren groot, welke tot nog toe voor de schatkist geen
regtstreeksch voordeel afwierpen, hebben nu als jaarlijksche
pacht de verbazende som van f 154,990 opgebragt. Een
vak van 326 hectaren gold f 37,475 en een ander van
54 hectaren f 31,975. Het beste deel daarvan kost den
pachters f 14,075 's jaars of f 926 per hectare.
Over het wintergewas (koolzaad) in den polder het
Noorden op Texel valt niet te roemen. Op de perceelen
van het polderbestuur Waal en Burg is de oogst totaal
mislukt; eene betere beploeging ware wenschelijk geweest.
Op de overige perceelen staat de kool tamelijk. Als men
nu van het binnenwater maar meester mag blijven, hoopt
men een goed gevolg.
Men schrijft ons van Wieringen, dd. 10 dezer:
«Heden had hier een voorval plaats, dat een noodlottigen
afloop had kunnen hebben. Een schipper, J. T., die wegens
afwezigheid zijner vrouw bij zijne ouders den dag zou
doorbrengen, kwam, toen de overige huisgenooten reeds
gegeten hadden, in beschonken toestand tehuis. Daar hij
zich dikwijls aan sterken drank te buiten ging, werd hem
door zijne ouders en zijn broeder het verkeerde van zijn
gedrag voor oogen gehouden, waarop hij in hevigen drift
ontstak en, nadat de anderen de kamer verlaten hadden,
zich met een mes eene diepe wonde in liet linker gedeelte
der borst toebragt, waarop eene hevige bloedstorting volgde.
Door spoedig ingeroepen geneeskundige hulp mogt men er
in slagen het bloeden tc stelpen, zoodat hij zich nu buiten
levensgevaar bevindt.»
Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 14 dezer:
«Hier ter stede is eene distriets-vereeniging gevestigd
van «Eigen Hulp,» die met een 30tal leden is aangevangen.
Tot leden van liet bestuur zijn gekozen de heerenmr. C.
R. H. van Lelyveld, president; II. P. van der Tak,
secretaris; en B. Preijer, penningmeester.»
Jl. Dingsdag avond werd te Enkhuizen uit het water
gehaald het lijk van een loodgietersknecht. Sedert Zondag
avond, toen hij een bruiloft meevierde, werd hij vermist.
Waarschijnlijk is hier aan een ongelukkig toeval te denken.
Bij het dienstdoend personeel in Natura Artis
Magistra te Amsterdam is dezer dagen eene nieuwe be
trekking gecreëerd. Zij is echter slechts van tijdelijken
aard, maar daarom niet minder van gewigt. De honderden
en duizenden namelijk, die gebruik maken van de gele
genheid, om den prachtigen tuin en de rijke verzamelingen,
tegen den luttelen entreeprijs van 25 cents, te bezoeken,
zijn reeds zoozeer doordrongen van het voorname grond
beginsel, daar zóó aanschouwelijk geleeraard, dat voeding
ter instandhouding noodig is, dat zij zich van enorme
massa's broodjes, enz. voorzien, om dien grondregel in de
eerste plaats op zich zeiven toe te passen. Gelijk enkele
diersoorten, die alleen 'de kern eten en de schaal of schil
wegwerpen, zoo ook deze bezoekers. Vandaar, dat de
grond als bezaaid wordt met papieren omhulsels van voe
dende zelfstandigheden, en wel in die mate, dat er thans
een knaap met een grooten mand dag aan dag rondloopt
om die treurige overblijfselen van dagbladen, enz. op te
zamelen en er de wandelpaden van te zuiveren. Het aantal
kilo's papieren lompen, dat op die wijze voor de nijver
heid gespaard wordt, mout aanzienlijk zijn. (Amst. Crt
De N. llott. Crt. geeft de volgende beschrijving van
de Rijks-landbouwschool te Wageningen:
Het viertal heerenhuizen (het zoogenaamde «Bassccour»
door de gemeente aangekocht en verbouwd, maken het
hoofdgebouw uit. De zalen, voor de school bestemd, zijn
in liet midden; links heeft men de woning van den direc
teur en regfs die van den leeraar, den heer G. J. Vos Az.,
bij wien het internaat voor de leerlingen gevestigd is.
De nieuwe gebouwen, op 1 Maart 1877 aanbesteed voor
ruim f 66000, zijn den 1 dezer opgeleverd. Zij zijn goed
afgewerkt en een sieraad voor Wageningen. De bijgebouwen
zijn aan beide zijden van het hoofdgebouw opgetrokken;
aan de eene zijde heeft men het scheikundig laboratorium
met de zalen voor het proefstation, terwijl aan de andere
zijde leerzalen voor natuurlijke historie en landbouwkunde
en voor het praktisch werken der leerlingen, benevens
kabinetten voor plant- en dierkunde worden aangetroffen,
alles zeer doelmatig en ruim ingerigt.
De botanische tuin ligt achter het hoofdgebouw en wordt
door eene 'gracht gescheiden van het proefveld, waarop
reeds een aantal gewassen zijn uitgezet, die bijzonder welig
zijn opgegroeid. Deze terreinen beslaan eene grootte van
2 hectarenop een ander terrein, bij de stad, heeft men
nog 1 hectare voor de beproeving van werktuigen.
De gebouwen voor het natuurwetenschappelijk onderwijs
zijn thans zoodanig, dat de inrigting met de instellingen
van dien aard in het buitenland kan wedijveren,
Toen jl. Woensdag de artillerie-schutterij te Hellevoet-
sluis haar gewone oefening in de batterij hield, viel een
kind van den 7 Meter hoogen wal in de vest en zonk
onmiddellijk naar de diepte. De schutter K. W. Paling
sprong, zonder zich een oogenblik te bedenken, van die
vervaarlijke hoogte naar beneden én mogt de voldoening
smaken, het kind van een wissen dood te redden. Door
den lagen waterstand had de redder het ongeluk, grond te
raken, en beliep daarbij een beenverstuiking, die niet van
gevaar ontbloot is.
Een trouwlustig Middelburgsch paartje kwam jl.
Woensdag ten stadhuize om aan de formaliteiten, door de
wet geëischt, te voldoen, toen bleek dat een der twee moeders
haar toestemming weigerde. Of die moeder zich in't rijtuig
had bedacht, dan wel of men geineend had 't zonder haar
te kunnen stellen, zoodat zij welligt uit wraak over die
minachting nu een spaak in 't wiel stak, wordt niet gemeld.
De heer D., van Amsterdam, reisde jl. Woensdag
morgen ten 7 n. 18 m. met den sneltrein uit Groningen
naar zijne woonplaats. Toen de trein ter naauwernood ver
trokken was, kreeg hij eene lievige neusbloeding, die de
geheele reis tot Zwolle aanhield, zoodat de coupé vol bloed
lag. Hij wilde niet onderweg blijven, maar zijne reis
vervolgen, daar zijne vrouw hem wachtte. Te Dedems-
vaart gaf men een emmer met water mede en telegrafeerde
om te Zwolle een doctor aan het station te hebben. Bij
aankomst aldaar verleende dr. Th. Schaepman en later
chirurgijn van Raalte hem in liet station de noodige hulp,
waarna hij, hoewel zeer verzwakt, ten 11 u. 45 m. zijne
reis vervolgde. Aan zijne vrouw had men getelegrafeerd,
dat hij zich een trein verlaat had.
Wederom heeft een zwerveling zich als dief aange
geven, om in de gevangenis te worden opgenomen. De
Gron. Crt., die het feit mededeelt, meldt deze opmerkelijke
bijzonderheid er bij, dat de man nog cenigen voorkeur aan
den dag legde omtrent de gevangenis waarheen hij zou
worden gebragt. Te Assen had men het op verre na zoo
goed niet als te Leeuwarden. De apartementen verschilden
niet veel, maar de tafel was er beter. Gemis aan vol
doende geographische kennis was echter oorzaak, dat hij
zich op Groningsch grondgebied aangaf, zoodat hij toch
niet te Leeuwarden, maar te Groningen gevangen zal zitten.
Het Bijblad van de Landb. Crt. bevat de «schets
van vragen, die bij de enquête omtrent de besmettelijke
longziekte onder het rundvee in aanmerking komen.» Het
Bijblad deelt mede, dat de commissie hare opdragt uitste
kend volbrengt. Het blad leidt uit de gestelde vragen af,
«dat het de commissie ernst is, grondig met het onderwerp
der longziekte onder het rundvee in ons land bekend te
worden.»