HELDERSGHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. 1877. N". 119. Vrijdag 5 October. Jaargang 35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. „W Ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdug, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1-30. frauco per post - 1.65. Uitgever AA. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertenticu: Van elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden i —4 regels 60 Cents, r plaatsruimte berekend. Blken Vonderdag vertrekt de mail naar Oost-Indiê. Laatste ligting 's avonds 6 uur. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 4 October. Blijkens een bij het Departement van Marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroefstoomschip Macassar, onder bevel van den luit. ter zee 1ste kl. J. C. Commijs, in den avond van den 1 dezer te Aden aangekomen. Aanboord is alles wel. De vermoedelijke aanstaande gemalin van den Prins van Oranje is in ons vorig nommer genoemd de dochter van den voormaligen Koning van Wurtemberg. Men leze voor Wurtemberg «Hannover.» Naar aanleiding van de geruchten aangaande huwe lijksplannen van onzen Koning, meldt men o. a. uit 's Hage aan do Arnli. Crt. «Er werd hier sterk gebazeld over morganatische huwe lijken of echtverbindtenissen met de linkerhand. Men schijnt niet te weten dat dergelijke ondingen, elders uit andere toestanden voortgevloeid, hier te lande niet bestaan wij kennen maar één huwelijk, hetzelfde voor Koning, hoer, burger en ambachtsman, waarvoor dezelfde wet, dezelfde regten en dezelfde verpligtingen heeft vastgesteld. De vrouw die de Koning tot zijn gemalin neemt wordt Koningin, hoe hare afkomst, hoe hare positie ook zij; de lange rij der morganatisch gehuwde vorstelijke personages, die de dag bladen onlangs uit den Gothaschen Hof kalender hebben getrokken, zal nooit met den naam van een Nederl. Vorst kunnen vermeerderd worden. Om deze reden deed ook Willem I afstand van den troon vóórdat hij een huwelijk sloot met de gravin d'Oultremont, dat hij de natie, om bekende redenen, aanstoot vond. Immers de burgerlijke regtsgevolgen van een huwelijk zijn voor de gemalin en kinderen van onze Koningen en Prinsen volkomen gelijk aan die voor de vrouw en kinderen van ieder Nederlander. De éénige uitzondering bestaat voor de politieke regts gevolgen van troonsopvolging, welke alleen erkend worden, indien de wetgevende magt in het huwelijk bewilligd heeft. 3 BB ■ggggssg-sgesggggggg» DE GESCIHEDEMS VAN EEN VIOOL. Het gesprek viel ik weet zelf niet meer hoe, en dat maakt ook minder nit op beroemde violen. De „deskundigen" iu onzen kleinen kring brachten hunne opmerkingen over de stelling van den stemstok en de dikte van den kam met veel gewicht te berde; enkelen waren geneigd aan het kuustgeheim van de groote vioolmakers uit de vorige eeuw te gelooveneen „ketter" beweerde met meer moed dan succes dat er bij dit alles heel wat verbeelding in 't spel was, en dat het van oudsher de bekwame hand van den speler was geweest, die het instrument adelde. Dit lokte van alle kanten tegenspraak uit; men herinnerde aan „onweerlegbare" feiten, en verhaalde toepasselijke aneedotcn en geschiedenissen. Deze waren zoo onderhoudend, dat het eigenlijke punt iu quaestie weldra op den achtergrond geraakte. De oude, reeds lang gepensioneerde majoor von Seilig, wiens haar wij jongeren nooit anders dan sneeuwwit meenden gekend tc hebben, doch wiens frissche gelaatskleur even duurzaam scheen, had aandachtig toegeluisterd, maar tot dusver tocli weinig aan het gesprek deelgenomen. Nu deelde hij halfluid aan zijn buurman mede, dat hij ook wel zulk een „vioolhistorie" kon vertellen, die in ieder geval het voor deel had van op waarheid gegrond te zijn, daar hij er zelf bij be trokken was geweest. Natuurlijk tikte de buurman terstond tegen zijn glas en vroeg hij het woord voor den majoor. Deze liet zich dan ook niet lang bidden, maar begon aldus: Begrijp mij niet verkeerd, jongelui. Onder een geschiedenis versta ik niets dan een eenvoudig avontuur, dat ik juist zoo vertel als het zich heeft toegedragen, of een novellist het voor zijn doel zou kunnen gebruiken, weet ik niet; iu ieder geval zou hij menige gaping moeten aanvullen, die ik ópeuluat, daar ik alleen van datgene spreken kan wat ik met mijne oogen gezien en met mijne ooren gehoord heb. Is uwe eigene phantasie zoo vriendelijk hierbij te hulp te komen, dan sta ik haar gaarne de grootst mogelijke speelruimte toe. Als jong officier bracht ik eenige zeer aangename jaren te Weenen door. Ik was geuttacheerd bij ons gezantschap, beschikte na den dood mijns vaders over een zeer aanzienlijk en onbelast vermogen, en het ontbrak mij niet aan levenslust om van de maatschappelijke voordeelen mijner positie en van een volle beurs zoo goed mogelijk gebruik te maken. Het was toen nog het oude Weenen van de eerste tien jaren na den bevrijdingsoorlog; het Weenen van den goeden Keizer Frans en zijn grootmaehtigen minister Mettemichliet Weenen met den hoogen stadsmuur en de prachtige bolwerken, waar men onder schaduwrijke hoornen kon wandelen, en met de landelijke voorsteden in den omtrek; het oude Weenen der ltubinis, Lablaches en Pastas, van de Nestroys en de Scholzen; het Weenen dat zich nog kon ver heugen in het ongeschonden bezit van ziju Wurstelprater. Men leefde daar zeer genoeglijk en zeer goed, ik geloof zelfs Docli ook in geval een vorstelijk huwelijk zonder deze bewilliging gesloten wordt, is het niet morganatisch of met de linkerhand gesloten; ook in dit geval treedt de gemalin geheel en al in de echtelijke regten c-n wordt Nederlandsche Koningin of Prinses.» Dr. A. Kuvper heeft voor zijne benoeming tot pred. bij de Ned. Herv. gemeente te Amsterdam nog niet bedankt maar eenig uitstel van de door hem te nemen beslissing verzocht. Gisteren is door het kiescollegie der Herv. gemeente te Alkmaar voor de benoeming van een predikant bij die gemeente liet navolgende zestal geformeerd: ds. N. A. de Gaay Fortman, pred. te Elden; ds. G. J. de Hoest, te Amersfoort; ds. E. E. Gewin, te Abcoude; ds. J. van Walsem, te Alplien aan den Rijn; ds. P. D. Schouw Sant voort, te Leiderdorp; ds. B. J. Zwaan, te Breda. Drietal: ds. E. E. Gewin, ds. J. van Walsem, ds. P. D. Schouw Santvoort. Men schrijft uit Alkmaar aan de Amst. Crt.: «In uwe courant ('25 Sept. jl.) komt een berigt voor betrekkelijk 10 kalveren, die op de Alkmaarsche markt zouden zijn aangekocht door een veefokker te Texelvan die tien kalveren zou één reeds overleden en de overigen nog lijdende zijn aan de tongblaar. Dit berigt is onjuist; een ingesteld onderzoek bij den burgemeester van Texel heeft doen zien: «dat op 14 of 15 September jl. door den veefokker S. Koning Pz., te Texel, op de veemarkt te Leiden, dus niet te Alkmaar, zijn aangekocht, tien kalveren, waarvan één op 18 September, is gestorven, nadat zich de tongblaar had geopenbaard. Vermoedelijk hebben andere oorzaken medegewerkt, die den dood hebben veroorzaakt, want de ziekte was niet zeer hevig en de overige kalveren, die afgezonderd zijn, hebben weinig geleden en zijn, zoo niet volkomen gezond, toch beterende.» In het belang van de Alkmaarsche veemarkt, waar naauwkeurig toezigt wordt gehouden, om te verhinderen dat ziek vee wordt verhandeld, verzoekt men beleefdelijk deze rectificatie in uw eerst ver schijnende courant te willen opnemen.» In «de Brakke Grond» te Amsterdam is een boeren hofstede en land, genaamd O ver-Meer, gelegen aan den Sloterweg, vóór 15 jaren voor ruim f 27000 aangekocht, verkocht voor f 79000. zeer goedkoopdoch men leefde toen iu de heele wereld zeer goed koop, want men was tevredener en bescheidener in zijn eischen. Ik had zeer weinig te doen, en eigenlijk was er in 't algemeen nooit sprake van een geregelde bezigheid. Op een bepaalden tijd ergens mijne opwachting te maken, een parade bij te wonen, een brief te schrijven, een officieel bal of een musical e soiree te bezoeken, daartoe bepaalden zich meestal mijne verplichtingen. Ik had te veel vrijen tijd over om mij ontheven te achten van de noodzakelijke overweging, hoe dien tijd met iets nuttigs te besteden. Met iets nuttigs, maar dal natuurlijk ook amusant moest zijn! Zoo kwam ik tut de verrassende ontdekking dat het mijn plicht was, mij als attaché van een gezantschap met de locale bijzonderheden van dat deel der wereld dat mij als werkkring aangewezen was en vooral met het volkskarakter zoo goed mogelijk vertrouwd temaken. Deze „studiën" zouden mij van vec-l dienst kunnen zijn als ik eenmaal voor goed de diplomatieke loopbaan ging betreden, waarover ik nu en dan al eens had nagedacht. Hoe ik het met die studiën zou aanleggen, daarover bestond bij mij nipt de minste aarzeling. Ilc geloofde in de eerste plaats veel op straat te moeten ronddolen en de publieke vermakelijkheden te moeten bezoeken, waar het volk zijn meest geliefkoosde genoegens zocht. Zoo paste het ook volkomen in mijn stelsel (lat ik dikwijls van table d'hóte veranderde, van het eene café naar het andere verhuisde, 's avonds in de kleine schouwburgen nieulaclite of ter afwisseling eens een bezoek aan een bijzonder populairen komiek bracht, en later iu de ontelbare uitspanuingslocalen aan dezen en aan genen kant van den muur, waarin men tot diep in den nacht muziek placht te maken, mijne ontdekkingsreizen voortzette. Het spreekt vau zelf, dat de officiersrok daarbij meestal thuis bleef, niet omdat bij de Weeners, maar omdat hij mij hinderde. Er was een goede reden voor, jongelui, dat ik een van die vroolijke herbergen een tijd lang bijzonder geschikt achtte om mijne studie te verrijken, zoodat ik dan ook zelden een avond liet voorbij gaan zonder daar een uurtje zoek te maken. Gij lacht? Gij weet, er reeds alles van? Nu men begrijpt wel dat het „etwas Weibliches" was, dat mij aan die plaats boeide, die anders weinig aanlokkelijks had. De zaal was nog al ruim, maar niet hoog, en bovendien stond zij altijd vol tabaksdamp. De philister bracht in die (lagen nog zijn lange pijp mede, of had ze als vaste logée bij den kastelein in bewaring gegeven. Dicht op elkaar gedrongen zaten aan de houten tafeltjes de talrijke families, want ook aan de eerzame arbeidersvrouwen en de zedige burgerdochters werd een onschuldig genoegen en een beker wijn gegund. Maar hoeveel ronde, prettige en frissche gezichtjes daar ook te zien waren, geen daarvan had mij op den duur kunnen boeien. Mijn aandacht was op eene geheel andere verschijning gericht. Er was daar alle avonden muziek, en deze werd op een guitaar en een viool ten gehoore gebracht. Bij de guitaar behoorde een oude vrouw, die altijd half slapeude met hare kromme vingers desnaren greep en nog al dikwijls mistastte; bij (le viool een bekoorlijke In het in 't vorig nommer kort vermelde advies van het Rotterdamsch departement der Maatschappij van Nijver heid, wordt het betoog van de wenschelijkheid, om door de oprigting van slagthuizen de zekerheid te verkrijgen, dat geen vleesch, nadeelig voor de gezondheid, aan de ingezetenen ten verkoop worde aangeboden, nog liet vol gende gezegd «Wat dit punt betreft, zoo weet ieder, die niet geheel onbekend is met de practijken, niet zoozeer van de groote slagters, maar vooral van een soort van personen, die onder den algemeenen naam van «krengenslagters» bekend zijn, op welke geheel onverantwoordelijke wijze dieren, welke aan hunnen natuurlijken dood, dus meestal ten gevolge van ziekten, waaronder er zijn, die het vleesch voor de gezondheid der gebruikers schadelijk maken, tot gebruik worden gereed gemaakt en door allerlei kunstmiddelen de iu het oog vallende verschijnselen van den ziekelijken toestand van het vleesch worden verborgen, en hoe dat vleesch heimelijk in de steden wordt gevoerd en vooral aan restauranthouders wordt verkocht. Niet minder is de gewetenloosheid van sommige vee houders bekend, die zich niet ontzien, aan besmettelijke ziekte lijdend vee aan slagters te verkoopen, die op hunne beurt, uit winstbejag, dit vleesch als gezond aan hunne klanten bezorgen. Slechts een heirleger van ambtenaren- keurmeesters kan dit euvel bedwingen. Daarentegen biedt een slagthuis met daarbij gevoegde stalling voor het vee de gemakkelijke gelegenheid aan om door één of twee keurmeesters al het vee zoowel vóór als na het slagten te doen keuren. Het spreekt van zelf, dat te gelijk met de oprigting van een slagthuis door de gemeente tevens een verordening in het leven moet worden geroepen, waarbij het slagten op andere plaatsen verboden wordt en het invoeren in de gemeente van elders geslagt vee zonder in het slagthuis te zijn gekeurd, strengel ijk wordt gestraft.» Het badsaizoen te Scheveningen wordt Zaturdae a. s. gesloten. Sedert de opening tot 10 Sept. jl. zijn aldaar 40,772 zeebaden genomen, tegen 51,052 in 1876. Een 50jarige verraste haren echtgenoot verleden week te Amersfoort met de geboorte van een tweeling. Het geregtshof te Arnhem heeft bij arrest van eergisteren jonge dame. die met in het oog luopcnde bevalligheid den sierlijken strijkstok hanteerde en aan het instrument de klankrijkste tonen wist te ontlokken. Aha! daar hebben wij het! De geschiedenis van een viool is beloofd, en op de geschiedenis van een vioolspeelster, of eigenlijk op mijn avontuurtje met een vioolspeelster, loopt liet uit. Laat het zoo wezen Maar de viool is toch niet zonder beteckenis. Haar sonore klank maakte een eigenaardigen indruk op mij, reeds toen ik voor de eerste maal binnentrad en in het schemerlicht dei kleine olielampjes de spelers niet eens op een afstand onderscheiden kon; of, omvol- komen aan de waarheid getrouw le blijven, die klank had mij het huis binnengelokt, toen ik er langs de ramen wilde voorbijgaan. En toen viel mijn oog tegelijkertijd op de kleine hand, die zoo gracieus den stok voerde, en op die andere hand, welke met de spitse vingers over de snaren gleed. Bij die twee kleine handen behoorden zeker ook volle armen en een slank lichaam, dat in zijn ongedwongen houding een lust was om te zienen de fijngevormde kin, dié de viool vasthield, was niet heel ver verwijderd van de groote donkere oogen, die riu eens weemoedig waren neergeslagen, doch straks met de levendigste uitdrukking over de pratende en gonzende menigte heen iu een eindeloos verschiet staarden. Ik zal mij wel wachten, een beschrijving van de mooie viool speelster te willen geven. Ik zeg u alleen, wat ik terstond bij de eerste informatie vernam en waarover ik ook buitendien niet in twijfel had kunnen verkeereu: dat zij eeu Italiaanscbe was; en nu kunt ge u haar zoo Italiaansch voorstellen als ge zelf wilt, doch met een noodzakelijke beperking: Zij had den zachtsten tint en het heerlijkste blonde haar, dat boven het lage voorhoofd hoog opgolfde en in zijn weelderigcn overvloed zich slechts noode door de kam in bedwang wilde laten houden; doch daarbij had zij donkere oogen en donkere, bijna lijnrecht loopende wenkbrauwen. Het gelaat scheen derhalve zeer bleek. Men kon het ook interessant noemen, maar er lag nog iets bijzonders in, dat niet onder woorden te brengen is. Zij speelde de dans-melodiën, die toen het meest in trek waren, met een zekere hartstochtelijke voordracht, waarvan men de op wekkende uitwerking terstond in al zijn ledematen bespeurde; maar zij speelde ook sentimenteele zangwijzen met variaticn, stukken uit opéra's en, wat bijzonder in den smaak viel, een wonderlijk mengel moes van allerlei aard, zooals haar dat door 't oogenblik werd in gegeven. De oude accompagneerde daarbij op de guitaar, schoon ze slechts nu en dan een greep in de snaren deed. Als liet publiek bijzonder veel bijval aan den dag had gelegd, ging zij met een schaal de zaal rond om vrijwillige giften in te zamelen, terwijl de jonge dame zich afwendde en (le viool stemde. Toen ik bij het opgegaarde kleingeld een groot stuk zilver voegde, zag zij mij een oogenblik vragend aan, alsof zij zicli mijn gelaat in het geheugen wilde prenten, en hield mij dien avond haar schaal niet weder voor. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1