HELllEltSEHË
i;\ 1VIEUWE1IIËPE1I COURAJMI.
1877. N°. 120.
Jaargang 35.
Zondag 7 October.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
Binnenland.
„Wij huldigen
het goed e.H
Verschijnt Dingsdag, Londcrdag en Zaturdag namiddag.
Abouuementsprijs ]icr kwartanlƒ1.30.
K y franco per post - 1.65.
Uitgever AA. BARKE R Cz.
Bureau: 51 O l E i> L E I 1C3.
Prijs der A d ver ten tien: Van 1—1 regels 60 Cents,
elke regel meer 1b Cents.
Groote letters of vignetten worden naar jilaatsruiinto berekend.
Ulken Donderdag; vertrekt de mail naar
OoHt-IndiP. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN
op DINGSDAG den 9 OCTOBER aanstaandedes
AVONDS ten ZEVEN ure.
Helder, De Voorzitter voornoemd,
den 6 October 1877. 8TAKMAN BOSSE.
PUNTEN TER BEHANDELING
1. Beëediging van een nieuw gekozen lid.
2. Verslag omtrent het onderzoek der begrooting voor 1878.
3. Voorstel tot verlenging der concessie van de Bank van Lcening.
4. Bekende adressen om bestrating en voorstellen daarop.
5. Mededeeling van stukken.
De BURGEMEESTER der gemeente Anna Paulowna
brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de IIIJKS-
OIVTVAliGKK voortaan in deze gemeente, voor de ont
vangst der Directe Belastingen, zitting; zal houden, in het
logement VEERBURGop den derden Zaturdag; van
iedere maand, van des voormiddag» tien tot des
namiddags twee ure.
Anna Paulownaden 4 October 1877.
De Burgemeester voornoemd
C. E. PERK.
HELDEIt en NIEÜWEDIEP, 6 October.
Het schroefstoomschip 1ste klasse Atjeh, liggende te
Amsterdam, wordt met 1 Nov. in dienst gesteld en het
bevel daarover opgedragen aan den kapt. ter zee jhr. H.
O. Wichers.
Jl. Woensdag zijn te Haarlem geëxamineerd 24 adspi-
ranten voor de acte van hulponderwijzer*. Hiervan zijn
slechts 10 geslaagd. Tot die 10 behooren B. D. de laHoussaye,
A. Deelder, A. Boekhout en P. Schuitemaker, kweekelingen
van de Rijks Normaalschool alhier, D. Wit, van Kolhorn
en A. Fasol, van Enkhuizen.
Voor den door het Artillerie-Vrijkorps alhier op
morgen te houden wedstrijd zijn uitgeloofd 10 prijzen,
2)
DE GESCHIEDENIS VAi\ EEN VIOOL.
Vervolg
's Anderen daags echter was ik weer op mijn oude plaats, en
den volgenden avond evenzoo. Daar de oude vrouw, hoe lnng ik
ook bleef, mij nooit meer dan eenmaal iets vroeg, had ik mijn gift
nog vergroot. Ik bemerkte dat zij er de schoone vioolspeelster op
opmerkzaam maakte en dat deze nu ook een vluchtigen blik op mij
richtte. Waarschijnlijk verwonderden beiden zich over den dwaas
hoofd, die een entreegeld betaalde als voor een loge in de groote
opera.
Men noemde haar de schoone Augelina en wist anders niet meer
van haar dan die naam en dat zij eene Italiaanschc was. Ook de
kastelein kon mij geen nadere inlichting geven. Zij was eens op
een avond bij hem binnengekomen, zij had wat gespeeld, dit beviel
den bezoekers en toen was zij teruggekomen. Dergelijke reizende
en trekkende lui zag men bier alle dagenmen laat ze ongehinderd
begaan, totdat ze vervelend werden, en dan zochten ze een ander
toevluchtsoord op, terwijl hunne plaats weldra weder door anderen
was ingenomen. „Maar zij speelt goed," voegde hij er bij, wat-
blief Eu zij beeft een heerlijke oude viool met een vollen
toon ik heb er ook wel verstand van."
Ik wist er ook van mede te praten. Om mijne opvoeding te
voltooien, had men mij ook piano en viool leeren spelen, en zoo
ongaarne ik op de toetsen hamerde, zoo lief was mij het kleine
strijkinstrument geweest, waarop ik het evenwel slechts tot een
middelmatige vaardigheid bracht. Een beroemde viool in mijn
bezit te krijgen, was eens mijn vurigste wensch geweest, totdat
zich allengs andere hartstochten deden gelden. Ook nu nog vedelde
ik bij wijlen om mij wat te verzetten en, waarschijnlijk, om mijn
buren razend te maken. Al hield ik mij zeiven ook voor geen
virtuoos, toch zeker voor een halven kunstkenner.
In dit geval kon ik moeielijk onpartijdig blijven. Welk menscli
met gezonde hersens had dan cok hier oor en oog ieder afzonderlijk
en onafhankelijk van elkaar kunnen laten werken? Ongetwijfeld
werd de schoone Angelina door haar spel nog schooner; maar ik
zou toch niet durven volhouden dat haar spel achter een gesloten
gordijn volkomen dezelfde uitwerking zou gehad hebben. Toenmaals
hield ik dit echter voor uitgemaakt! Ik geraakte voor haar spel in
geestdrift, om tegelijkertijd een vrijbrief te hebben dat ik ook voor
de persoon zelve in geestvervoering mocht geraken.
Dat was evenwel voUtrekt geen gemakkelijke zaak, zoodra het
namelijk op het uiterlijke bewijs dezer verhoogde stemming aankwam.
Gij zult misschieu geneigd zijn het bewijs voor zoodanige stemming
volkomen overbodig te achten wauueer een jongman, voor wien om
waarvan 11 voor het concours op 200 en 5 voor dat op
100 passen.
Uit 's Hage wordt gemeld, dat Z. K. H. de Prins
van Oranje deze maand uit het buitenland wordt terug
verwacht.
Benoemd tot onderwijzer aan boord van Zr. Ms.
opleidingsschip Wassenaer, de heer G. A. Luiting, te Utrecht.
In een adres aan den minister van binnenlandsche
zaken bij afschrift aan de Tweede Kamer medegedeeld,
heeft de «Bredasche Maatschappij van Landbouw enz.»
aangedrongen op de telkens weder blijkende noodzakelijk
heid van een Rijks-Landbouwraad. Men weet, dat de
minister daartoe weder daartoe een post op de Staats-
begrooting heeft gebragt.
Beroepen te Berkhout de heer D. W. Schuuring,
pred. te Dirkshorn.
Het afscheid van ds. M. Buijs, te Noordscharwoude
die in Oost-Indië als predikant zal optreden, is bepaald op
Zondag 14 October te half tien uur.
Tot voorzitter van het hoofdbestuur der Maatschappij
Tot Nut van 't Algemeen is voor het ingetreden maat
schappelijke jaar gekozen de heer W. F. Loman.
De jongste berigten van de haringvloot luiden bijzonder
gunstig. Er wordt veel gevangen en de prijzen zijn tamelijk
hoog.
Eenige jagers van den vasten wal bezochten voor een
paar dagen het eiland Texel en hebben een geduchte slagting
onder het wild gemaakt. Zij vertrokken jl. Donderdag,
40 hazen en 25 konijnen medenemende.
Door den brigadier der rijksveldwacht te Texel is
jl. Donderdag in beslag genomen een van valschheid ver
dachte gulden. Hij is grooter en dunner dan de gewone
guldens, de cijfers zijn tweemaal zoo groot: het opschrift
is: «Willem Koning der Nederlanden G. H.» terwijl de
beeltenis niet gelijkt op die der gewone gulden.
Voor de jl. Donderdag van wege de Amsterdamsche
afdeeling der Holl. Maatschappij van Landbouw op de
Stadhouderskade te Amsterdam gehouden harddraverij met
paard en sjees waren 28 paarden ingeschreven. De prijs
(f 400, benevens f 50 voor den rijder) is gewonnen door
het paard Nobel, van den heer Y. Bos, te Zevenhuizen,
rijder de eigenaar; de eerste premie (f200) door het paard
Snsanne, van den heer C. Paarlberg, te Zijpe, rijder L. G.
Lampe; de tweede premie (f 100) door het paard Goliath,
van den heer F. W. Koopmans, te Akkrum, rijder de
zoo te zeggen de geheele wereld open stond, zich avond aan avond
verscheidene uren lang in een dompig, half douker, met tabaksrook
gevuld lokaal ophield, om zich op een viool met guitaarbegeleiding
dansen en opera-melodiën te laten voorspelen. Maar voor hem zelf
was dit niet voldoende, en of de schoone Angelina er mede voldaan
was, bleef onbeslist. Dat ik na ieder stuk krachtig applaudisseerde,
had niet veel te beteekenen, want dat deden al mijne buren ook,
en nog wel met veel steviger handen. Haar in de pausen aan te
spreken, scheen volstrekt oumogelijk. Het gezelschap gedroeg zich
bij al zijn vroolijkheid zoo vreeselijk teruggetrokken, dat eene toe
nadering van dezen aard van alle kanten verbazing zou verwekt
hebben. De violiste zag er ook niet naar uit alsof er een vriendelijk
antwoord van haar te wachten ware. Ik was er eens getuige van
dat een der gasten den kelluer heimelijk last gaf, haar een portie
ijs en een glas wijn te brengen, maar hij haalde de schouders op
en verklaarde plechtig: „Zij neemt niets aan!"
Waarom zou ik langer de bekentenis achterwege houden, dat ik
een week later zoo verliefd op de Italiaansche was als men, jong
van jaren en vurig van bloed, bij mogelijkheid zijn kan op een
vrouwelijk wezen, waarvan men volstrekt niets anders weet dan dat
zij schoon is en de zeldzame gave bezit om in tonen zonder woorden
tot het hart te spreken. Ik ging er nu zoo vroegtijdig heen dat
ik een der voorste plaatsen kon krijgen. Hare schoonheid verloor
niets door deze vermindering der tusschenruimte of door de betere
verlichtingzij werd veeleer nog bekoorlijker door de fijnheid harer
vormen en den melancholieken, droomerigen trek die over haar gelaat
als een droevig waas lag uitgespreid. Daarbij had zij iets zekers,
zelfbewust in haar houding, dat op mij een onmiskenbaren indruk
van voornaamheid maakte iets vrouwachtigs. Het zou mij in
het minst niet verwonderd hebben als ik vernomen had dat zij ge
trouwd was, of getrouwd was geweest, en toch kwam het niet in
mij op aan den man te denken, dien zij wellicht kon toebehooren.
Natuurlijk als men zoo verliefd is!
Ik wilde opgemerkt worden en ik werd opgemerkt. Het moest
wel haar aandacht trekken dat ik haar onafgebroken aanzag, en zij
zag vaker over de viool heen naar mijne plaats, dan wel eenvoudig
met het toeval was overeen te brengen. Later echter, toen zij aan
mijne weloverlegde taktiek niet langer twijfelen kon, vermeden hare
oogen mij plotseling zoo blijkbaar opzettelijk, dat ik mij daaruit
nog vleienden gevolgtrekkingen meende te mogen veroorloven. Ik
waagde een schrede voorwaarts. Naar welk doel, was mij geheel
onverschillig: ik dacht slechts van den eeuen dag tot den anderen.
Kort voor den afloop van het coucert zij eindigde steeds precies
met klokslag verwijderde ik mij uit de zaal en wachtte dicht
bij de kleine achterdeur, die bij de woning van den eigenaar hoorde,
en waardoor zij het lokaal verlaten moest, haar vertrek af. Zij droeg
eigenaar. De prijzen werden met een toepasselijk woord
door den heer Wafel bakker uitgereikt, aan wiens goede
zorgen tevens de uitmuntende inrigting van de baan te
danken is.
Bij eene officiële volkstelling, dezer dagen te IJmuiden
gehouden, is gebleken, dat het getal van ben, die voor goed
aldaar hun domicilie hebben, 267 zielen bedraagt.
Te Linschoten loopen geruchten, dat graaf Harry
von Arnim, de bekende Duitsche ex-diplomaat, voornemens
is zich te vestigen op het buis te Linschoten, de heerlijkheid
van den graaf van den Bussche Kessel, en dat de gravin von
Arnim dat verblijf heeft opgenomen en goedgekeurd.
Te Arnhem is gisteren nacht ten 12 ure plotseling
overleden jhr. H. A. ridder van Rappard, procur.-generaal
en oud-kamerlid.
Meppel bood jl. Donderdag een tooneel van bedrijvigheid
aan, als slechts zelden 't geval is. Een massa boeren
dochters, die op dezen dag (Boterdonderdag) haar uitgaans
dag na de kermis hebben, waren opgekomen, om getuige
te zijn èn van de prijzen die hare waar (de boter) maken
èn van 't geen zij zelve in 't oog der boerenzoons waard
zijn; met andere woorden, om een vrolijken dag te hebben
en oude of nieuwe relaties met vroegere of tegenwoordige
minnaars aan te kuoopen. Yele kwamen dan ook tegen
den avond met flinke vrijers in de logementen teregt en
amuseerden zich bij 't heerlijkst herfstweder uitmuntend.
Wat de boterhandel aangaat, deze wilde niet vlotten.
Wel waren vele vreemde kooplieden uit Zwolle, Blokzijl,
Alkmaar, Rotterdam, Nieuwediep, enz. aanwezig en was de
aanvoer hoogst belangrijk, pl. m. 100,000 KG., meest
belegen vatboter, vertegenwoordigende pl. m. 11 ton gouds,
doch de prijzen waren dalende en minder dan vóór 14
dagen. Door elkander besteedde men f 44 a 45 per vat
fijnere soort gold f 56, enkele puike soort f 60. De ver
zending was evenwel nog belangrijk.
In het September-nummer van de Vragen des Tijds
komt een uitvoerig artikel voor van mr. S. van Houten;
met het opschrift «Over de maatschappelijke en wettelijke
stelling der vrouw.» De schrijver zegt, de volgende ver
anderingen in de bestaande wetgeving wenschelijk te achten
ua. Het beginsel, dat de getrouwde vrouw de onder
geschikte is van haren man, vervalt; b. In beginsel wordt
aangenomen, dat de vrouw geene regten op de goederen
en op de vruchten van haren arbeid stilzwijgend en on
herroepelijk aan den man overdraagt; c. De scheiding van
de vioolkast, en de oude trippelde met de guitaar achter haar aan.
Ik groette en sprak haar dadelijk aan, om mij het voordeel dezer
eerste ontmoeting niet te laten ontglippen. „Vergun mij Signora,
dat ik u hier op den publieken weg dank zeg voor het genot, dat
gij mij telken avond door uw verrukkelijk en zielvol spel wilt ver
schaften. In de zaal bood zich daar niet de gelegenheid voor aan
en ik wilde niet langer op die wijs uw schuldenaar blijven.
Zij had, niet verlegen maar vrij koel, een buiging gemaakt en
haren weg met denzelfden gelijkmatigen tred vervolgd. Ik liep nu
naast haar. „Gij neemt mijne zwakke pogingen zoo grootmoedig
op," antwoordde zij, „dat er geen sprake van een schuld kan zijn.
Ik verwonder mij er slechts over dat mijn spel u op den duur niet
verveelt, daar gij stellig aan iets beters gewoon zijt en u dat zoo
gemakkelijk verschaften kunt."
Ik protesteerde zoo hard ik kon en zeide haar over haar stok-
voering, over dc zuiverheid vau haar toon en hare wijze van voor
dracht in alle oprechtheid zooveel loffelijks, dat een virtuoos zich
daardoor gevleid had kunnen achten.
Zij glimlachte zonder eenige gemaaktheid bij al mijn mooi»
woorden. „Ik weet," hernam zij met een melodieuse stem, zooals
ik er nooit een gehoord had, „dat ge mijn spel te veel eer aandoet.
Het beste doet het instrument zelf voor mij." Zij hield de kast
wat hooger.
„Een Cremoner viool, mijnheer, die eenmaal onder andere handen
geklonken en een ander publiek in verrukking gebracht heeft
een publiek, waaronder misschien beter plaats voor u geweest was,
mijnheer, dan onder de goede luidjes ginds, wien ik voor een paar
stuivers wat voorspeel."
Ik greep naar de doos. „Zoudt ge mij niet willen toestaan, u
van dezen last te bevrijden?" vroeg ik galant.
Zij zag mij verschrikt aan. „Maar mijnheer
„Ik wenschte mij het voorrecht te verschaffen u een eind weegs
te mogen begeleiden," sprak ik toelichtend, „en gij ziet dat ik niet
eens een stokje te dragen heb."
Zij drukte de doos vaster ouder haar arm.
„Maar waarom wilt ge mij vergezellen?" vroeg zij bedaard. „Ik
kan den weg alleen wel vinden."
Ik zeide haar nu onbewimpeld, dat hare geheele verschijning mij
eene buitengewone belangstelling had ingeboezemd, en dat ik het
mij als een groot genoegen voorstelde haar nader te leeren kennen.
„Gij verwondert u," zoo besloot ik, „mij onder uwe dagelijksche
toehoorders te bemerken. Met beter recht kon ik mij verwonderen,
u tegenover dezen kring van toehoorders te vinden. Een jonge dame
van zooveel schoonheid en talent, zou ik meenen, zou het ook in
een andere concertzaal zeker niet aan de vurigste waardeering
ontbreken." Wordt vervolgd.)