Jijke- en militaire err. Ruwheid en loszinnigheid was, zijns bedunkens, zoo min militaire- als burgerlijke eer. Eindelijk stond spreker stil bij de opmerking, dat sommigen meeneu, dat wij de grondwet reeds zijn uitgegroeid. Naar zijn inzien, zijn wij er nog niet eens ingegroeid. De slotsom van sprekers welsprekend betoog was, dat het streven van het Bond ten hoogste was aan te bevelen en in groote mate ieders sympathie behoorde weg te dragen. Nadat de heer van Limburg Stirum, president van het Bond, de zaak nader had aanbevolen, sloot de president de bijeenkomst met een woord van liartelijken dank aan den begaafden spreker, die op zoo flinke wijze de belangen van liet Bond had bepleit. Groot was jl. Dingsdag avond het aantal belang stellenden in de tooneel voorstelling, die door de onderofficiers- vereeniging Vaderland en Oranje in het lokaal ïivoli alhier, voor een liefdadig doel werd gegeven. Niet weinig werd deze voorstelling opgeluisterd door de belanglooze medewerking van het Stafmuziekkorps der Kon. Ned. Marine, onder directie van den kapelmeester W. L. Wec- kesser. Met succes werden achtereenvolgens opgevoerd Frederico de Toledo of de belegering van Haarlem in 1573, en Verliefd op Mevrouw, blijspel. Jl. Zaturdag avond werd door schipper A. Verschoor, van de Nieuwcdieper vischlogger Pollux, terwijl hij op de visscherij was, op 60 gr. NB een drijvend schip ontdekt; dadelijk werd de boot uitgezet en, op het schip gekomen, vond men het van het volk verlaten; de fokkeniast was overboord gezeild en aan het schip was uieer andere minder belangrijke schade. Dadelijk brak nu schipper Verschoor de visscherij op, zeilde naar het schip en nam het op sleeptouw; twee moeijelijke dagen was hij met het schip bezig, toen hij zicli genoodzaakt zag assistentie van een Engelsche vischlogger aan te nemen en na vijf dagen het schip geboegseerd te hebben, kwam de Pollux heden morgen binnen met liet geballaste schip, genaamd Öpringhok en te Dundeo thuis bchoorende, op sleeptouw; verdere bijzonderheden ontbreken. Eene zeer bekende bijzonderheid is het zeker, dat de Maatschappij Neptunus door deze omstandigheid een uit muntende Sint-Nicolaas heeft gekregen. Naar men in de Francais leest, heeft de graaf de Dorlodot jl. Zondag, ter eere van den Prins van Oranje, eene groote jagtparti' gegeven in het park van het kasteel te Savigny-sur-Orge, departement der Seino en Oise. Behalve eene menigte hazen en konijnen, werden daarbij een tiental herten geschoten, waarvan één door den Prins. Door de regering wordt voorgesteld f 2500 subsidie te verleenen aan de Geldersche Maatschappij van Landbouw, ten behoeve van de tentoonstelling van zuivelbereiding. Deze subsidie zal meer bijzonder bestemd zijn ter bestrijding der kosten van de voorstelling der methode van bot er- bereiding, volgens Dr. Schwarze, welke methode op de jongste tentoonstelling te Hamburg algemeen de aandacht trok. r- Naar het Hbld. verneemt, heeft de minister van Oorlog het voornemen, de tractementen der officieren van alle wapens belangrijk te verhoogen, doch daarentegen alle toelagen, zooals residentie-toelagen, enz. te doen vervallen. Naar men verzekert bestaat het plan, aan elk bataillon infanterie een zeker getal hospitaal-soldaten toe te voegen. Den 1 December e. k. zal liet 25 jaren zijn geleden, dat de eerste Rijks-telegraafkantoren geopend werden. Bij de verkiezing voor een lid der Tweede Kamer te Haarlem waren uitgebragt 1137 stemmen, waarvan 785 op den heer W. de Meijier, zoodat deze is gekozen. In het hoofdkiesdistrict Assen verkreeg de heer van der Feltz 518 van de 1090 uitgebragte stemmen. Op den heer de Vos van Steenwijk waren uitgebragt 333 stemmen, zoodat eene herstemming moet plaats hebben. Te Leeuwarden werden uitgebragt 1625 stemmen. De heer J. K. II. de Roo van Alderwcrelt vereenigde er 1079 op zich; 288 stemmen waren uitgebragt op den beer Kerdijk, 240 op den heer Loman, zoodat eerstgenoemde is gekozen. Bij de te Zutphen gehouden verkiezing van een lid der Tweede Kamer zijn uitgebragt 2669 stemmen, waarvan de lieer mr. Sickesz er 1403 verkreeg en de heer A. baron Schimmelpenninck van der Oye 1262, zoodat eerstgenoemde is gekozen. Door liet hoofdbestuur van liet Anti-Dienstvervan- gingsbond zijn bij gelegenheid der optreding van een nieuw bewind adressen gezonden aan den Koning, de Tweede Kamer en den raad van ministers, om aan te dringen op de invoering van persoonlijken dienstpligt. In het adres aan den raad van ministers wordt er o. a. op gewezen, dat twee der tegenwoordige raadslieden van de kroon, jhr. H. O. Wichers en mr. J. G. Gleichman, leden zijn van het Bond en dat mr. J. P. R. Tak van Poortvliet op 30Junijl873 stemde voor den persoonlijken dienstpligt. De afdeelingen worden uitgenoodigd adressen van ondersteuning in te zenden. Tengevolge van den hevigen noordwestenwind van jl. Vrijdag, is het laaggelegen gedeelte van. Urk onder water geraakt. Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 28 dezer: «Door het kiescollegie der Herv. gemeente alhier is het navolgende drietal gemaakt ter verkiezing van een predikant II. van der Hagt, te Genemüiden, B. J. Swaan, te Breda en C. F. Groonemeijer, te Apeldoorn.» Het departement Winkel der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft het initiatief genomen voor de oprig- ting van een naai- en breischool. Uit een nader uit te brengen rapport zal moeten blijken of daar ter plaatse eene dusdanige inrigting tot stand kan komen. «De inlijving van de Transvaal in een spoorwagen nagevolgd,» schrijft de berigtgever van het Dagblad boven de mededeeling van het volgende voorval: Dezer dagen kwam eene dame uit België naar Neder land. Geheel alleen in een der rijtuigen van de 2de kl. gezeten, had zij haar parapluie in het net gelegd en hield zich bezig met lezen, toen aan een der stations op Neder- landsch territoir eene name zonder parapluie het rijtuig binnenstapte en later nog eene. De tweede verliet echter net njtuig rèeds aan een der eerstvolgende sïatious en 1 nam zeer resoluut de parapluie van de eerstbedoelde, waarmede zij vertrok, in weerwil van de reclames der eigenares, welke zij zeer koeltjes beantwoordde met te zeggen, dat niemand haar ooit van diefstal had beschul digd. En zoo wandelde zij heel bedaard weg, terwijl de bestolene, radeloos van verlegenheid, haar verder onge moeid moest laten. Do smidsjongen te Rotterdam, wien iemand voor straf wegens, eene brutale handeling een gloeijend ijzer in den mond stak, is tengevolge daarvan overleden. Men verzekert dat de telephone thans ook gebleken is tusschen Frankrijk en Engeland le kunnen werken. De Indép. beweert althans, dat een daarmede genomen proef tusschen Dover en Galais geheel naar wensch geslaagd is. Deze week verklaarde de Duitsche postmeester—generaal Stephan in het paleis van den Duitschen Keizer het gebruik van het nieuwe instrument. Bij die gelegenheid werd be paald, dat men het «Fernsprecher» (verspreker, letterlijke vertaling van telephone) noemen zou. Stephan heeft door een gelukkig toeval het oorspronkelijke instrument, dat door den uitvinder Reiss vervaardigd is, in handen gekregen en voor slechts 14 marken kunnen koopen. Naar de N. Rott. Crt. verneemt, worden ook hier te lande van wege de Maatschappij tot exploitatie van staats spoorwegen, proeven met den telephone genomen, die tot dusver uitstekend moeten geslaagd zijn. Uit Vreeland meldt men: «Iioe voordeelig de verplaatsing der Noordhollandsche zaadverbouwende boeren in onze streken voor de stijging der prijzen van landerijen is, blijkt meer en meer. Zoo is, om niet van de aankoopen sinds weinige dagen onder Weesper-Carspel gedaan te spreken, onder Vreeland, alwaar zij sedert een paar jar^n hun voet gezet hebben, weder ongeveer 10.hectaren grond aangekocht, voor een som, die de waarde in zooverre overtreft, dat de gevraagd wordende hypotheek als koopsom genoeg geacht kan worden. Het is te hopen, dat bij den lust tot aankoopen, ook het nakomen der aangegane verpligtingen mogelijk blijkt, en er geldschieters gevonden worden, die een gedeelte van hun kapitaal op zulk een wijs willen wagen, daar anders j de overkomst van bovengenoemde boeren voor velen blijken zou nadeelig te zijn geweest, en de klagt die nu reeds wordt geopperd, dat men zooveel heerlijke wandeldreven zal missen, in dubbele mate zou blijken gegrond te zijn.» Met belangstelling zal voorzeker in den lande ver nomen worden, zegt de Bred. Crt., dat de nieuwe wet op de Koninklijke Militaire Academie reeds goed werkt. De goede geest, die bij het reeds veel grooter aantal kadetten heerscht, getuigt er van, dat het leger de zoolang gewenschte vermeerdering van officieren, van de Koninklijke Militaire Akademie afkomstig, zal verkrijgen. De leiding der kadetten en de omgang tusschen de vier studiejaren geven alle reden tot tevredenheid. Vooral deze laatste wordt loffelijk genoemd. Van plagerijen geen sprake, veel minder van het zoogenaamde «baren,» waarvan onlangs uit Willems oord zulke treurige gevolgen bekend werdén. Tot den zoo bevredigenden stand van zaken moet, naar wij van bevoegde zijde vernemen, zeer veel toebrengen de wijze, waarop de officieren en leeraren de aan hunne zorgen en leiding toevertrouwde jongelieden bejegenen, en waarbij, nevens de noodige discipline, een echt mentorale, aangename omgang steeds den boventoon voert. Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat door een grondeigenaar onder Zevenbergen dezer dagen een volbloed Éngelsch vet varken, geschat op eene zwaarte van 400 KG., aan een slagter is verkocht voor eene som van f 225. In de nabijheid van Heringen hadden vijf personen zich boven een oven, bestemd tot het droogen van suiker bieten, te slapen gelegd. De oven is in brand geraakt en later heeft men de geheel verkoolde lijken van de vijf ongelukkigen teruggevonden. Jl. Maandag heeft de regtbank te Aliddelburg uit spraak gedaan in de zaak van F. Wiertz, te Stettin, gezagvoerder van het Noordduitsche schip Molly, beklaagd dat hij, den 12 Oct. 11. met averij te Vlissingen binnen- geloopen, geene aangifte had gedaan van twee zich aan boord bevindende kisten met kruid. De lïeer Wiertz is veroordeeld tot eene boete van f 500. Te Ooltgensplaat trad een spreker in een landbouw- vergadering op. Toen hij een woord of wat gezegd had, bleef hij steken, hij kon niet meer. Bij den stortvloed van welsprekendheid, waarmee de Nederlanders overstelpt worden, is dat wel een vermeldenswaardige uitzondering. Hoe de Ooltgensplaters zich onder 't geval hielden wordt niet gemeld. Beter laat dan nooit. Ter correctionele teregtzitting van dc regtbank te Arnhem werd jl. Maandag o. a. behandeld een diefstal van aardappelen. Het O. M, trachtte het bewijs te leveren door een tal van aanwijzingen, maar de beklaagde maakte door een pertinente ontkentenis den officier van justitie zijne taak niet gemakkelijk. Bijna twee uur hield deze zaak de regtbank bezig. Aan het einde van het getuigenverhoor wees de president den beklaagde op al de tegen hom gerezen bezwaren. Hij bleef ontkennen en «ik smiet het in appel, als ik veroordeeld word,» was zijn eenig antwoord. Nu kreeg de substituut-officier liet woord en aandachtig luisterde de beklaagde naar diens rekwisitoir, dat strekte tot zijne veroordeeling tot 6 maanden cellulaire gevangenisstraf. Nogmaals maande de president den beklaagde aan, om de waarheid te spreken. Een beken tenis toch, zou de regtbank alligt aanleiding geven, om een ligter straf toe te passen. «Ik ben onschuldig en ik smiet het in appel,» zoo bleef het luiden uit den mond des beklaagden. De president bepaalde daarop de uitspraak op 4 December en gelastte de volgende zaak af te roepen. Daar keerde de beklaagde zich nogmaals tot de regtbank, zeggende: «nog een woordje asjeblieft, hoeren; ik zal het maor zeggen ik heb het gedaon.» Algemeene verbazing bij regtbank, O. M. en publiek. De officier trok zijn rekwisitoir in en wijzigde de door hem gevraagde straf in •Ter maanden celstraf'. De uitspraak bleef op a. s. Dingsdag bepaald. (Arnh. Crt.) Er zijn, zooals men weet, fijnproevers, maar er zijn anderen, van wie men dat niet beweren kan. Onder de laatsten zijn er, waarvan men beweert, dat zij een tong van sehapenlocr hebben. Dat moet wel het geval geweest zijn met den man, waarvan liet Journal de Charleroi verhaalt, dat hij in een kroeg een groot glas jenever vroeg, en dit ontvangen en uitgedronken hebbende, een tweede vroeg, uitdronk en toen heenging. Naauwelijks was hij weg, of de kroeghouder bemerkte, dat hij uit een petroleumflesch in plaats van uit een jeneverflesch ge schonken had. Zijn klant had twee glazen petroleum ingezwolgen en niet gemerkt, dat het geen jenever was wat hij dronk. De Oosterlingen verwijten ons, dat wij alle dingen verkeerd doen. Wij schrijven van de linker- naar de regterhand; zij omgekeerd. Wij nemen bij het binnen komen het hoofddeksel af; zij houden het op, maar ontdoen zich van hun schoeisel. Bij ons informeert men zeer beleefd naar den welstand van vrouw en kinderen; bij den Muzel man geldt het vragen naar de gezondheid zijner vrouwen voor eene grove onbetamelijkheid. Ook de wijze van groeten is, naar de heer Nachenius in zijn beroemd werk «Herinneringen uit Abessynië en Nubië» opmerkt, bij hen eigenaardig. Het is fiiet gebruikelijk, dat de mindere zijn meerdere liet eerst groet; steeds wacht hij behoorlijk af, of hij door zijn meester gegroet, wordt; eerst daarna mag hij onderdanig teruggroeten. Deze formaliteit geschiedt in Egypte op de volgende karakteristieke wijze. Het saluut van een «eff'eudi» of een «gawaglia» (ons «mijnheer») bestaat tegenover zijn mindere hierin, dat hij met zijn regterhand een korten groet op de hoogte van het voorhoofd maakt; de mindere buigt zich hierop diep voorover en raapt, om zoo te zeggen, dien groet van den grond op, brengt dien met een snelle en sierlijke beweging eerst aan zijn hart, dan aan zijne lippen en eindelijk aan het voorhoofd, waarmee hij zeggen wil: mijn hart klopt voor u, mijne lippen zijn vol van uwen lof, mijne gedachten zijn steeds bij u. Wanneer dé Onderkoning voorbijrijdt, dan moeten ook de rijtuigen, waarin ministers en andere hooge beambten zitten, ter zijde van den weg stilstaan, de personen uit hunne rijtuigen stijgen en er vóór blijven staan, totdat de Onderkoning hen opmerkt en groet. Doet hij dit niet, dan mogen zij in geen geval groeten, maar kunnen weer in hun rijtuig stappen en verder rijden. Bij het bezoeken van een Oostersch huis klopt men eerst niet behulp van een ijzeren ring op de deur. Wordt die niet aanstonds opengedaan, liet is omdat de vrouwen zicli eerst naar hun eigen vertrek moeten verwijderen. Dan wordt men binnengelaten en uitgenoodigd, zich op een fraaijen divan neer te vloijen. Een kop koffij is op alle tijden van den dag het eerste wat aangeboden wordt. Daarop volgt tabak of een cigarette. Bij het heengaan draagt men zorg geen van de tot liet huis hehoorende vrouwen aan te kijken. In liet algemeen geldt het aan kijken van vrouwen, en vooral het nakijken op straat, bij de Muzelmannen voor hoogst ongepast. Het is bekend, hoeveel middelen reeds in het werk zijn gesteld, om het vormen van ketelsteen tegen te gaan. Een wel niet geheel nieuw, maar, zoo het schijnt, zeer doeltreffend middel is dat van Glokke, die stukken houts kool in den stoomketel werpt, welke houtskool bij het ver dampen van het water de zouten opneemt, die in het water waren opgelost, daarmede omkorst wordt, en na verloop van eenigen tijd gemakkelijk uit den ketel kan worden ver wijderd, terwijl van het zich vastzetten dier zouten op den bodem geen sprake is. Op eenvoudige wijze kan niet alleen de stalmest be waard en verbeterd worden, maar kan men ook het in dringen in den bodem van de fecaliën voorkomen, en zoo, behalve de financiëele belangen, ook hygiënische behartigen. Men weet, dat de stikstof van mest grootendeels in ammonia overgaat, welke voor een gedeelte vervlugtigt en dus ver lies berokkent. Om dit te voorkomen, kan men het best gebruik maken van zoogenaamd oplosbaar beenderenmeel, dat de eigenschap in hooge mate bezit, die ammonia op te nemen, waardoor de mest aanzienlijk in waarde stijgt. Voegt men er tevens eene stof bij, die gemakkelijk water opzuigt, zooals turfmolm, zaagsel, enz., dan blijft het voor naamste planten voedsel in de urine gespaard. Een stalmest, op deze wijze verzameld, staat in waarde bijna gelijk met de zeer dure guano, en heeft nog dit voor boven de guano, dat zij den grond losser maakt. Is de Courrier des Théatresf goed geïnformeerd, dan krijgt Europa in het aanstaande jaar een bezoek van een militair muziekkorps uit Amerika: het korps van Gilmore, en het zal zich het eerst te Parijs, bij gelegenheid der wereldtentoonstelling, laten hooren. Dit orchest zal bestaan uit minstens 65, of hoogstens 100 executanten, en de uit- stekendste solisten, die Amerika bezit, zullen er toe behooren. Men hoopt dat het ensemble met de beste Europesche korpsen zal kunnen wedijveren. Het voornemen is, na Frankrijk, Engeland, Ierland, België, Nederland, Duitschland en Oostenrijk te bezoeken; mogelijk ook Italië, Spanje en Rusland. De onderneming gaat niet uit van een direkteur, voor zijne rekening en risico, maar van de kunstenaars onderling. Allen moeten in de kosten dragen en zullen de eventuele winsten deelen. Ieder moet beginnen f 100 in de gemeenschappelijke kas te storten; het daardoor gevormde bedrijfskapitaal zal vergroot worden met de opbrengst van concerten, te dien einde dezen winter nog in Amerika te geven. Van dat kapitaal wordt vooreerst afgenomen, hetgeen naar begrooting de heen- en terugreis kosten zal; een ander deel is bestemd tot uitkeering aan de huisgezinnen der kunstenaars gedurende hunne afwezig heid; het overige deel blijft reservefonds, om in geval van nood te kunnen worden aangesproken. Dit zijn de hoofd trekken van het reglement der vereeniging, dat in 21 arti kelen is vervat, en met een begeleidend schrijven in Amerika

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 2