HEUERSCHE EN NIEEWED1EPER COURANT. 1877. N°. 151. Woensdag 19 December. Jaargang 35. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. B i n n e n 1 a n d. „W ij li n 1 U i s e n het goede." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. ff franco per post - 1.65. Uitgever AA. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN' N°. 103. Prijs der Advertcntiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vigaettcn worden naar plaatsruimte berekend. KIKeli Ronderdag vertrekt de mail naar Oost-ludfe. Laatste Ligting 's avonds 6 uur. Vaststelling der 296ste Staats-Loterij, liet Gemeentebestuur van den Helder brengt ter Openbare kennis, dat bij resolutie van Z. Exc. den Minister van Financiën van 13 November 11., No. 62, krachtens de daartoe door den Koning verleende magtigiug, is vastgesteld de 296ste Staats-Loterij, bestaande uit 21000 loten, 10500 prijzen en 2 premiën. Voorschreven resolutie en het daarbij behoorende plan, in de Staats courant geplaatst, liggen ter lezing aan de Secretarie der gemeente. Het Gemeentebestuur voornoemd. Helder, STAK.MAN BOSSE, Burgemeester, den 14 December 1877. L. YER-HEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 18 December. Omtrent de stranding in den afgeloopen nacht, ver wijzen wij naar „Vervolg Nieuwstijdingen." Het Onderwijzers-Gezelschap Helderzoover wij weten de oudste vereeniging ter dezer plaatse vierde jl. Zaturdag het feest van zijn GOjarig bestaan. De feestzaal in Tivoli was op gepaste wijze versierd, prijkende met wapens en schilden, bevattende de jaartallen van stichting en feestviering, de namen der schoolopzieners, die elkander sedert 1817 hebben opgevolgd, de namen van de stichters, de heeren J. Pronk, P. Kijkers, J. de Groot en J. Keuken, den naam van den heer J. van der Haar, die jaren lang aan 't. hoofd der Vereeniging stond, en eindelijk de namen van al de leden, sedert de oprigting. Nadat de president, de lieer P. Uurbanus, de aanwezigen het welkom had toege roepen, hield de heer T. Moov eene feestrede, waarin hij een terugblik wierp over den verloopen tijd van 't bestaan des Gezelschaps, hulde bragt aan de stichters, en de beste wenschen uitte voor den voortduronden bloei der Veree niging, niet het. minst ook voor den bloei van 'i onderwijs. Een feestlied onder piano-begeleiding verving het gesprokene. Op gezellige wijze werd de feestavond verder doorgebragf. Door den schoolopziener, den heer P. J. lleijning, werd in hartelijke bewoordingen een dronk gewijd aan 't feest 6) VIL M A. Naar liet Fransch van ERXEST DALDET. (Ver col ff.) Wat heeft mijne deugd te beteekenen? vroeg hij zich met schrik af. Zij hangt af van eeir allednagscli toeval, van een zeer ge wone omstandigheid, die mij plotseling geheel weerloos maakt tegenover het voorwerp van mijn gevloekten hartstocht. En een enkele, minuut zou voldoende zijn om mijn hart het geheim te ontrukken, dat ik tot dusver zoo zorgvuldig bewaard heb, en om mijne plichten te verzaken, mijn leven tc verwoesten, mijn eer te schenden en mij tot een schurk te maken. O neen! neen! Nooit! Ik zal weerstand blijven bieden. Ik zal er mij tegen verzetten; ik wil en ik zal het deen Toen zij op een avond weder van zulk een uilstapje op het kasteel waren teruggekomen, klaagde Angelique dat zij koude gevat had en in al haar leden een hevige vermoeidheid gevoelde. Het was stellig niets meer dan een lichte ongesteldheid, zonder eenig gevaar, maar zij werd er door gedwongen zich naar hare kamer te begeven en Beruard met Vilina onder vier oogen tc laten. Zoolang Yiïma op bet kasteel woonde was dit niet gebeurd. Bernard werd er geweldig door geschokt, geschokt vooral door de visioenen die zich aan zijn geest voordeden, zonder dat zijn wilskracht ze kon verjagen. Toen hij, na zich vergewist te hebben van den toestand zijner vrouw, die hij naar hare vertrekken had gebracht, bij Vilma terugkwam, werd hij aangegrepen door een ontroering die, helaas! maar al te vaak zijn hart bestormde en in dezen oogenblik het ge vaarvolle van zijn toestand nog verhoogde. Aan tafel zaten zij tegenover elkaar. Bernard was bleek, ge folterd door een angst die tegelijk iets zaligs en iets verterends hadVilma zag cr bedaard en schijnbaar kalm uit, zij was spraak zamer en opgeruimder dan ooit, beproefde van alles om hem af leiding te geven daar zij de oorzaak van zijn gejaagdheid begreep en hem zooveel mogelijk tot kalmte wilde brengen. De tegen woordigheid der bedienden maakte hunne wederzijdsche veinzerij nog gemakkelijk; maar toen zij 11a den maaltijd, zooals zij iederen avond met Angelique deden, op het terras gingen zitten, dat zich voor het slot uitstrekt en op het dal der Ardèche uitziet; toen hij met Vilma alleen was, vrij om haar aan te hooren en te antwoorden, besefte Bernard dat het oogenblik ernstig was en dat de crisis stond aan te breken, zonder dat hij in staat was het tc verhinderen. Hij wachtte gelaten af wat er gebeuren zou. Yilma bewaarde eerst het stilzwijgen. Met het hoofd achterover geleund op de leuning van haar stoel, en de oogen ten hemel ge slagen, scheen ze aandachtig het llonkcrend schitteren der sterren gade te slaan; maar inderdaad hield zij gestadig het oog gevestigd op Bernard, die peinzend en in zich zelf gekeerd met den arm op de balustrade van het terras leunde. Plotseling boog ze zich naar hem toe, strekte haar arm uit, en, terwijl zij haar hand op de zijne vierend Onderwijzers-Gezelschap; in een feestlied werd aan de stichters hulde gebragt, en tal van heildronken werden verder ingesteld op personen en corporatiën, die met het onderwijs in betrekking staan en daarop invloed kunnen uitoefenen. Donderdag den 27 dezer zal het 25 jaren geleden zijn, dat de heer \V. L. Weckesser de betrekking aan vaardde van kapelmeester bij het muziekkorps der Kon. Nederl. Marine. Alen schrijft ons heden uit Amsterdam: „Naar men met zekerheid verneemt, is van regerings wege aan den kapitein-ingenieur A. J. van Prelin, eerst aanwezend ingenieur bij den aanleg van Staatsspoorwegen, in de vorige week de opdragt verstrekt tot liet opmaken van een ontwerp voor het leggen van een spoorweg tus- schen Amsterdam en de haven van IJ muiden." Blijkens een bij de regering ontvangen mededeeling van Zr. Ms. gezant te Londen, heeft deze onlangs aan den heer Charles W. F. Gardiner, bij diens terugkomst van eene reis naar Zweden en Noorwegen, plegtig over handigd de hem bij Koninklijk besluit van 13 Julij 1877, No. 35, toegekende gouden medaille, waaromtrent in de Nederlandsche Staatscourant van 24 en 27 Julij jl. nader berigt is. Zooals men zich zal herinneren, werd deze medaille opzettelijk geslagen, ten einde een blijvend teeken van :s Ivonings erkentelijkheid te zijn voor de aanbieding eener verzameling voorwerpen, door den lieer Gardiner gevonden op Nova Zembla, ter plaatse waar Barentsz en Heemskerk overwinterden. Aan de geschonken voorwerpen is eene plaats verleend in de modelkamer van het depar tement van Marine. Omtrent de vermissing van stukken uit het archief van het Departement van Oorlog, verneemt men nader, dat een huiszoeking is ingesteld bij de beambten, alsmede bij een der ambtenaren van dat departement, terwijl tevens' bij vele kleine winkeliers nasporing is gedaan naar papieren, welke zich in de portefeuilles zouden hebben bevonden. Het resultaat van liet ingesteld onderzoek is nog niet bekend. Men deelt verder mede dat uit de bouwstoffen, bij het departement aanwezig, een staat wordt opgemaakt van de Velschillende stukken en andere papieren, die zich in de vermiste portefeuilles kunnen bevonden hebben, ten legde, vroeg zij deelnemend Waarom zijt ge zoo bedrukt, neef? "Welke zorgen maken u beangst? Sedert eenige dagen trekt liet mijn aandacht. Men zou zeggen dat ge u niet gelukkig gevoelt. De aanraking van die hand, de klank van die stem wekten hem uit zijn drooinèu. Zijn weifelend hart, verwonnen zonder strijd, dreef een vreeselijk antwoord naar zijn brandende lippen, de be kentenis van zijn nederlaag en van zijn schuldige liefdemaar, in dit beslissende oogenblik, werd hij gesteund door een onverwachte hulp. Het zachte en bleeke gelaat van Angelique rees voor zijn geest op; hij zag haar, het geliefde wezen, ontzield, vernietigd door zijn verraad, en de zielskreet, die hem ten verderve zou voeren, bleef in zijn hart gesmoord. Hij antwoordde: Gij vergist u, Yilma, ik ben niet bezorgd of bedroefd. Daarna stond hij op en wandelde liet terras heen en weer; hij was zich zclven geheel meester geworden. Doch toen hij langs Yilma liep, hield zij hem niet een wenk staande en hernam: Waarom moet ik als een kind behandeld worden? Waarom mij de waarheid te verzwijgen die ik vermoed heb? Acht ge mij niet waardig uw vertrouwde en uw vriendin te worden? De waarheid? hebt gij de waarheid geraden? riep hij verschrikt. Ik geloof het, sprak zij, de oogen neerslaande. Maarals dat zoo is waarom vraagt ge er dan naar? Opdat ge mij het geheim zoudt toevertrouwen, dat ge in uw hart verborgen houdt. Wat bekommert ge u over dat geheim? Omdat ik het van gelijken aard acht als het mijne; ja, van gelijken aard als wat in mijn hart schuilt. blij wankelde; zijn handen grepen in de .lucht alsof zij een steun zochten, en vonden gelukkig het koude marmar der balustrade, waaraan hij zich bevend vastklemde, terwijl hij een wanhopige geest kracht vond in de vrees van Angelique tc dooden, die zich van hem meester had gemaakt en zijn zwakheid steunde. Yilma van haar kant stond tegenover hem, met een blik op hem waarin te midden der nachtelijke duisternis het vuur van baar hartstocht brandde; slechts een wenk, een woord wachtende, oiu zich aan zijn borst te werpen en hem tc ketenen in de armen die hij ontvlood. Ik begrijp bet niet; ik wil, ik mag het niet begrijpen, sta melde hij; als ik het begreep, zou ik geen recht hebben u in dit huis te laten wonen, en mijn plicht zou mij noodzaken u in het klooster van het Heilige Ilart het tijdstip van uw huwelijk te laten afwachten. Mijn huwelijk! Het oogenblik om mij daarover te spreken is waarlijk uitmuntend gekozen, merkte Vilma schamper en op spottenden toon aangij dwingt me u ronduit te zeggen dat ik besloten lieb om nooit te trouwen. Besloteu om nooit te trouwen? E11 ge licbt beloofd u bij de keuze van een echtgenoot op mij te verlaten? Moest ik dan niet toen ik in uw huis kwam mijne plannen verborgen houden Daarom deed ik die belofte, maar met het vaste einde te trachten hierdoor op het spoor te komen van het doel, dat men met de Ontvreemding kan hebben gehad. Van wegneming, met het doel 0111 de stukken voor scheur papier te verkoopen, kan moeijclijk sprake zijn, daar de waarde er van als zoodanig nog geen gulden kan hebben bedragen. (Amst. Crt.). -- Uit Anna Paulowna meldt men ons dd. 15 dezer: „De heer A. G. Pareati hield gisteren eene schoone voordragt over „sparen." De redenaar was daartoe nitge- noodigd door 't Departement Anna Paulowna der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen. In verschillende schetsen werden de verrassendste uitkomsten, feiten elders opgedaan, aangetoond. Met vollen aandrang, uit het hart tot het hart, beval hij de alhier opgerigte spaarbank aan, en ieder, die het wel meent met onze gemeente, zal instemmen met den dank, spreker toegebragt door den heer F. Ivaan, president van :t Departement. Wij hopen dat 't bestuur der spaarbank goede vruchten van zijn werk moge zien en twijfelen niet, of ieder ont wikkeld bewoner dezer plaats zal dat. werk steunen." Men meldt ons uit Alkmaar, dd. 17 dezer: „Heden nacht is bij den heer K. Bossert Gz., horologie- maker, een der spiegelruiten stuk geslagen en eenige- horologiën ontvreemd. Nadat dc dader of daders cle winkeldeur van huiten zóó hadden vastgemaakt, dat de bewoners van binnen de deur niet konden openen, hebben ze een briefje aan de deur geplakt waarop in zeer goed schrift stoncl vermeld: „de deur is vast K. Bossert." De politie doet onderzoek." Jl. Zaturdag; stonden te Amsterdam den gelieelen dan- groepjes menschen hoek llokin en Beursstraat, omdat omdat daar een man is geposteerd die een hel luiclt, wanneer de tram van het Kokin komende in het gezigt is, zoodat die van den Dam kan vertrekken. De menschen schenen zich kostelijk te vermaken. De Amsterdamsche politie heeft weder eens eenige misdadigers in arrest genomen, nl. een woedenden venvers- kneclit, die een pot met verw uitstortte"over de kleeren van een heer; een bende van jeugdige winkeldieven en eene jufvrouw, die vroeger als dienstmaagd voor haar mevrouw wel eens een bankbillet van mijnheers kantoor was gaan halen en nu dit middeltje, met behulp van een voornemen ze nooit te houdenhoe zoude ik kunnen trouwen, terwijl ik u bemin r Dat woord sprak zij uit niet al baar fierheid, haar roekeloozeri euvelmoed, en ging Bernard door merg eu been. Schier waanzinnig, wilde hij tegen dat woord protesteeren, maar Yilma liet er hem den tijd niet toe. Ja, ik bemin u, sprak zij zachter dan te voren; ik bemin u sedert ik u kenhet is begonnen met de naïeve, ondoordachte, maar onverdeelde genegenheid eener kinderlijke ziel; thans is liet de liefde eener vrouw, vurig, overweldigend, aangewakkerd door ouuitwischbure herinneringen, door dc smart, door den haat zelfs; ja, door den haat, want ik haat haar, die Angelique, wier echtge noot gij alleen hebt kunnen worden door mij voor heel mijn leven rampzalig te maken. Toen ik tien jaar oud was, dacht ik nacht eu dag aan u, ik droomde dat ik u nooit zou verlaten, uwe woor den ontvlamden mijn gemoed; een kus van u bracht mij in een onbeschrijfelijke vervoering. Naar hetgeen ioen mijne gevoelens waven, kunt gij afmeten wat zij geworden zijn. Gij hebt ze niet zien opwassen, omdat ik zoolang van u verwijderd ben geweest; maar wees er verzekerd van dat ik ze betaald lieb met mijn smart en gekoesterd met miju trauen, want ik heb geleden, want ik heb geweend, aan niets denkende dau aan de hoop om u terug te vindca. E11 nu, nu ik hier bij u ben, nu ik weet dat ik bemind word, want gij bemint mij wel, eu ik heb mij in de oorzaak van uw kommer niet vergist, nu gaat ge mij over miju huwelijk spreken! Het is te laat; ik zal nooit trouweu. Dat is afgrijselijk! riep Beruard, wien deze bekentenissen, op hartstochtelijken toon uitgesproken, met schrik vervulden en allen moed benamen. Is het onze schuld als de liefde ons tot hare slachtolFers gekozen hoeft hernam Yilina. Wie heeft mij dien vurigen harts tocht ingeblazen, die mij tot u drijft? Als ik de macht niet heb 0111 er tegen te strijden, dan moet het zijn, omdat ik door eene hoogcre macht beheerscht word, even als zij u zelf beheerscht, en ons onverbiddelijk tot elkander brengt. Waartoe zouden we ons verzetten?de uitspraak van bet noodlot is even duidelijk als streng, en gij noch ik kunnen ooit weder de ketenen afwerpen die ons zijn aangelegd. Haar uiterlijk was veranderd terwijl zij sprak. Het was niet langer het geestige en schertsende meisje, gelijk Bernard haar kende, geheel beheerscht door den hartstocht, die haar tot misdaad vervoerde. Voor het eerst vertoonde zij zich 111 haar schitterende en geduchte kracht; en dat Bernard op dien vreesdij ken avond niet bezweek, had zij alleen hieraan te danken dat zijn geweten en zijn liefde voor Angelique niet met een eukelen aanval kouden overwonnen worden en hieraan ook, dat Yilma, toen zij vau haar haat sprak, hem veel meer tot bezinning bracht, dan ze hem verleidde door vau haar liefde te spreken. {Wordt vervolyd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1877 | | pagina 1