Buitenland. Het justitieel onderzoek in zake den dood van den lieer Kets, op de Brouwersgracht te Amsterdam, is thans geheel gestaakt. De meeste duistere omstandigheden in deze geheimzinnige zaak hebben zich gaandeweg opgehelderd. Elk spoor, dat, zoo er moordenaars waren, tot dc ontdek king had moeten leiden, is ingeslagen, nagespoord en tot in de kleinste bijzonderheden doorzocht. Niets, zelfs geen zweem van vermoeden, dat de dood van den heer Iv. aan eene andere gewelddadige oorzaak dan zelfmoord mag toe geschreven worden, is ontdekt. De slotsom van het onder zoek lnidt, dat niets anders dan zelfmoord gepleegd is, onder buitengewone omstandigheden. (N. v. d. D.) Tegen de tooneeldirectie Prot en Kistemaker te Amsterdam is eene vervolging ingesteld, ter zake van het overtreden van de wet op den kinderarbeid. In het stuk toch „de Tijgerjager," is een kind van zeven jaar op het tooneel is geweest. (Amsterdamsclie Courant.) Het Hbld. bevat de volgende combinatie van politie*- berigtjes uit de hoofdstad: Een dorstige nam voor eenige dagen een vat bier van een stoep weg en verdween niet het vat en het bier; een verkouden jongeling stal 120 dozijn zakdoeken te gelijk en bragt ze niet terug; een venter van groenten liet zijn kar onbeheerd en vond haar later terug op een andere plaats, minus de groenten; een jongeling van 19 jaren zucht in de cel, omdat hij zich eijeren toe eigende, die hem niet toekwamen; een ontslagen bedelaar kolonist stal laarsjes om weer in de gevangenis te komen, hetgeen hem voorloopig gelukteeen neef nam van zijn oom gouden voorwerpen weg en is daarom in handen der justitie; drie brutale hoeven zitten achter slot, wegens diefstal en chantage een dief van goederen in een kosthuis en een 17jarige groenteliefhebber, die zijn lievelingspijs van een schuit wegnam, werden ontdekt. En dat alles sedert 1 Januarij In een tweede en laatste artikel over clericalisme betoogt de Tijd, dat de minister Kappeyne zonder grond van een Catholieke staatspartij heeft gesproken en daagt de minister zoowel als zijn vrienden uit één spoor te wijzen van dat „niet te ontkennen feit." Maar tevens blijft het blad, krachtens grondwettige beginselen, beweren, dat geen minister het regt heeft de Catholieken de deur te wijzen, omdat zij vasthouden aan hun Catholiek geloof. „Neen zoo vervolgt de Tijd het is niet het vestigen eener Catholieke staatspartij, wat onze grondwet in haar ordelijk en vruchtbaar bestaan bedreigt. Het is integendeel juist het bestaan eener andere rigting, de in het loochenen en in het bestrijden van de waarheden en regten des christendoms, in het verheffen van den Staat boven den mcnscli en hoven God, haar wezen en haar werkzaamheid vindt, wat ons staatsleven aantast en verzwakt. Het is die rigting, wier streven in alleenheerschappij haar uit drukking vindt, die ons van crisis in crisis slingert, tot wij eindelijk zonder veerkracht en tot volslagen inertie gedoemd zullen neervallen. Zij noemt haar beginselen de beginselen der grondwet, haar beschouwing van leven en regt de waarheid. Men ziet het: de moderne levensbe schouwing doemt weêr op. Zij heeft voor de minderheden, die niet wilden buigen, verzet tot levens- en eerepligt gemaakt, en indien de Catholieken van Nederland tegen over deze regering in verzet komen, dan is het omdat zij door haar worden aangetast in hun staatsburgerlijk regt. Want nimmer hebben zij, de Catholieken van Nederland, van hun regering anders dan 't gemeene regt, het regt voor allen gevorderd. Maar juist dit weigert men hun. En terwijl tot nu toe de jagt en het drijven aan minderen werd overgelaten, neemt nu de minister de hooge taak op zich en leidt de jagt." die kwam of heenging, gaf hij de liaiid. Zijn speelmakkertjes ver goodden hem letterlijk. Ik mng niet vergeten, hier tevens te ver melden, dat Frits ook buitengewoon veel talent voor muziek had. Hij zong eigenaardige, zelf bedachte melodiën, zocht er op de piano welluidende accoorden bij en vond ze ook, ofschoof hij geen muziek les kreeg. Nooit echter zong hij voor anderen; zelfs niet voor zijne ouders. Dikwijls stonden deze voor de deur te luisteren naar zijn zacht, wonderbaar gezang. Kwam men dan binnen, dan verliet hij met een zedigen blos op zijn verschrikt gelaat het vertrek. Maar het wonderkind had behalve de schilderkunst en de muziek nog een hartstocht: de armen. Met hen deelde hij zijn brood; met hen leed hij. Hij koos zich bij voorkeur arme kinderen als speelkameraden en nam ze dikwijls meê naar huis. Zag hij dat ze geen speelgoed hadden, dan liep hij heen om van het zijne te halen en het hun te brengen. Als hij dc straat opging om te spelen, dan vroeg hij om dikke sneden brood meê te mogen nemen en vulde hij zijne zakken met versche of gedroogde vruchten voor de arme kinderen. Liepen er bedelaars langs de huizen en zag hij voor het raam ze aankomen, dan snelde hij naar de keuken en plunderde pannen en schotels, en sleepte zooveel als hij maar dragen kon naar de huisdeur, waar „zijne vrienden," kindereu, vrouwen en grijsaards, hem de liefdevolle handen kusten. Op een kouden winterdag, toen er armen om eten kwamen vragen, en mevrouw van der Kerkhove, die zeer weldadig is, zeide dat zij tot haar leedwezen dien dag niets meer kon geven. Sloop Frits, nadat hij de provisiekamer op slot gevonden had, naar den kelder, nam brood, gerookt vleesch eu aardappelen en bracht het, zwoegend en hijgend onder zijn last, op straat, waar hij de weg gezonden bedelaars haastig achterna liep. Goede, barmhartige ziel Later, toen hij, aan het venster staande, musschen voor het huis iu de sneeuw zag pikken, vroeg hij aan zijn moeder: „Wie zorgt er voor die vogeltjes?" „God," hernam zij. 1 Hij bleef een poos zwijgend naar de vogels kijken en zeide toen: „Waarom zorgt God dan ook niet voor de armen?" O, deze wisten wat zij aan Frits verlorenToen hij gestorven was, brachten zij bloemen cn weenden zij aan zijn graf. En nu nog ziet men vaak een arme een handvol bloemen op zijn laatste rustplaats spreiden. Moet men Frits van der Kerkhove beklagen, dat hij aan de kunst en aan het leven ontrukt werd, nog eer hij de middaghoogte van beiden bereikt had? Neen, hem niet. België is te beklagen, het land waarvoor de ontwikkeling en de roem van dit wonderbare genie verloren ging. U, goede Frits, arme martelaar, u beklaag ik niet. Wat ge in latere jaren, met uw hart en uwe gedachten, in deze wereld zoudt geleden hebben, dat kunnen enkele u verwante zielen beseffen, en deze zeggen met betraande oogen: Voor u is het beter zóó, Frits Het blad uit ten slotte de hoop, dat de Catholiek niet vergeten zal, dat hij aan God rekenschap schuldig is over ?t. gebruik van twee weergaloos kostbare talenten: zijn vrijheid en zijn regt. Jl. Zaturdag avond werd door den heer Henri Wieniawski en de Koninklijke zangverccniging Cecilia, te 's Hage, in de groote zaal der sociëteit Yereeniging te Haarlem een vocaal en instrumentaal concert gegeven, dat door een groot aantal belangstellenden werd bijgewoond. Het spel van den heer Wieniawski is te gunstig bekend, dan dat het noodig zou wezen zijn lof hier te herhalen. De kunstenaar verwierf door de meesterlijke uitvoering zijner beroemde „Legende" en van het zooveel vaardigheid vereischende „Preludium vivace," van Back, don dank zijner toehoorders, aan wier toejuichingen geen einde scheen te zullen komen. In dc omstreken van Gorincliem is tot nu toe minder land voor het bouwen van beetwortels aangegeven dan in 1877. De prijs per 1000 kilo is lager, en boven dien hebben de bouwlieden, die het land er voor moeten huren, verleden jaar ook niet veel met het bouwen over gehouden. Te Maurik zijn drie meisjes uit twee verschillende gezinnen en 7,8 en 9 jaar oud, die naar de middagschool gaande zich op het ijs van een der kolken van de waarden gewaagd hadden om te glijden, door het ijs gezakt en verdronken. Men leest in het U. D. het volgende: „Het deed mij veel genoegen in uw geacht blad te zien, dat door den heer D. geantwoord werd op mijne bezwaren tegen het hechten van te groote beteekenis voor onze kusten aan de storm-aankondigingen in de New-\ ork Herald. Het blijkt zeer zelden, cïat iemand in ons land in de onderzoekingen der meteorologie belang stelt. Zelfs de heer D. schijnt dit nog niet genoeg te doen en de waarschuwingen, die in de dagbladen en in de havens gegeven worden, niet genoegzaam te verstaan, hoewel toch nu en dan de verklaring herhaald wordt, zooals die ook in het kleine werkje: „Invoering en verklaring van den Aeroclinoscoop Utrecht, Manssen 1868," gegeven werd. Vriendelijk verzoek ik den heer D. of iemand anders te willen aangeven, welke voorspellingen, op welke datums, uit Amerika hier tijdig gegeven en uitgekomen zijn. Zij zijn niet ter mijner kennis gekomen. Gaarne breng ik hulde op welken grond betwijfelt de heer D. dat aan het Amerikaansch gouvernement, dat voor meteorologisch onderzoek jaarlijks 235,000 doll. besteedt, een som met welker rente ik gelukkig zou zijn; ook betwijfel ik geenszins dat voor Amerika hoogst nuttige wenken gegeven worden; maar zoolang er geen kabel is over de Azoren en geen schip, op algemeene kosten onder houden, benoorden die eilanden, zoodat wij tijdig weten, wat op den Atlantisclien Oceaan voorvalt, zoolang zie ik er nog weinig practiscli nut in voor Europa. Buus Ballot." Men meldt uit Bergen-op-Zoom, dd. 12 dezer: „In den avond van den oden dezer werd een huzaar vermist van het hier garnizoen houdend eskadron, en op dienzelfden avond liet het dienstmeisje van den heer V. te vergeefs op zich wachten. Heden morgen zijn én de huzaar én het dienstmeisje teruggekeerd; de eerste om kennis te maken met de provoost, de tweede om in aan raking te komen met de justitie, daar zij beschuldigd wordt van diefstal van zilver, ten nadeele van haren meester. Een huzaar, die zijn kameraad behulpzaam is geweest in deze desertie, zal voor den krijgsraad teregt staan." Te Steenwerke slikte een zevenjarig kind spelende een stalen pen, die het in den mond had, in. De pen drong door tot in de maag en alle middelen der kunst waren onvermogend om ze er uit te halen. Onder de hevigste pijnen stierf het kind. In den zuidoosthoek van Friesland liggen verscheidene boerenplaatsen, welker bewoners het door den eigenaar verboden is petroleum te branden. Bedoelde eigenaar gaat niet door voor een voorstander van verlichting. Onder de dertienhonderd burgemeesters van Nederland zal er moeijelijk een te vinden zijn, die meer ambtsijver aan den dag legt dan die van Ooststellingwerf, daar deze in plaats van den gemeentebode, in eigen persoon de publi caties voor liet gemeentehuis te Makkinga afleest. Uit de verhooren voor de commissie van enquête, omtrent de besmettelijke longziekte onder het rundvee, is gebleken, dat bij de afmaking van rundvee, door longziekte aangetast of daarvan verdacht, niet altijd de noodige voor zorgen worden genomen tot voorkoming van verbreiding der besmetting. Namens den minister van Binnenlandsche Zaken worden daarom de burgemeesters uitgenoodigd, om, ingeval in hunne gemeente rundvee na onteigening wordt afgemaakt, daarbij het volgende in acht te nemen: 1. De afmaking geschiede steeds onder voldoend en streng politie-toezigt. Geene andere personen mogen daarbij tegenwoordig zijn dan die er niet bij gemist kunnen worden. 1. De personen, die bij de afmaking tegenwoordig zijn geweest, moeten, eer zij het terrein verlaten, ontsmet worden volgens de regelen, voorgeschreven bij kon. besluit van 4 Dec. 1870 (Stbl. No. 191). 3. Voorts moet de plaats, waar de afmaking geschied is, en moeten de gereed schappen, die bij de afmaking gebezigd zijn, de gebouwen, waar het vee gestaan heelt, en de voorwerpen, die er mede in aanraking zijn geweest, de laatste voor zoover vernietiging na onteigening niet de voorkeur verdient, volgens voormelde regelen zorgvuldig worden gezuiverd en ontsmet. 4. I)e borst- en buiksingewanden moeten ten spoedigste worden verbrand of begraven, mede volgens voormelde regelen. Alleen aan den distri ets-veearts of zijn plaatsvervanger worde vergund entstof uit de longen, zoo deze daarvoor geschikt zijn, te verzamelen. 5. De huiden moeten onmiddellijk volgens meergemelde regelen worden ontsmet. 6. Het vleesch en de huiden der afge maakte runderen moeten niet verkocht worden dan minstens 12 uren na de afmaking. 7. De verkooping van het vleesch en de huiden der afgemaakte runderen geschiede, zoo dit eenigszins mogelijk is, op eene andere plaats dan die, waai de afmaking heeft plaats gehad. Is dit niet wel mogelijk of zijn er gegronde bezwaren tegen, dan geschiede de verkoop niet dan nadat de ontsmetting, sub. 3 bedoeld, en de verbranding en begraving van borst- en buiks ingewanden is afgeloopen. 8. Bij de afmaking van wegens longziekte verdacht vee worde aanteekening gehouden van het aantal van deze runderen, waarvan de longen reeds de kenteekenen vertoonen van besmettelijke longziekte. De burgemeester moet hiervan melding maken in de opgaven, die hij binnen 24 uren na de afmaking regtstreeks aan den commissaris des Kouings in de provincie zenden moet omtrent den datum der afmaking, het getal der afgemaakte longzicke of verdachte runderen en het bedrag der voor iedere categorie afzónderlijk uitbetaalde schade loosstelling. Iu de Hannoversche Landw. Ztg. deelt een grond eigenaar zijne ondervinding mede betreffende het bewaren van ijs op eene eenvoudige en onkostbare wij re, die wel verdient meer algemeen bekend te worden, vooral voor hen, die, even als de berigtgever, het ijs behoeven voor de toepassing van het Swartzsclie systeem van boterberei- ding. De methode, door hem gevolgd, was, dat hij eerst op den grond een laag takkebossen aanbragt, waardoor de warmte van den bodem zooveel mogelijk van het ijs afge houden wordt, en het water, dat nog hij het smelten ontstaat, afvloeijen kan. Daarop volgt eene dunne laag stroo en dan eene dikkere van kaf of van eenige andere slecht de warmte geleidende stof. Om het ijs goed zuiver te houden, wordt hier overheen nog een weinig houtzaagsel gestrooid, en hierop legt men de ijsschollen zoo digt aan een als mogelijk is. Deze laag wordt dan weder met houtzaagsel overdekt en daarmede ook de openingen, die tusschcn het ijs zijn overgebleven, zorgvuldig gevuld. Met deze afwisseling van lagen ijs en houtzaagsel gaat men voort en bedekt eindelijk de hoop met een dikke laag kaf of iets dergelijks. De voordeelen van het gebruik van het houtzaagsel zijn, dat het ijs hij het gebruik gemakkelijk te zuiveren is, dat de toegang der lucht daardoor afge sloten wordt en vooral dat het ijs gemakkelijk in lagen kan afgenomen worden, zonder gevaar van smelten van het nog overblijvende ijs. Hoe meer de stukken ijs regt- hoekig zijn en hoe beter zij aan elkander sluiten, des te minder heeft men voor smelten te vreezen. Het spreekt verder van zelf, dat men de hoopen op eene koele plaats, zoo mogelijk onder de schaduw van hoornen, zetten moet. Bij gebrek aan lommer, delcke men de hoopen met een dikke 1 aag aarde en daarop graszoden, of wel, men zette op eenige palen er een dak overheen, terwijl men dan ook nog aan de zuid- en oostzijde de zonnestralen door een wand van stroo kan afweren. Op deze wijze bewaard ijs bleef tot in Augustus en nog langer in het afgeloopen jaar even hard en droog als toen het. uit het water gehaald was. Berigten uit Atsjin. Een bij liet departement van Koloniën ontvangen tele gram van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië, van den 11 dezer, bevat het berigt, dat de ex-Radja van Simpang-Olim, Toekoe Moeda Nja Malim (van wiens vlugt, na de inneming zijner versterking te Panteb-Siram, werd melding gemaakt in de Staatscourant van 13 Julij 1877), zich aan het Ncderlandsch gezag onderworpen heeft. De gezondheidstoestand in Groot-Atsjin wordt in het zelfde telegram zeer gunstig genoemd. Benoemingen, enz. De lieer Oscar Olirslröm, command.-kapt. 2de kl. bij de koninkl. Zweedsche Marine, is benoemd tot ridder der Orde van den Neder- landsclien Leeuw. De luit. ter zee 1ste kl. C. Hoffman wordt geplaatst aan boord van liet scbroefstoomschip van Galen, en belast niet de waarneming der betrekking van adjudant bij den benoemden divisie-kommandant, den kapt. ter zee W. K. van Gennep. De adelborsten 1ste kl. P. W. Sachse, F. M. van Gelsdorp, W. A. Mouton, W. P. Coolhaas, O. J. E. baron van Wassenaer Catwijk en G. .T. Bnijs, zijn met ingang van 16 dezer bevorderd tot luit. ter zee 2de kl., met bepaling, dat zij zullen rang nemen: de 1ste boven den luit. ter zee 2de kl. J. M. Baak de 2de boven den luit. ter zee 2de kl. J. M. W'ijers; de 3de en 4de tusschen deluits. ter zee 2de kl. R. Beinders eu II. J. Bisselick; de 5de en 6de tusschen de luit. ter zee 2de kl. A. L. Boelen en jhr. J. F. Coertzen de Koek. Met den 21 dezer worden de scheepsklerken M. J. Bambonnet en D. G. Krol van der Hoek geplaatst, respectivelijk aan boord van de opleidingschepen Anna Paulowna en Admiraal van Wassenaer. Engeland. Niet ver van St. Davids Head, in het kanaal van Bristol, is in den nacht van Dingsdag op Woensdag jl. het Italiaansche schip Pensiero aangevaren door eene Brit- sche stoomboot. Het zonk terstond en van de elf opva renden is er slechts één gered. Zwitserland. Dezer dagen heeft te Bern een raadselachtig feit plaats gehad. De heer Wildbolt, een algemeen geacht notaris, en zijn gehuwde zoon, die onlangs het president schap bij de plaatselijke regtbank had nedergelegd om zijn vader in de werkzaamheden bij te staan, zijn beiden op het bureau aan hunne schrijftafel dood gevonden, blijkbaar a-ergiftigd met blaauwzuur. Italië. Prins Napoleon is den 11 dezer met zijn gemalin, Clotilde, de oudste dochter van Victor Emmanuel, te Rome aangekomen. De dood van zijn schoonvader, waarmede hij altijd op zeer goeden voet stond, moet hem diep getroffen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2