Buitenland. zoodat hij deerlijk gewond werd. In het ziekenhuis opge nomen, heeft men hem de noodige geneeskundige hulp verleend, en zijn de teenen van een der voeten geampu teerd moeten worden. Te 's Hage is jl. Donderdag overleden de heer dr. P. Bleeker, in 59jarigen ouderdom. Hij was nl. 10 Julij 1819 te Zaandam geboren. Vroeger was hij inspecteur van de geneeskundige dienst in Indic. Thans was hij staatsraad in buitengewone dienst, ridder en commandeur van Neder- landsche en vreemde orden. Een verdienstelijk stafmuziekant van de Koninklijke Militaire Ivapel van het regement grenadiers en jagers, de heer J. A. Cox, is jl. Dondei'dag morgen ten 8 ure uit de Nieuwe Schans te 's Hage levenloos opgehaald. Den avond te voren van het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen komende, waar hij op het Diligentia-concert had medegewerkt, is hij, waarschijnlijk door de duisternis misleid en door den sterken wind, in het water geraakt. De ongelukkige, 47 jaren oud en sedert 26 jaren bij de stafmuziek werkzaam, laat eene weduwe met 5 kinderen na en verzorgde sedert 16 jaren eene ziekelijke zuster. In het logement de Zon te Arnhem heeft een brutale diefstal plaats gehad. Een heer, dezer dagen uit Indië geretourneerd en des daags bij zijn familie verblijf hou dende, vond des avonds in zijn hotel terugkomende, een vreemden sleutel in het slot der kamerdeur en bemerkte, dat de riem van zijn lederen koffer was losgemaakt. Bij het openen van dezen ontwaarde hij, dat een zwemgordel, dien hij gedurende zijn overtogt steeds bij zich had gedragen, inhoudende 300 Engelsche goudstukken, ter waarde van f 3600, verdwenen was. Ofschoon een naauw- lceurige huiszoeking moet hebben plaats gehad, heeft deze tot nu toe geen resultaat opgeleverd. Een brief uit de hoofdstad aan de Arnli. Crt. eindigt aldus„Ten slotte een proeve van gelegenheids-rijmelarij, die te fraai is om niet in wijder kring vereeuwigd te worden. De Pomologische Vereeniging te Boskoop heeft het Linnaeus-feest gevierd o. a. met do volgende dichtregelen: Linnaeus! groote man! u zij de roem en de eer. De lauwer, die u sieit, zal nimmermeer veroudren. Wie wenseht zeer hoog te staan, die klimme op uw schoudren Wie gaarne leeren wil, zette aan uw voet zich neer. Het rijmpje hadde veel beter geklonken als er meer climax in geweestware, en daarom stel ik de volgende lezing voor: Linnaeusgroote man, geen die uw roem ontrooft. De lauwer, die u siert, zal nimmermeer veroudren. Wie wenscht zeer hoog te staan, die klimme op uw schoudren, En wie nog hoogcr wil, die klimme op uw hoofd. Tengevolge van den hevigen storm, die de laatste nachten gewoed heeft, is een groot gedeelte van de provincie Friesland weer eene zee gelijk. Aan weerszijden van den spoorweg naar Leeuwarden ziet men uren ver niets dan water. Een knaapje van 10 jaren werd ongeveer 3 weken geleden door een groote rat in de hand gebeten, terwijl hij een knikker uit een gat in den grond haalde. De wond, die vrij ernstig was, werd terstond met water en azijn gewasschen en na verloop van eenigen tijd was de hand schijnbaar genezen. Eenige dagen geleden kreeg het kind plotseling een hevigen aanval van razernij en viel bezwijmd neder, terwijl wit schuim zijn mond bedekte. De geneesheer, die terstond ter liulpe werd geroepen, tlit gebeu.t slechts zelden eu als de wandeling niet te ver gaat. Meestal is zij ginds in het baksteenen huis, achter de hooge muren van „Boschlioek;" daar loopt zij in keuken en kelder rond meteen oude vrouw, wier goedhartig gelaat reeds door de eentonige uit drukking eene langdurige doofheid verraden zou, als dit niet nog duidelijker bleek uit een hoorn, dien zij naar jagers trant aan een lint over haar schouder draagt. Het meisje weet, dat de oude vroeger de kindermeid van haar logenwoordigen meester geweest is zij is haar in alles zooveel mogelijk behulpzaam en poogt haar be doeling uit haar oogen te lezeu. Op gansch anderen voet staat zij met den meester zelf; hij heeft nog geen blik weder van haar ontvangen zoöals indertijd in de gerechtszaal, toen hij als griffier van den burgemeester fungeerde, hoe ongeduldig hij er ook vaak op schijnt te wachten. Soms, als zij na afloop van het middagmaal boven de kamer aan kant gemaakt heeft, wat steeds met de grootste netheid gedaan wordt, zit zij wel eens vöor het raam van de kleine bibliotheekkamer en schildert op bruine blaadjes papier een rups of een bloemstengel, dien de dokter alleen of zij met hem uit de wildernis daar buiten mede naar huis heeft gebracht. Hij zelf staat dan dikwijls een tijdlang naast haar en blikt zwijgend en als be- tooverd op de kleine, bezige liand. Zoo was het ook op zekeren namiddag gegaan, toen ze reeds menige week samen onder één dak hadden gewoond. Hij had een ruiker van wolgras en varens voor haar op orde geschikt, en zij was met veel ijver begonnen de planten op het papier te brengen. Nu en dan had hij een enkel woord tot haar gesproken, en zij had dit evenzoo, zonder van haar werk op te zien, beantwoord. ,,Mnar hadt ge er dan wel lust in, om hier te komen wonen?" vroeg hij nu. „Stellig! Waarom zou ik niet? Bij dien schoenmaker rook het hcele huis naar leder, en het waren toch bedelaars op den koop toe." „Bedelaars? Waarom zijt ge zoo hardvochtig, Eranciska?" Het scheen dat bij zich misnoegd poogde te toonenmaar daartoe was bij al lang niet meer in staat. Een paos liet hij zijne oogen op haar rusten, terwijl zij ijverig aan een blaadje voortschaduwde; toen cr geen antwoord volgde, zeide hij: „Ik beu geen bedelaar; maar voor u is het hier eenzaam." „Daar houd ik wel van," hernam zij zacht, terwijl zij haar penseel weer in de verf doopte. Naast haar op de tafel lagen verscheidene afgewerkte blaadjes; hij nam er een van, waarop een bloeiende tak der Comus suecica geteekend was, en schreef met potlood er onder: Een andre bloem liad ik gezocht Ik kon haar nooit bespeuren; Slechts daar, waar twee te sameu zijn, Verrukt ze u met haar geuren. Hij had het dus beschreven blad vlak voor haar gelegddoch zij sloeg er slechts een vluchtigen blik op en schoof het toen, zonder op te zien, weder tusschcn de andere papieren, waarna zij zich diep over haar teekening lieenboog. Nog een poos stond hij naast kaar, alsof bij niet weg kondaar zij echter zwijgend haar werk bleef voortzetten, floot hij zijn houd en giug met dezen het bosch in. Wordt vervolgd.) kwam juist intijds om de doodstuipen van het ongelukkige kind te zien. Te Goënga is een kind met het hoofd op de punt van een schaar gevallen; de punt is eenige centimeters diep in de slapen gedrongen. De kleine is na het uitstaan van de vreeselijkste pijnen bezweken. In het Protestantsche noorden en zuiden van Duitsc.h- land wordt zeer geklaagd over het meer en meer toe nemend gebrek van candidaten voor vacante predikants plaatsen. Maar ook in Frankrijk doet zich hetzelfde verschijnsel voor. In de 507 gereformeerde gemeenten in dit land zijn 610 kansels te bezetten. Op dit oogenblik moeten 55 gemeenten zich zonder zielverzorging behelpen, en in de groote middelpunten, die verscheidene predikanten plegen te hebben, zijn bovendien nog 6 plaatsen onbezet. Tien percent der plaatsen zijn dus vacant. Wat kan men met geen woorden uitdrukken? Een spons. Benoemingen, enz. Tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Texel is benoemd de beer Troelstra, thans te Sas van Gent. De luit. ter zee 1ste kl. C. ten Bosch, laatst behoord hebbende tot het escader in Oust-Indië en vandaar den 20 dezer terug gekeerd, is met dien datum op non-activiteit gesteld. STATEN-GEMRAAL. Eerste Hamer. Zitting van Vrijdag 25 Januarij. De aanhangige wetsont werpen, waaronder dat tot onteigening voor een spoorweg van Winterswijk naar de Pruissische grenzen, is aangenomen. Het ontwerp tot 'herziening der kiestabel werd na eenige discussie en na uitvoerige verdediging door den minister van Binnenl. Zaken met 24 tegen 6 stemmen aangenomen. De Kamer is op reces gescheiden. Frankrijk. In 1c Temps komt (le redevoering voor, die de heer Stanley gehouden heeft ter beantwoording van een op hem uitgebragten toast bij het déjeuner, hem door den „Cercle de la Presse" aangeboden. „Wanneer de Romeinsche Keizers," zeide hij o. a., „in de oudheid als overwinnaars terugkeerden, liep er meestal een slaaf achter hun triomfkar, die hun telkens toeriep „Herinner u, dat gij slechts mensch zijt!" De hier vereenigdc vergadering doet mij herinneren, dat ik slechts journalist ben. Overal waar ik mij in Afrika bevond, herinnerden mijn geweten, mijne principes, mijne begeerten mij steeds, dat ik slechts journalist was. Toen mijne krachten uitgeput waren en toen ziekte mij overmande, was er eene stem in mij, die zeide: „gij zijt maar journalist." Toen ik eindelijk de kusten van den Atlantischen Oceaan bereikte, herinnerde ik mij terstond, dat ik maar journalist was, en alvorens een glas wijn of een stuk beschuit te gebruiken, stelde ik eerst een telegram op en belastte ik iemand het weg te brengen. Het was journalistiek instinct, die begeerte naar juiste inlichtingen, die mij op mijne voetstappen deed terugkeeren, ten einde te voltooijen wat andere ontdekkers, vóór mij, onafgewerkt hadden gelaten. Het was journalistieke eerzucht, die mij deed zeggen: Ik zal mij niet van mijn voornemen laten afbrengen; ik zal voortgaan en bet werk voltooijen, dat Livingstone onvoleindigd heeft gelaten. Toen ik onder een bijgeloovige bevolking te Nyangwe hoorde gewagen van de vreeselijke gevaren, die ons zouden wachten, zeide ik tot mijzelf: „Gij zijt soldaat van de journalistiek." Ik weet wat deze titel in zich sluit; ook ben ik er trotsch op, alles gedaan te hebben wat in mijne magt stond, om de journalistiek eer aan te doen. Somtijds ziet men, dat journalisten elkander onderling beschimpen. Voor hen gevoel ik geen genegenheid. Ik zeg met Paulus: „Onderhoudt de broederlijke liefde." Ik zeg zelf: „Wakker die liefde aan." Indien er ééne maatschappelijke positie is die behoefte heeft aan bi-oederlijke liefde, dan is het zeker de jour nalistiek, en indien ik heden aan allen die mij hooren een sprank kon inboezemen van het esprit de corps, dat mij als journalist bezielt, dan zou deze rede de gelukkigste zijn die ik ooit heb gehouden en dan zou ik nooit grooter succes hebben behaald dan in den „Cercle de la Presse" te Parijs." Engeland. De Times en de Daily News melden het aftreden van lord Derby en lord Carnarvon. Eenige dagen geleden verscheen te Londen eene levensbeschrijving van sir Titus Salt, de uitvinder der alpaca. Sir Titus stamde van eenvoudige lieden af; zijn grootvader was smid, zijn vader landbouwer en later wolkooper. Door vlijt en energie bragt hij het tot eer, aanzien en grooten rijkdom. Zijn uitvinding dateert van 1836. Een toeval bragt hem in de dokken van Liverpool, waar hij ongeveer 300 balen haar van alpacadieren in vrij verwaarloosden toestand liggen zag; zij zouden naar Amerika gezonden worden, omdat in Engeland niemand de lang voor onmogelijk gehouden bewerking durfde ondernemen. Salt nam wat van het onbewerkt materieel mede naar huis, onderzocht en beproefde, en slaagde er eindelijk in, met behulp van nieuwe machines, de stof te verkrijgen, die nu door de geheele wereld als alpaca bekend is. Het huwelijk van den Koning van Spanje. Jl. Woensdag is het huwelijk van Koning Alplionsus XII met zijne nicht Mercedes van Montpensier voltrokken. Dingsdag ochtend had Z. M. zich met zijnen vader, don Frans van Assise, naar Aranjuez begeren, ten einde er het huwelijks-contract te teekenen. De kardinaal-aarts bisschop van Sevilla en de minister van justitie, Calderon y Collantes, waren daarbij zijne getuigen. Woensdag ochtend vroeg, zoo telegrapheert men aan het Journal de Bruxellcs, Averd de bevolking der hoofdstad geAvekt door de militaire muziek, Avelke in alle straten weerklonk, en alras Aras eene ontelbare menigte op de been. Tegen elf ure kondigden liet bulderen van liet geschut en het geklep der klokken aan, dat zich de stoet in be weging zette. De Koning en zijne zuster, de Prinses van Asturiën, Avaren in een met acht paarden bespannen rijtuig gezeten en don Frans van Assise in een dergelijk rijtuig. Elf met zes paarden bespannen rijtuigen bevatten het gevolg van den Koning en zijnen vader, gevolgd van acht rijtuigen met de grandes van Spanje. Ongeveer te zelfder tijd verliet de koninklijke bruid, eveneens in een met paarden bespannen rijtuig, de spoorwegstation van Atoclia, vei-gezeld van 's Konings grootmoeder, Koningin Christina. Zij Averden gevolgd door vier rijtuigen met de leden van het huis van Montpensier, den graaf en de gravin van Parijs en acht rijtuigen met de echtgenooten der grandes van Spanje. De kerk A'an Atoclia, in Avelke de plegtigheid zou plaats hebben, Avas zeer rijk versierd, met rood fluAveel, Avaarop de Avapens van Spanje gestikt waren, behangen en met kostbare tapijten belegd. Ter linkerzijde van het altaar stonden de leden van het corps diplomatique en de grandes van Spanje; ter regterzijde Avaren de Koning en de Koningin gezeten in fauteuils van Avit met goud geborduurd satijn; tegenover het koninklijk gezin de Avaardiglieidsbekleeders A'an het hof en de buitengeAvone gezanten der vreemde mogendheden. De Koning A\*as in groot uniform van kapt.- generaal. De jonge Koningin, rijzig, schoon en bevallig, droeg een Avit satijnen, met kant versierd kleed en een hoofdAvrong vanongemeen groote paaiden. Koningin Christina was mede in het Avit met goud en evenzoo de Infantes, die zich echter met natuurlijke bloemen hadden getooid. De dienst geschiedde door den aartsbisschop A'an Sevilla. Na zijne toespraak stond Koningin Mercedes op en het altaar langs gaande, Avierp zij zich in de armen liarer ouders, Avellc aandoenlijk tooneel de aanwezigen, volgens den berigtgever, zeer getroffen heeft. Na de plegtigheid verlieten de genoodigden de kerk, om den Koning ten paleize op te wachten. De opgewonden heid in de straten, Avaar zich de van heinde en ver toe gestroomde menigte letterlijk verdrong, Avas onbeschrijfelijk. De bloemruikers, waarmede de grond voor de rijtuigen der jonggehuwden Averd bedekt, Averden bij duizenden geteld en oogverblindend Avas de glans der uniformen en costumes. De bijzondere berigtgever der Londensche Times, die weet te verbalen, dat don Alplionsus en dona Mercedes in den laatsten tijd door middel van eene teleplione tusschen Madrid en Aranjuez uit hunne particuliere vertrekken zich met elkander onderhouden hebben, zegt, dat Koningin Isabella verstandig genoeg geAveest is, niet alleen om te Parijs te blij\'en, maar ook een mantel A'oor de bruid ge zonden heeft ter waarde van 12,000 gulden, Avaarop de Avapens van Spanje gestikt zijn. Eerst had zij, altijd volgens den berigtgever van liet Engelsche blad, gedreigd, dien aan eene of andere madonna te schenken, zoo zij hem niet zelve brengen mogt. Zonderling, merkt hij verder aan, dat de teleplione over de traditionele, onverbiddelijke eti quette van een hof heeft gezegevierd, Avaar de Koning geen eitje gekookt kan krijgen zonder zes boodschappers en zestien paar handen; maar veel zonderlinger nog is eene liefde, in de hoogste kringen zoo zelden te vinden en Avelke alleen ontstaan en in kracht toenemen kon, omdat tAvee harten elkander ontmoetten in de eenzaamheid der balling schap en ver A-an gemaakte pracht en hoofschen dAvang. De feesten zullen tot den 27sten duren. Berigten betreffende den Rnssisch-Turkschen oorlog. KONSTANTINOPEL, 25 Januarij. De prcliminairen zijn waar schijnlijk lieden geteekend. Zij zouden inhoudenschadeloosstelling van 500 millioen, de bezetting van Batouin, Kars en Erzeroum tot de betaling; opening van Bosphorus en Dardanellen voor ltussische oorlogschepenautonomie A\in Bulgarije onder een chris tel ij keil gouverneur, wiens benoeming door de mogendheden zou moeten ivorden goedgekeurd. Bulgarije zou gerekend worden door den Balkan begrensd te zijn. Voorts onafhankelijkheid A'an Seiwië met Avijziging van grenzen. Montenegro zou Antivari ontvangen, een deel A'an het meer van Scutari, Niksik en Spuz. Een gedeelte van het Russische leger zou Konstantiuopel binnenrukken, Avaar de de- finitive vrede zou geteekend Avorden. KONSTANTINOPEL, 23 Januarij. (Dail^, News), liet Turksche Parlement heeft besloten zich tot den Sultan, te wenden, met een adres, houdende verzoek het sluiten van den vrede te verhaasten of indien dit door de overdreven eischen van Rusland Onmogelijk mogt zijn, maatregelen te nemen, om den tegenstand tot het uiterste voort te zetten. LONDEN, 25 Januarij. Iu het Lagerhuis deelde de minister Nörthcote mede, dat Rusland heden zijne vredesvoorwaarden mede deelde, en dat daarop aan de vloot, die krachtens bevel der regering naar de Dardanellen moest stevenen, onmiddellijk last gegeven is aan den mond te blijven. De Roode Halvemaan te Konstantiuopel (de Mohamedaansche afdeeling van het Roode Kruis) doet bij de ongeëvenaarde ellende, die de Russische menschlievendheid en christelijkheid over het Turksche rijk gebragt heeft, een beroep op het medelijden van Europa en vraagt dringend giften voor de ontelbare ongelukkigen, wier aantal door ziekte en gebrek dagelijks gedecimeerd, maar toch door den oorlog ook dagelijks grooter wordt. Haven van IJmuiden. Binnengekomen 24 Januarij. Metropolitan, at., Londen. 25 Januarij. Eddystone, st., Huil; Rauncys, Tvrer, Palcrmoj Adriana Johanna, Mulder, Suriname. Vertrokken 25 Jauuarij. European, st., Huil; Tern; st., Liverpool.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2