IIELDERSdlIE EN NIEUWED1EPER COURANT. 1878. N". 19. Woensdag 13 Februarij. Jaargang 36. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. Binnenland. Op „BOSCHHOEK." „W Ij k u l d 1 r e h het o e (1 e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Znturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.80. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 80 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL, op VRIJDAG 15 FEBRUARIJ 1878, des morgens 10 ure. Panten van behandeling: Ingekomen stukken. Vaststelling Suppletoir Kohier Hoofdelijken Omslag. Aanbieding Kohier Hoofdelijken Omslag 1878. HELDER en NIEUWED1EP, 12 Februarij. Gisteren, avond, omstreeks 10 ure, ontstond er op de Hoofdgracht, ten huize van den heer T., brand in eene bedstede waarin reeds kinderen ter ruste lagen. Gelukkig werd het spoedig ontdekt en slaagde men er in het dreigende gevaar af te wenden. De brand, die ontstond door een in de bedstede uitloopende schoorsteen, bepaalde zicli tot het verbranden van eenig beddegoed. We vestigen de aandacht onzer lezers op de aan kondiging van het concert, Zaturdag 23 dezer in het lokaal Tivoli alhier te geven. Het Zweedsche Zangerskwartet, dat zich ten vorigen jare alhier liet hooren, heeft een zoo gunstigen indruk achtergelaten bij allen die er kennis mede maakten, dat naar wij vertrouwen ook thans een druk bezoek aan dit concert zal ten deel vallen. Wie ten vorigen jare geen gelegenheid hadden deze zangers te gaan hooren, hevelen wij ten zeerste aan, de thans geopende gelegenheid niet te verzuimen. Z. K. II. Prins Hendrik der Nederlanden zal zich ter gelegenheid van de aanstaande huwelijksverbindtenissen der heide Prinsessen van Pruissen naar Berlijn begeven, ten einde aan den Keizer van Duitschland en de verdere leden van het Duitsche hof 's Konings gelukwenschen te gaan overbrengen. De buitenlandsche bladen melden uit Monaco, dat aldaar dezer dagen een feestelijke duivenscliietwedstrijd is geweest en dat onder de mededingers werd opgemerkt Z. Iv. H. de Prins van Oranje. De minister van Waterstaat heeft overgenomen het Novelle van THEODOR STORM. (Vervolg.) De laatste nncht vóór zijn vertrek was gekomen. De drie be woners van „Boschhoek" bevonden zicli in hunne slaapkamersLeo, de trouwe wachter, lag, gelijk gewoonlijk om dien tijd, beneden in den gang dwars voor de huisdeur uitgestrekt. In huis was alles stil, behalve dat nu en dan een hoestbui van de oude huishoudster achter haar bedgordijnen gehoord werd, en boven in de woonkamer de koekkoek van uur tot uur verkondigde hoe het met den tijd stond. Buiten in de boomen echter hield de wind huis; de wind wijzers knarsten op het dak, en allerlei stemmen zweefden, als de storm den adem inhield voor een nieuwen uitval, uit het woud herwaarts. Stil! Ging daar niet een raam open of dicht? Het eenige aan de westzijde van het huis; waar de eikentakken bijna tegen den muur raken Neen; alleen loeide het sterker in de lucht; er scheen zich verder niets te roereu; de oude vrouw hoestte; boven riep de koekkoek ccn. De nacht verstreek verder; niets vreemds of buitengewoons liet zich hooren. De enkele sterren, die tusschen de voortvliegende wolken doorschemerden, verbleekten de een na de ander. Bij de eerste schemering stond Franciska voor Richards bed. Hij sliep nog; zij knielde neder en kuste zijne hand, die over den rand van het bed hing; en toen hij de oogen opsloeg, zeide zij: „Ge moet opstaan, Richard; het rijtuig zal spoedig voor zijn!" „Fransje!" riep hij, haar slaapdronken aanziende; en een poos later, toen hij zijne gedachten verzameld had, vroeg hij: „Hebt ge van nacht dien uil hooren schreeuwen? Binnen sloeg de klok juist een uur." Een oogenblik rilde zij, onmerkbaar schier. „Wel, dat hooren wij eiken nacht," sprak zij. „Neen, neen, Fransje; het was niet de boschuil, die hier altijd rondzwerft; het klonk heel anders, heel vreemd! Ik twijfelde eerst of het ook een anderen soortgelijken vogel was; beneden in den gang hoorde ik Leo opstaan en een paar maal heen en weder loopen." „Ik heb het niet opgemerkt," zeide zij zacht. „Dan hebt ge heel vast geslapen, Fransje; want het dier moet hier dichtbij in een boom gezeten hebben." Zij zaten aan het ontbijt nog bij elkander, maar Fransje bracht nauwelijks een kruimel over haar lippen. Daarna stapte hij in het rijtuig. „Vergeet het niet; drie dagen!" riep hij haar nog toe, en voort rolde de wagen over de heideluid blaffend sprong de hond vooruit. wetsontwerp tot wijziging der wet van 13 Junij 1857 (Staatsblad No. 86) op de zeevisscherijen. Bij nota van wijziging stelt de minister voor art. 4 der bestaande wet te vervangen door eene strafbedreiging, niet alleen tegen het voorzien van vaten met afgeschafte merken en het ver pakken van haring in zoodanig gemerkte vaten, maar ook het verkoopen, te koop aanbieden, afleveren er. ten verkoop in voorraad hebben van daarin verpakten haring. De bedreigde boete is van f 25 tot f 1000. De minister hoopt met zijnen ambtgenoot van justitie in overleg te zullen treden omtrent eene herziening en ver betering van de bestaande bepalingen ter bescherming der fabrieks- en handelsmerken. De postboden, die tot dusver steeds op eigen kosten zich een buisje cn pet volgens aangewezen model moesten aanschaffen, zullen eerstdaags op 's Rijks kosten van een andere uniform, bestaande in kapotjas en pet, voorzien worden. De heer E. Eisma, candidaal, beroepen te Huisduinen, heeft ook een beroep ontvangen naar Ileeg. Ds. van Hoogstraten te Winkel komt voor op het zestal te Edam. Aangenomen het beroep naar Amsterdam door ds. Hogerzeil, predikant te Arnhem. Naar de Vrijheid verneemt, zullen eenige ond-kerke- raadsleden der Herv. gemeente te Amsterdam zich wenden tot het klassik. bestuur, met verzoek, dat het den kerke- raad niet toelate de woorden „op vereerende wijze" te schrappen uit de acteu van ontslag, aan de heeren Hugenholtz uit te reiken. Men deelt ons mede, dat binnenkort te Burg op Texel een concert zal worden gegeven door mej. Vlessing en den heer M. P. Polak. Reeds vroeger schonken deze verdienstelijke musici aldaar een aangenaam avondje, het geen op een eiland natuurlijk te meer wordt gewaardeerd, omdat daar zoo weinig op het gebied der kunst te genieten wordt gegeven. Er valt, onzes inziens, voor het aangekon digde concert niet te. twijfelen aan een drukke opkomst van het publiek. De toestand van de spaarbank te Wieringen is als volgt: Ingebragt door de deelhebbers tot Julij 1877 f 602.05^, aan interesten f 29.38|, te zamen f 631.44. Te Amsterdam zal van 8 tot 15 Sept. 1879 een Een geruimen tijd stond zij onbewegelijk het rijtuig na te oogen, totdat het als een stipje aan den horizont verdween. 's Namiddags trad Richard bij zijn vriend den burgemeester de kamer binnen. „Wel, boschmenschriep deze, terwijl hij dreigend den wijs vinger zijner kleine ronde hand tegen hem ophief, „wat gaat ge nu weer voor streken uithalen „Gij hebt mijn brief dus gekregen?" „Zeker! Ge kunt iemand aardig iets op den mouw spelden! Dat zijn natuurlijk louter grappen „Ik ben in allen ernst tot u gekomen." „Hoogst merkwaardig!" zeide de burgemeester; „romantisch, bij zonder romantisch! Ik wed dat ge nog niet eens weet, wie de vader en de moeder van uw meisje geweest zijn." "Wat gaat mij dat ook aan „Nu, nu; ge hebt toch een doopceel noodig „Ik heb nog meer noodig, Frits! Misschien wel uwe toeziende voogdelijke hulp, als de eerzame schoenmaker zijn pupil soms weer eens bij een rijken bakker ter verzorging mocht willen geven." „Mijn hulp, Richard? Neen. neen; wat deukt ge wel? Daar zou mijn geweten tegen in opstand komen." Richard lachte. „Maar ge zijt mijn toeziende voogd toch niet! Is dc echtgenoot van uw pupil soms niet naar uw zin?" „Och, ge hebt gelijk, Richard! Ik verbeeld mij soms, en zoo ging bet nu ook, dat wij nog in onzen „groentijd" zijn. Ik zal er dus werkelijk niets tegen kunnen doen." De burgemeester had zijn gouden bril afgenomen, maakte de glazen met zijn geelen zijden zakdoek schoon en zag intusschen zijn vriend hoofdschuddend met zijn kleine oogjes aan. „Wel, wat een dweeper!" sprak hij, „het is toch zonderling dat lieden van uw slag altijd Maar Richard greep den kleinen goeden man bij zijne beide handen. „Gij praat haar mij toch niet uit het hoofd," zei hij met warmte. „Laat het nu zoo wezen, Fritszeg mij liever eens hoe staat het met mijnheer den schoolmeester?" „Die zit!" herrtam de burgemeester, met iets triomfantelijks in zijn stem. „Maar zijn proces?" „Stil; maak het niet wakker! Dat slaapt." „En Franciska?" „Zal er geen last meer van hebben. De acten zijn opgezonden; het vonnis komt mettertijd wel." „Nu, Frits, help mij dan en laten we alles spoedig in orde maken En alles werd in orde gemaakt; reeds den volgenden morgen had Richard de volmacht en alle noodige stukken in handen. Het was zijn plan geweest, zijn reis nog tot de vroeger vermelde naburige koopstad uit te strekkendoch weder overviel hem een schier angstig verlangen, dat hem naar zijn bosch terugdreef; de Internationaal Geneeskundig Congres geliouden worden. Onder de medewerking van de Nederlandsclie Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en van de natuurkundige afdeeling van de Koninklijke Academie van Wetenschappen heeft zicli een Comité zamengesteld tot voorbereiding van dit Congres. Naar men verneemt, is door Commissarissen van het Vaderlandsch Fonds voor's Lands Zeedienst het bouwen aan de kweekschool voor de Zeevaart, op de IJgracht te Amsterdam, opgedragen aan de heeren D. Cerlijn en A. J. de Haan, aldaar, voor de som van 188,200. Jl. Vrijdag avond liep een slagtersknecht met een mand met vleeseh langs de Heerengracht te Amsterdam, en was genoodzaakt zich even te verwijderen naar eene plaats, waar hij zijn grooten vleeschmand onmogelijk kon medenemen. Zonder eenig kwaad vermoeden zette hij zijn mand neder op een bordes en nam hem een oogenblik later weder op den schouder. De slagter was al een grachtje verder, toen hij eenige beweging in zijn mand meende te bespeuren, wat een oogwenk later zich zóó duidelijk her haalde, dat hij zijn mand van den schouder wierp, om toch eens na te zien wat het was. Nog voor zijn mand op den grond stond, wipte er met groote snelheid een gele smoushond uit met een stuk vleeseh in den bek, waar mede de hond snel als de wind het hazenpad koos. Tableau! (N. v. d. D.) Op het landgoed Sehependuinen, onder Velsen is jl. Zondag een zoogenaamde Schnitslerjagt gehouden, die voortreffelijk is afgeloopen, ofschoon een ruiter in een sloot gevallen is en het paard op zich gekregen heeft. De vos is niet gevangen. Jl. Maandag ochtend is een 3Ijarig jongentje in het huis zijner ouders, in de Barrevoetesteeg te Haarlem, tijdens de moeder weg was, levend verbrand. Toen de moeder te huis kwam was het kind reeds overleden. In de vergadering van de vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap. 27 dezer te 's Hage te houden, zal de heer C. A. Jeekel eene spreekbeurt vervullen over de schutterij. Hij wenscht te behandelen: 1. de tegen woordige inrigting; 2. de verbeteringen, daarin te bréngen onder de bestaande wetgeving, en 3. de inrigting bij nieuwe wettelijke regeling. inkoopen die hij had willen doen, kon hij toch ook veel beter samen met Franciska bezorgen. Zio gaf hij dan bevél om huiswaarts te keeren. „Frisch er op los, koetsier," riep bij; „er is een dubbele fooi te verdienen!" De koetsier spaarde de zweep niet; nog dien eigen namiddag bereikten zij het dorp; maar op den liobbeligen straatweg liep er een wiel van het rijtuig af, en om dat ongeval te herstellen, moest men zicli een half uur oponthoud voor dé dorpssmidsc getroosten. Richard, van Leo vergezeld, was naar de herberg geloopen. Toen hij het voorhuis intrad, liet de hond een dof gebrom hooren, en in hetzelfde oogenblik ging de jonge houtvester, die juist uit de gelagkamer kwam, zonder groeten voorbij hem de huisdeur uit; slechts een vluchtige blik zijner heldere oogen was het eenige teeken dat hij den bewoner van „Boschhoek" herkende. Richard bleef onwillekeurig staan. Toen hij door de openstaande huisdeur bespeurde dat de ander zich haastig voortspoedde, ging hij ook weer naar buiten eu zag hem met groote stappen op den noordelijken landweg voortgaan. Hij kon den man niet uitstaan hij wist zelf haast niet, waarom hij hem hier uan den grooten weg stond na te kijken. Hij keerde spoedig weder in het huis terug. Daar hoorde hij iu de gelagkamer een levendig gesprek tusscheu verscheidene per sonen, waarvan hij bij zijn eerste binnentreden niets opgemerkt had. Toen hij met zijn hond de kamer inkwam, vond hij een menigte gasten aan de tafeltjes zitten, want het was Zondag namiddag. Doch het gesprek verstomde plotseling; daarentegen kwam de waard hem tegemoet en vroeg met kruiperige belang stelling naar het ongeval dat hem op zijn reis getroffen had. Aan een der tafeltjes hoorde hij nog den naam van den houtvester noemen, dien hij toevallig te weten was gekomen; doch despreker ontving van zijn buurman een waarschuwenden clleboogsstoot; en langzamerhand begon men weder een luidruchtig gesprek, zooals de boeren gewoonlijk om dien tijd van 't jaar over oogstzaken eu graanprijzen plegen te Houden. Eindelijk was het wiel gemaakt en het rijtuig rolde voort. Richard zat. in gedachten verzonken; een sombere, onaangename stemming had zich van hem meester gemaakt; hij kou geen blijdschap gevoelen over zijn thuiskomst; onbestemde, spookachtige visioenen als uit een grauwen mist drongen van alle kanten op hem aan. Als hij maar eerst weer daar was; eerst maar Franciska's gelaat weder zag! En verder ging het; en al meer en meer naderde hij de bosschcn. Reeds rammelde het rijtuig tusschen de eikenbosclijes over den harden heigrond, cn eindelijk kreeg hij het dak van „Boschhoek" in het oog en zag hij de windwijzers in dp avondzon glinsteren. Maar dat daar, dat zijwaarts uit de schaduwen van 't woud trad, dat was zij immers zelve; liaar licht kleedje, haar strooien hoed, hij kon alles heel duidelijk onderscheiden. Zij scheen het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1