enz. lieteekent weinig. De Staat doet niets en de voorpqrd.eelen wijken niet. Op welke wijze verbetering aan te brengen is, geeft het blad nog niet aan. In liet voorbijgaan wordt er op gewezen, dat vrouwelijke krachten voor het kantoor, A'oor posterijen en telegrafie te gebruiken waren, terwijl daarbij tevens wordt herinnerd aan hetgeen in Zwitserland geschiedt, waar de dames, met die functiën belast, zeer spoedig een man vinden. De slotzin luidt: //Heeft de vrouw over zooveel hart te beschikken, kan zij zulk éen gezegenden invloed uitoefenen op de verzachting der zeden en het reinigen der gedachten, als de ondervinding dit nu reeds leert, hoeveel meer moet zij dit kunnen doen als zij haar verstand daarbij heeft leeren gebruiken. Maar om dit doel te bereiken moet men een anderen weg inslaan dan haar hoofd opvullen met onbegrepen kennis en dwaze conventioneele regels, die in het licht der ware wetenschap niet kunnen bestaan. Op de middelen om dat doel te bereiken komen wij nog wel eens terug." Op de Reguliers-Achtergracht te Amsterdam had jl. Vrijdag nacht eene verregaande mishandeling plaats in een berucht huis. Door het angstgeschrei verzamelden zich een aantal personen voor liet huis, waaronder ook de nachtwacht. Toen de meester van het huis, die de mis handeling pleegde, in zijn dronkenschap al die menschen voor zijne woning opmerkte, sloot hij zijn deur en begon als uit een belegerd fort met projectielen in den vorm van kagclielturf te werpen, deze bezigheid afwisselende met nu en dan zijne vrouw te pijnigen. Niettegenstaande allen tegenweer, drongen de nachtwachts liet huis binnen en de trap op, hoewel dc turven daar wis en pijnlijk troffen. Zij slaagden er in den woesteling te grijpen en te arres teren, doch hadden het ongeluk met den nog altijd tegen weer biedenden arrestant op den trap te struikelen en gezamenlijk naar beneden te vallen. Een der nachtwachts is vrij ernstig bezeerd. De heer A., bestuurslid van de te halfweg Haarlem en Amsterdam gevestigde afdeeling der Plollandsche Maatschappij van landbouw, heeft 50 roeden land in den IJ-Polder beschikbaar gesteld, ten einde daarop gewassen aan te kweeken, die in genoemden Polder nog niet ver bouwd worden. Belanghebbende leden behoeven slechts de zaden te verschaffen en de behandeling komt ten koste van de kas, terwijl eene commissie is benoemd om voor de uit voering zorg te dragen. Een proefstation dus in liet klein. Tot directeur van den Fransehen schouwburg te 's Hage, voor het toonceljaar 18781879, is benoemd de heer Desfossez. De Haagsche vergiftigingsgeschiedenis, die nog steeds de gemoederen aldaar in beweging houdt, neemt met den dag een ernstiger verhouding aan. Men valt van het eene in het andere, waarin vreemde liefdesbetrekkingen een groote rol spelen. Wijd en zijd zijn de vertakkingen ver spreid; in den Haag, Parijs, Brussel, tot zelfs in Indië hoort men van personen, die als getuigen zullen worden opgeroepen in de zaak, waarvan freule v. d. S. het middel punt uitmaakt. Op wie of op wien de vergiftiging eindelijk gemunt was, is tot heden nog niet regt duidelijk. Aan de openbare behandeling van de zaak zal waarschijnlijk eene langdurige instructie voorafgaan, die wel zeer veel inte ressante bijzonderheden aan het licht zal brengen. Den heer Hemy Havard, die 7 jaar in Nederland heeft vertoefd, en thans naar zijn vaderland terugkeert, is jl. Zaturdag te 's Idage in het hotel de 1'Europe een keurig bewerkt album als aandenken aangeboden, waarna de vrienden zich aan een welvoorzienen disch vereenigden. Z. M. de Koning-groothertog heeft den heer Havard dezer dagen benoemd tot officier in de orde van de Eikenkroon. Door het aanhoudende zachte weder zijn enkele een spooksel scheen aan te nemen. Goeden nacht! zeide Tetlow. Goeden nacht! herhaalde de verschijning tus3chen de sneeuw- vlokken door. Ik zal nooit vergeten Doch op dat oogenblik daagde het zoo ongeduldig verheide wagentje met één paard aan de overzij van het plein op, om den dilettant-philanthroop aan die dankbetuiging te onttrekken. Met dat al was het heel laat eer Tetlow dien nacht den slaap kon vutten. Zijn hart vloeide óver van medelijden voor den vage bond, niet wien hij zoo van nabij in aanraking was geweest, en dien hij toch weer aan zijn lot had overgelaten, als een drenkeling die wegzinkt in het zog van een schip. Bij dit medelijden kwam een soort van wanhopige woede, zooals de ongelukkige in zijn hart moet gevoeld hebben, toen hij zich hulpeloos en verlaten zag. II. Een paar dagen later dacht Tetlow bijna niet meer aan zijn ontmoeting, die naar een van de donkerste hoekjes ■zijner gelieugeu- kas verhuisd was, toen het toeval hem in het leeskabinet van het Cooper-Instituut bracht. Zoodra de winter in 't land is, ziet men daar een allerzonderlingst mengelmoes van personen, en men moet dikwijls vragen of de leeslust wordt aangewakkerd naar mate de behoeften toenemen. Het leven schijnt, om de waarheid te zeggen, zoo ledig, zoo doelloos voor hen wien 't aan voedsel en werk mangelt, dat het ineerendeel van die arme drommels misschien daarheen gedreven worden door de onbestemde hoop van hun eigen dood iu de couranten vermeld te zien en voor het raadsel van hun uitgehongerd leven daar de oplossing te vinden in een paar gedrukte regeltjes. Doch de zaak wordt eenigszins helderder als ge op den thermometer let. De morgcnbladen en 72 graden Fahrenhcit binnenshuis zijn veel verkieselijker dan 30 graden en geen lectuur op straat. Juist toen Tetlow, nadat hij gevonden had wat hij zocht, op het punt stond oin heen te gaan, werd zijn aandacht getrokken door de gestalte van een dier schamele zwervers. Niet zonder een zekere huivering herkende de advertentie-makelaar den man, dien hij hoopte vergeten te hebben, llij ontveinsde zich niet dat er mees tentijds eigenbelang in 't spel is als men iets vergeet; doch met dat al hinderde deze nieuwe ontmoeting hem bijzonder, daar zijn geweten er door verontrust werd. Hij bleef staan, ten einde den bedelaar te ontwijken, die zich ook juist naar de deur begaf om heen te gaan. In hetzellde oogenblik bespeurde hij dat de politic agent, die aan den ingang op post stond, den vertrekkende zorg vuldig in het oog hield. veehouders te Utrecht er reeds toe overgegaan hunne melkbeesten in de weide te sturen, iets wat in langen tijd zoo vroeg in het jaar niet is geschied. Bij mej. de wed. Vierhout, Wittevrouw-Singel aldaar, staat reeds een jonge perenboom in vollen bloei. Een schippersgezel, die gedurende de wintermaanden huisvesting genoot bij zijnen oudoom te Grouw, in Friesland, een ruim 70jarigen grijsaard, heeft dien ouden man zijne spaarpenningen, ruim f 300, zorgvuldig door hem in eene kist op den zolder weggeborgen, voor liet grootste gedeelte ontstolen en zulks des nachts, als alles in diepe rust was en de sleutel van 's mans kist op zijn nachttafeltje lag. Dezer dagen naar Amsterdam vertrokken, werd de dader, oj) het punt van met een schip uit te zeilen, door de politic achterhaald, bekende den diefstal gepleegd te hebben en is jl. Zaturdag gevankelijk naar Leeuwarden getransporteerd. Onder den naam van boterpoeder (star butterpowder) wordt thans een product in den handel gebragt, dat uit gelijke deelen aluin en suiker of ook wel uit aluin en keukenzout bestaat, en dieneu moet om op goedkoope manier veel boter van de melk te maken. De bereidings wijze luidt: bij 1,136 liter melk voegt men 373 grammen gesmolten boter en een suikerlepel van het boterpoeder, men karnt en zal bijna een kilogram versche en heerlijke boter verkrijgen. Deze opligterij behoeft geen verdere commentaar, maar toch wordt, naar men verneemt, door velen dit boterpoeder gekocht. Een nieuw bewijs voor de waarheid, dat de bijziend heid op de scholen toeneemt, hoe hooger de klasse is, waarin de leerlingen zijn gezeten, vindt men in de dezer dagen gedane onderzoekingen van dr. Niemann, te Maag denburg, die aan het Pruissische ministerie zijne onder zoekingen en uitkomsten heeft medegedeeld. Hij onderzocht 650 oogen in het Domgymnasium aldaar, en vond bijziende in klasse VI 23 pCt., in klasse V 29 pCt., in klasse IV 39 pCt., in III 63 pCt., in II 58 pCt. en in I 75 pCt. Onder 776 oogen in het Ivlooster-paedagogium vond Niemann bijziende: in klasse IV 23 pCt., in V 27 pCt., in IV 42 pCt., in III 47 pCt., in II 56 pCt. en in I 70 pCt. Dit is niet alleen eene zeer sterke, maar ook een hoogst bedenkelijke toeneming. Hoe is het daarmede gelegen in de Nederlandsche gymnasiën, progymnasiën en Hoogere Burgerscholen? De Westfaalsche steenkolen beginnen langs de kusten der Oost- en Noordzee hoe langer hoe meer de Engelsche te verdringen, zoo lezen wij in de Deutsche Landw. Presse. De statistiek toont aan, dat de gezamenlijke aan- en door voer van die kolen te Harburg en Hamburg bedroeg in 1875 p. m. 120, in 1876 288 en in 1877 484 millioen KG, waar tegenover een uitvoer van Engelsche kolen staat in 1876 omstreeks 1800 en in 1877 van 1600 millioen KG. Een fabrikant te Hamburg schrijft omtrent de deugd der Westfaalsche kolen, dat hij met 2 KG. Duitsche kolen dezelfde uitwerking verkrijgt als met 3 KG. Engelsche; ook de verhouding der prijs was ongeveer als 3 2. Een ander voordeel (dat met het warmtegevend vermogen in naauw verband staat) is de geringe hoeveelheid roet, in de schoorsteenen afgezet. Terwijl hij van de Engelsche kolen alle 14 dagen 5 tot 6 „Eimer" roet verkreeg, leverde de Duitsche in hetzelfde tijdsverloop nog geen Eimer vol. De rook van de laatste was dan ook ter naauwernood merk baar. Zijn naauvkeurige boekhouding stelde hem in staat aaiy te toonen. dat hij minstens 90 pCt. voordeel van liet gebruik der Duitsche kolen had. Men heeft op een nacht in de vorige week in den aeclimatatietuin te Parijs ontdekt en in hechtenis genomen twee mannen en eene vrouw, die zeldzame vogels stalen. Reeds sedert eenigen tijd had men dergelijke diefstallen bemerkt. De daders hebben bekend, dat zij de vogels deels verkocht, deels opgegeten hadden. Blijkens een rapport van den chirurgijn-majoor Baker, den 20 dezer uit Tirnova naar Bucharest teruggekeerd, had hij de Russische hospitalen tusschen Simnitza en het Balkan-gebergte bezocht en bevonden dat in die streek meer dan 22,000 zieke en gewonde Russische soldaten aanwezig zijn. De meesten zijn door typhus aangetast. De pleegzusters lijden verschrikkelijk aan deze ziekte; in een hospitaal te Simnitza liggen 20 Russische ploegzusters er aan ziek en 2 harer zijn cr reeds aan overleden. De heer Baker spreekt met grooteu lof zegt Daily News over den moed, de geestkracht en de toewijding der Russische zusters van liefdadigheid. Regtszaken. Jl. Vrijdag stonden voor de regt bank te Amsterdam teregt lierman Joseph Frans Munzebroek, oud 62 jaar, geboren te Zwolle, laatst wonende onder de gemeente Heemstede, in hechtenis, en Hugo Cornelis Cruijs, oud 58 jaren, directeur der Nederl. Bcijerscli- Bierbrouwerij, geboren en wonende te Amsterdam. Zij zijn aangeklaagd van te zaïnen als directeuren van de naamlooze vennootschap „de Nederlandsche Suikerraffinaderij" te Amsterdam in het laatst van het jaar 1876 twee partijen Java-suiker, zeilende per „Java Packet," groot 638 en 161 kranjangs, voor welke partijen respcctivelijk f 54,562.20 en f 13,171.37 in hoofdsommen moest worden voldaan, van den heer Fellinger, lid der firma Kreglinger Co., te Amster dam, gekocht te liebbeu deels contant, deels op promessen, die niet werden voldaan, terwijl zij de suiker op 10 April 1877 zonder raagtiging van commissarissen, zooals dc statuten voorschrijven, bedriegelijk beleend hebben aan de firma A. E. de Wit en Zonen, voor een bedrag van f 50,000. Die som werd ten nadeele van de vennootschap aan haar bestemming onttrokken, derhalve verduisterd of weerloos gemaakt en de daarop ontvangen gelden grootendcels ten eigen bate aangewend door een schuld der vennootschap van f 34,000, onder persoonlijke garantie van elk hunner voor de helft uitstaande bij de heeren de Bruin en Zonen, aan dezen te voldoen, terwijl de eerste beklaagde uit dat bedrag der beleeningsom aan zich zeiven een vordering op de vennootschap van f 10,000 uit betaald lieeft, en zulks terwijl op 11 April door hen, directeuren, aan commissarissen ter keunisse gebragt werd, dat zonder belang rijken gcldelijken steun van f 200,000 de zaak zich niet staande zou kunnen houden. •Zaturdag heeft de officier van justitie, mr. Telders, zijn rekwisitoir in deze zaak voorgedragen. Hij eischte, dat de beide beklaagden zouden worden schuldig verklaard aan het wanbedrijf van misbruik van vertrouwen en veroordeeld: dc eerste beklaagde tot een cellulaire gevangenisstraf van één jaar, de tweede beklaagde tot eene gelijke straf van 4 maanden en beiden tot eene geldboete ten bedrage van f 12.50 en in de kosten van het geding. Daarna waren de verdedigers aan het woord. Mr. v. d. Breggen, den eersten beklaagde verdedigende, concludeerde tot vrijspraak a's de feiten niet bewezen werden geacht, tot ontslag van regtsver- volging als ze wel als bewezen moesten worden aangemerkt. Mr. Pijn appel resumeerde ten aanzien van den tweeden beklaagde, dat van de beschuldiging niets was overgebleven dan de onbekwaamheid en hij vroeg daarom vrijspraak voor zijnen cliënt. Het geregtshof te Amsterdam hield zich dezer dagen bezig met de behandeling eener zaak, die een langdurig vooronderzoek heeft vereisclit. Het gold een diefstal van een aanzienlijke hoeveelheid Engelsche witte katoenen manufacturen, zoogenaamde cambrics, die door een Twentsche firma en een Engelsche uit Manchester over Amsterdam naar onze Oost-Indische bezittingen waren geëxpedieerd. Herhaaldelijk was door de botrokken partijen geklaagd over bij aankomst te Soenibaija, Samarang en andere plaatsen geconstateerde diefstallen van die goederen. Een groote behendigheid was daarbij aan den dag gelegd, vermits het goed was ingepakt in blikken kisten, omhuld met eene stevige houten kist. Het bleek dat de houten omhulsels en een der voegen geopend waren. Ter zake van diefstal stonden thans teregt de schuitenvoerdersknechts Nicolaas W estrik en Jan Willem Westerberg en ter zake van medepligtigheid aan dien door bedienden van een schuitenvoerder gepleegdcn diefstal van hem als zoodanig toevertrouwde goederen, Marretje Bosselman en haar broeder de tapper 11. J. F. Bossclman, beiden als opkoopers uit vroegere processen bekend. Alle vier beschuldigden ontkennen hunne schuld. De tweede beschuldigde was ter zake van een dergelijk misdrijf tweemalen door het voormalig Provinciaal geregtshof van Noordholland tot een cellulaire gevangenisstraf veroordeeld. Meer dan 60 getuigen waren gedagvaard. Het O. M. werd in deze waargenomen door den advocaat-generaal mr. P. Verloren van Theinaat, de verdediging door de advocaten mrs. Th. Heemskerk, Mauritz It. Cohen en J. Alfred Colien. De adv.-gen. mr. P. Verloren van Themaat heeft nu zijn rekwisitoir geuomen. Uit de verschillende omstaudigheden, door hem aangetoond, hield hij de schuld van de beklaagden vol. Hij achtte het wenschelijk met het oog op het groot toegebragt nadeel (f 4000 a f 5000) door de diefstallen en de zeer ongunstige bekendheid van den 2den beschuldigde en vooral der 3de en 4de, die onder de beruchtste opkoopers van Amsterdam gerekend mogen worden, eene niet al te geringe straf op te leggen. Uit dien hoofde rekwireerde hij de veroordeeling van den lsteu, 2den cu 3de beschuldigde tot eene tuchthuisstraf van 7 jaren cn van den 4dcn tot eene tuchthuisstraf van 8 jaren. Dc zestienjarige dienstbode M. L., van Boelofarendsveen, is jl. Maandag door de politie van Leiden naar de gevangenis te 's Hage overgebragt wegens diefstal in dienstbaarheid. Zij diende nl. tc Leiden ruim een jaar bij eene alleenwonende jufvrouw en kocht toen allerlei gouden sieraden en andere voorwerpen van waarde, die zij opgaf van een „rijken vrijer" te hebben gekregen. Een R.-C. bidprentje stelde zij kort daarna aan de jufvrouw ter hand, waarop, naar haar zeggen, zijn naam, overlijden en begraven vermeld stonden. De jufvrouw, die vooral in den laatsten tijd geldswaardige papieren uit eene gesloten linnenkast miste en daar door wantrouwen begon te koesteren, gaf de politie van een en ander kennis, en nu bleek bij onderzoek dat de meid niet alleen diefstal ten nadeele der jufvrouw had geploegd, maar dat ook het overlijden van den vrijer een verzinsel was. Vischberig-ten. Binnen: 24 Februarij. Dankbaarheid, schipper S. Visser, 300 levende kabeljaauwen, 47 lengen, 6 heilbotten, 900 schelvissclien a f 1.65, 450 doode kabeljaauwen 25 a 45 cent. Elhabethschipper M. Struijs, 240 levende kabeljaauwen, 18 lengen, 1 heilbot. 9| honderd sehelvisschcn a f 1.25, 311 doode kabeljaauwen 25 a 40 cent. Luctor et Emergo, schipper M. Noordzij, 160 levende kabel jaauwen, 850 scliclvisscheii, 30 lengen, 7 heilbotten a f 1.70, 276 doode kabeljaauwen 30 a. 40 cent. Satumus, schipper L. v. Veelen, 340 levende kabeljaauwen, 40 lengen, 13 heilbotten, 1000 schelvissclien a f 1.55, 553 doode kabeljaauwen en lengen 30 a 45 cent. Pollux, schipper A. Verschoor, 370 levende kabeljaauwen, 45 lengen, 2 heilbotten, 4$ houderd schelvissclien a f 1.20, 131 doode kabeljuauwen 35 a 50 cent. Feelina Lente, schipper G. Jongejan, 380 levende kabeljaauwen, 30 lengen, 2 heilbotten, 500 schelvissclien a f 1.10, 110 doode kabeljaauwen 30 u 40 cent. Drie loggers en vier bommen met diverse partijen long, tarbot, schol en rog, maar alles slechte kwaliteit. De haringvangst blijft schraal. Benoemingen, enz. De off.-machinist 2de kl. bij de marine alhier A. Jongkees is benoemd tot lid der commissie, bedoeld iu art. 3 der wet vau 28 Mei 1869 (Staatsblad No. 97). Benoemd bij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs tot lsten luit. de 2de luit. A. J. Voorduin. Russisch-Engclsch-Tnrksclie kwestie. ST. PETERSBURG, 25 Februarij. Officieel berigt uit San Stefano vau den 24steu: „Heden in den vroegen ochtend, is, met toestemming vau den Sultan, Grootvorst Nicolaas hier aangekomen. Aan het spoorweg-slation werd hij door de Grieksche geestelijkheid, benevens door Reuf-pacha en Mehemed-pacha begroet. Heden rukten een regement kozakken, benevens de compagnie, die den Grootvorst ten geleide dient, hier binnen. De Turksche troepen verlaten de stad." De Standard meldt uit Konstantinopel van jl. Zondag, dat het vredesprotocol waarschijnlijk den 25 dezer te San Stefano onder teekend zal worden. Binnen tien dagen moet de uitwisseling der ratificatiën te Konstantinopel volgen. De vrede zal hcelen: „De vrede van Konstantinopel." 1000 Russen zouden in San Stefano en in de westelijke voorsteden van Konstantinopel verschijnen. Bismarcks redevoering heeft in Rusland algemeen den guustigsten indruk gemaakt en het gevoelen versterkt, dat de Europcsche vrede geen gevaar meer loopt. Ook iu Weenen begint men daaraan te gelooven. Het gevoelen wint veld schrijft de daar gevestigde diplomaat-correspondent der Köln. Zeit. dat Rusland Bulgarije zoodanig van zich afhankelijk maken wil, dat Oostenrijk wel genood zaakt worden zal Bosnië en de Ilerzegowina te bezetten, om zoo doende liet staatkundig evenwigt in het Oosten eenigszins te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2