HELDERSCHE
EN NIEUWEIMEPER COURANT.
1878. Nü. 40.
Woensdag 3 April.
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
BEKENDMAKING.
,,W Ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag
Abouneinentsprijs per kwartaal
i Zaturdag namiddag,
franco per post
f 1.30.
- 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel raecr 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds G uur.
De sluiting der mail naar Batavia en Padang, te ver
zenden per Stoomschip Madüra, geschiedt voor drukwerken
den 5 dezer, na aankomst van trein IV (Noordhollandsche
Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 6 dezer,
na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
maken bij deze bekend, dat ter voorkoming van beschadiging van
de in het Heldersche Kanaal gelegen zinkers der gas- en water
leiding, van heden af de stoomschepen, die genoemd Kanaal passeeren,
geen gebruik mogen maken van stoomvermogen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAK MAN BOSSE, Burgemeester,
den 30 Maart 1878. C. BOON", 1°. Secretaris.
HELDER en NIEUWED1EP, 2 April.
In Musis Sacrum werd jl. Zaturdag avond eene
openbare les gehouden voor de leerlingen der Industrie
school alhier, in bijzijn van ouders en verdere belang
stellenden. De heer A. J. Leijer hield tot slot van den
cursus eene voordragt over de zuurstof en gaf verscheidene
proeven ten beste, die allen zeer gelukkig slaagden. Met
blijkbare belangstelling werd een en ander door de talrijke
aanwezigen gevolgd.
Aan 't einde rigtte de heer van Voorn veld, namens het
bestuur van deze inrigting, een woord tot de leerlingen,
waarbij hij den ijver en het vrij getrouw schoolbezoek
prees. Sedert het vorige jaar was daarin merkbaar ver
betering gekomen. Was toen, bij een getal van 132
leerlingen, het aantal verzuimde schooltijden 1G14, thans
was dat aantal, bij een getal van 128 leerlingen, 861.
Ilij spoorde de jongelieden tot waardeering van 't onderwijs
aan, beval dat onderwijs mede aan in de belangstelling
van ouders en voogden, en bragt een woord van hartelijken
dank aan heeren onderwijzers, die steeds met lust en ijver
hun taak volbrengen.
Prijzen en getuigschriften werden uitgereikt aanA.
Maandag, J. Tielrooij. J. P. Meijneke, M. J. van Steen
bergen, J. C. Ran en K. Hoogerduin.
IN NOODWEER.
Novelle van E. VÜLY.
„Het denkbeeld dat ik het middel zou mogen wezen tot zulk
een doel, maakt mij gelukkig."
„Zijt ge nu waarlijk gelukkig?" vroeg zij daarop, hem vlak in
het welgevormde gelaat ziende.
„Ik? Mijn waarde mevrouw, ik zou mij liever niet dadelijk
gehaat bij u willen maken en mij een man noemen die de wereld
moede is. Laten wij liever over u zelve spreken. Gij zijt altijd
opgeruimd, vergenoegd, gelukkig."
Een vluchtige plooi van ontevredenheid speelde om haar schoonen
mond. Hij behandelde haar toch eigenlijk meer als een kind,
waarom wilde hij haar niet voor ernstiger gevoelens vatbaar-achten?
„Altijd!" sprak zij norsch.
Nu kwam er een. spottende trek om haar lippen.
„De uitdrukking van uw gelaat was met uwe woorden geheel in
tegenspraak toen gij mij zoo even met uw antwoord wildet be
straffen, mevrouw. Ge kent de minder aangename gemoedsaandoe
ningen beter dan ge bekennen wilt."
Nu werd zij wrevelig. „Welke vrouw kent zc niet?" riep zij
driftig. „Ze gelijken allen op elkaar, de oogenblikken dat we slecht
gehumeurd zijn, zooals zij ook alien in het leven geroepen worden
door dezelfde oorzaak: een costuum dat ons niet bevalt, een coiffure
dat niet goed staat, een verzoek dut mijnheer onze echtgenoot niet
wil toestaan, of iets van dien aard."
„Ah zoo!" sprak von Brink, „juist door zulke bewijzen aan te
voeren, hebt gij mij bewezen, mevrouw, dat. al die zaken u niet
uit uw humeur brengen. En het doet mij genoegen dat gij mij
gelegenheid geeft om deze ontdekking te doen."
Zij werd nog meer geërgerd door zijne bedaardheid en zijne
kalmte; plotseling zette zij haar parasol op en onttrok hem zoo
haar gelaat.
„Ik geloof dat tante Nanne op mij wacht."
„Nu al?" vroeg hij verwonderd; „nauwelijks heb ik mij de
moeite gegeven uw spoor te volgen, of ge wilt mij reeds boos
aardig verjagen?"
„Gevolgd?" vroeg zij met plotselinge verbazing.
„Nu ja, ik heb mij nu toch eenmaal verraden;" hernam liij.
„Ik kwam aan de villa en zag sporen in het zand en toen ik die
kleine, licht ingedrukte voetstappen volgde
Zij lachte. „Eigenlijk moest ik me nu houden of ik boos was
„Dat zult ge niet doen," sprak Detlev, „want ge zijt natuurlijk
en kunt u niet anders dan natuurlijk voordoen."
Haar toorn was reeds weder gaande gemaakt. Hij wist dus, dat
zij nog niet in de groote wereld geleefd had, dat ze nog niet had
leeren schijnen, maar ditmaal was zij vertoornd op zich zelve:
Een getuigschrift aan N. Nannings.
Verder werden loffelijk vermeld:
4de jaar: J. Korff en C. Pool,letterk.G. Sehellinger,
wisk.; C. Ran en C. Jansen, handt.
3de jaar: J. II. Jacobs en B. Gomes, scheepsb., handt.,
wisk., letterk.; R. J. de Vree en W. D. Groen, bonwk.,
handt., wisk.; L. Beijer en K. Brandenburg, wisk., letterk.;
S. Duinker, letterk.
2de jaar: P. Willemsc, bouwk.J. v. Riel, scheepsb.,
rek.; P. Julianus en W. Mens, scheepsb., letterk., rek.;
M. Blom, scheepsb., handt., natuurk.li. Korff' en A. de
Ruiter, handt.; J. de Graaf, handt., natuurk.; W. de Klerk,
natuurk., rekenk.; J. Klok, T. Duinker en J. A. Berkeljon,
natuurk., letterk., rek.; J. J. Halenbeek, letterk., rek.;
P, Boon, letterk., rekenk.; H. Lub, handt.; A. Breet,
handt., natuurk.; J. J. Putters, letterk.; J. Nobbes en T.
de Boer, rek.
lste jaar: C. Jaring, P. J. Kuiper, L. v. d. Ploeg en
A. Eeleman, regtlijnt., wisk., letterk.; J. de Roos en C.
Luths, regtlijnt., handt.; B. A. Adriaanse, T. Brandenburg
en J. Kraak, regtlijnt., wisk.; J. C. Hemelrijk, K. Jacobs
en J. Middelkamp, regtlijnt.; 1). J. Snaphaan, W. Vos en
A. Boll, regtlijnt., letterk.; A. P. v. Dalen, H. de Wijn
en G. v. Varik, handt.; N. S. J. Heemskerk en C. N.
van Gijn, rek.
Eindelijk die leerlingen, welke langer nog dan 4 jaar van
't onderwijs hebben gebruik gemaakt: D. Iiillenius, G. P.
Hippens, j. Klein, J. v. Melle, J. Lak, J. Schol, P. Korft'
en J. I\. Labout.
Met belangstelling werden door de bezoekers bezigtigd
de talrijke blijken van oefening in liet hand- en regtlijnig
teekenen, enz., die aan de wanden der zaal waren opgehangen,
of op tafels waren ter bezigtiging gelegd.
Wij besluiten ons verslag met den wensch, dat deze
voor den jeugdigen ambachtsman zoo nuttige inrigting
voortdurend aan hare bestemming blijve beantwoorden, en
dat de bemoeijingen van bestuurderen en onderwijzers
mogen beloond worden door bestendige waardeering bij
ouders en leerlingen.
Bij de directie der Marine alhier is aanbesteed: bet
maken van een amusementzaal voor schepelingen. Minste
inschrijver de beer M. Daalder, alhier, ad f 15,142.
Gisteren beeft alhier plaats gehad de verkoop voor
afbraak van den steenen toren op het. red uit van het fort
Kijkduin. Door den heer Henderik de Groot., aannemer
i te Knollendam, is geboden f 351, voor welke som hij -
kooper wordt, behoudens nadere goedkeuring.
Het licht op den. nieuwen ijzeren toren, ter ver
vanging van den steenen te Kijkduin, werd gisteren avond
voor het eerst ontstoken.
Dr. J. C. Pool, alhier en dr. A. G. Boon, te Enk-
i huizen, komen voor op het twaalftal te Gouda.
Beroepen bij de Doopsgezinde gemeente te Middelstum
ds. S. J. Dekker, pred. te Broek op Langedijk.
De gewezen hoofdcommissaris van politie te Amsterdam,
mr. F. de Klopper, is in GOjarigen ouderdom overleden.
Volgens de Gron. Crt. is de heer J J. A. Gouverneur
volkomen hersteld en zal hij eerstdaags te Groningen
terugkomen.
Daar de heer Waldeck, secretaris der Hollandschc
Maatschappij van Landbouw, dezer dagen- naar de wereld
tentoonstelling te Parijs zal vertrekken om de. collective
inzending van land- en tuinbouwvoortbrengselen daar op
te stellen, en er tot 5 Mei a. s. te verblijven, zijn de
afdeelings-besturen uitgenoodigd, in dien tijd geen andere
stukken op te zenden, dan die waarbij spoed wordt geëischt,
en dan aan het adres van den heer C. J. van der Ouder-
meulen, voorzitter der Maatschappij te 's Hage.
Men schrijft ons uit. Alkmaar, dd. 1 dezer:
„Ds. van Schelven heeft gisteren in de Kapelkerk aan
zijne hoorders eene uitnoodiging gerigt om vooral aan
staanden Vrijdag avond in het lokaal voor evangelisatie
bijeen te komen, ten einde een bidstond te houden voor de
verwerping van het ontwerp van wet op het. lager onder
wijs door de Tweede Kamer."
Het maken van een nieuwe kostelooze gemeente
school te Enkhuizen is gegund aan de heeren T. Korf en
P. de Vos, aldaar, voor f 20,760.
Te Amsterdam is een lSjarige knaap, Avegens mis
handeling zijner ouders, terwijl hij dronken was, gevat en
naar de cellulaire gevangenis gebragt.
Een der teekenen van dezen tijd, zegt Ons Streven,
is dat menigeen alles tegelijk wil doen een gevolg
hiervan is dat men zijne ligehaamskracht overschat.
De vorige week viel mevrouw Sara Bernhardt, de
beroemde actrice die in I-Iernani zooveel opgang maakt
met de rol van dona Sol, plotseling in een der levendigste
tooneelen, uitgeput neder, vlak bij den souffleur. Men hielp
zij hield zich voor dom en onhandig. Hij moest haar wel voor
een kind aanzien en Hendrik uitlachen om zijn keus. Hendrik
Het bloed steeg haar naar het hoofd: was zij om zijnentwil niet
verplicht, zich meer als dame voor te doen, te toonen dat zij veel
geleerd had en veel wist? Doch de heimelijke overmacht van den
ander maakte het zoo moeielijk, dit te beproeven.
„Ik verlang altijd," begon zij weer, „dat ik Hendriks schip met
mijn oogen kon volgen!"
„Zooals men datgene wat men bemint, met zijn gedachten volgt,
waar het ook heengaat."
Weer werd zij ongeduldig. Nu hield hij haar voor een verliefd
kind, dat anderen verveelt met haar eindeloos gebabbel over haar
ëcnigenen zij, zij was toóh verstandig, zij ducht aan zoo veel
buiten Hendrik, en, ja, dikwijls dacht ze uren lang in het
geheel niet aan hem.
„Hendrik heeft mij niet gezegd of gij getrouwd zijt, mijnheer
von Brink!"
„Neen, ik ben niet getrouwd."
„Hebt gij dan een afkeer van het huwelijk?"
„Ik heb er geen afkeer van, maar ik beschouw het van een zóó
verheven standpunt, dat ik niet licht of niet lichtvaardig er
toe zou overgaan."
I Zij deed haar parasol neer en leunde op den knop. Nu was hij
ernstig, nu wilde zij hem toonen dat zij het óók kou wezen,
i „Wilt ge u niet nader verklaren? Ik stel er waarlijk veel belang
in!" sprak zij met waardigheid.
Hij staarde naar de golven der zee. „Als ik begon met u te
zeggen dat ik nog nooit bemind heb, mevrouw, dan zou ik eene
i onwaarheid uitspreken. Men wordt niet zes en dertig jaar, zonder
dat de stem des harten zich doet hooren. Ook heb ik zeer dikwijls
liefde genoemd, wat slechts een vluchtige aandoening was. Maar
eene vrouw, welke ik de vrijheid had mogen ontnemen, en mijne
eigene daarvoor prijsgeven, die vond ik nog niet. Geheel voor,
geheel in elkander te leven, ziedaar wat het huwelijk voor mij
beteekentveel geduld hebben met elkander, ieder veel kunnen
opofferen voor zich zelf..... erkennen dat het zóó zijn moest, dat
men zonder elkander ongelukkig is. Ik beminde een meisje
Hij aarzelde.
„Ga voort, bid ik u!" sprak zij vriendelijk.
„Ik beminde een meisje, jong, schoon, bevallig, het is geen
laffe vleierij, wanneer ik er „als gij" bijvoeg. Zij had mij lief,
hartelijk lief, en als ik liaar tot mijn vrouw begeerd had, zou zij
het niet blijdschap geworden zijn. Toch waagde ik het niet. Even
als mij had zij ook een ander kunnen ontmoeten en voor dezen
dezelfde gevoelens koesteren. Haar hart was niet door mij ont
vonkt, ofschoon het mij genegen was. Hem, die daartoe in staat
was, wachtte zij nog. Wij hadden misschien een vreedzaam huwe.
lijksleven gehad, maar niet een naar mijn ziu,
Hij zweeg.
Meta staarde naar het fijne duinzand aan haar voeten, terwijl
zij vroeg:
„Gij zaagt er dus van af en het meisje?"
„Zij leerde de liefde kennen, haar hart werd ontvonkt. Slechts
een jaar was zij gelukkig; toen stierf zij. Misschien liad zij aan
mijne zijde tevreden eu langer geleefd, maar beter nielzij genoot
nu in dien korten tijd een waarachtig geluk. Kent gij het versje:
Beter dat uw hart bezwijkt
Bij de kus der roos,
Dan dat u de liefde ontwijkt:
Gij sterft liefdeloos!"
„Uw verhaal is zeer treffend, zeer aandoenlijk, mijnheer von Brink."
„Het bevat slechts de eenvoudige waarheid."
„En nu moesten we weer naar beneden gaan, anders zou taute
Nanne ongerust worden."
Hij reikte haar de hand en zij wees hem niet af. Toen zij den
zandheuvel afgeklommen waren, liepen zij naast elkaar voort, doch
beiden zwegen.
Voor de villa staande, zeide Detlev: „Mag ik nu spoedig een
officiëele visite komen maken?"
„Met genoegen, mijnheer von Brink en nu: tot weerziens!"
Zij zag hem, evenals den vorigen avond, van het terras na. De
ernstige plooi was van haar gelaat verdwenen.
„Nu heb ik toch twee oogen gehad, waaraan ik mijn straud toilet
kon presenteerenhet ziet er werkelijk goed uit, en of nu twee of
duizend oogen het zagen, dat is hetzelfde: liet doel is toch bereikt."
„O, mijn liefste lieveling, verrukkelijk schoon!" riep tanteNanne
met ingehouden adem, toen zij Meta's bewegelijke gestalte in het
salon zag verschijnen. De deuren aan de zijde vau het terras
stonden wijd open, in de zaal en daarbuiten tussehen het groen
waren (1e lichten ontstoken, en in den glans daarvan vertoonde
zich als een pliantastische gedaante de blonde, liefelijke vrouwenfiguur.
„Verrukkelijk schoon!" herhaalde Nanne, „en dat moet nu buiten
mijn oude oogen alleen maar mijnheer von Brink zien-?"
Meta ging voor den spiegel staan. „Vier of duizend, is dat niet
hetzelfde vroeg zij lachend, terwijl zij nog eens een oog over
haar toilet liet gaan.
Nanne's verzuchting was niet geheel ongegrondde jonge vrouw
had z,ich uitgedoscht alsof zij gereed stond om naar een groote
soiree te gaan. Zij droeg een kleed van doffe witte zijde; witte
rozen en diamanten sterren waren tussehen de golvende lokken van
haar bevallig hoofdje gezaaidhet vierkant uitgesneden lijf gaf een
deel van den schoon gevormden hals te zien, en de moiuven lieten
I de armen tot aan den elleboog onbedekt.