IIELDEltSEIIË EN MEI WËIIEI'ËR €0URAMT. 1878. N°. 50. Vrijdag 26 April. Jaargang36. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. „W ij huldigen het goed e." Verachijnt Dingsdajr, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. w franco per post - 1.65. Ui tg* ever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLEN I* LEI IV N°. 1G3. Prijs der Advertentiën: Van elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden na —4 regel» 60 Cent», plaatsruimte berekend. F.Iken Donderdag: vertrekt de mail naar Oost-Indie. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 25 April. Volgens een bij het departement van Marine ontvangen telegram is Zr. Ms. ramtorenschip Koning der Nederlanden, onder bevel van den kapitein ter zee W. Enslie, den 20 dezer te Bombay aangekomen. Aan boord is alles tvel. Eergisteren viel Albert Duinker, oud 5 jaar, in bet afsluitingskanaal om 's Rijks werf. De werkman P. W. Arends, die door verminking van een der armen dienst doet in de verbandkamer, aarzelde geen «ogenblik om gekleed in bet water te springen, naar de overkant te zwemmen en bet reeds zinkende kind aan de verschrikte ouders weer te geven. De beer Mentz, te Texel, wordt met 1 Mei a. s. geplaatst als surnumerair aan bet Postkantoor alhier. Naar de Amsterdamsche Crt. verneemt, beeft Z. M. de Koning de toezegging gedaan, dat bij tijdens zijn ver blijf te Amsterdam op Vrijdag of Zaturdag den eersten steen zal leggen van liet nieuwe gebouw der Kweekschool voor de Zeevaart. Door Jacobus Krijger, tuinier en hovenier te Naaldwijk, zijn de eerste nieuwe aardappelen van den kouden grond, in dit jaar gepoot en gerooid, aan Z. M. den Koning ten geschenke aangeboden. De Kamer van Koophandel te Vlissingen heeft besloten een adres van gelukwensching tot Z. K. II. Prins Hendrik te rigten, bij gelegenheid van zijne verloving. Bij de verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer in het lioofdkiesdistrict Zevenbergen zijn uitgebragt 1689 stemmen; van onwaarde 5. De beer J. Diepen verkreeg 650, mr. R. van de Werk 549 en dr. Wijnmalen 476 stemmen. Herstemming tusschen de twee eerstgenoemden. Van bet instructie-bataillon te Kampen zijn van 34 onderofficieren, bij bet schriftelijk examen voor den rang van 2den luitenant der infanterie, de volgende geslaagd: Aitton, Berenschot, Creutz Lechleitner, van Dort, van Glerum, de Groot, Hemmes, Isink, Kuijpers, Kros, Mei boom, van Nouhuyi;, Prakken, Quack, de Redder, Slangen burg, Vethake en Verheul. EEN ZONDERLING DUEL, door Eriedrich Gerstaokcr. {Vervolg.) II. Het rendez-vous. Den volgenden morgen wekte de oude man zijn gast reeds vóór het aanbreken van den dag, om buiten in het woud eens inspectie te houden of de beer zich weder in den omtrek vertoond had en dan zoo mogelijk jacht op hem te maken. Eigenlijk kon hij niet goed van huis, want nis er plotseling een stoomboot aanlei, die hout hebben wilde, was het toch altijd beter als hij zelf met den kapitein onderhandelde. In geval van nood zorgden de meisjes er echter ook wel voor en zij hadden het reeds dikwijls gedaan als hij buiten op de jacht was. Bovendien kende de oude neger, de huisknecht, den prijs van 't hout, en hij meende dus in dit opzicht gerust te kunnen zijn. Ralfson dacht er eehter volstrekt niet aan, het rendez-vous met zijn geliefde te verzuimendat zaakje liet zich ook voortreffelijk schikken, want hij bleef toch niet lang met den ouden tnan samen. Als zij buiten in het woud kwamen, sloeg ieder een' bepaalde richting in, om oen aangewezen terrein te doorzoeken, en tegen tien uur ongeveer zouden zij elkander dan weder in de hut ont moeten, om verdere afspraken te maken. De beide mannen gingen dan ook kort daarop, ieder zijne aan genomen richting volgende, het boscli in; de meisjes hadden zich dien ochtend nog niet laten zienmaar Ralfson, welk een hartstochtelijk jager hij tot hiertoe ook geweest was, had. volstrekt geen plan, dien morgen in doornen en struiken rond te kruipen om hier of daar een versch bcerenspoor te vinden. Deze ochtend zou over zijn toekomstig levenslot beslissen, en zoodra hij dus slechts vermoeden kon dat de oude Baekwoodsman goed en wel zijn jachtveld bereikt had en er stellig op rekenen kon dat hij het nu ook met den meesten ijver doorzocht, sloeg hij zelf, zoodra hij zich tusschen het struikgewas bevond, links af, en had kort daarna de afgesproken plaats bereikt waar hij heden Jenny zou ontmoeten, en waar hij thaii3 geduldig wachtte, tot zij gelegenheid vinden zou om zich ongezien, of althans ongemerkt, van huis te verwijderen. Hij had ongeveer een half uur in een tamelijk verwarden doolhof van greenbriars en sassafras-boschjes rondgedoold want zich laten zien, durfde hij niet, daar hij niet wist, of niet een der andere meisjes toevallig dien kant uitkwam en liet al wachtende zijn gedachten er over gaan, wat ter wereld Jenny nu toch bewo gen kon hebben, zijn aanzoek zóó geheim te houden en zulk een angst voor haar vader aan den dag te leggen. Vreesde zij dat deze haar niet veroorloven zou, Amerika te verlaten; of wat dan? Bood hij haar niet een vrij, onafhankelijk lot aan. bood hij Bedankt voor bet beroep naar Ursem door ds. L. R. Oldeman, prod. te Scherinerborn. Met 15 Mei a. s. zal de nieuwe lijn Zaandam Amsterdam door de Hollandsclie IJzeren Spoorwegmaat schappij geopend worden; yoorloopig echter voor personen en bagage, aangezien de inrigtingen op het station te Amsterdam nog niet geheel voltooid zijn. Van Texel wordt dd. 22 dezer gemeld: „Het zachte scboone weder doet alles voordeelig groeijen. Onze velden staan uitmuntend, terwijl de lammeren vrolijk tieren en ontwikkelen. De meeste schapen bragten twee lammeren voort, welke reeds allen tegen hoogen prijs vóór de geboorte waren verkocht, zoodat daaruit een groot voordcel voor den veefokker ontspruit. „Op nieuw worden pogingen aangewend tot bet verkrijgen van kapitaal voor den aanleg eener stooinbootdienst Texel Amsterdam. Naar wij vernemen is reeds voor een flink gedeelte ingeschreven, zoodat wij hopen dat die dienst spoedig tot stand zal komen." De afdeeling Barsingerborn der Hollandsche Maat schappij van Landbouw hield jl. Vrijdag eene buitengewone vergadering, waarin door den lieer Wouter Sluis eene practisclie voordragt over de zuivelbereiding gehouden werd. Talrijk waren de belangstellenden opgekomen, en onder dezen vele vrouwen. De heer Sluis kan tevreden zijn over den uitslag zijner voordragt: velen hebben reeds zijn systeem aangenomen, en er is grond voor de verwachting, dat de meeste kaasmakers dat goede voorbeeld zullen volgen. Men schrijft ons uit Alkmaar, dd. 24 dezer: „In de heden gehouden Raadsvergadering is tot stads- apotheker alhier benoemd de lieer J. van Riel, te Gouda." Een ongeluk, dat vreeselijke gevolgen bad kunnen hebben, bad jl. Maandag aan den Walingdijkbij Aveuborn plaats. De diligence van Alkmaar naar Hoorn geraakte geheel van den Aveg en tuimelde gedeeltelijk in bet water en in bet riet, zoodat de passagiers met moeite zich een uitweg baanden door de ruitenvele passagiers zijn gewónd. Omtrent de oorzaak laat men zich verschillend uit. - Te Oostzaan beeft jl. Zondag een welgestelde boer, terwijl de vrouw ter kerke was, door ophanging een einde aan zijn leven gemaakt. Wat den ongelukkige, die den 23jarigen leeftijd had bereikt aanleiding beeft gegeven dezen zelfmoord te volvoeren, is onbekend. haar niet hart en hand, en behoefde zij, liet arme boschmeisje, zich dan wel over zijn aanzoek te schamen? Of dacht ze, dat hij liet niet trouw en eerlijk meende en dat hij haar, onder bedriege- lijke voorspiegelingen, naar een vreemd land wilde voeren, waar zij zich later ongelukkig en ellendig zou gevoelen? Doch als dat het geval was geweest, dan zou zij toch niet haar verlangen hebben te kennen gegeven om hem onder vier oogen te spreken. Het was verwonderlijk en liij kou uit het meisje niet recht wijs wor den; doch er werd hem geen tijd meer tot verdere overdenking gelaten, daar ginds bewoog zich iets tusschen de struiken hij kon reeds een licht kleedje onderscheiden. Was het Jenny? lloerloos bleef hij staan wachten, om zich niet te verraden. Als eens een van haar zusters maar neen zij was het zelve, en met een vreugdekreet sprong hij uit ziju schuilplaats haar tegemoet. Jenny echter scheen aan een buitengewone gemoedsaandoening ten prooi; vreesachtig zag zij over haar schouder achter zich om, alsof zij bang was dat haar iemand zou volgen, en daarop naar Ralfson, die zijn arm om haar heen sloeg, toesnellend, vatte zij zijne hand en trok hem verder met zich het boscli in. Hier was het nog mogelijk, dat zij overvallen werden; dieper tusschen de struiken in niet; en Jenny was blijkbaar doodelijk beangst, dat zij ook maar een oogenblik met den vreemdeling alleen gezien zou worden. Zij volgde hier ook korten tijd een smal pad, dat regelrecht naar een in de Mississippi uitmondende slew (de plaats waar het moeraswater in een rivier uitloopt) voerde. Ter hoogte waar het voetpad door het water doorsneden werd, was een reusachtige katoenboom omvergevallen en deze vormde een stevige brug over het water; en eerst aan de overzijde, verscholen achter de boschjes, waar niemand hen kon bereiken dien zij niet de brug zagen pas- seeren, bleef zij staan. „Maar Jenny, beste Jenny," sprak de jongman, „welk een on verklaarbare' angst heeft zich dan toch van u meester gemaakt? Waar vreest ge zoo voor? Heb ik mij dan niet terstond bereid verklaard, met uwen vader te spreken en hem om zijne toestem ming te vragen, als ik maar eerst van uwe eigene lippen de ver zekering uwer liefde ontvangen mocht? O, zog mij slechts dit óóne woord, Jenny: hebt ge mij een klein weinigje lief? Gelooft gij dat gij eenmaal gelukkig met mij zult kunnen worden?" Jenny -stond bevende voor hem haar blik dwaalde nog langs den grond; als in bevigeu tweestrijd over liet nemen eener beslissing, had ze de hand op haar hart gelegd. Doch nu sloeg zij langzaam haar donkere, door tranen benevelde oogen tot de zijne o]i en plotseling hare armen uitbreidende, vloog zij op den geliefde toe en omshelde hem met eene onstuimige, niet meer te bedwingen hartstochtelijkheid. „Jenny, mijn lieve, lieve Jenny! gij hebt mij dus wel lief?" „Met heel mijn ziel," fluisterde Jenny, hem met verrukking aan- Jl. Dingsdag ochtend ten half zes ure is in de stoomsalomoniae-fabriek, op het Korte Bleekerspad te Amsterdam, de stoomketel gesprongen. In de fabriek moet ernstige schade zijn aangerigt en een der werklieden het leven verloren hebben. Dezer dagen bood een knaap aan een Amsterdamsch juwelier een diamant te koop aan, dien hij, behoorlijk naar de regelen der kunst geslepen, in een mossel had gevonden. De juwelier durfde echter dat natuurwonder niet aan, doch de politie, altijd nieuwsgierig, zocht den geslepen diamant en den niet zeer geslepen jongen op, vond ze en nam beiden voorloopig in bewaring. De diamant is thans weder in de doos van des knaaps voormaligen meester, en de knaap in de politie-doos gestopt. Een dame kwam zich, in de vorige week, aan een der Amsterdamsche politie-bureaux beklagen, dat een gaauwdief haar een welvoorziene portemonnaie had ontstolen. „Waar droeg u de portemonaie?" werd haar gevraagd. De dame keerde den beambte den rug toe en wees hem op een lapje goed, dat buiten op haar japon was genaaid. Men zegt dat de politiebeambte zich toen knorrig heeft afgewend en weder aan zijn werk ging onder 't citeren van een welbekenden regel uit George Dandin. De havenplaats IJmuiden zal binnenkort een badplaats zijn. Het N. v. d. D. meldt, dat daartoe te Amsterdam een commissie is gevormd. Bij de jl. Dingsdag te Haarlem gehouden aanbeste ding van de hardmaking der wegen in den IJpolder, ter lengte van 30,000 M., in 4 perceelen, hebben ingeschreven de heeren: W. A. Schram, te Sliedrecht, elk perceel voor f 56,000; T. Lanzer, te Alkmaar, perceel 1 voor f50,285 en J. Oldenburg en Joh. de Graaf, aldaar, perceel 2 voor f 48,800, terwijl twee billetten van onwaarde werden verklaard. Jl. Dingsdag ochtend is, in tegenwoordigheid van eenige autoriteiten, tusschen 's Hage en Scheveningen een goedgeslaagde proeftogt gedaan met een door stoom in beweging gebragten tramwagen. Het Vaderland meldt, dat mej. Mina Krüseman ver loofd zou zijn. Met wien wordt niet gezegd. In de jl. Dingsdag te Utrecht gehouden vergadering der Vereeniging Volksonderwijs is in de eerste plaats behandeld de motie van het hoofdbestuur, houdende opdragt ziende „met lieel mijn ziel tot in den dood, en sterven zou ik, als gij mij wildet verstooteu." „Mijn lieve, lieve hart!" liep Ralfson, haar juichend aan zijn borst drukkend, „o, hoe dank ik u voor dat onuitsprekelijke geluk hoe zal ik er u mijn leven lang voor danken!" ,,Als wij maar eerst hier vandaan waren," fluisterde het meisje. „Maar waarom zijt ge daar dan toch zoo bang voor, kind waartoe dien onverklaarbaren angst voor uw vader? Hij zal ons toch immers zijn zegen niet weigeren?" „Ja, zeker, zeker!" fluisterde Jenny, hein slechts te inniger om helzende, „en dat is dan ook juist mijn ongeluk. Nooit zoji hij zijne toestemming geven, als hij ook maar vermoeden kon dat ik u genegen was, ja, hij zou mij oogenblikkelijk van hier ver wijderen, om zelfs de mogelijkheid onzer ve. eeniging af te suijdeu „Maar ik begrijp dat niet „Ik ben verloofd" fluisterde Jenny nu „en aan een man prijsgegeven, dien ik verachten moet, dien ik haat, uit den grond mijner ziel haat en verafschuw, en ik zou mijn gansche leven ongelukkig wezen, als ik hem zou moeteu toebehooren." „Met welken man? Waar is die man?" „Niet ver van hier een dag of wat geleden is hij naar Mernplvis vertrokken, om daar eenige zaken te regelenhij kan elk oogenblik, met iedere stoomboot die de rivier afkomt, lerugkeercn en dan ben ik voor altijd voor u verloren!" „Maar uw vader mag u niet dwingen gij zijt toch oud genoeg om uwe eigene keuze te volgen uw eigep levensdoel te bepalen!" „Ik heb het gedaan," zeide Jenny, terwijl zij met een uit het diepst van haar gemoed ontwelde V.ucht hare armen vallen liet en onmachtig dreigde neer te zinken, als Ralfson haar niet staande gehouden had, „ik heb mijne toestemming gegeven, omdat ik u niet kende. Thans moet ik ongelukkig blijven, heel mijn leven lang." „Maar uw vader zal dat niet willen, Jenny. Als gij hem zonder omwegen zegt, welke gewaarwordingen thans in uw hart schuilen „Hij zou mij vervloeken „Laat i k dan met hem spreken," riep Ralfson, zich oprichtend, „ik wil dadelijk naar hem toe gaan en hij kan en zal niet „Als gij mij in het verderf wilt storten ga dan!" sprak Jenny, zich uit zijn arm losmakend „ga dadelijk tot hem, als dat de eenige weg ter redding is dien ge kent, maar wees verze kerd dat weinige uren later zijn kano mij de rivier afvoert en ik voor altijd voor u verloren ben." „Maar, om Godswil, wat moet ik dan doen, Jenny," smeekte Ralfson in doodsangst. „Ik kan u niet weder verliezen; nu niet meer. nu ge mij gezegd hebt dat gij levenslang de mijne wilt wezen; en als uw vader niet goedschiks zijne toestemming geven wil, welnu laten we dan samen vluchten! Zijn we eenmaal

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1