Bedankt voor het beroep naar Dordrecht door (Is.
L. Schouten Hzn., precl. te Rotterdam.
Te Hipolitushoef op Wieringen zijn de meeste huis
gezinnen door do mazelen aangetast, zoodat de school daar
tijdelijk gesloten is.
De stoomboot Willem III, ten gevolge van dikken
veenrook te Enkhuizen aan den grond geraakt, isjl. Zatur-
dag ochtend cirea half vijf ure vlot geworden.
Jl. Zaturdag had de opening plaats van de spoorweg--
verbinding Zaandam— Amsterdam.
Geen woorden kunnen een denkbeeld geven van de
algemeene smart, en van de hartroerende wijze waarop ze
werd uitgedrukt door duizenden, die jl. Zaturdag op de
begraafplaats Zorgvlied aan den Aim stel dijk tegenwoordig
waren, bij de teraardebestelling van liet stoffelijk overschot
van wijlen den zoo algemeen geachten en beminden
Pantekoek. Ontelbare lieden uit allen rang en stand hadden
den langen weg door wind en stofwolken afgelegd, om de
laatste eer te bewijzen aan den hooggewaardeerden herder,
leeraar en vriend, die een leegte achterlaat in de rijen der
reeds zoo gedunde gelederen van de Amsterdamsche moderne
predikanten, welke niet ligt zal zijn aan te vullen. De
lijkkist torschte tientallen van immortellen- en bloemkransen
en boven de groeve werden ze nog vermeerderd met een
aantal andere, door vrienden en vriendinnen meêgebragt.
Krachtig en vol gevoel klonken de woorden, door de
heeren Ternooy Apel en van Hoorn uit Hoorn aan het
geopende graf gesproken, en toen onder liet ruisehen der
blaêren van het geboomte, dat op bet liefelijk gelegen
kerkhof zoo welig groeit, de lijkkist naar beneden daalde,
weergalmden in zachte akkoorden eenige versregels van
ten Kate, door Amstels Mannenkoor met zoete melodie
aangeheven. Plegtig en rustig keerde de groote menigte
stadwaarts, met vochtig oog.
Reeds is de oprigting van een gedenkteeken op het graf
van den overledene door zijne vrienden en leerlingen
verzekerd. (Ilbld.)
Aan de Tijd is een opstel gezonden, waarin de schrijver
het denkbeeld oppert, voor degenen, die bij industriëelen
arbeid verminkt of tot werken onbekwaam zijn geworden,
een toevlugtsoord op te rigten in den geest van liet asyl
Bronbeek voor militairen.
Bij de arrondissements-regtbank te Haarlem isjl. Zatur
dag behandeld de zaak van Roeper, een der beide uit de
gevangenis te Haarlem ontvlugte personen. De eisch van
het openbaar ministerie was zes maanden cell ulaire gevangenis
straf. Zooals men weet heeft de andere ontvlugte, Ilauwert,
door ophanging een einde aan zijn leven gemaakt.
Bij de verhuringen der wei- en hooilanden te Krim-
penerwaard, worden ditmaal veel lager prijzen besteed dan
in vroeger jaren: de uitmuntende toestand der landerijen,
en de overgroote voorraad hooi van verleden jaar zijn hier
van de oorzaak. Boter en kaas zijn beiden zeer in prijs
gedaaldvooral de boter is goedkoop. De vruchtboomen
bloeijen heerlijk, en hebben tot dusverre niets van de
nachtvorsten te lijden. De vroege aardappelen staan ook
zeer schoon.
Als een bewijs, dat wij een bijzonder vruchtbaar
voorjaar hebben, kan van Waardenburg worden gemeld,
dat reeds in April de rogge bloeide.
Onlangs werd te Ootmarsuin een brief in de bus
gevonden, ónder adres An miengroot modder te Dedemsvaart.
Toevallig was de brievengaarder bewust, wie in de gemeente
een grootmoeder te Dedemsvaart had. Hij liet dezen tot
zich komen en kwam tot de overtuiging dat hij zich niet
vergist had, waarna de brief onder verbeterd adres ver
zonden werd.
Reeds zijn de eerste grasmaaijers uit Duitscliland
naar Friesland getrokken. Geen mensch herinnert zich, die
mannen daar ooit zoo vroeg gezien te hebben. Het gras
staat dan ook prachtig.
In de Haagsche correspondentie van de Gron. Crt.
leest men
Men deelt mij mede, dat het geheele personeel aan het
paleis van Z. K. H. den Prins van Oranje in de residentie
„Maar, vreemdeling," sprak de Amerikaan niet de grootste be
daardheid, terwijl hij van zijn zitplaats opstond en hem nog altijd
lachend maar toch niet onvriendelijk aanzag, „waarom maakt
ge hier nu eigenlijk zooveel misbaar? De sip is de kool niet
waard, of denkt ge werkelijk dat ik zoo gek zon zijn om hier in
de gloeiende middagzon op een vat kruit te gaan zitten waaraan
een brandende lont is vastgemaakt, en dan daarbij kalmpjes een
pijpje te rooken?"
„Ik begrijp u niet!" zei Ralfson, hem ongeloovig aanziende.
„Niet?" vreeg de Amerikaan, terwijl hij zijn mes ter hand nam
en het stuk schors doorsneed, waarmede het vat aan den boom
was vastgemaakt, „dan zal ik het u duidelijk maken," vervolgde
hij en stootte nu het vat met zijn voet 0111, waaruit echter geen
korrel buskruit, maar wel een groote verzameling uien op den
grond rolde; „op precies zoo'n uienvat hebt gij gezeten, en
dat die ontploffen, is nog nooit gehoord."
„Beest!" schreeuwde Ralfson nu echter, heesch van woede,
terwijl hij zijn eigen mes uit de scheede rukte; „en dus was
het niets dan bedrog en spotternij? Verdedig u, of zoo waar als
God leeft, ik vermoord u hier op deze zelfde plek!"
De Amerikaan wilde hier echter niet van hooren. Bedaard hief
hij de ongewapende hand tegen hem op en zeidc:
„Wilt ge mij eerst een paar woorden toestaan? Daarna ben ik
tot uw dienst."
„Wat heb ik aan uw woorden!" riep Ralfson, wiens bloed kookte
van schaamte en woede, „verdedig u, wij hebben tijd genoeg
verloren. Deze smaad eischt uw leven!"
„Als gij bij de gepleegde schaking ook nog een moord voegen
wilt," sprak de Amerikaan kalm, „stoot dan toe; maar ik steek
geen hand naar u uit voordat ge gehoord hebt wat ik u zeggen
moet. Daarna geef ik u mijn woord, dat ik u in alle op
zichten en op alle mogelijke wijzen genoegdoening zal geven."
„En wat is dan die gewichtige zaak, die ik noodzakelijk vooraf
hooren moet?" vroeg Ralfson gemelijk; geloof in 's hemels
naam niet, dat ge ine nog eens om den tuin zult leiden."
„Gij moogt het zelf beoordeelenJenny is mijne vrouw!"
„Uwe vrouw?" liep de Engelschman, verschrikt terugdeinzend.
„Mijne vrouw," ging de backwoodsmnn bedaard voort; -
„maar dat niet alleen: het ongelukkige schepsel is niet bij haar
verboud'Jn, ontslag heeft bekomen, met uitzondering alleen
van den portier. De conclusie ligt voor de band.
Ik moet weder over een vergiftiging schrijven niet
de oude, van mevrouw P., die naar men verzekert, tlians
toch werkelijk „zoowat" krankzinnig is verklaard. Althans
ben ik wel ingelicht, dan is zij, op eigen verzoek, wegens
zwakte van geestvermogens, onder curatele gesteld! Zou
liet regt er door rijzen in de publieke schatting als dit feit
zich bevestigde?
Ik kom tot de nieuwe vergiftigings-liistorie, in den volsten.
zin des woorcls een blij-eindend drama met een gelukkigen
afloop
De kinderjufvrouw eener aanzienlijke familie bier ter
stede ging voor een paar dagen met de drie lieve kindertjes
aan hare zorgen toevertrouwd, uit. Zonder daarmee in strijd
te handelen met de bevelen harer meesteres, bragt zij, in 't
voorbijgaan, een bezoek aan haar broeder, die in ziekelijken
toestand verkeert. Deze nu gebruikte als medicijn een
soort tabletten van een vergif ik weet niet. of 't arse
nicum of belladone was waarvan het gebruik voor den-
gene, die er niet langzamerhand, door toediening van een
trapsgewijze toenemende dosis, aan gewend is, doodelijk is.
De doos tabletten stond voor den zieke op tafel en onder
't gesprek lette zoomin de jufvrouw als de patiënt er op,
dat de kinderen zich van de tabletten hadden meester
gemaakt 0111 ze stillekens „op te snoepen." Men stelle zich
den schrik voor toen 't werd bemerkt!
Terstond werden alle maatregelen genomen om de wer
king tegen te gaan en gelukkig hoewel al de drie
kinderen in groot levensgevaar verkeerden heeft men
ze door tijdige en flinke maatregelen nog in liet leven
gehouden.
Ik onthoud mij van de bekende aansporing tot voorzig-
tiglieid, waarmee dergelijke verhalen gemeenlijk eindigen."
Voor ongeveer vijf jaar vertrok uit Stadskanaal als
stuurman de schipper B. met een schip van den lieer M.
te Zwolle, vijf weken vóór zijn vertrek was hij gehuwd.
Donderdag avond thuis komende, vond hij tot zijn groote
verwondering zijne vrouw getrouwd en sedert vijf weken
moeder geworden. Gedurende zijne geheele afwezigheid
had men van schip en equipage niets vernomen; de regter
had verklaard, dat er regtsvermoeden van overlijden
bestond, zoodat de vrouw een tweede huwelijk mogt aangaan.
Het Fransche departement van Landbouw heeft
berigt ontvangen, dat de colorado-kever in het departement
der Vogezen gevonden is.
Op welke wijze men in Londen voor het onderhoud
der publieke parken zorgt, kan blijken uit een, in liet
laatste nummer van Sieboldia voorkomenden, staat van
jaarlijksclie kosten Aan de voornaamste parken. Aan tien
parken wordt jaarlijks circa f 1,100,000 ten koste gelegd.
De Amerikaansclie jubilé-zangers treden dezer dagen
te Züricli op.
V isclil)erigten.
De geepvissclierij is thans geheel naar „binnen," respectievelijk
naar het Amsteldiep verplaatst.
Zondag bragten de vletten van 1 tot 2 tal, terwijl Wieringer
schuifjes tot 20 tal aaubraglen.
De prijs varieerde van f 5 a f 7 per tal.
Rog wordt nog altijd op den Zuidwal gevangen en was zeer
billijk in prijs.
Schelletjes, scharren, tongen, enz. evenals de vorige week.
Benoemingen, enz.
De off. van gez. 1ste kl. P. J. Feitkamp, laatst behoord
hebbende tot het eskader in Oost-Indië eu van daar teruggekeerd,
is op non-activiteid gesteld.
Staten-Generaal.
Tweede Kamer.
Zitting van Maandag 13 Mei. Na discussie is aangenomen
met 60 tegen 11 stemmen een amendement van den heer Stieltjes
op art. 1 van het ontwerp tot verhooging der Indische begrooting,
om de Preanger-lijn te doen aanvangen te Tandjong Priok of cenig
ander punt der lijn BataviaBuitenzorg. Art. 1 (tevens bevattende
verstand. Wij zijn pas zes maanden getrouwd; ik lieet Ragley en
mijne woning ligt vlak tegenover die van haar ouders, aan den
Mississippi. Nauwelijks echter hadden wij daar onzen intrek ge
nomen, toen zij aangetast werd door hevige koortsen, zoodat ze
weken achtereen buiten kennis lag. Haar jeugdig gestel overwon
eindelijk den vijand die haar lichaam teisterde, maar haar geest
bleef dolende. Zij had alle herinnering aan den laalsten tijd ver
loren; zij verkeerde in den waan, dat zij verloofd was, .en wel met
een man dien zij vieesde een Yankee een slavenhandelaar,
die haar vroeger eens bij haar ouders aan huis bezocht en aanzoek
om haar hand gedaan had, doch inet onverholen .antipathie door
haar is afgewezen. lk verpleegde haar zooals men een kind
verzorgt eu geloofde altijd nog, dat liet slechts de naweeën harer
ziekte waren, die van zelf verdwijnen zouden; en als ik rijk, of
ook maar welgesteld was geweest, zou ik met haar naar het Oosten
zijn gegaan, waar men goede dokters heeft en op een spoedige
genezing kon hopen. Maar hoe komen wij hier in de bosschcn aan
geld? ja, Jenny's ziekte hield mij zelfs van mijn werk af, want
ik kon haar niet meer in hare hut alleen laten, eu ik gevoelde
eindelijk dat er verandering komen moest. Ik bracht haar bij
haar ouders terug, 0111 hier te Meraphis met een dokter te spreken
en diens raad in te winnen. De geneesheer dien ik zocht, een oud
vriend van mijn vader, was echter op reis en ik moest op hem
wachten. Bij zijn terugkomst wist hij mij geen anderen raad te
geven, dan met Jenny naar een badplaats aan zee in het Oosten te
gaan; dan zou de verandering van omgeving en het zachtere kli
maat haar wellicht herstellen; in ieder geval spoorde hij mij ten
stelligste aan, de ongezonde moerassen aan den Mississippi te ver
laten. In den tijd dat ik afwezig was zijt gij gekomen en met
Jenny in kennis geraakt. Haar vader durfde u echter niet zeggen
dat zij getrouwd was, want de geringste toespeling op dit onderwerp
bracht haar haar schrikbeeld den slavenhandelaar weder
voor den geest en dan was zij zich zelve niet meer meester. Hij
had daarbij echter geen vermoeden, dat Jenny ooit tot ziilk een
stap zou kunnen komen, en mocht u, als vreemde, ook niet zulk
een treurig familiegeheim mededeelen. Hoe Jenny gevlucht was,
bleek uit de vermiste kleederen van haar broeder, en toen ik,
nadat, ge nog geen half uur de farm verlaten liadt, met de dade
lijk daarop aankomende boot landde, Avas de kogel door de kerk.
do lijn MadioenBlitav Sidhoardjo) is, aldus gewijzigd, aangenomen
met 54. tegen 9 stemmen.
Bij liet afJceliugs-onderzoek van het outeigenings-outwerp ten
behoeve van den spoorweg van Zaandam naar Hoorn, werd de
wenseli geuit, dat de minister spoedig in de gelegenheid zou zijn,
ook de ontcigcmiigs-wct voor het overige gedeelte der lijn, name
lijk voor het vak HoornEnkhui/en, aan te bieden.
De vraag, of aan de thans in aanmerking komende lijn niet de zjjlak
ILoornAlkmaar meest worden toegevoegd, werd door de meeste
leden beantwoord met de opmerking, dat hier, waar liet enkel de
uitvoering der Avet van 1855 geldt, dergelijke uitbreiding der
spoorwegen niet regtstrecks ter sprake kan komen.
FranKrijK.
Te Parijs heeft men eene bencTe van ongeveer zeventien
zakkenrollers gevat, Duitschers, Engelschen en Italianen,
uit Londen derwaarts gekomen om zich de tentoonstelling
ten nutte te maken. Zij waren zeer naar den smaak
gekleed en logeerden in goede liótels.
Naar men verneemt, heeft de Prins van Wales, die
zich nog te Parijs bevindt, zijne moeder, Koningin Victoria,
schriftelijk uitgenoodigd de tentoonstelling te bezoeken.
De Prins en Prinses zijn jl. Vrijdag tegemvoordig geAveest
bij het leggen van den eersten steen voor de Protestantsche
kapel, Avelke miss Acla Leigli, bestuurderes van een
Engelsch weeshuis en van „Te huis" voor Engelsche
gouvernantes en vroiuvelijke dienstboden, te Neuilly laat
bouAven. Met betrekking fot het onderhoud, dat de
Prins met Gambetta. bad op de receptie bij den minister
van Buitenlandscho Zaken, meldt de Temps het volgende:
„Lord Lyons stelde Gambetta aan den Engelschen Kroon
prins voor. Deze drukte Gambetta de hand en sprak hem
zeer minzaam toe. Gambetta antAVoordde: „Ik geloof in
naam A-an mijne geheele partij te mogen zeggen, dat de
gevoelens van eendragt en verbroedering, Avelke door Uwe
Koninklijke Hoogheid zijn geuit, overeenkomen met onze
wensclien en met ons streven." De Prins hernam„Nooit,
nooit heb ik opgehouden Frankrijks vriend te zijn." Toen
volgde een gesprek, dat ongeveer een uur duurde, cn
waarin Gambetta aan den Prins onbewimpeld verklaarde, 4
„dat alle politieke mannen zich regt innig verheugen over
het feit, dat Engeland zijne lijdelijke onverschilligheid
opgeeft en magt en regtvaardigheid handhaaft; handelde
liet anders, Frankrijk zou er door benadeeld kunnen worden."
Voor dat liet gesprek een einde nam, Avenschte de Prins
Gambetta aan den Kroonprins van Denemarken voor te
stellen. Deze betuigde aan Gambetta zijne deelneming in
liet door hem geleden verlies. (Gambetta's vader is over
leden). Bij liet afscheid nemen gaf do Prins van Wales
zijn verlangen te kennen, dat Gambetta, mogt bij in
Engeland komen, hem zou bezoeken.
Zweden.
De boerenstand in Zweden. Deze, althans een deel
daarvan, geeft redenen tot beklag over zijne toenemende
vijandelijke gezindheid jegens alle boogere ontwikkeling
en beschaving, Avier vertegemvoordigers de hoogescliolen
kunnen genoemd Avorden. Vroeger kon men nimmer de
boerenpartij ten laste leggen dat zij niet ruimschoots in
alle uitgaven beAvilligde, Avelke tot geestesontAvikkeling dei-
natie konden dienen, en in dat opzigt gaf zij een prijzens
waardig A'oorbeeld. Wat de boeren vertegemvoordigers ook
onderscheidde, betrof de achting die zij zoo al niet altijd
voor de geestelijken, toch 'steeds voor de godsdienst aan
den dag legden. Nu is de verhouding geheel anders. Men
spreekt niet minachting over „geestbeschaving" en men
toont zich zoo afkeerig mogelijk van de universiteiten.
Meer en meer ontwikkelt zich een soort van materialisme
in het godsdienstige. Onlangs werd aan de Tweede Kamer
het voorstel door de regering ingediend om bij de -liooge-
school te Upsala nog een nieuwen professor in de theologie
aan te stellen, dewijl die hoognoodig Avas. De rapporteurs
hadden de goedkeuring voorgesteld en de minister A-an
Eeredienst raadde zulks met klem aan, docli Zarsson, een
vertegenwoordiger uit de boeren, die zicli door ruAvheid
en onverschilligheid onderscheidt, doch hij zijn partij goed
Nog dienzelfdcn nacht kwam een andere boot stroomopwaarts,
maar deze voer langs de overzijde van den Mississippi; ik wist
dat wij haar onmogelijk zouden kunnen beroepen, daarom nam ik
de kano en roeide er heen, wierp mij terstond in de kleine sloep
die achter aan de boot was vastgemaakt en liet mijn kano drijven,
0111 aan boord te worden genomen. Onderweg was het stellig
mijn voornemen, vreemdeling, u neer te schieten, Avuar ik u ook
vinden mocht; in Jenny's tegenwoordigheid kon ik dat echter
niet doen, en toen ik haar later sprak, kon ik spoedig uit haar
geheele verhaal opmaken, dat gij zelf misleid waart en ten minste
plan had om eerlijk met haar te handelen. Dat redde uw leven;
maar straf hadt gij verdiend, na een arm meisje uit de hut
harer ouders, die u gastvrij geherbergd hadden, ontvoerd te hebben,
zoodat baar vader en zusters iu de grootste angst en zorg achter
bleven, en daarom wijl ik uw bloed niet vergieten wilde
bedacht ik deze scherts
„Scherts?" riep Ralfson. f
„Zij is misschien wat boosaardig geweest," zeide de Amerikaan
ernstig, „maar het Avas toch óók geen scherts, mij achter mijn
eigen vrouw met de doodsangst in 't hart voort te jagen, dat het,
arme schepsel, in de macht van een gewetenloozeu vreemdeling,
misschien hier of daar verlaten zou achterblijven eu ellendig
omkomen."
„Ik kon niet weten dat zij getrouwd was," sprak Ralfson.
„Dat begrijp ik," antwoordde de Amerikaan, „maar gij kondt
ook niet welen welk onheil gij de arme Jenny en ook u zelf
zoudt. berokkend hebben als haar bewustzijn terugkeerde en zij
Avanhopig van schaamte en berouw ware geworden. Dat is, God
zij dank, nu voorkomeuonze boot was sneller dan de uwe,
wij bleveu bijna al den tijd vlak achter u, en de kapitein, wien ik
mijn geval in bijzonderheden verhaalde, had mij vast beloofd dat
hij mij op dezelfde plaats aan wal zou lateu zetteu waar uwe boot
landde. Hier te Memphis had dit voor de eerste maal plaats, en
uw persoon, met de korte tweeloops-buks, die hier bij ons in het
westen zeer zelden gezien wordt, werd mij door de lieden aan den
oever terstond zeer duidelijk omschreven. - Het overige weet gij
zelf, en wanneer gij nu nog gelooft dat ik u onrecht aangedaan
heb, dan wil ik u op elk wapen ten dienste staan."
(Slot volgt)