HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
1878. N°. 79.
Woensdag 3 Julij.
Jaargang 36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zntordag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: M O L E X P L E I K8. 10:1.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 2 Julij.
dl. Zondag namiddag hield de Christelijke Jongelings-
Vereeniging alhier eene openbare vergadering, waarin
het jaarverslag werd uitgebragt. Gedurende 19 jaren
heeft deze Vereeniging bestaan, en in den kring, waarin
zij werkt, zeker veelzijdig nut gesticht. De president
schetste in zijne toespraak den toestand der Vereeniging;
de secretaris deelde mede wat in 't verloopen jaar was
verrigt, terwijl de penningmeester een overzigt gaf van
de ontvangsten en uitgaven. De heer van Dis, algemeen
agent van het Nederlandsche Jongelings-Verhond, sprak
een opwekkend woord, dat met groote aandacht werd
aangehoord. Door zeer verdienstelijke uitvoeringen van de
Zangvereeniging „Zingt den Heer" werden de verschillende
werkzaamheden afgewisseld.
Zaturdag 11. had de jaarlijksche prijsuitdeeling plaats
op de Plaatselijke Teekenschool alhier, in tegenwoordigheid
der Commissie van toezigt en een paar leden van den
Gemeenteraad.
Prijzen werden uitgereikt van de jongens-afdeeling aan
de navolgende leerlingen: J. Dunselman, H. Uurbanus,
J. Groen, F. van Twisk JHz., H. Freeke, W. Kamper,
A. C. Senderman, H. Korff, C. Oosterbaan, L. van der
Ploeg, G. Bramlage, E. Noëll en Th. Zur Mühlen.
Van de meisjes-afdeeling aan de jonge dames: A. Ruijscli,
A. Jelgersma en M. Hellema.
Loffelijke vermelding werd toegekend van de jongens-
afdeeling aan A. van Veen, J. Spruit, C. Metzelaar, A.
Drijver, A. Hugenholtz, G. Alting von Geusau en D.
van der Hurk; van de meisjes-afdeeling aan E. Binkes en
J. Boomsma.
Jl. Zondag had in het fort Admiraal Dirks een
huishoudelijke schietwedstrijd plaats, georganiseerd door
de plaatselijke Weerbaarheids-Vereeniging. Er werd ge
schoten op den afstand van 200 passen. De prijzen werden
behaald door de heeren: 1. inr. D. P. H. Aberson,
2. J. Breebaart Jr., 3. J. Korporaal, 4. K. Kikkert,
5. IJ. Hoshachj 6 L. Feekes, 7. J. E de Jongh, 8. C.D.
Zur Mühlen en 9. G. T. von Oterendorp.
K. ERM I S-
Reeds sedert gisteren is de kermis, dat volksfeest bij uit
nemendheid, dat feest door velen gewraakt, door duizenden
begeerd, weder voor den Helder aangebroken.
„Heldersche kermis, ja die komt aan;
Wat zal 'r 'n volk wezen en wat 'n kramen staan
Van muilen en van schoenen en van sitzen en katoenen."
Deze en meer andere regels zong men in lang vervlogen tijd
op 't naburige Tessel, toen daar de kermis nog niet bestond of
zeer zelden door kramers uit den vreerode werd bezocht en op
't eiland, toen nog zoo weinig met den vasten wal in contact,
luttel zaken te verkrijgen waren. En om 't kermisvermaak èn om
den inslag van vele benoodigdheden begaf men zich te dien tijde
sclieep naar den Helder, van Nieuwediep was toen nog geene
spraak, en niet zelden was dit de eenige tocht, die vele bewoners
van 't eiland in een heel jaar naar den vasten wal ondernamen.
Heffen de naburige eilandbewoners, thans, door stoomvaart
en telegraaf met den vasten wal, met de wereld verbonden en in
't bezit van magazijnen waarin men niet alleen alle benoodigdheden,
maar zelfs de artikelen voor gemak en weelde verkrijgen kan,
dit lied niet meer aan, door vele levenslustigen, waaronder ik zelf,
wordt liet, zoo niet gezongen, dan toch met welbehagen gedacht.
En geen wonder, wat al genot door de kermis beloofd
Dat er weldrinkende menschenkinderen onder ons gevonden
worden blijkt uit hetgeen ik nog kortelings vernam dat per jaar,
bij verschillende verkoopers van ,/t erger dan de cholera," oin
van een groot getal mindere debitanteu niet te spreken, res-
pectivelijk 16000, 12200, 10800 liter Schiedammer, dat is van 40 tot
30 liter per dag worden verkocht.
Wat moet het een genot zijn voor dorstige zielen als zij zien
dat, behalve de jenever-paleizen, die, ondanks den druk der tijden
voor deze plaats, nog steeds in grooteren getale verrijzen, bovendien
op markt en plein ook stichtingen worden opgebouwd om den
dorst met spiritualiën van verschillend gehalte te lesschen. Kan
er voor een weidrinkend mensch grooter genot bestaan dan zulk
een vooruitzicht?
Ook voor den weletende moet het een heerlijk denkbeeld zijn
als hij daar de etablissementen ziet verrijzen waar men o. a. wafelen,
zoowel Friesche als uitheemsche, of beignets aux pomraes, dat is
overgezet: poffertjes met appelen, in Juli, in zuiver boter ge
bakken, met grog onder verschillenden naam tot doorspoeling kan
verkrijgen
Voor de draailievende jeugd en voor meer in jaren gevorderde
lieden, die gaarne met draaierij omgaan is 't immers om naar te
watertanden als men de schitterende toestellen tot dnt doel op
't marktplein opstelt nevens de velocipède-tcnt waar het draaien
ook aan de orde isl
Wanneer de wraakgierige tot verhooging zijner kermisvreugd,
De uitreiking geschiedde des avonds in het lokaal Tivoli.
Na een inleidend woord door den president der Vereeniging,
den heer Aberson, werden de prijzen met gepaste toe
spraken uitgereikt door den vice-president, den heer Mooy.
die de overwinnaars niet de behaalde zege gelukwenschte
en den wensch uitte, dat de verworven bekrooningen
spoorslagen mogten zijn tot steeds meerdere oefening.
De prijzen waren meerendeels geschenken van leden
der Vereeniging en van den heer C. A. Jeekel, oprigter
en eerelid.
Door den president werd medegedeeld, dat het uitzigt
bestaat dat in den nazomer een wedstrijd op groote schaal
alhier zal plaats hebben. Mogt dat mislukken, dan zouden
in ieder geval de oefeningen van dezen zomer met een
gewoon jaarlijksch concours worden besloten.
Morgen (Woensdag) avond vangen de tooneel-uit-
voeringen onder directie der heeren N. Judels en Louis
Bouwmeester aan. We vestigen daarop de aandacht onzer
lezer. De directie heeft eene goede keuze van stukken
gedaan voor het groote publiek.
Op de voordragt voor hoofdonderwijzer te Monster
komt voor de heer S. Baert, van hier.
Op de tentoonstelling van tuinbouw-voortbrengselen
en pluimgedierte te Arnhem hoeft o. a. een tweeden prijs
(zilveren medaille) bekomen de heer M. Butter, van hier.
Verscheidene personen stierven de laatste dagen
plotseling tengevolge van de gloeijende hitte en het over
matig gebruik van verkoelende dranken.
Men meldt ons uit de Zijpe, dd. 1 dezer:
„Voor het aan Z. K. II. Prins Hendrik te verleenen
huldeblijk bij gelegenheid van HDs. huwelijk, is bij de
Subcommissie alhier ingekomen de som van f 100."
„Het gewoon onderhoud der gemeente-gebouwen alhier
is aangenomen als volgt: het timmer- en metselwerk door
den heer T. N. Brouwer, voor f 423 en het verfwerk door
den heer P. Schoorl, voor f 390.75."
„Aan de heeren W. F. Stoel, J. Pot en W. v. Haaften,
te Alkmaar en C. N. de Goede, alhier, is thans eene
definitive concessie verleend voor eene stoombootuienst
van Alkmaar naar Oudesluis langs het Noordhollandsch
Kanaal en de Groote Sloot, o. a. op de voorwaarden, dat
terwijl hij tevens tot bewustzijn komt van 't gewicht zijner
kracht, aan 't conterfeitsel van een berucht misdadiger met een
moker een slag op den kop mag geven, tegen betaling van een
bagatel, wat moet liem dat een pleizier doen
Hoe streelt de schetterende muziek van een half of heel dozijn
„bovenlanders" of de zoete toonen van den doedelzak of de wel
luidende dito's van draaiorgel, fluit of viool de ooren van de
muziekliefhebbers onder ons, wanneer de kermis in vollen gang is.
Wat is 't vooruitzicht op zoo veel genot heerlijk!
„'t Is zaliger te geven dan te ontvangen" zegt de schrift,
zeker eene spreuk, waarmee de milddadige die in 't vooruitzicht
leeft om aan dienstbodeu, nachtwachts, krantenjongens, agenten
van „Rimmel," lantaarnopstekers en wie niet al, kermisfooien te
mogen uitreiken van harte instemt. Ik weet echter niet of velen,
vooral zij die ontvangen, zullen in 't heerlijk vooruitzicht van de
kermis, de spreuk liever omkeeren.
„Heldersche kermis, ja die is aangebroken!"
Dat zingen, dat denken we althans met welgevallen, wij die er
van houden om te schreien voor ons pleizier. Als er in den
schouwburg een drama wordt opgevoerd met een half dozijn moorden
en vergiftigiugen, dan stroomen we naar den tempel der kunst ora
met een omvang van 0.754 meter op een zitplaats van 5 decimeter,
als haring gepakt, bij 90 Fah. of meer voor ons vermaak te huilen.
Ja dit pleizier belooft ook weer het aanstaande volksfeest.
Liefhebbers van wonderen der natuur, van kunstverrichtingen,
waarbij u van angst de haren te berge rijzen, omdat ge uw mede-
mensch niet gaarne ziet verongelukken, zullen zich niet minder in
't vooruitzicht van 't feest verheugen.
Ook de weetgierige snakt naar de kermis om op bascule of
weegschaal de wetenschap op te doen of hij zwaarder of lichter
weegt dan een vet varkeu of paaschos.
„Neen" zegt de snoeplustige „dat alles geef ik present. Ik
verheug me dat 't kermis wordt om al het lekkers dat zal worden
aangeboden. In categoriën, door de beurs bepaald, bevredigen zij
hun lust, van de fijnste pralines en gebakjes tot" de kalkerige
bonbons en zoete koek met weinig grammatikale opschriften;
van gerookte zalm tot den gesmookteu pietermanvan de nectar
door de hand eener déesse, alias buffetjuffrouw, in 't fijnste café
aangeboden tot het glas karnmelk, met zand bestoven op een
omgekeerd vat voor een cent per glas te koop gesteld. Geen
wonder dat ook lekkerbekken in alle nuances zich in 't naderend
feest verheugen.
Liefhebbers van kunstige dansen door half of bijna in 't geheel
niet gekleede schoonen of zij die in 't zweet huns aanschijns
gaarne zelf, bij hooge temperatuur de beweging des licliaaras maken,
verheugen zich omdat de kermis, die in aantocht is, bevrediging
van dat genot belooft.
Nog anderen schatten het volksfeest hoog en verwachten dit met
genoegen omdat zij in 'fc personeel, dat het samenstelt, zien eene
de grootste snelheid van varen op de Groote Sloot zal
zijn 100 meters in de minuut en de ondernemers verant
woordelijk zijn voor elke schade, die aan oeverwerken,
sluizen, bruggen, enz. toegebragt worden.
Naar men verneemt, zullen dientengevolge de onder
nemers van de verkregen concessie weder afstand doen,
en op nieuw concessie vragen voor eene dienst van Alk
maar naar 't Zand langs het Noordhollandsch Kanaal."
„Omtrent den brand, die jl. Vrijdag aan het Zand heeft
gewoed, valt het volgende te vermelden:
De brand is ontstaan in een boet, ten dienste van den
landbouw. Het vuur deelde zich al zeer spoedig mede
aan de daarnaast staande broodbakkerij van J. Deutekom.
Daar de brandspuit juist te Alkmaar in reparatie was,
moest die van Schagerbrug worden gerekwireerd om hulp
te verleenen, maar eer deze zich op het terrein van de
verwoesting bevond, stonden ook de belendende 2 huizen,
zijnde de smederij van J. Slot en de herberg en kolfbaan
van C. de Wit, in lichtelaaije vlam.
Van al deze gebouwen is slechts een puinhoop over
gebleven. Ook de inboedels zijn voor het grootste gedeelte
verbrand. Naar men verneemt is alles tegen brandschade
verzekerd."
Jl. Zaturdag namiddag is te Ilpendam een hevige
brand uitgebarsten bij den gemeenteveldwachter. Zeven
huizen, bewoond door negen gezinnen, werden in de asch
gelegd. Het huis van den gemeente-ontvanger is verbrand.
De boeken en de kas zijn gered. Het hulppostkantoor
is verbrand, maar het archief gered. Er was naar de
brandweer te Amsterdam om hulp geseind. De stoomspuit
was nabij Ilpendam, toen men den brand meester was.
Persoonlijke ongelukken zijn niet voorgevallen. School,
kerk en raadhuis zijn gespaard gebleven.
In de zitting van 25 Junij jl. is door het geregtshof
te Amsterdam J. Vaske, oud 39 jaar, veroordeeld tot een
jaar celstraf, wegens het schrijven en toezenden van een
brandbrief op den 17 April aan den burgemeester van
Amsterdam.
Toen jl. Vrijdag namiddag de schutterij-muziek,
onder directie van den kapelmeester Joh. M. Coenen, zich
op het Kattenburgerplein te Amsterdam liet hooren, stortte
plotseling onder het slotnummer de geheele kapel met de
verzameling van alle natiën en tongen, van medelijden opwekkende
individu's, van idioten en geleerden, van welsprekende spellebazen
en stommen die zelf zeggen dat ze 't zijn, van één oogige, één
beenige, één armige enz. Ze juichen in 't vooruitzicht dat hunne
kennis omtrent de samenstelling van 't menschdom door de kermis
zal vermeerderd worden.
Ziedaar wat de kermis belooft. Laat ons zien wat zij geeft:
Yoor den rijke veel genot; hij vraagt niet naar geld of kosten,
maar geniet alles wat met zijn smaak en zijue neigingen overeen
komt; hij kan al zijne wenschen bevredigen, zoodat de kermis voor
hem die rijk is en smaak vindt in genietingen van dien aard een
bron is van genot.
Voor den arme is het negatief bezit van een goed gevulde
portemonney wel een grief maar toch deelt het gejuich en gewoel
iangs 's Heeren wegen hem een ideetje van vroolijkheid mee, terwijl
er voor den volstrekt arme toch nog zoo veel zonder betaling te
hooren en te zien is, wat hij in den prozaïschen tijd van niet-
kermis mist, dat hij zich op zijne wijze in die dagen toch nog
gelukkig gevoelt.
Voor den gezonde en levenslustige is het jaarlijks wederkeerend
feest, al heeft hij ook geen geld genoeg om alles te genieten,
zeer welkom. Hij regelt zijne uilgaven naar zijn vermogen en
voldoet aan zijne begeerte, zoover zijne finanticele krachten dit
toelaten.
Voor den zieke is de kermis een ware bron van ellende, al
dat geschreeuw en gezang en gewoel, de schier nacht noch dag
zwijgende draaiorgels en toonen van andere instrumenten gaan hem
door merg en been; 't zijn zoovele verschrikkingen voor hem wiens
hoofd stilte eti kalmte, zoo zeer noodig heeft, ja er naar snakt.
Voor den wijsgeer is de kermis eene groote ergernis. Hij meent
in al de genietingen niets reëels te zien; hoogstens acht hij wat
door velen als iets degelijks en begeerlijks wordt nagejaagd, klater
goud en haalt medelijdend glimlachend de schouders op als hij
hcort spreken over prachtig komediespel, schoone chanteuses, fraaie
groepeering in tableaux vivants en wat dies meer zij.
Voor den rechtzinnige is de kermis een gruwelhij ziet in
dit feest eene hellevaart voor tal van lieden, die misschien,
ware de kermis afgeschaft, nog zouden behouden zijn gebleven.
Daarom deelt hij ook te midden van 't gewoel tractaatjes uit nau
de menigte, die ze meestal tot zeker doeleinde gebruikt en zendt
zijne Evungelisten er heen om te midden van valsche muziek
instrumenten, bij gezwets en geschreeuw, gevloek en gevecht in
valsche toonen de straffen des Hemels aan te kondigen aan onver
laten, die in hunne zonden volharden.
Voor vaders met tal van kinderen bedeeld, vooral voor zulke
wier finantiëele bronnen niet te best vloeien, is het feest een straf.
De zorgelooze jeugd toch meent dat er geld moet zijn bij zulk eene
gelegenheid en zij kloppen om strijd bij de reeds zoo zeer geplukte
vaders aan om de dubbeltjes en kwartjes die ze noodig hebben tot