Sadeiing was geopend, werd door den geachten spreker eene prachtige boeijende rede gehouden, naar aanleiding van de tegenwoordig op godsdienstig gebied bestaande verwikkelingen. Hij begon met te wijzen op de over het algemeen in de Nederlandsche Hervormde kerk voorkomende gebreken, waaraan deze haren oorsprong hebben te danken en de wijze waarop die konden worden weggenomen en verbeterd. Vervolgens werd door hem eene beschouwing gegeven over de wijze, waarop v.uoral aan onze kinderen godsdienst onderwijs moet worden verstrekt, zal dat in overeen stemming zijn met de behoeften van den tegcnwoordigen tijd; terwijl ten slotte door spreker werd weêrgegeven welke illusiën hij zich maakte van de toekomstige Vrije Gemeente. Ziehier de hoofdpunten door spreker behandelddaarvan ook maar bij benadering een eenigszius getrouw verslag te geven is ten êenenmale onmogelijk; daar is zooveel goeds, schoons en waars door den begaafden redenaar ten gehoore gebragt, dat het inspanning vereischte hem daarbij te volgen. Voor sommigen der toehoorders zal het gebruik der vele vreemde woorden wel eenigszins hinderlijk zijn geweest, doch we zijn overtuigd, dat ieder overigens meer dan voldaan huiswaarts is gekeerd. We brengen den spreker onzen opregten dank, doch niet minder den heer Bakels, die op waardige wijze de tolk is geweest van de talrijke aanwezige leden en vrienden van den Protestantenbond, toen hij namens allen den heer Hugenholtz dank zeide voor het genot, ons door zijn op treden verschaft." Te Schagen overleed jl. Donderdag in GOjarigen ouderdom de lieer G. J. Muller, burgemeester dier gemeente. Men schrijft ons uit Schagen, dd. 16 dezer: /Gisteren avond hield de hier bestaande afdeeling der Iiollandsche Maatschappij van Landbouw eene vrij goed bezochte vergadering. Rapport werd daarin uitgebragt door den afgevaardigde ter buitengewone algemeene ver gadering der Maatschappij, gehouden te 's Hage 24 April jl., ter overweging van eenige vraagpunten, door het Hoofd bestuur gesteld betrekkelijk liet wetsontwerp tot herziening van de grondbelasting op de ongebouwde eigendommen. Daarna werd door de vergadering besloten om, evenals ten vorigen jare, de gewone feestviering in Augustus weder van de afdeeling te doen uitgaanstaande de ver gadering werd door de aanwezigen voor een vrij ruime som als bijdrage in de kosten geteekendhet is te hopen, dat belanghebbenden dit goede voorbeeld zullen volgen, en de feestcommissie, wat de financiën betreft, haar taak gemakkelijk zullen maken. Nog ontving het bestuur Aran de vergadering de opdragt, naauwkeurig te onderzoeken, de mogelijkheid der uitvoe ring in het jaar 1879 van een plan voor onze gemeente en afdeeling beiden zeer belangrijkik acht het echter niet voegzaam, dit plan te publieeeren vóór de resultaten van dit onderzoek bekend zijn. Tot afgevaardigde en plaatsvervanger voor de algemeene vergadering der Maatschappij, dit jaar te Delft te houden, werden benoemd de heeren Jb. Denijs Jz. en A. W. Gezellen. Tot keurmeesters voor de aldaar te houden tentoonstelling werden voorgedragen de heeren J. Buis en R_. Munter; terwijl ter vervanging der aftredende, niet dadelijk weder benoembare bestuursleden der afdeeling, de heeren W. Kooij en H. Bakker, werden gekozen de heeren Jb. Swan en P. Buis." Te Hoorn wil men een West-Friesch Museum oprigten. De regering zal daartoe eenige lokalen van liet gebouw der voormalige, arrondissements-regtbank afstaan, de ge meente zal voor het onderhoud zorgen, indien f 1000 bijeengebragt wordt voor eerste kosten van inrigting enz. De schilderijen en oudheden, thans op het stadhuis te Hoorn bewaard, zullen daar dan eene betere plaatsing vinden. De burgemeester van Hoogwoud en van Opmeer, de gepensioneerde majoor van het O.-I. leger, J. C. Albrecht, heeft het onderscheidingsteeken ontvangen van de gouden kroon, door hem verworven bij de eerste Bonïsche expeditie in 1859. Naar het N. v. d. D. verneemt, wordt de vereeniging r/Iiet Nederlandsch Tooneel" met een zeer eigenaardig proces bedreigd. Een voortdurende grief van de artisten tegen den Raad van Beheer is, dat hun vaak rollen worden te spelen gegeven, die huns inziens geheel vallen buiten het karakter waarvoor zij zicli bij contract verbonden op te treden. Deze grief heeft thans een bepaalden vorm aangenomen; de heer van Ollefen namelijk verbond zich bij contract aan de vereeniging als père noble, en toen nu onlangs in een nieuw stuk hem weder een rol gegeven werd, geheel vallende buiten zijn karakter, weigerde hij die te vervullen op grond van liet contract. De Raad van Beheer strafte toen den père noble met inhouding van een maand hono rarium, waarop de heer van Ollefen den president van den Raad van Beheer, den heer Schimmel, bij deurwaarders- exploit de verbreking van de met hem aangegane verbindtenis heeft doen aanzeggen, op grond, dat do vereeniging niet voldaan heeft aan liet lste artikel der overeenkomst, terwijl de heer van Ollefen tegelijk van de vereeniging de uitbe taling van f 4000 vergt, de som welke als schadevergoeding voor verbreking van contract is vastgesteld. Een hoefsmid te Amsterdam zou een paard nieuwe ijzers aanleggen. liet hoornachtig binnengedeelte van den hoef snijdende, stootte hij op een hard voorwerp. Dit bleek een gouden ring te zijn, dien het paard zich in den hoef moet hebben getrapt. Men schrijft uit Amsterdam, dd. 11 dezer, aan de Prov. O.-IJ. en Zw. Crt.: „Op de vraag (zoo die door sommige lezers mogt gedaan zijn) hoe de prediking in de Vrije Gemeente alhier is ingerigt, en wat haar prediker of voorganger de gemeente zoo nu en dan verkondigt, dienè het volgende: Zondag 7 dezer, 's voormiddags ten Ï0I ure, trad de heer P. H. Hugenholtz Jr. in het gewone fokaal, Maison Stroucken, hij de Leidschepoort op, las eerst een gedeelte voor van de spreuken van Confusius en daarna onder scheidene sclioone spreuken en gezegden van Paulus, waaruit de geachte spreker tegenwoordig bezig is eene bloemlezing te verzamelen. Hierna werd een stichtelijk Evangelisch gezang gezongen. Vervolgens weder het woord nemende, behandelde hij de treffende gebeurtenissen der jongste tijden en wees hij daarbij op de onrustbarende toeneming van diefstal, dron kenschap en prostitutie. Hij betoogde voorts, dat liet onderwijs het krachtigste hulpmiddel was om deze ondeugden te bestrijden; dat daartoe evenwel de bijbel op de school niet noodig was, en dat „onze Kappeyne" zulks teregt had begrepen, zooals bleek uit zijn wetsontwerp, dat thans in behandeling is. Hij verklaarde voorts, dat de bijbel als volksboek alles behalve was aan te bevelen, want dat men met den bijbel in de hand bovengenoemde ondeugden kon verdedigen. Aangezien de spreker ditmaal bijzonder gedisponeerd was en rnocijelijk van zijn onderwerp scheen te kunnen scheiden, vertoonde de kastelein van het concertgebouw zich ten lil ure zoo nu en dan in de zaal, zag schouder ophalend eenige malen den spreker aan en haalde daarbij telkens ongeduldig zijn horologie voor den dag, als om den talentvollen redenaar te willen indachtig maken, dat er reeds concertgangers waren, die ten 12 ure naar de matinee musicale kwamen luisteren. (Zooals bekend is, maakt de kapel van liet 7de regiment infanterie, directeur de lieer Sonnemann, hier des Zondags van 12 tot 3 ure muziek.) Evenals aan alle lofzangen, kwam echter ook aan dezo prediking een einde, en maakte de aandachtige schare plaats voor de liefhebbers van Euterpe." Uit Deventer meldt men dd. 14 dezer aan het Dagblad: „In deze provincie worden op het platteland bijna alle fokkalveren tegen zeer liooge prijzen voor Brussel opgekocht. Men vermoedt, dat zij uit België naar Duitschland worden gevoerd, waar groote behoefte aan fokvee moet bestaan en het vette vee zeer laag in prijs is. Men is thans in deze streken begonnen met het maaijen van de rogge. De opbrengst is groot en de kwaliteit uitmuntend. De aardappelziekte heeft zich in de laatste dagen op ver schillende akkers vertoond. Ook de knol is reeds doorliet bederf aangetast. De oogst der vroege soorten is echter zoo groot dat, al mogt er ook een derde van verloren gaan, hij nog zeer groot zal zijn. De kwaliteit is uitmuntend." Uit Capelle (Langstraat) meldt men, dd. 11 dezer: ,/Hct gaat den höoiboer tot heden niet naar wensch. Hij heeft duur gepacht, zijn werkvolk een buitengewoon hoog loon moeien geven, en de prijs, die uitgeloofd wordt, be antwoordt in de verte niet aan een en ander. Zal hij schelften, nu hij zeker weet, dat hij schade moet lijden „Neen," zegt hij, „dan rijd ik liever den geheelen voorraad huiswaarts en ik wil mijn kans afwachten." In dit alles kan hem wel geen ongelijk gegeven worden, maar toch diende hij te bedenken, dat het ontvangen van f 40 tot f 60 per 1000 kilogram, wel eens voor goed kon gedaan zijn, en dat hij voortaan met zijn medepachters de uit te loven pachtpenningcn met de eventueel te ontvangen liooi- prijzen in overeenstemming dient te brengen. Door den lagen waterstand viel dezer dagen een deel van de Lauwergracht bij 't Koningsplein te Arnhem droog. Men vond daar niet minder dan 61 sleutels van allerlei vorm aan ringen, of touwtjes, of los bijeen. „Bijna zou men geneigd zijn," schrijft de Arnh. Crt., „de verzekering, die men in 't vorig jaar zoo vaak hoorde zingen: „Mijn sleutel ben ik kwijt," voor ernst te gaan houden. Dat hier het magazijn van een „inbreker" zou zijn gedeponeerd, is niet waarschijnlijk: zelfs hij, die de uitgebreidste zaken doet in dit vak van industrie, kan, dunkt ons, met een kleiner stel werktuigen volstaan." Te Leeuwarden is jl. Vrijdag aan de veemarkt ge wogen een stier, oud 30 maanden, wegende 904 KG., ten behoeve van M. J. Cuperus, te Marsum, en gemest door door J. A. Talsina, aldaar. In de jongste mail uit Indië wordt gewag gemaakt van het derailieeren van een trein bij het station Pekapoeran. De ramp heeft aan 27 personen het leven gekost, terwijl bovendien een 25tal zwaar gekneusd is. Het ongeval moet toe tc schrijven zijn aan onachtzaamlTbid van den machinist. Op den trein bevonden zich circa 1200 werklieden, zoo Chinezen als koelies, en bovendien een 50tal Europeanen, allen bij den haven-aanleg te Tandjong Priok werkzaam. Geen der Europeanen bekwam eenig letsel. Berigten uit Atsjln. Blijkens een bij hét departement van Koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandse-li Indië dd. 12 Julij, zijn de IV en VI Moekim weder dooi de vijandelijke benden, die (blijkens het berigt in de Staats Crt. van 2 dezer no. 59), zich daar genesteld hadden, ont ruimd, vóórdat nog de van Java gezonden troepenversterking in Atsjin was aangekomen. Een paar kolonnes, welke de verschillende bergpassen zijn doorgetrokken, hebben geen vijanden ontmoet. VisclilDerigten. Ook V rijd dg en Zaturchig was de aanbrengst van visch gering. Enkele Enkhuizers bragten niets anders dan een weinig scharren en een enkel mandje scholletjes. Terwijl de meeste Urkers Vrijdag naar huis gegaan waren, beproefden de Heldersche botters de visscherij nog eens op diep water, en bragten zij Zalurdag van 70 tot 110 mooije groote tongen en diverse kleine, waarvoor zij eene Jlinke besomming maakten. Wanneer de visschers hier allen metterwoon gevestigd waren, zou de aanbrengst van visch jaarlijks nog heel wat grooter zijn. Gisteren (Maandag) was het weder voor de visschers te ruw, maar heden laat het zich beter aanzien. Men meldt uit Aslrachan „Nabij het dorp Karalak werd in de vorige maand een „Hausen" (soort steur) gevangen, die, bij eene lengte van ruim 2 vadem, een gewigt had van 70 pud (1 pud 20 KG.) De kop alleen had een gewigt van 14 pud. liet quaulum caviar, die de visch leverde, was slechts 8 pud, een betrekkelijk klein quantum, wanneer men in aanmerking neemt, dat men van dit soort visschen in het gewigt van 20 pud, gewoon lijk 8 pud caviar verkrijgt." Benoemingen, enz. Met ingang van 1 Aug. a. s. is benoemd tot schoolopziener in het 9de district van Noord holland de heer P. S. Bakels, te Texel. De luit. ter zee lste kl. L. A. Walnardt Sacrc wordt met den laatsten dezer eervol ontheven van het hem tijdelijk opgedragen bevel over het schroefsloomschip Zilveren Kruis en het bevel met 1 Aug. a. s. opgedragen aan den met dien datum bevorderden kapt.-luit. ter zee J. B. A. de Josseliu de Jong, en zulks onder eervolle ontheffing van hel thans door hem gevoerde bevel over het opleidingsschip Anna Paulowna, terwijl het bevel over genoemd opleidingsschip, met laatstgemelden datum, opgedragen wordt aan den kapt.-luit. Ier zee P. Swaau. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 15 Julij. De discussiën over de onder wijswet zijn heden gevorderd tot den vierden titel. De artt. 46 54 werden goedgekeurd. Bij art. 46 had eene discussie plaats over de facultatieve schoolgeldheffing, die door de heeren Mackay, Teding van Berkhout, Saaymans Vader en van lleydenrijck werd bestreden. Art. 49 is aangenomen, met de bijvoeging dat 's Konings besluit in de Staatscourant wordt gepubliceerd. Art. 54 werd goedgekeurd na verwerping van het amendement van den heer van den Bereh van Heemstede om voor het platteland slechts de hulponderwijzers- akte te eischen voor het hoofd der bijzondere school. Morgen voortzetting. Frankrij k.. In liet begin van September zullen te Parijs groote harddraverijen plaats hebben op Iiollandsche leest geschoeid. In een klein verscholen hoekje op het terrein der Parijsche tentoonstelling heeft professor Moucher uit Tours zijn tent opgeslagen. De geniale professor, vooruit ziende dat na een 10,000 tal jaren geen brandstof meer op te sporen zal zijn, doet voor de oogen van het publiek de belangwekkendste proeven met brandglazen en bereidt door middel daarvan de lekkerste koffij en malsche biefstuk, voor het koken en braden.... zonnestralen bezigende als brandstof. De spoortrein, die jl. Zaturdag voormiddag ten elf ure 57 minuten uit Parijs naar St. Malo vertrok, is tegen zes uur ontspoord. De stoker, een der conducteurs en drie reizigers, waaronder ééne vrouw, zijn gedood, en negen reizigers en de machinist gekwetst. De circulatie op de lijn is hersteld. Engeland. De minister Cross heeft op de interpellatie van den heer Montagu geantwoord, dat de regering geen kennis draagt van een Duitsch-Nederlandsch tractaat, dat Neder land tot een deel van het Duitsche Rijk maakt. De correspondent van de Times, de heer Blowitz, brengt voor zijne vrouw zeker wel een van de kostbaarste en interessanste souvenirs uit Berlijn mede, namelijk een houten waaijer, uit 20 bladen bestaande. Op het middelste blad heeft de directeur der academie van kunst, de heer A. van YVerner, aan wien is opgedragen de historische schilderij van het Congres te vervaardigen, zijn eigen portret geschilderd terwijl op de 19 andere de gezamenlijke leden van het Congres, Prins Bismarck en Prins Gortschakoff aan het hoofd, eigenhandig hun naam hebben geteekend. De zoogenaamde zeemeermin, die thans in het Koninklijk aquarium in Westminster (Londen) vertoond wordt, werd, zooals de kapitein van liet schip, 't welk het dier naar Engeland bragt, mededeelt, op de Danutless- bank, ter hoogte van het eiland Leguana (niet ver van de monding der Essequebo-rivier, in Britsch Guyana), in een net door eenige inlandsche visschers gevangen. Die visschers bragten het schepsel naar Demerary, waar kapitein Picot het kocht en in een met water gevulden bak van 11£ voet lengte en 4| voet breedte naar Glasgow over- bragt. Er waren 35 man noodig, om den bak met het dier cp te heffen. Eerst werd het dier met bladen en vruchten gevoed, en toen deze verorberd waren, stelde het zich met hooi en brood tevreden. üultsclilaiia. Door de geneesheeren van den Keizer is een uitvoerig bulletin uitgegeven, waaruit blijkt, dat de genezing lang zaam voortgaat. De wonden zijn wel allen geheeld, maar door liet belangrijke bloedverlies en den diepen indruk van liet gebeurde op liet gemoed en liet zenuwgestel van den Keizer en het daaruit voortvloeiende gebrek aan eet lust, gepaard aan den hoogen leeftijd van den patiënt, keeren de krachten slechts langzaam terug. Daar evenwel geen ligchamelijke organen in hun werkzaamheid zijn ge stoord, mag men op volkomen herstel hopen. Hoewel de beweegbaarheid van handen en armen goed toeneemt, kunnen zij toch deels door de langdurige rust nog niet voor alle functiën worden aangewend, zoodat b. v. bij het gebruik van eten nog hulp moet worden verleend. De Keizer kan wel gaan en zelfs eenige trappen op- en afloopen, doch slechts gedurende korten tijd. Sommige Berlijnsche bladen vernemen, dat men voor nemens is den Keizer eerlang naar Charlottenburg te vervoeren. George Helferick, nog betrekkelijk kort geleden een van de ijverigste agenten der socialistische partij, heeft zich onlangs van die partij afgescheiden en thans eene brochure tegen haar geschreven, getiteld: „De exploitatie der 'werklieden door het socialisme." De schrijver toont aan: 1. dat die partij de oplossing der sociale kwestie slechts door eene gewelddadige revolutie tracht te verkrijgen; 2. dat hare leidslieden ten dien einde den werkman in een toestand van verdrukking trachten te houden; 3. dat zij leden van den Rijksdag trachten te worden, niet om mede te werken ter verbetering van den toestand der arbeidende klasse, maar alleen om agitatie te verwekken; 4. dat zij, in weerwil van hun geroep over vrijheid van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2