HELRERSCHE
EK KIEUWEDIEPEll (OIRAVT.
1878. N°. 99.
Zondag 18 Augustus.
4M
Jaargang36.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
„Wij huldigen
het goed e."
Verschijut Dingsdag, Donderdag
Abonnementsprijs per kwartaal
Zaturdag namiddag,
franco per post
1.30.
- 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der A d vr rtentiën: Van 1i regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt dc mail naar Oost-Indië.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
VERGADERING van den RAAD der gemeente
ANNA PAULOWNAopDINGSDAG den 20 AUGUSTUS
1878, des namiddags ten 2 ure.
Anna Paulowna, 17 Augustus 1878.
De Voorzitter,
C. E. PERK.
Onderwerpen ter behandeling:
1. Vaststelling Gemeente-rekening over 1877.
2. Opmaken van een voordragt van twee leden voor
liet Collegie van Zetters.
3. Mededeeling ingekomen stukken.
HELDER en NIEUWEDIEP, 17 Augustus.
In de op jl. Donderdag gehouden vergadering van de
plaatselijke afdeeling der Evangelische Maatschappij werd
verslag uitgebragt over den staat van het departement
Helder (Texel). Hieruit bleek, dat het aantal leden en
begunstigers gestegen is tot zeventig, ofschoon eenigen door
vertrek naar elders in den loop van het jaar bij andere
departementen zijn overgeschreven; de rekening van den
penningmeester sloot met een flink batig saldo. Daarna
werd behandeld de beschrijvingsbrief ter algemeene ver
gadering, die dit jaar in Almelo zal gehouden worden, en
waar belangrijke vragen betreffende de houding der Evang.
Maatschappij tegenover het Ultramontanisme zoowel in ons
land als in België ter sprake gebragt zullen worden.
Afgevaardigd werden de leden Berk en Kindermann, secundus.
Nog werd besloten op voorstel van eenige leden, met het
oog op de grootere uitbreiding van dit departement het
aantal vergaderingen te vermeerderen door toevoeging van
een zestal avonden, waarop lezingen zullen gehouden
worden, kosteloos toegankelijk ook voor niet-ledeneenigen
der aanwezenden stelden zich beschikbaar voor een lezing.
De secretaris Berk, aan wien het de beurt was af te treden,
werd herbenoemd.
De heer R. C. Dijksterhuis bragt in de jl. Donderdag
gehouden vergadering der afdeeling Helder van het Netler-
landsch Onderwijzers-Genootschap een zeer belangrijk
verslag uit van de algemeene vergadering te Leeuwarden,
door liem als afgevaardigde dezer afdeeling bijgewoond.
Het lijk of liever het skelet van een man, jl. Maandag
op het strand achter de Koog op Texel gevonden, is zeer
7)
,L UK.NE-HO ry'
door MAGDALENE THOEESEN.
Vervolg
Toen eindelijk de eerste schemering van den dag tusscbcn wolken
en afgebrokkelde rotspunten doorbrak, toen de fjord glansde in bet
morgenlicht, zag Aagot, die, bevend van koude en vrees, nog altijd
bij bet huis stond, iemand haastig den weg naar de hoeve opkomen.
Het was Thor.
„Staat ge hier, op dit uur, Aagot?" fluisterde hij, toen hij bij
haar gekomen was. „Ik geloof dat gij u waarlijk over die twee
jongens ongerust hebt gemaakt; maar zij zullen spoedig hier zijn.
Het zal het best voor u zijn dat ge wat gaat rusten.... Gij zult
er wel behoefte aan hebben na hetgeen er gisteren voorgevallen is."
„Weet ge dan wat er gebeurd is?" vroeg Aagot.
„Ik heb alles woord voor woord gehoord.... want ik wilde het
liooren, begrijpt gij. Eerst meende ik de jongens te laten gaan
waarheen ze wilden, omdat ze mij eigenlijk het aanzien niet waard
zijn; maar toen stelde ik mij uwe angst voor, Aagot, en ik liep
ze na. Niels was de eerste, en ik zag hem over den fjord roeien.
Er is hier maar één boot, zooals ge weet, en dus kon ik hem niet
nazetten; maar toen Aamund kwam, volgde ik hem, want hij is
nog ruwer en ongemanierder dan Niels. Zonderlinge wegen ben ik
gegaan, om in zijne nabijheid, te blijven en door hem niet gezien
te worden; maar toen hij eindelijk de bergen opklauterde, heb ik
een geluid gemaakt als een vos, en dat, geloof ik, bracht hem van
zijn voornemen af zoodat hij zich omkeerde en huiswaarts ging.
En nu zie ik buiten op den fjord al een zwarte stip, die snel en
regelmatig nader komt. Dat moet Niels zijn, die bemerkt heeft
dat Aamund naar huis gaat."
„God in den hemel zij dank!" riep Aagot uit; „en ik dank ook
u, Thor, nu ge mijnentwege zulk een slechten nacht gehad hebt."
De jongman zag haar deelnemend aan en bleef een poos zwijgen;
daarop zeide hij„Gij hebt het hier niet goed, Aagot."
„Och neen, daar moet ge niet van spreken," gaf zij ten antwoord
terwijl ze wilde heengaan.
„Luister eens," sprak de jongman. Aagot bleef staan en zag
hem uitvorschend aan. „Ge hebt gisteren daar binnen een woord
gezegd, toen er over mij gesproken werd.... dat is niet geheel
waar, Aagot."
„Wat was dat dan?" vroeg zij.
„Gij zeidet: Ik voel evenmin neiging voor Thor als hij voor mij."
„Ja, ge behoeft daarover niet iu onzekerheid te zijn," antwoordde
Aagot snel. „Ik voel evenmin neiging voor u als voor iemand
vermoedelijk van Johannes Hemelrijk, die behoord heeft
tot de bemanning van den op 31 Dec. 1877 zoo nood
lottig verganen loodskotter No. 8. Een der betrekkingen
is naar genoemd dorp geweest, om het lijk te schouwen
en deze heeft een der kleedingstukken medegebragt, dat
dadelijk door de familie aan het „merk" herkend werd.
Men verzoekt ons te berigten, dat morgen (Zondag),
des voormiddags ten 10 ure, in het kerkgebouw der Doops
gezinde gemeente aan de IC rei 1 (Wieringerwaard)zal optreden
de heer Prins de Jong. Hervormd predikant te Zaandam.
Bij koninklijk besluit van den 7 dezer is bepaald,
dat met ingang van den 1 Oct. a. s. een postkantoor
gevestigd wordt te IJmuiden (gemeente Velsen).
Volgens de Voss. Zeitung zal Z. IC. H. de Prins
van Oranje zich ter gelegenheid van het huwelijk van
HDs. oom naar Potsdam begevenvolgens de National
Zeitung heeft hij zich laten verontschuldigen. De waar
heid zullen wij op den 24 dezer weten.
Zoo als bekend is, zegt de Amsterdamsche Crt., zal
het Nationaal Huldeblijk, aan Z. K. H. Prins Hendrik dei-
Nederlanden aan te bieden ter gelegenheid van zijn huwelijk
met Prinses Marie van Pruissen, bestaan in twee sierlijke
fonteinen op IID. lustslot te Soestdijk. Naar wij vernemen
zullen deze fonteinen op zinnebeeldige en artistieke wijze
het denkbeeld van een Nationaal Huldeblijk moeten uit
drukken. De fonteinen moeten aan den voet ieder minstens
10 M. middellijn hebben. Beide fonteinen, waarvan de
vorm aan de keus van den ontwerper is overgelaten, moeten
in hoofdlijnen gelijk en geheel in overeenstemming met
de omgeving zijn. De kosten der beiden fonteinen zullen
de som van f 35,000 en die van de stoommachine enz.
de som van f 25,000 niet te boven mogen gaan. Voor deze
fonteinen wordt eene prijsvraag uitgeschreven, waarvoor
4 premiën zullen worden beschikbaar gesteld.
De prijsvraag en verdere voorwaarden zijn van Maandag
af, op franco aanvrage, verkrijgbaar aan liet bureau dei-
hoofdcommissie, Heerengracht hoek Spiegelstraat 466.
Na het bedanken van den heer J. C. Benit, pred. te
Warder, werd jl. Zondag te Ursem toezegging van beroeping
gegeven aan den heer L. van 't Sant, pred te Oterleek.
Men schrijft ons van Texel, dd. 17 dezer:
„lieden morgen ten 4 ure ontwikkelde zich boven onze
gemeente een zwaar onweder, vergezeld van hevigen regen.
Nabij Iloogenberg is de bliksem geslagen in een boet
van den heer Jb. Koning, waarin ongeveer 10 wagens
hooi en een wagen geborgen waren. Alles is tot den
anders."
„Jn," bracht de jongman hier met een diepen zucht tegen in.
„Dat kan wel wezen.... maar iets was er toch niet waar.... begrijpt
ge wat ik meen?"
„Neen," antwoordde Aagot, „ik begrijp alleen maar, dat ik niets
onbehoorlijks doen mag."
„Gij zeidet," ging de jongman bedeesd voort, „hij heeft geen
neiging voor mij.... en dat is niet bepaald waar, Aagot. Want als
ge er zoo over dacht als ik
„O God, zeg niets... ik ben bang voor hetgeen ik zal moeten
hooren!" viel Aagot hem in de rede; zij begon krampachtig te
schreieu en snelde naar hare kamer, zonder den jongman ook nog
maar een enkelen blik te schenken.
Na verloop van een half uur kwamen de broeders van verschil
lende kanten op de hoeve terug. Zoowel Lars Lukne als zijn
beide zoons sliepen goed en lang na dit onweder.
Na een natten en stormachtigen herfst daalde eindelijk de winter
helder en koud op velden en bossehen en rotsen neder. De fjord
lag dichtgevroren en vol sneeuw, eu het dagelijksch leven ging
zonder afwisseling zijn stillen gang. Lars Lukne gevoelde zich wat
zwakker dan vroeger en bleef veel te bed; hij was meestal slecht
geluimd en hoe langer hoe moeielijker in den omgang. Zijn stief
dochter vooral was hem een doorn in 't oog bij al wat zij deed.
Aagot verdroeg alles met voorbeeldeloos geduldzij had geen ander
tehuis, en daar zij door hare geboorte geen aanspraak bezat op den
Lukne-hof, deed zij ter vergoeding alles wat maar met mogelijk
heid binnen het bereik harer krachten viel. Maar Lars ontving
niet met dankbaarheid en gaf ook niet blijmoedig terug hij
eischte eenvoudig dat meu hem verzorgde. Met de broeders was
het evenzoo gesteld. Sedert dien stormachtigen herfstavond was het
niet alleen buiten koud geworden; de koude had ook post gevat
in de harten. Aagot was even gewillig, even goedig en vriendelijk
als vroeger, ja, meer dan vroeger. Want hoeveel onrecht, en kren
king zij ook geleden en verdragen had, toch hield ze er zich stellig
van overtuigd, dat zij alleen de bestendige oorzaak was, dat de
broeders zich tegen hun vader en tegen elkander hardvochtig en
onvriendelijk gedroegen. Om die reden deed zij dan ook al wat
zij kon om hen vreedzamer te stemmen en met elkaar te verzoenen.
Maar, om met zegen te kunnen geven, moet de gave ook dankbaar
in ontvangst genomen worden. Dit was hier echter niet het geval,
en zoo oogstte Aagot voor al haar liefde en goedheid slechts on
dank en krenking. Zooals thans de zaken gesteld waren, was er
wel wat meer rust in het dagelijksch leven dan anders, maar
grond toe afgebrand; voor zoover bekend is, was niets
geassureerd.
Van meerdere onheilen is tot heden niets vernomen."
Op den 15 dezer is in de Remonstrantsclie kerk te
Amsterdam de algemeene vergadering van het Nederlandsch
Bijbelgenootschap gehouden. Zij werd, wegens ongesteld
heid van den voorzitter, door den onder-voorzitter, dr. P.
J. J. Mounier, gepresideerd. Uit de rapporten bleek o. a.,
dat verscheidene nieuwe Bijbel-uitgaven verschenen of ter
perse zijn, ten deele in zamenhangende pericopen, ten
deele op de oude manier, in losse verzen, gedrukt. Ook
werd eene Soendanesche vertaling des Nieuwen Testaments
in het licht gegeveneene Maleische vertaling van het
Oude Testament zal weldra volgen. Maatregelen tot
ruimer en doelmatiger Bijbelverspreiding in Oost-Indië
worden voorbereid. Het Genootschap heeft 126 afdeelingen,
3816 leden en 2807 begunstigers. In het afgeloopen jaar
verspreidde het 10,978 Bijbels, 1375 Oude Testamenten,
21,650 Nieuwe Testamenten, 34,003 exemplaren in het
geheel. Aan contributie werd ontvangen f 30,911.36, aan
legaten f 2893.51|, aan giften f419.35, aan renten f4919.06|,
aan verkoop van Bijbels f 11,455.99. Uitgegeven werd:
aan kosten van beheer f 10,315.19aan druk- en bind
loon f 22,882.68|, aan Oost-Indische Bijbel-vertaling
f 8124.75. Een voorstel van het hoofdbestuur om op den
rand eener Bijbel-uitgaaf gelijkluidende plaatsen te ver
melden, werd aangenomen. Een voorstel om de Protes-
tantsche kerkbesturen uit te noodigen tot invoering eener
collecte ten behoeve des Genootschaps op den gedenkdag
der Hervorming, werd afgewezen. De voorzitter, jjir. mr.
C. H. Backer, werd voor vijf jaren herkozen, zoo ook de
bibliothecaris, mr. W. C. Backer; tot nieuwe leden des
hoofdbestuurs werden benoemd de heeren R. R. toe Laer,
J. Jurjans, dr. H. Steenberg en mr. A. Rendorp.
De prijs van f 100,000 in de loterij der Amsterdamsche
premie-leening is jl. Donderdag getrokken door een inwoner
van 's Hage.
Men schrijft uit Amsterdam aan de Zutph. Crt.
„We hebben een week van erge drukte achter den rug.
Drukte in den zin van lawaai. Zij, die in liet midden van
de stad woonden, waren de slagtoffers van een regiment
tamboers, heel kleine tamboers, mannelijke en vrouwelijke,
die met al de kracht en het vuur der jeugd op het kalfsvel
sloegen.
Nu de kermis overleden is, houden wij er toch een her
innering van over, die elk jaar verfrischt wordt. De
Amsterdamsche jeugd neemt de Beurs in en Jericho's
daarom lieersclite er toch nog geen vrede. De vrede ontkiemt op
den bodem des harten en bloeit van binnen naar buiten; de rust
daarentegen bedekt slechts met moeite voor het uitwendige den
innerlijken tweespalt.
Twee zoo onhandelbare schepsels als Aamund en Niels waren
niet zoo licht getemdzij waren hoogstens gebonden. En toen nu
de zwakte huns vaders meer en meer toenam eu hij week aan week
het bed houden moest en in een soort van verdooving verzonken
lag, kregen de halsstarrigheid en hartstocht zijner zonen eindelijk
de overhand op de heerschende rust en braken zij hier en daar
door, even als men een zwakke heining stukbreekt; is er een
maal een gat gemaakt, dan valt de rest vau zelf.
De onzinnige liefde der broeders voor Aagot was niet uitge-
bluscht; al was zij uiterlijk ook teruggedrongen; in het verborgene
verteerde zij des te zekerder tot ascli al de 'fijne draden, waaruit
voornamelijk een jong gemoed nog den sluier der schaamte eu der
schuchterheid weeft. Vroeger leefde in beiden de hoop, de wensch,
het meisje te bezittenmaar wensch en hoop hadden plaats ge
maakt voor den onbuigzamen wil, die met den blik Aagot onver
zettelijk tot zich trok. Aagot bemerkte die verandering, begreep er
echter in het eerst niets vau eu zag daarin slechts boosheid, die
het liefst haar het genadebrood geweigerd en haar van de hoeve
gejaagd hadmaar toen zij eindelijk duidelijk zag, waarom het
eigenlijk te doen was, gevoelde zij zich als een kleine vogél in een
kooi, terwijl de kat tusschen de tralies door beproeft hoever hare
klauwen wel reiken.
Zou ze ooit uit dien doolhof geraken? Zij wist bijna niet hoe.
Want als zij den een vermeed, ontmoette zij den ander, en wan
neer zij de beide broeders eindelijk niet zag, ontmoette zij Thors
smeekend gezicht waarheen zij zich ook wenden mocht, er was
altijd één wil, die haar begeerde, het was niet uit te houden
bet goede werd ongenietbaar bij al het kwade.
Onder deze omstandigheden ging de winter langzaam om. Op
zekeren dag waren de broeders op het ijs geweest, om te visschen
eu kwamen zij laat thuis. Niels ging tijdig naar bed en Aamund
volgde hem kort daarna. Aagot was gewoon, voordut zij zich te
slapen legde, na te zien of alles in huis in orde was; in den regel
maakte .zij dan tevens nog eenige beschikkingen voor den volgenden
dag. Dezen avond ging zij, om voor morgen wat gerookt vleesch
af te snijdeu, met een lantaarn naar de groote schuur, die zijwaarts
van het woonhuis lag.
Toen zij op de trap stond en den sleutel in de deur stak, zag
zij bang en vreesachtig naar alle kanten rond; maar zij bemerkte
niemand en was ook tamelijk zeker, dat Niels en Aamund te ver-