Het kunstwei'k is geplaatst op een hoog voetstuk van
donker rood kunstmarmer, met paneelen van zwarten
toetssteen, liet draagt dit opschrift: „Aan onzen achtbaren
ambtgenoot en vriend G. F. Westerman.Bovendien is
op de voorzijde in zilveren medaillon zijn profiel geplaatst.
Op het voorste paneel zijn met gouden letteren de namen
der schenkers vermeld.
Aan den secretaris der commissie voor de collective
inzending van land- en tuinbouw-voortbrengselen op de
Wereldtentoonstelling te Parijs, den heer P. F. L. Waldeck,
te Loosduinen, is namens de verschillende Nederlandsche
Landbouw-Maatschappijen aangeboden een smaakvol mid
denstuk op zilveren voet en rijk met zilver versierd.
Op het voetstuk zijn twee schilden aangebragt; op het
eene is de reden van dit huldeblijk vermeld, terwijl op
het andere de verschillende attributen, enz. van den land
bouw zijn voorgesteld.
Te Leiden overleed gisteren prof. M. Polano, ver
maard heelkundige,
Een koopvaardij-kapitein verstrekt de volgende cijfers
als toelichting van den //gunstigen/' toestand, waarin handel
en scheepvaart verkeeren:
Te Batavia worden schepen met koffij bevracht tegen
f 13 per last, terwijl anders gewoonlijk f 100 wordt betaald.
De Oostzee-stoombooten bedingen thans voor het vervoer
van rogge f 9 per last, waarvoor anders in den regel
f 30 a f 40 wordt gegeven.
De wereldberoemde geograaf Petermann, is dezer
dagen te Gotha overleden.
Iemand ging te Berlijn met een vriend de wedding
schap aan, dat hij aan honderd personen, ieder afzonderlijk
hetzelfde zou vertellen, dat de tegenpartij de personen
mogt aanwijzen en dat de een zoowel als de ander met
dezelfde woorden daarop zou antwoorden.
Doch dat is onmogelijk, zei een derde, ik wil gelooven,
dat allen iets zeggen, dat dezelfde bedoeling heeft, maar
dat honderd menschen juist dezelfde woorden gebruiken,
dat is ondenkbaar!
En toch werd de weddingschap gewonnen.
Tot ieder zei hij„hebt ge het al gehoord, Meijer is
failliet/' en dadelijk vroeg ieder: „welke Meijer?"
Een ambtenaar van den veldtelegraaf in Bosnië heeft
uit Dodoj aan zijn bloedverwanten den volgenden brief
geschreven, die nu de ronde in dagbladen doet.
„Er zijn hier vreeselijke gevechten onder mijne oogen
geleverd. Tot heden heb ik niet geschreven, opdat men
zich niet over mij bezorgd zou maken. Thans heb ik
niets meer te vreezen, want onze soldaten hebben de Turken
in het gebergte gedreven. Drie weken lang hoorde ik
niets dan kanongebulder, zoodat wij om den kruiddamp
onze vensters altijd gesloten moesten houden. Ik moest
niettemin aan den telegraaftoestel zitten en even bedaard
blijven doorwerken alsof daar buiten mijne jas alleen werd
uitgeklopt. En ik had te meer te doen naarmate de strijd
heviger was, daar de officiële zoowel als de particuliere
dépêches dan ontzaggelijk toenamen. Vele soldaten, die
in het gevecht gingen, namen telegrafisch afscheid van de
hunnen en, als zij ongedeerd terugkwamen, zonden zij
weder berigt. Levendig staat mij het volgende ontroerende
tooneel voor den geest. Een door borst en rug geschoten
jonge officier van een allergunstigst voorkomen liet zich
van het slagveld in ons bureau dragen. Hij dicteerde
met gebroken stem en een kameraad schreef liet afscheids-
telegram aan zijne bruid. Nooit zal ik dat droevig
schouwspel vergeten. Allen in het bureau schreiden als
kinderen. Naauwelijks was het telegram geschreven en nog
was men met de draagbaar niet op straat, of de ongelukkige
officier had den adem uitgeblazen."
De hooge waarde, die ook in Australië reeds aan
fokvee van den eersten rang gehecht wordt, blijkt ander
maal, zegt de Milch. Zeit., uit een groote verkooping van
korthoornvee van Robertson teMelbourne, waarvan „Charnber
of Agriculture Journal" nog niet lang geleden den uitslag
mededeelde. Tien korthoorn-stieren bragten gemiddeld
792 p. st. 15 sh. elk (of f 9513) op. De hoogste prij3
voor een stier was 2450 guinea's (f 30,870). Stieren van
een jaar golden tot 700 guinea's (f 8820). Vier twee
jarige vaarzen bragten gemiddeld 1102 p. st. 10 sh. (f13,230)
op; een er van werd verkocht voor 1600 p. st. (f19,200).
Vaten uit cement. De firma J. Pecka, te Buda-
Pest, maakt vaten uit cement, die een inhoud hebben tot
100 Eimer toe. Dit fabrikaat moet, lui den s hetgeen er
van medegedeeld wordt, even deugdelijk zijn als goedkoop,
en uit dien hoofde een gevaarlijke concurrent worden van
de tot dusver gebruikelijke houten vaten.
Eerigten uit
Een jl. Donderdag bij het Departement van Koloniën
ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van
Neêrlandsch-Indië bevat du navolgende tijdingen omtrent
Atsjin
Ilabieb Abdul Rachman heeft medegedeeld, 13 October
met volgelingen te Olehleh te willen embarkeren naar
Arabië. Toekoe Bait begunstigt zijn vertrek en zegt bezig
te zijn de andere Hoofden over te halen tot de gemeen
schappelijke onderwerping der geheele XXII Moekim.
Sommige kloofden geven intusschen de neiging te kennen
om zich afzonderlijk te onderwerpen. Een hunner, Toekoe
Imam Sibreh, heeft zich reeds persoonlijk aangemeld. De
gezondheidstoestand der agerende troepen is zeer voldoende.
Visclitoerigten.
Jl. Donderdag zijn een 30tal schuiten met geringe vangst aan
gekomen. Groote tongen 60 a 60, tarbot f 8, rog 28 a 3S cents.
Vrijdag zijn een 6tal schuitjes aangekomen, ook met geringe
vangst. Groote tongen tot 65 cents per stuk en rog 23 cents
tarbot is er niet aangevoerd.
Heden is er geen visch te wachten.
Enkele schelvisschen werden reeds aangebragt, zoodat deze visch
weldra in grooter getale zal verschijnen.
Vlaardingen, 25 Sept. In de laatste dagen kwamen weder
enkele loggerschcpcn van de haringvisseherij, met zeer ongelijke
aanbrengst; enkele bragten slechts 3 a 4. anderen 13 tot 18 last
aan. Alles werd in publieke veiling verkocht, alsmede enkele par
tijtjes kustharing van Scbeveningen. en bragten op: goede volle
loggerharing f 20 a 21, dito vrakke f 18.75 a 19.50 pei tondito
dubbel vrakke f 2 per ton minder; ijlen haring f 12.50 en Scheve-
ningsche kustharing f 19 per ton; bijsoortcn in verhouding minder.
Te Middelbands waren 2 partijen visch aan de markt en werden
bedongen voor noordvisch f 26.25 a 26.75, leng f 19, kibbelen
f 12.50, koolvisch f' 9, keelen en lippen f 41, alles per ton.
Benoemingen, enz.
De kapt. ter zee W. K. van Gennep is benoemd tot komman-
deur van de orde der Eikenkroon.
Dc luit. ter zee 1ste kl. D. M. L. E. Keus, dienende aanboord
van het fregat Everlscn, wordt met den laatsten dezer op 11011-
activilcit gesteld.
De luit. ter zee 2de kl. W. C. P. E. de Klopper wordt met
1 Oct. a. s. geplaatst in de rol van het wachtschip te Amsterdam.
De scheepsklerk C. C. Hammacher wordt met den 16 Oct. a. s.
geplaatst aan boord van het wachtschip alhier.
Z. M. heeft benoemd bij het korps ing., min. en sap. tot kolonel
en bcvelh. in de 5de railit. afd. de luit.-kol. J. F. van Ilanswijk,
van het korps.
FranKryK.
Figaro bespreekt in zijn jongste nommer de Neder-
landsche inzending op de wereldtentoonstelling, en maakt
daarbij in het bijzonder met groote ingenomenheid gewag
van de groepen, die de nationale, of liever provinciale
kleederdragten en het volksleven voorstellen. Voorts wordt
de inzending van alles wat op het openbaar onderwijs
betrekking heeft in hooge mate geroemd, en wijdt het
blad eenige regelen aan de loffelijke vermelding van de
voorbrengselen der pijpen fabrieken, en van die der Koninklijke
fabriek van waskaarsen. „Maar, aldus eindigt het artikel
in de tentoonstelling van hetgeen op de openbare werken
in Nederland betrekking heeft, lcomt het genie des volks
het sterkst aan den dag en openbaart het zich op de
schitterendste wijze. Uit dit speciale oogpunt beschouwd,
evenaart, ja overtreft het Nederlandsche volk alle anderen.
Zijn verbazingwekkende dijken, zijn stout ontworpen sluizen,
de reusachtige spoorwegbruggen die het over zijne stroomen
gelegd heeft, zijne lange viadukten, zijne prachtige haven
hoofden, zijne uitgestrekte drooggemaakte meeren, die het
in rijke dorpen en vruchtbare landouwen herschiep,
al de grootsche ondernemingen, met bezadigdheid en vol
harding volbragt, die onophoudelijke strijd van het land
tegen de zee, en waarbij deze overwonnen terug, treedt,
laten bij den beschouwer een gevoel van levendige bewon
dering achter voor een zoo klein Rijk, dat zulke grootsche
plannen ontwerpt en ten uitvoer brengt."
De paarden, die op de Nederlandsche harddraverijen
te Parijs op 1 en 3 October zullen mededingen, zijn van
Amsterdam met een extra-trein verzonden.
De harddraverij onder den man zal plaats hebben op
1 October, terwijl die met sjeezen op 3 October beide
des namiddags ten twee uur bepaald is.
Aan deze wedstrijden zullen de volgende paarden deel
nemen: Wilhelmina, van H. van Haren, te Amsterdam,
pikeur P. Koek; Sophia, van J. Zeehandelaar, te Amster
dam, pikeur A. de Graaf; Zebra, van A. Jurgens, te Oss,
pikeur J. de Boer; Graaf Adolph, van G. Sevenhuijzen,
te YVarmenhuizen, pikeur W. de Boer; Sophia, van jbr.
L. P. Quarles van Ufford, te Loosduinen, pikeur J. Koster
Prinses, van P. Smit jr., te Slikkerveer, pikeur P. van
Santen; La Vitesse, van J. Smits, te Dubbeldam, pikeur
A. de Koning; Koningin, van G. van Rees, te Dordrecht,
pikeur, P. Langendam.
Jl. Maandag had te Parijs in de zaal der Confé
rences de plegtige opening plaats van het Congres tot
bevordering van het lot der blinden, waarvan de heer
F. H. Lavanchy de bijeenroeping bevorderd en het wel
slagen met onvermoeiden ijver verzekerd heeft. De heer
Lavanchy vertegenwoordigde Egypte op het eerste Euro-
pesche Blinden-Congres te Weenen en heeft zich sedert
als privaat-persoon hun lot bijzonder aangetrokken. Eene
der grootste merkwaardigheden van dit Congres is, dat
als voorzitter daarvan is verkozen de heer Nadault de
Buffon, een der aanzienlijkste mannen van Frankrijk, die,
bij de grootste gaven van den geest, bij kracht, opge
wektheid en een nog betrekkelijk jeugdigen leeftijd,
volkomen blind is, doch wiens welsprekendheid zoo groot
en wiens persoonlijkheid zoo innemend is, dat men, zijne
blindheid niet kennende, haar ongetwijfeld niet zou op
merken en den schoonen man, met commandeurskruizen
en andere onderscheidingen behangen, voor een der gevierdste
sprekers van het tegenwoordige Frankrijk houden zou.
Met eene rede, fonkelende van gloed en tintelende van
geest en welsprekendheid, heeft hij het Congres geopend,
dat niet minder dan zeshonderd leden telt. Van Nederland
heeft men den heer J. II. Meijer, directeur van het Insti
tuut tot Onderwijs van Blinden, tot eere-lid van het hoofd
bestuur benoemd en hem tot secretaris van de 2de en 3de
afdeeling verkozen. Deze heeft het onderwijs der blinden
en de middelen, welke hun tot het vinden van een zelf
standig bestaan kunnen leiden, tot hoofdonderwerpen harer
besprekingen gekozen. In de hoofdzitting van Dingsdag
morgen heeft de directeur van het Koninklijk Instituut te
Kopenhagen, de heer Moldenliover, eene belangrijke rede
gehouden over wat men voor de blinden doen en wat
men van hen eischen kan. Zoowel de hoofd vergaderingen
als die der afdeelingen werden zeer druk bezocht en bijna
alle bekende bevorderaars van het welzijn der blinden en
directeurs der voornaamste inrigtingen zijn daarbij aanwezig.
Engeland.
To Lee, in het graafschap Kent, stierf den 23 dezer
de heer John Penn, de beroemde Marine-ingenieur en chef
van de groote machine-fabriek te Greenwich, waar meer
dan 2000 arbeiders werken, in den ouderdom van 73 jaar.
Het werk van zijn fabrieken stond zoo gunstig bekend,
dat 740 Britsche oorlogschepen uitsluitend zijn machines
gebruiken.
Omtsolilaiid..
De Keizer heeft een bri.-f van dankbetuiging gerigt aan
het praesidium van den Rijksdag in antwoord op het adres
van gelukwenschen, dat aan Z. M. gerigt werd. Aan het
slot van dezen brief zegt de Keizer:
„De ernst van dezen tijd is ons allen duidelijk en allen
gevoelen wij dien; wij moeten, ieder in zijn kring, trachten
de gevaren af te wenden, waarmede de moreele orde en de
veiligheid des Staats bedreigd worden. Het aan den Rijks
dag ingediende wetsontwerp heeft ten doel de daartoe
noodzakelijke middelen te vinden. Met vast vertrouwen
volg ik dezen arbeid eener uit de keuzen onzer natie te
voorschijn geroepen vergadering, waarop geheel Duitschland
vol hoop het oog gerigt houdt.
Onthulling; van liet standbeeld van Koning;
Frederik Wilhelm III.
Den 16 Mei 1865 werd te Keulen, in tegenwoordigheid van
Wilhelm I, Koning van Pruissen, zijn gemalin, den Kroonprins, de
Prinsen Karei en Albrecht, den Prins zu Hohenzollem eit den
Erfprins van Hohenzollem, op de Hooimarkt de eerste steen gelegd
waarop het gedenkteeken moest verrijzen, dat daar opgerigt zou
worden ter nagedachtenis van den „heldenkoning, Frederik Wilhelm
den regtvaardige;" jl. Donderdag, meer dan dertien jaren later, werd
dit monument onthuld, ook in tegenwoordigheid van Pruissens
Koning, Wilhelm I, die thans als „Wilhelm de roemrijke," Keizer
van Duitschland, binnen Keulens muren terugkeerde.
Daar het monument niet enkel gewijd is aan den „heldenkoning,"
maar ook aan Pruissen8 verheffing en aan de bevrijding der Rijn-
gewesten, prijkt het behalve met het ruiterstandbeeld van den Koning
met de beeldtenissen van verdienstelijke legeraanvoerders, staatslieden
geleerden, kunstenaars, industriëlen enz.
Van het monument wordt de volgende beschrijving gegevenOp
een hoogen trap verrijst het voetstuk uit geslepen rood graniet met
afrondingen op de hoeken en bezet met beeldwerk. De Koning is
voorgesteld in een rustige houding te paard, met den hermelijnen
koningsmantel om, den scepter in de regterhaud, met de linkerhand
den teugel vasthoudende, het hoofd een weinig regts gekeerd. Rondom
de vier zijden en afrondiugen van het postament zijn de beeldte
nissen zoodanig aangebragt, dat die op de uithoeken met de overige
een aaneengesloten arrangement vormen. Aan de voorzijde ziet men
de veldheeren Elucher en York en tusschen hen den minister Ilar-
denberg; aan de achterzijde de veldheeren Kleist en Bulow met
baron von Stein; aan de reglerzijde in het midden Scharnhorst en
nevens hem graaf Solms (de eerste Oberpresident der Rijnprovincie)
met de staatsmannen Beuth, von Schön en Wilhelm von Humboldt;
aan de linkerzijde in het midden Gneisenau met Ernst Moritz Arndt,
Niebuhr, Alexander von Humboldt en den minister van Finanticn
von Mess. Al de beeldtenissen munten uit door sprekende gelijkenis.
Op liet granieten voetstuk prijkt aan de voorzijde een blad, omhoog
geheven door twee zinnebeeldige figuren en vertoonende het opschrift
„Aan Koning Frederik Wilhelm IIT, de dankbare Rijngewesten,"
benevens het jaartal 1865, ter nagedachtenis aan liet leggen van den
eersten steen. Voorts is het bezet met allegorische voorstellingen
en relief, betrekkelijk kunst, wetenschap, handel en nijverheid, met
de beeldtenissen der mannen die zich, ieder op zijn gebied, daarin
bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Het beeldwerk aan de
linkerzijde heeft betrekking op den bouw van den Domwaarnevens
aan den eenen kant de beeldtenissen van Koning Frederik Wilhelm IV,
de aartsbisschop graaf Spiegel, von Nolshoven, E. von Groote, aan
den anderen kant Zwirncr, Schinkel, von Wittgenstein, de bside
Boiserée's en Walraf. De nevengroeperingen zijn gewijd aan handel
en nijverheid, omgeven door de beeldtenissen van Hamel, Diergardt,
Börsig, von Merkens, Stinnes, Hunsemann, Camphausen en von der
Ileydt. Aan de regterzijde van het voelsluk ziet men de allegoricn
van kunst en wetenschap met drie beeldengroepen. De eerste groep
stelt voor den minister Altenstein, Rehfues (eerste curator der uni
versiteit te Bonn), de professoren Brandts, Hufeland, von Savigny,
Schleiermacher, A. W. von Schlegel, von Walter en Welcker. De
tweede groep bestaat uit die van de kunstenaars Cornelius, Kaulbach,
Sehadow, Bendemann, Lessing, Rauch en Blaser. Op de derde zijn
vereeuwigd de toonkunstenaars Beethoven, Klein, Mendelssohn,
Meyerbeer, Ries, Weber en Zeiter. De achterzijde van het voetstuk
vertoont de beeldtenissen van schrijvers en dichters, Fichlo, Körner,
Riickert en von Lutzow.
Donderdag om 12 uur kwamen de Keizer, de Keizerin en de
Kroonprins met een extra-trein te Keulen aau, onder het donderen
van het geschut en het luiden der klokken. Zij begaven zich terstond
door de prachtig versierde straten naar de Hooimarkt.
De plegtigheid begon met een koraal, waarop een feestlied van
de lveulsche manncn-zangvereenigiug volgde. Daarna hield de
eerste burgemeester Becker een toespraak. De Keizer beantwoordde
haar en zeide o. a.„Wij zijn hier vereenigd tot een even waar
als veelzijdig dankfeest. In de eerste plaats behoort onze dank aan
de Voorzienigheid, die na bloedige zegepralen Rijnland in zijn
tegenwoordige uitgestrektheid bragt onder den scepter van Koning
Fredrik Wilhelm den derde, waarmede Pruissen de taak werd op
gelegd met zijn magt de wacht aan de Rijn te houden, en deze
taak heeft Pruissen in verbindtenis met geheel Duitschland roemrijk
vervuld. Ik ben gekomen, om de Rijnprovincie persoonlijk mijn
dankbaarheid hiervoor te betuigen, dat zij mijn vader een gedenk
teeken stichtte uit dankbaarheid voor de zegeningen van den vrede,
waarmede hij een vierde van een eeuw over dit schoone Innd
regeerde. Dat ik kon komen, dank ik na smartelijke ervaringen
aan de genade van den Alinagtige, die mij zoover herstellen liet;
dat ik als zoon van hem, wien het feest van heden geldt, den
schoonen pligt kan vervullen, dit zoo beteckenisvollc feest bij te
wonen. Zoo valle dan het omhulsel van dit gedenkteeken en ver-
helTe zich onze dankbare stem ter eere van den dierbaren gestorven."
Op het tceken dat de Keizer gaf, viel het omhulsel. De Keizzr
begroette het gedenkteeken zijns vaders met ontbloot hoofdde
volksmenigte barstte los in stormachtig gejubel. Nadat de Keizer
en de Keizerin om het gedenkteeken waren gewandeld, begroette
de Keizer het feestcomité. Tegen één uur keerde het keizerlijk
paar naar het station terug en vertrok weder naar Coblenz. In alle
straten bewogen zich digte volksdrommen. Het keizerlijke paar werd
door onophoudelijke, geestdriftige toejuichingen begeleid.
De Kroonprins bleef te Keulen en woonde Donderdag avond het
feestbanket in den Giirzenich bij, waar hij tot tweemaal toe liet
woord voerde.
Afloop der Openbare Verkooping',
gehouden op DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1878, des nvonds
ten 8 uur, in het lokaal „Musis Sacrum" te Helder, ten
overstaan van den Notaris P. S. HORDIJK:
Iste pcrc. Een Huis en Erf, Molenstraat L 368, f 600. 2de
£ere. een Huis en Erf, L 369, f 540. 3de perc. Een Huis en Erf,
i 370, f 590. In combinatie f 1751. Opgehouden.