HEUERSCHE EN NIEUWEIMEPER COURANT. 1878. N°. 131. Vrijdag 1 November. Jaargang36. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. AANBESTEDING. 17) SALVÉ KRISTIANSEN. „W ij huldigen li c t goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag e Abonnementsprijs per kwartaal Zaturdng namiddag. franco per post 1.30. 1.65. Ui tg-ever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN K°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Iiidië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. PROVINCIE NOORDHOLLAND. Op DONDERDAG den Uilen NOVEMBER 1878, des namiddags ten huif drie ure, zal ouder nadere goedkeuring, aan liet lokaal van het provinciaal bestuur te Haarlem, namens en voor rekening van het bestuur der hierna te noemen gemeente, worden overgegaan tot de aanbesteding van: liet bouwen vnn eene school en lictt herstellen van eene onderwijzergwoninff te «len Hoorn op het eiland Texel. De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving, ingevolge art. 23 van het bestek. Het bestek en de teekening zijn, tegen betaling van een gulden, te verkrijgen aan het lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten, gevestigd in het raadhuis te Amsterdam, en aan de gemeente-secretarie te Texel. Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de billelten van inschrij ving uiterlijk vóór drie ure des namiddags van den dag die de besteding voorafgaat, in de lus moeten gestoken zijn, sooals art. 68 441 der algemeene voorschriften bepaalt. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij ilengene die daartoe door den Burgemeester der gemeente Texel zal worden aangewezen. De aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de besteding. HELDER en NIEUWEDIEP, 31 October. Gisteren avond werd in Musis Saerum alhier eene vergadering gehouden door de leden van 't district Helder en omstreken der Vereeniging Eigen Hulp, onder presi dium van het bestuurslid, den beer J. C. Jansen. Ter zake van de Levensverzekering, werden de noodige mede- deelingcn gedaan, met opwekking om tot deze afdeeling van de werkzaamheid der Vereeniging toe te treden, waartoe men zich bij de leden van liet districts-bestuur heeft aan te melden. Gisteren is door vletterlieden op stroom drijvende gevonden en hier aangebragt het in staat van ontbinding [EEN NOORDSCH VERHAAL, door JONAS LIE. Vervolg.) De scheepsgezagvoerder Duijvens, in wiens huis het jonge meisje verblijf hield, dat wij bij den aanvang dezer geschiedenis als kind leerden kennen, bewoonde te Amsterdam, in de dichtbevolkte straat die op liet dok uitliep, een huis van verscheidene verdiepingen, met groene luiken, een smalle deur en een zorgvuldig gepoetsten koperen kloppereen echt Hollandsch huis, welks achtergevel uitzag op een der talrijke grachten die de hoofdstad van Holland doorsnijden, en die zulk een schildcrachtigen aanblik opleveren met hare verschillende bruggen en hare veelsoortige schuiten en scheepjes. Juffrouw Duijvens had vier kinderen en een zwak gestel; de komst van de sterke en werkzame Elisabeth in haar huis was dus een waar geschenk van den Hemel. Juffrouw Duijvens was daarvan zoo diep overtuigd, dat zij de eenigszins ruwe zijde van liet karakter harer beschermelinge door de vingers zag, uit aanmerking van de diensten die zij van haar ontving. De kleindochter van den ouden Jakob had, zooals men weet, altijd een wil op haar eigen hand gehad; en in haar nieuwe betrekking, waar het huishoudelijk beheer geheel aan haar was opgedragen, was die karaktertrek er niet op verbeterd. Bij de onbeperkte vrijheid, waarmede zij over alles haar oordeel uitsprak, scheen het juffrouw Duijvens dikwijls toe, al onderwierp zij er zich ook met gelatenheid aan, of zij onderling van taak verwisseld hadden. Het gebeurde meer dan eens dat Elisabeth de bevelen van hare meesteres veronachtzaamde, om in plaats daarvan enkel haar eigen zienswijze te volgen. Bij dat alles was zij zeer veranderlijk van humeur; het eene oogenblik zag men haar overstelpt van drukte, met de kinderen de trappen op- en afloopen, alsof zij de woeste zeelucht van Torungcn weer had ingeademd; een oogenblik latei- was zij stil en afgetrokken, en scheen het alsof zij haar vroeger leven betreurde. Zij had een groote menigte aanbidders, zoo van ouden als jongen; sommigen aangetrokken door den opgeruimden, anderen door den ernstigen kant van haar karakter. Onder de eersten bevonden zich twee jonge lieden, vrienden des huizes, die zelfs eenigszins aan de familie Duijvens verwant waren; de een een bediende op een handels kantoor, deed zich in manieren en voorkomen ver boven zijn stand voor; de ander, de zoon van een kaper op Vlieland, was een vrij belachelijk personaadje, fnet een rossen tint en haar als floszijde. Zij waren wederkeerig jaloersch op elkander, en, bij al hun pogingen om elkaar de loef af. te steken, waren zij overtuigd dat zij zich vergeefsche moeite gaven. Er was in de houding van het jonge meisje zulk een gebiedende autoriteit, dat de twee pretendenten spoedig inzagen, dat daar waar zij de grenslijn trok, hun de pas verkeerende lijk van een zwaar gebouwd zeeman, schijnbaar ruim 50 jaar oud, gekleed in rood baaijen hemd en onder broek, waarover flanellen hemd met grijze strepen, blaauw gestreepte boezeroen, blaauwe kousen en gewast lederen laarzen. Het goed was niet gemerkt. Het lijk is, op last van het gemeentebestuur, bier ter aarde besteld. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap beeft van den heer mr. Oh. Bosch lieitz alhier ten geschenke ontvangen een koperen vijzel van 1604. Het Staatsblad bevat de wet tot naturalisatie van C. D. Sap, te Alkmaar. Door den gewezen machinist-leerling 1ste klasse dei- Marine C. H. Marsman is te Hellevoetsluis zeer voldoend examen afgelegd voor machinist 3de klasse bij de Marine. Beroepen te Warga dr. P. O. van Wijk, predikant te Brielle. Bedankt voor de beroepen naar Callantsoog en naar Hilvarenbeek door dr. N. Tydeman, pred. te Scharwoude. Beroepen bij de Christ. Geref. gemeente te Groningen ds. A. Brumtnclknmp jr., predikant te Alkmaar. Men schrijft ons van AnnaPaulowna, dd. 29 dezer: „In de heden gehouden Raadszitting is dc gemeente- begrooting in ontvangst en uitgaaf vastgesteld tot een bedrag van f 12,961.781. Tot liulponderwijzeres aan de gemeenteschool No. 2 is benoemd mej. P. Grosjean, thans als zoodanig werkzaam te Zwolle." Alen schrijft uit Winkel, dd. 29 dezer: „Heden is het 25 jarsn geleden, dat de heer Jacob Bouwman als brievengaarder alhier in dienst trad, na vooraf reeds 20 jaren en 9 maanden in militaire dienst te zijn geweest en 1 jaar als gemeente-veldwachter alhier dienst te hebben gedaan. Door eenigen der meest belanghebbenden bij dc posterij is den nog ijverigen brievengaarder een geschenk aange boden, als bewijs van hunne tevredenheid over zijne ge trouwe pligtsbetrachting." De oliefabriek van den heer Prins te Wormerveer is Maandag ochtend tusschen vier en zes uren totaal in de asch gelegd. In de stcenkolenloods was de brand ontstaan. Een tiental spuiten uit Wormerveer en omliggende plaatsen waren spoedig aanwezig, zoodat men er in slaagde de pak huizen en woningen in de nabijheid te behouden. De fabriek was tegen brandschade verzekerd. was afgesneden. Juffrouw Duijvens verweet haar soms, dat zij zoo onvriendelijk was tegenover den jongen kantoorbediende. Dadelijk hevig protest van Elisabeths kant, bewerende dat de persoon in quaestie haar volstrekt niet aanstondwaarop de dame weer volgen liet dat eeu jong meisje takt genoeg moet hebben om zulk soort van indiukken te verbergen. Nu had het Noordsche meisje niet bepaald gebrek aan takt; maar zij was in zulk een staat van onafhankelijkheid opgegroeid, dat zij niet bij machte was zich anders voor te doen, dan haar hart haar ingaf. Zij was nu zoo ongeveer een jaar bij de familie Duijvens geweest, toen^ de vader des huizes, bij zijn terugkomst van een reis naar Noorwegen, de tijding bracht dat Carl Beek verloofd was met de dochter van den postdirecteur te Arendal. Marie Forstberg had hem tevens verzocht, hare hartelijke groeten over te brengen aan haar oude vriendin Elisabeth. Deze vernam dit bericht met groote blijdschap. De vrees dat zij Carl Beek ongelukkig gemaakt zou hebben, drukte als een zware last op haar geweten. Zij beoordeelde baar vroegeren aanbidder naar den maatstaf harer eigene gevoelens voor Salvé. Dien avond bleef ze, voor zij slapen ging, een geruimen tijd voor haar venster staan, dat op de gracht uitzag en waar ze haar oog liet weiden over een bosch van masten, beschenen door het zachte maanlicht. De aan haar overgebrachte groeten van de jonge dame bewezen duidelijk, dat Marie Forstberg onbekend was gebleven met hetgeen tusschen Elisabeth en den luitenant was voorgevallen. Aan den anderen kant, hoe verheugd ook over deze oplossing, kon zij niet nalaten te glimlachen, als zij bedacht dat het slechts aan haar gestaan had om Marie vóór te wezen. Hare gedachten begonnen weldra een grilligcn loop te nemen, om ten laatste voor goed gevestigd te blijven op dat céne geliefkoosde onderwerp van hare bespiegelingen Salvé Kristianscn. De schoone droomster stond daar, met de losgemaakte haren in gouden lokken over hare schouders, haar blik onbestemd latende ronddwalen langs het grauwe zwerk, dat zich als een looden gewelf over dit Venetië van het Noorden uitstrekte. Zij was niet onbekend gebleven met de uitwerking harer hardvochtigheid op den matroos van de Juno, en zij liad er diep berouw van. Meer dan eens had haar de lust bekropen, zich in zeemanskleeding te vermommen en landen en zeeën af te reizen om den wanhopende op te sporen maar de herinnering aan haar tragisch-romantisch avontuur met Carl Beek had haar van dit even edelmoedige als ondoordachte plan teruggehouden. Zelfs al had zij hem gevonden, zou Salvé hebben kunnen zeggen dat zij er zeer na aan toe was geweest om het eigendom van een ander te worden, en voor niets ter wereld zou ze zich aan die vernedering zijnerzijds hebben willen blootstellen. Zooals in den laatsten tijd meermalen het geval was, viel zij eerst in slaap nadat ze een poos bitter had liggen schreien. Nog twee jaren verstreken er zoo. Na verloop van dien tijd Een Parijscli chroniqueur schrijft in het Hbl.: Het is een hard iets voor de niet bekroonden om thans in de tentoonstelling rond te wandelen. Ze zien reusachtige bouquetten welke vier meisjes ter naauwernood zouden kunnen dragen, indien men ze bij een feestelijke gelegen heid iemand wilde aanbieden boven het wiel van een machine prijken, die door een mededinger is ingezonden, en onder dien kleinen bloementuin schitteren gouden letters en leest men de tooverwoorden „Grand Prix." De fabrikanten, die zijn overgeslagen, verdragen hun teleurstelling niet met gelatenheid, en een Engelsch corres pondent deelt met veel ontzetting mede, dat hij een Fransch exposant voor de vitrine van een mededinger met gebalde vuisten op de jury lieeft hooren schelden, wier uitspraak hij „une infamie, une pourriture!" noemde. Dit zijn zeker krasse uitdrukkingen, maar als ze den miskenden man op luchten, zal niemand hem het genot misgunnen dus eens hartelijk zijn gevoel te hebben kunnen uiten. ÏJmuiden heeft ook een rederijkerskamer. Zij voert als naam,/Duinroos." Het zal weldra 24 jaren geleden zijn, dat I. M. A. Bukkens bij den heer Dommisse te Vlissingen als werkmeid in dienst trad. lloe uitmuntend zij zich al die jaren gedragen heeft, kan blijken uit de omstandigheid, dat zij van haar patroon, „als blijk van waardeering voor haar voorbeeldig gedrag en goede trouw," bij haar eerstdaags te sluiten huwelijk een net uitzet hooft ontvangen, terwijl ook al de kosten van de bruiloft enz. door den heer D. zullen worden betaald. Dergelijke getrouwe dienstboden zijn tegenwoordig, helaas! zóó zeldzaam, dat van gevallen als dit wel openlijk melding mag worden gemaakt. De gemeenteraad van Zalt-Bommel heeft bij meer derheid van stemmen een besluit genomen, dat ecnig is in de geschiedenis. De Raad heeft nl. een curator van de Latijnsche school zijn ontslag gegeven, omdat.... hij naar men aan het U. D. meldt wel eens in couranten schrijft en dan den gemeenteraad wel eens op de vingers tikt. Volgens berigten in andere bladen, is te Arnhem gebragt een artillerist, die beschuldigd wordt in vollen vrede met volle wapenrusting en te paard gedeserteerd te zijn. Hij werd te Amerongen door den burgemeester aangehouden. werd de familie Duijvens door een zwaren slag getroffen. Op een zijner reizen had de heer Duijvens namelijk het ongeluk, op een zeer gevaarlijk punt der kust, bij Ameland, schipbreuk te lijden. Deze ramp, die hem bijua geheel ruïneerde, was tevens voor Elisabeth eeu groote bron van droefheid, want zij zag zich in eens in een niet zeer verwijderde toekomst, genoodzaakt een betrekking te ver laten, waaraan zij zeer gehecht was geworden. Wat Duijvens betreft, hij herstelde slechts met groote moeite van een zoo noodlottigen slag. De brave man, wiens korte en gezette gestalte licin min of meer op een zeekalf deed gelijken, was nu als een haring geworden, en hij deed niets anders dan door het huis heen loopen, ter nauwernood gekleed, en zich met zijn zakdoek frissclie lucht toewuivende. Op zekeren dag bemerkte men, dat hij zich met meer dan gewone inspanning aan die soort van lichaamsoefening overgaf. Er had dan ook in zijn hersenkas een lumineus idéé post gevat: al kon hij geen schip ter koopvaardij meer uitrusten, niets belette hem om een ander middpl van bestaan bij de hand te nemen. Waarom zou hij geen inrichting opzetten, waar de zeelieden een goed onthaal konden vinden Zijn huis, vlak bij het dok, was bijzonder goed voor dit doel gelegen. Er zou gelijkstraats een zaal voor de matrozen en onderofficieren zijn; en op de eerste verdieping een meer geriefelijk ingericht lokaal voor de officieren. Oudertusschen deelde hij niemand zijn plan mede voordat het behoorlijk tot rijpheid was gekomen: maar op een goeden dag trad hij plotseling de kamer van zijn vrouw binnen met een pak gedrukte briefjes onder den arm en een verbazend groote blikken plaat in de hand, die bij de minste beweging klaterde als een onweersbui. „Mijn hemelriep juffrouw Duijvens, „wat moet dat beteekenenP" Met eeu indrukwekkend gelaat en zonder ecu woord te spreken, keerde haar echtgenoot de blikken plant om. Met gouden letters op een blauwen grond was er op geschilderdDe Ster. Boven dit opschrift schitterde het genoemde hemellichaam met fonkel- nieuwen glans. „Vrouwlief," zeide hij eindelijk, „dat wordt nu voortaan onze broodwinning. De volgende maancl zal dit uithangbord boven onze deur prijken; deze bilicttjes worden overal op de muren aangeplakt en op alle schepen in de haven rondgedeeld. O, Duijvens is nog niet heel ca al aan lager wal!" Nu begon hij dan ook haarfijn te vertellen, dat hij een groote herberg ging houden, waarin hij zelf als kastelein zou optreden, met behulp van Elisabeth. Juffrouw Duijvens maakte dadelijk de opmerking: „Gij weet, mijn waardste, dat ge geen sterken drank kunt ver dragen, wat voor ecu kastelein een groot gebrek is.„ Ook kwam er nog een ander bezwaar bij haar opwat zou haar familie in Noorwegen wel zeggen, als ze deze verandering te hooren kwamen? Maar zij hield deze gedachte wijselijk voor zich; de broodwinning was thans hoofdzaak. Zij was ook vooral in haar schik dat ze Elisabeth zou kunnen houden. Den weerzin die er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1